NIEUWE No. 242, Donderdag 23 Januari 1879. 4e Jaargang. Vooruitgang, BUITENLAND, Geschenk der Nederlandsche Katholieken aan Z. H. LEO XIII. BLOMMENSTEIN. Duitschland. Frankrijk. HAARMHI COURANT. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Haarlemf 0,85 Buiten Haarlem franco per post1. Afeonderlijke Nummers0.06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG cn ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. .fErM«LVT12ND.ii Ir AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 16 regels80 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Bedrag der vorige opgave 49,00 "V eneranDo LeonI PontïfLCÏ. AeMT AU JU* Wagrto PaCIfïCatorl. Lof aan heo Den hooggesChatten PaTJs En Lle/DflJken "VVeDesflCAfer onzer «UW10,00 Voor den Opperherder der Kerk 1,00 Totaal 60,00. Er zal moeilijk een woord in de lieden- daagsche conversatie-taal te vinden zijn waarmede meer geschermd wordt dan met het woord dat wij tot titel van ons arti kel kozen. Te pas en te onpas wordt het aangewend. Vooral in den mond der gea vanceerd liberalen ligt het als 't ware he storven en voor geen goud ter wereld zou den zij dit woord willen derven, zij toch, de modernen dezer dagen, zien in alles vooruitgang. Vooruitgang in onderwijs, ofschoon de admissie-examens voor de hooge- scholeu en voor de militaire academiën nog lang niet kunuen getuigen van de voortreffelijkheid der kostbare hoogere bur gerscholen en daaraan gelijkgestelde in richtingen. Vooruitgang in de wetenschap pen en in de toepassing er van op handel en industrie. Maar de resultaten laten dik werf op zich wachten. Door al dien voor uitgang op wetenschappelijk gebied in vele gevallen zoo gewaardeerd heeft men tot dusver het algemeen welzijn niet kunnen verbeteren. Immers de strijd van arbeid en kapitaal wordt nog fel gestre den, de gemoederen der utopisten zijn nog lang niet gekalmeerd en het laat zich aan zien dat dit probleem zal blijven een steen des aanstoots voor de ontevredene massa. Toch blijft men dweepen, schwürmenmet den vooruitgang. Ja zelfs hetontkennen o o van dogma's, het loochenen van geloofs waarheden, het wegcijferen der wetten van moraliteit alles wordt geboekt en geschre ven op 't folio van den vooruitgang. Wan neer het menschdom van onze dagen reeds zoo verre vooruitgegaan was, als velen het willen voortduwen, voorwaar, het voorge- F E U1LLETON. De laatste Graaf VAN Vervolg Ofschoon het uiterlijk van mejuffrouw Russel niet zeer innemend was, ofschoon een bril met groote blauwe glazen hare oogen onzichtbaar maakte, en hare spraak verre van lieflijk klonk, zoo was zij toch eene vrouw van hoogst beschaafde vormen, die zeer wel berekend scheen voor de taak waarmede zij zich belastte. Haar nichtje, Anna geheeten, was eene bloeiende roos gelijk en bezat zulk een innemend en belangwekkend gelaat, dat de graaf reeds bij den eersten oogopslag voor haar eene ware genegenheid opvatte. Nadat de eerste plichtplegingen, die uiterst deftig en daarom zeer stijf, ten einde waren, en de goever- nante benevens haar pleegkind hadden plaatsgeno men, beval de graaf den rentmeester zijne dochters slacht zou ons niet meer kunnen onder scheiden. In alle takken van industrie, heet het, is vooruitgang; in de middelen van verkeer, zoo te land als te water is voor uitgang; in de kunsten is vooruitgang; in den handel eveneens. Toch is er één vooruitgang waarvan men echter zelden hoort spreken, omdat men er niet aan wil denken: den vooruit gang namelijk op stoffelijk gebied vau dui zenden, die minder bedeeld zijn met aard- sche goederen. Heeft de kleine burgerij, heeft de arbeider, de werkman het beter dan vroeger? Is hun lot verbeterd? Is hun bestaan ruimer? Ja velen hebben geluk, gaan vooruit en stapelen schatten opeen; doch daarmede is de groote menigte niet gebaat. En welk antwoord geven nu de staat huishoudkundigen van onzen tijd op deze vraag? Zij zeggen dat de kleine burgerij meer en meer verdwijnt om af te dalen tot den arbeidersstand. Slechts enkelen is het gegeven zich staande te houden of hun maatschappelijke positie te verbeteren. En hiervan ligt voor een groot