NIEUWE
sfe
Zondag 19 Januari 1879.
Jaargang.
Een gevaarlijk modewoord.
'Geschenk der Nederlandsche
Katholieken aan Z. H. LEO XIII.
De laatste Graaf
MARLMf flOlIMIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers 0.06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
M tyiN' TIESs Diur:
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentien worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g-
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUEEÏ.
Bedrag der vorige opgave12,00.
j. p25,00.
P. T. 10,00.
M. G. en J. K. ter eere van het
H. Hart2,00.
Totaal 49,00.
Tot de leuzen en uithangborden van
onzen tijd behoordt ook bet woord Vrou
wen-emancipatie»
Sommigen, van oordeel dat emancipatie»
wel wat sterk klinkt en dat het voorzich
tiger en verstandiger moet gerekend wor
den, om aan hetzelfde streven een anderen
naam te geven, spreken behoedzamer van
vrouwen-ontwikkeling.»
Niemand, gewoon over de zaken na te
deuken, zal echter dupe worden van die
tactiek. Uit de daden toch blijkt, dat de
drijvers der emancipatie» en der ontwik
keling» zich op dezelfde lijn bewegen.'t Is
slechts een quaes tie van meer of minder.
Langen tijd scheen het, alsof wij in ons
goede vaderland niet spoedig de uiterste
consequentie van de bevrijdingsleer der
vrouwen zouden te betreuren hebben.
Maar het geavanceerd kabinet, 't welk
thans het roer van staat in handen heeft,
had ook nog die verrassing voor ons bereid.
Reeds wezen wij er onze lezers op, hoe
het den Minister Tak van Poortvliet in zijn
hooge radicale wijsheid heeft goed gedacht,
voor de »dames» de bureelen van de post
en telegraafdiensten te openen.
De heeren kunnen voortaan eenige haan
tjes minder bekomen; de dames» zullen
enkele ambten voor een koopje waarnemen.
Zoo zullen twee kolossale uitkomsten
tegelijk verkregen zijn: het terrein der vrou
welijke werkzaamheid »is verbreed» (wij
spreken in de paradijs-taal onzer moderne
maatschappij-redders) en een hoogst gewich
tige bezuiniging wordt mogelijk. Dit laatste
is zeer noodig, nu de liberalen, uit pure
vrijzinnigheid, enkel om de verheven theorie
van het liberalisme te verwezenlijken, hiel
en in Indiëde dubbeltjes hebben doen verdwij
nen, dat wil zeggen de inkomsten door ondoor-
F E UIL LET ON.
VAN
BLOMMENSTEIN.
Vervolg.)
Naar de plaats ijlende van waar hij dien kreet
vernomen luid, vond hij in den gang, die naar
de vertrekken voerde, vroeger door de gravin be
woond, Elize benevens haren vader. De laatste,
'oleek gelijk een doode, beval zijne dochter naar
hare kamer te gaan, terwijl zij hardnekkig bleef
weigeren dat bevel op te volgen. Noch de beden
barer zuster, noch de smeekiugen des ïentmeesters
vermochten iets op die onbuigzame natuur, totdat
eindelijk de graaf, geheel buiten zich zeiven van
woede, de gebalde vuist ophiel, en zijne dochter
zulk een slag toebracht, dat zij bewusteloos ter
aarde stortte.
Met hulp des rentmeesters werd zij nu naar hare
dachte maatregelen, een rampzaligen oorlog
en dwaze hervormingen, hebben doen dalen
en de uitgaven ontzettend doen klimmen.
Men zal het dus wel met ons eens wezen,
dat de Minister Tak een genie is van het
eerste soort, en dat hij aan zijn naam,
reeds door Poortvliet» groot, door dezen
reuzenstap op den weg der ontwikkeling de
onsterfelijkheid waarborgde. Bijkans zouden
wij durven voorstellen, deze eeuw wat Ne
derland betreft, naar dezen splinternieuwen
Minister te noemen, en haar alzoo de eeuw
van Tak van Poortvliet te lieeten. Een
standbeeld te Poortvliet zal hem na zijn
verscheiden zij 't spadeniet kunnen
ontgaan. Al de geëmancipeerde dames in
Nederlaud beginnen daar zeker nu al
elke week wat voor uit te leggen.
Niet langer echter mogen wij schertsen
waar wij staan tegenover zulk een bedenke
lijk ziekteteeken van onzen tijd.
De vrouwen-emancipatie is toch een re
volutie van de ergste soort. Zij is een on
middellijk reageereti tegen de ordonnantiën
Gods.
God heeft aan de vrouw een eervolle,
geheel eigenaardige plaats in de maatschappij
aangewezen. Haar taak en roeping is het,
een hulp te zijn tegenover den man.
Dat was de oorspronkelijke ordonnantie
Gods. Toen kwam de zoude en die verbrak
des Heeren wil en wet.
Onder de heidenen niet alleen, zelfs in
Israël kwam de vrouw niet tot haar recht.
Slavin was zij eigenlijk, niet een zelfstandige,
doch door en in liefde dienende persoon
lijkheid naast den man, die aanvulde, wat
hij te kort kwam, die door de liefde, wijding
gaf aan het huiselijk leven en die vooral
aan het work der opvoeding zijn verhevenst
karakter verleende. Van de man het licht,
van de vrouw de warmtedat was de ver
houding, hij de opvoeding van het kroost
door God, gewild en bepaald.
Maar in den nacht des heidendoms en hij
't schemerlicht van Israël, werd de wijsheid
des Scheppers niet, of niet ten volle be
grepen.
In de volheid der tijden verschijnt het
Licht der wereld, en met de komst van den
Verlosser slaat ook 't bevrijdingsuur der
vrouw.
kamer gedragen, en de graaf, een weinig beschaamd
over zijne drift, verwijderde zich en gelastte den
rentmeester, om hem zoo spoedig mogelijk naar
zijne kamer te volgen.
Constance wijdde thans al hare zorgen aan
hare zuster, en toen Elize eindelijk uit hare be
zwijming ontwaakte en weder geheel tot zich zelve
was gekomen, verhaalde zij, hoe zij uit nieuws
gierigheid den weg naar de verboden vertrekken
was ingeslagen, en aldaar door haren vader was
ontmoet, waarop zij een gil had gegeven, en de
graaf haar gelast had, op hare schreden weder te
keeren. Juist op dat oogenblik waren Constance
en de rentmeester verschenen, en nog juist in tijds
om het einde van dien ongelukkigen twist bij te
wonen
Toen Elize geeir.digd had, vermaande de rent
meester het meisje vooral bedaard en kalm te zijn
en ten slotte gaf hij haar den raad haren vader
vergeving te vragen.
De oogen van Elize vonkelden toen zij deze
woorden uit den mond des rentmeesters vernam.
„Nimmer, zeide zij, zal eene verontschuldiging aan
Dat was de warede heiligede godde
lijke emancipatie der vrouw.
Christus schonk haar de plaats terug,
welke zijnaar Gods bestelin de maat
schappij moest innemen.
Aan het huwelijk hergaf de Zaligmaker
de heiligheidde man zou voortaau weder
hebben één vrouw, eu de baud des huwe
lijks was onverbrekelijk, terwijl hij iu Zijn
naam moest worden gesloten en gewijd.
De vrouw zou weder heerschen, en toch
zou zij dienen want haar heerschappij zou
die der dienende liefde zijn. In de liefde
van haar echtgenoot en kroost, in 't be
wustzijn Gods wil te volbrengenzou zij haar
schoonste, haar reinste, haar eeuwige be-
looning vinden.
De Eva, de »Manninne", was weder in
al haar eer, in al haar wezenlijke rechten
en onschatbare voorrechten hersteld.
Eu dat christelijk idéé droeg rijpe en
rijke vrucht. Letten wij slechts op de mid
deleeuwen door de oppervlakkigheid dik
werf zoo laag gesteldeu zien wij daar
hoe de vrouw werd geëerd en gehuldigd.
Yau de hoogten der burgten daalden de
beginseleu der vrouwen-waardeeriug eu vrou-
weu-vereering tot de vlaktende burgerlijke
samenleving, af.
De minnezangen der riddertijden tintelen
van de edelste begrippen omtrent vrouweu-
eer, vrouwenwaarde en vrouwendeugd.
Nieuwe denkbeelden werden verkondigd,
nieuwe theorieën aangeprezen; steeds meer
week men af vau de instellingen en wet
ten Gods, tot dat met de groote revolutie
der 18de eeuw, de geheele maatschappelijke
ommekeer vormelijkja wettelijk werd voor
bereid en ingewjjd.
Yoor de negentiende eeuw was het echter
bewaard, de revolutie-idée, met betrekking
tot de vrouw, tot haar volle ontplooiing
te zien komen.
Niet langer naast den man wil men de
vrouw stellen en nattig doen zijn; zij moet
in socialen zin, zelf man worden, hem
verdringenhem tot ellende eu armoede
O 7
brengen, om hem dan straks aan haar
voeten om brood te zien vragen. Die laatste
toekomst zou het heilloos verzet tegen Gods
ordonnantiën droevig kroonen.