gedeelte de oorzaak in het belasting-stelsel. Ook daarin is helaas een kolossale vooruitgang zeer O O merkbaar. Men zal ons bewijzen dat de rijken het meeste betalen. Wij zullen dit niet tegenspreken. Maar het is ook helder als de dag, dat degeue, die duizenden meer verdient dan hij verteert, gemakkelijker duizend gulden meer opbrengt, dan een ander, die even met zijn inkomen rond komt, een enkelen gulden. Zij die belas tingen verhoogen voor het land, of nieuwe leeningen sluiten om de steden te verfraaien en plantsoenen, waterleidingen en badhui zen aan te leggen of schouwburgen en hoogere burgerscholen te bouwen, zij heb ben goed praten. De mindere man gaat er het meest onder gedrukt en hij heeft er het minst aan. In onze philantropische eeuw, waarin zoo velen zich als de groote heilaanbren- gers van het menschdom voordoen, zou men toch mogen verwachten, dat zij ook aan dit punt eens hunne aandacht zouden wijden. Wij hebben Vredebonden, Multa- patiorsbonden, die bitter weinig of niets uitwerken. Er bestaan vereenigingen tot binnen te leiden. Deze verschenen weldra, en nu sprak van Blommenstein „Mejuffrouwziedaar mijne dochters, wier op voeding nog veel te wenschen overlaatik beveel haar aan uwe goede zorg en leer haar voornamelijk haren vader eerbiedigen en zijne bevelen te ge hoorzamen De aangesprokene vestigde hare blikken op de jonkvrouwen, maar Elize scheen zich om dat onderzoek weinig te bekommeren, en zeide: „Mijnheer de graaf! wij gelooven de kinderschoe nen ontwassen te zijn, en geene kindermeid meer noodig te hebben. Wilt gij ons echter onder op zicht plaatsen, ontbied dan onze grootmama hier van haar alleen willen wij leeren hoe ons te gedra gen, ten minste indien dat punt bij ons nog zoo veel te wenschen overlaat!" De graaf was bij het hooren van den naam zijner schoonmoeder bleek van toorn geworden. „Pak u weg uit mijn oogen" riep hij met trillende stem; „alleen in 't bijzijn dezer geachte dame wil ik u voortaan toestaan in mijne tegen woordigheid te verschijnen.5' bescherming van dieren. Waarom ook geen vereeniging die zich ten doel stelt de ver mindering van de lasten des volks te be vorderen? Deze zou zich wel in een groo- ter aantal leden verheugen dan de vereeni ging tot het verbranden van lijken. Of de Minister hare verzoekschriften heuscher zou behandelen, dan die der laatste zouden wij echter niet durven verzekeren. En toch, als het zoo vooruitgaat als wij onder dit opzicht tot heden toe zijn voor uitgegaan, dan zal er aan het opbrengen geen doen meer zijn. Een nieuwe belas ting, dank zij het liberale Ministerie, heb ben we reeds. De vaders en moeders kun nen hunne weinige zuur bespaarde pen ningen niet meer aan hunne kinderen over laten, of het land moet mede erven en er zijn portie van hebben. In het verschiet is de belasting op het vermogen, dat men in geldswaardige papieren bezit. Hierbij varen diegenen het beste, welke aan God noch gebod gelooven en, daar men tegen woordig reeds op uitgebreide schaal een stelselmatigen strijd voert tegen het be staan van God en de eeuwige toekomst, zoo zullen de Katholieken en de geloovige Protestanten er het slechts bij varen. De Minister scheen zelf met zijn rolver legen toen hij de begrooting indiende. Hij beloofde gouden bergen en vermeidde zich in een duister woordenspel om de goê gemeente niet te zeer te verontrusten. Hij beraamde eenvoudig de uitgaven wat min der, dan het geval zijn zal en de inkom sten wat hooger dan te voorzien is, en daarmede is de zaak gered en gereed. En zulk goochelspel, om het land een rad voor de oogen te draaien, wordt gedreven van het begin tot het einde der begrootingen van liberale Ministers van finantiën. Onze voorvaderen redeneerden: eerst le ven en dan philosofeeren, de liberale Mi nisters schijnen vau het tegenovergestelde uit te gaan. Wanneer men de handelingen van vroegere liberale Ministeriën nagaat, dan zal men zien, dat schuld maken en nieuwe belastingen invoeren hun zwak is. In de laatste jaren is de opbrengst der be lastingen verscheidene millioenen vermeer- derd; de bron der Indische baten houdt op te vloeien; waar moet dat heen? Elize verliet liet vertrek, door Constance op den voet gevolgd, maar de graaf riep deze laatste terug en zeide „Geleid de dames naar hare vertrekken, en leer uwe zuster hoe zij zich in het bijzijn van ande ren moet sredragen." Constance, nog bevende van angst, deed hetgeen haar vader bevolen had, waarna zij zich onmid dellijk tot hare zuster begaf, om deze een weinig tot bedaren te brengen. Zij vond Elize op een stoel aan tafel zitten,, met het hoofd in de hand leunende. Voor haar lagen pen en papier, hetgeen bewees dat zij wilde schrijven. Zoodra dan ook Constance binnentrad en nog voordat deze den mond geopend had, zeide zij „Constanceik wil een brief aan onze tante schrijvenhet is mij onmogelijk zulk een leven langer voort te slepen. Ik zal bij den brief aan tante ook een schrijven voegen voor haren rent meester, en deze verzoeken mijn brief dadelijk aan haar op te zenden. Haar zal ik kennis van van ons ongelukkig lot geven, en indien zij niet Eu toch alle liberale bladen bazuinen het uit: wij gaan vooruit, wij gaan voor uit! Ja, wij gaan vooruit!Naar den afgrond. Dienslijver. Een Dusseldorper blad maakt als curiositeit van den verregaanden dienstijver van een ontvanger gewag, die te Flingern de geheele gemeente afliep om den persoon te vinden, die een jaar of 3 geleden verzuimd had 3 penningen belasting te betalen. Daar hij eindelijk vernam, dat de bedoelde persoon al sinds 2Vs jaar over leden was, zocht hij de familie en erfgenamen van <len overledene op, die voor de aardigheid hem <le 3 penningen en nog 10 penningen voor een aanmaar.-biljet ter hand stelden. De lieer Heeremann, lid van het Centrum, heeft bij het Huis var. afgevaardigden het voorstel inge diend om de Pruisische regeering te verzoeken, hare gemachtigden in den Bondsraad te gelasten, aan het wetsontwerp betreffende de disciplinaire rechtspraak van den Rijksdag hunne goedkeuring te onthouden. Weder een handigheid vau het Centrum, en waarover de liberalen woedend zijn. Zij zijn allen ontevreden over het wetsontwerp, maar niemand durfde zich er tegen verzetten. Het Centrum is echter niet bang voor Yon Bismarck en denkt slechts aan de rechten des volks. En om de libe ralen te zekerder te treffen, nam het een aanloop in den Landdag, voor de zaak in den Rijksdag behandeld wordt. Wat kunnen de liberalen toch nog veel van de ultramontanen leeren In een plaatsje hij Wiesbaden laat de burge meester streng toezicht houden op vergaderingen De veldwachter echter is hoog bejaard en kan met het gure weder 's avonds niet meer naar de vergaderingen gaan, en daarom oefent zijn schoon zoon het politietoezicht uit. Deze is ook brieven besteller en hief „uit naam der politie" dezer dagen eene vergadering op, omdat hij de post van 't spoor moest halen. De dezer dagen te Parijs "overleden beeldhou wer Préault was niet alleen een groot artistmaar tevens een geestig causeur. Sommige zijner „mots' zijn bewaard gebleven. Hij noemde de moderne' bouwkunst: „l'art assassiné par la geometrie" en Voltaire: né d'une chienne et d'un serpent". „Men redetwist alleen met menschen, waarmede spoedig maatregelen beraamt ons uit dit slot te verwijderen, zal ik mij genoodzaakt zien als een zelfliandelend wezen op te treden, en ik zal mijn vader het bewijs leveren, dat ook een meisje in staat is voor zich zelve te zorgen Constance was geheel onthutst over dat besluit barer zuster en wilde juist al hare welsprekend heid aanwenden om haar tot andere gevoelens te brengen, toen er zacht op de deur werd geklopt en Anna binnentrad. „Neem mij niet kwalijk indien ik u soms kom storen, sprak zij minzaam, zich tot Elize wen dende, die haar met een hooghartigen blik aanzag, maar ik kwam u vragen of ik eenige oogenblikken in uw beider bijzijn mocht doorbrengen?" Constance knikte toestemmend, maar Elize zeide op gemelijken toon „Welk voordeel kan u onze tegenwoordigheid opleveren Wij zijn jonkvrouwen, die geene be schaving bezitten, en die op onzen leeftijd door uwe tante nog moeten geleerd worden hoe ons te gedragen." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1