Tegen dat doodeu der vrouw in de vrouw,
hem over mijne lippen komen; nimmer zal hij
zich kunnen verhengen mij aan zijn barbaarschen
wil onderworpen te hebben
De rentmeester verwijderde zich, diep bedroefd
dat de zaken op het kasteel zulk eene wending
genomen hadden, en begaf zich naar den
graaf, die reeds met ongeduld zijne komst ver
beidde.
„Is zij reeds bij]
III.
e komen?"
vroeg de graaf
den rentmeester bij zijn binnentreden, terwijl hij
met groote schreden de kamer op en neder ging.
Ja, genadige heer! alleen gevoeltalleen
voelt zij nog een weinig pijn.
„Moge deze haar herinneren aan hare onge
hoorzaamheid," sprak de graaf driftig. „Hoor eens,
Lekman! ging hij voort na zich eenige oogen-
blikken bedacht te hebben, ge moet mijne dochters
zeggen, dat ik haar vooreerst niet meer aan mijne
tafel zien wil, en zij zoolang opgesloten zullen
blijven, totdat ik geheel van hare onderwerping
verzekerd ben. Ik ben tevens van plan voor goed een
tegen dat in opstand komen tegen instel
lingen met zooveel Goddelijke wijsheid
verordend, protesteeren wij met al onze
macht; tegen die vernietiging van de grond
slagen onzer samenleving, zullen wij blij
ven getuigenondanks al de decreten der
Takkender Poortvlieten der emancipatie
apostelen en profeten van onzen verdool
den tijd.
En dan weten wij wel, dat men ons zal
toevoegen: waarheen dan met zooveel
vrouwendie niet huwendoch dan hebben
wij wat wij met recht mogeu antwoorden.
Tegen de kwaal van 't niet-huwen (het
weinig-huwen is een krankte onzer dagen)
hebben wij een dubbel recept. In de eerste
plaats worde de vrouw eenvoudiger, min
der veeleischend voor toilet en genot, en
ten andere worde de man redelijker, min
der bedacht op vermaak huiten de woning;
meer gehecht aan 't rustig en stil huise
lijk leven, dat hem uitspanning biedt na
de zorg en inspanning voor zijn ambt of I
beroep.
Toch zullen altijd nog vele vrouwen on
gehuwd blij veu, daar, naar de cijfers be
wijzen, er meer vrouwen dan mannen op
de wereld zijn; maar voor de ongehuwde
vrouw staan nog zoovele wegeu opendie
haar voeren tot huiselijken arbeidtot wer
ken der liefdevoor zieken en onweten
den voor afgedwaalden en verlorenen-
in al die betrekkingen kan zij iu haar
nooddruft voorzienzoodat de vrouw niet
noodig heeft zich te voeden met het brood,
dat den man wordt ontnomen. Trouwens el
ders (in Rusland) is het reeds bewezen, dat
het optreden der vrouw in den arbeid des
mans, tot teleurstelling en ontaarding
leidt.
Onze slotsom is: geen vrouwen-emanci
patie, geen vrouwenontwikkeling, die tot
vrouwenverbastering voertmaar vernieu
wing, naar den eisch des Christendoms,
O I
van vrouw èn man beidenopdat de maat
schappelijke toestanden in bun geheel ver
beterd worden en daardoor aan de vrouw
de gelegenheid wordt hergeven te heerschen
O O
door te dienen. Dat is de christelijke eman
cipatie der vrouw.
einde nan dit helsche leven te maken. Mijn vriend,
de Baron van Maalden, heeft mij eene dame aan
bevolen, die zich gaarne met de -verdere opvoe
ding mijner dochters wilde belasten. Reeds vroe
ger zou ik aan dit voorstel liet oor geleend heb
ben, indien deze dame niet met een meisje was
belast, dat een barer zusters haar stervende heeft
aanbevolen, en waarvan zij zich niet wil scheiden.
Ik wil echter over die zwarigheid heenstappen en
daarom moet ge den Baron schrijven, dat ik zijn
voorstel aangaande zijne beschermelinge aanneem,
en dat het mij veel genoegen zou doen, indien
die dame zoo spoedig mogelijk haar intrek op
het kasteel wilde nemen. Ge ziet zelf in welk een
onaangeuamen toestand ik mij bevind, en geweet
daarenboven dat de zaak spoed vereischt."
De rentmeesters kweet zich van den hem op
gedragen last, en eenige dagen latervvas de dame
op het kasteteel aangekomen.
Zij vond har» vertrekken, door de goede zorgen
van den rentmeester gereed en was spoedig geheel
en al geïnstalleerd.
Wordt vervolgd)