NIEUWE No. 249, Zondag 16 Februari 1879. 4e Jaargang. Alles slaat op losse schroeven. f:- Geschenk der Katholieken Adres van de Nederlandsehe Katholieke Pers Aan Z. H. LEO XIII, Het is fraai; het doet denken aan de moraal der communards, der internationa listen, der sociaal-democraten, altemaal lieden waartegen de staatslieden ageeren en waarschuwen, die tegenover Denemarken, tegenover Noord-Sleeswijk dat groot on recht bedreven. ABONNEMENTSPRIJS f 0,85 1.- 0.06 MA1NT1X Per 3 ïu/mnden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. COMAE PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels 30 Gents Elke regel meer5 Grootc letters worden berekend naar plaatsruimte. AGITE MA NON AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. aan Z. H. LSO KUL Bedrag der vorige opgave 354,50 Komt geven wij den Paus Eik onzer naar vermogen. Het zal ons tijdelijk geluk En 't eeuwig wis verhoogen. J. B 2,00 Uit den spaarpot, van Johannes 0,50 N.N.1,00 Totaal 358,00 op den 20 Februari, 1879 Uit Rome hebben wij de stem vernomen die leden en afgevaardigden der Katholie ke Pers uit alle landen der wereld uitnoo- digt, om voor den eersten verjaardag der keusaanvaarding van Z. H. Leo XIII als Opvolger van Pius IX. z. g. te Rome bijeen te kouien, ten einde dé buitengewone au diëntie, die Z. Heiligheid zich zal gewaar- digeti op dien dag aan de Katholieke Pers te verleeuen, bij te wonen. Naar Rome opgeroepen, is het ook naar Rome dat wij. Katholieke Redactiën, Direc teurs van Publicatiën, katholieke schrijvers uit Nederland, komen, en ons aansluiten bij dat koor van vertegenwoordigers dei- katholieke pers uit alle natiën der wereld. Naar Rome wijst ons ons Katholiek Geloof, want daar is voor ons, in den Op volger van Petrus, in Leo XTII, het ou- eilbaar gezag van Christus' Kerk, voor welks belijdenis wij bereid zijn te sterven; naar Rome voert ons de liefde van ons hart, want daar is voor ons de Heilige Vader, dien wij uit ganschsr ziele bemin nen als den Stedehouder van onzen eeuwig te aanbidden Heiland; naar Rome roept ous de handhaving van het recht, dat Pius' Opvolger bezit op den Vorstentroon der Kerkelijke Staten, welker herstel wij telkens vragen en vergen; naar Rome roe pen ons de graven van die gelukkige zo nen van ons Vaderland, die door hun Ne- derlandschen heldenmoed en door hun Ka tholiek Neêrlandsch bloed een recht hebben verdedigd, dat niet valt te vernietigen, noch door de overmacht van wapengeweld, noch door de grepen der Staatkunde, noch dooi de erkenning van voldongen feiten. Het FE U1LLETON. De twee deviezen. Vervolg. Aldus pratende, waren de beide neven aan de herberg, Le Cheval blanc, aangekomen. De eet zaal, welke zij binnentraden, was ledig, doch een groote tafel was aan een der uiteinden aangericht, en de waardin had er zoo juist drie couverts op nedergelegd. Charles beval, dat van Joseph en het zijne er bij te voegen. Ik vraag u verschooning, mijnheer, zeide de vrouw, wij kunnen u hier niet dieneri. En waarom niet? vroeg Charles.1 Omdat de personen, waarvoor zij zoo even de couverts gelegd hebben, alléén verkiezen te eten, antwoordde de waardin. Dat zij dan op hun kamer etenhernam Charles op barschen toon, hier is het (le gelag zaal en een open tafelelk reiziger heeft recht, er binnen te treden en er zich te doen voordienen. Wat kan het ons schelen, of wij in dit voorbeeld dier dappere belijders en strijders leeft iu ons hart en leeft op onze lippen, o Paus-Koning, en gelijk zij hunnen arm, zoo wijden ook wij onze pen en ons woord en alle onze krachten toe aan den Heili gen Stoel tot den laatsten adem des levens. Gewaardig U, o Stedehouder van Christus, deze onze zoo innig oprechte toewijding vaderlijk te aanvaarden. Een te gering blijk van onze liefde, o Heilige Vader, mag de ijver zijn, ook door de otidergeteekende Redactiën aangewend voor het nederig feestgeschenk, de vrijwillige bijdragen in goud, die zullen mogen worden overgelegd bij Uwer Heiligheids Internuntius in ons Vaderland. Zelfs de geringheid dezer kin derlijke gaven, te midden van een guren langen winter afgezonderd, moge genade vinden bij den Opvolger van Petrus en Pius. Moge zoo ook verhooriug vinden bij God het gebed dat wij onophoudelijk ten hemel richten voor onzen Heiligen Vader Leo XIII, dien wij gedurende eene lange reeks van gelukkige jaren, hersteld in alle zijne rechten, hopen te zien regeeren tot luister eu verspreiding van Gods waarheid en Gods vrede ouder alle volkeren en in alle landen der wereld, doch inzonderheid in ons dierbaar vaderland. Uwe Heiligheid gevvaardige zich deze betuiging onzer harten, die zal worden aangeboden door oaze Afgevaardigden naar Rome, aan te nemen eti in die gevoelens door Uwer Heiligheids vaderlijken zegeu te versterken, Uwer Heiligheids nederige en offervaardige zonen. Wij beleven eiken dag in onzen tijd vreemde dingen. Somtijds wil het ons toe schijnen, alsof op menig gebied 't onge- hoordste mogelijk wordt en het vroeger ongeoorloofde voor iets prijzenswaardig gelden kan. Er bestaat niet alleen ontaarding van beginselen en zeden, maar ook een allerbe- denkelijkste verwarring van denkbeelden. De grens tnsschen goed en kwaad is voor 't bewustzijn van velen uitgewischt en 't begrip van recht en onrecht wordt zóó uit- eenloopend opgevat, dat alle objectiviteit hij 't bepalen van hetgeen recht en onrecht moet heeten, bij de groote meerderheid verdween. Nemen wij dat noodlottig verschijnsel waar op onderscheiden terrein, niet 't minst gedeelte dan wel in een ander het middagmaal gebruiken? vroeg Joseph. En wat gaat het deze menschen aan, of wij er zijn of niet? hernam Charles. Zij zijn vóór mijnheer gekomen, gaf de waardin ten antwoord. Alzoo zijn het de eerstkomenden, die in uwe herberg de wetten voorschrijven? riep Charles. Ten andere kennen wij deze menschen. En gij stelt meer belang in hen dan in ons Mijnheer moet begrijpen, dat, wanneer het klanten betreft.... Dus de andere reizigers moeten zich naar hunne grillen voegen? Men zal u elders dienen. Met de rest uwer gunstelingen, niet waar? De waardin scheen geraakt te zijn Indien mijnheer, zeide zij, beducht is voor een slecht middagmaal in Le Cheval blanc, dan moet hij weten, dat er nog andere herbergen te Nevers zijn. Dit is juist hetgeen waar ik aau dacht, sprak Charles haastig naar zijn hoed tastende. op dat van 't volkenrecht, zoo men nog in onze dagen van een recht, dat de verhou ding tusschen de Natiën onderling regelt, met grond kan spreken. De bekende spreuk van prins von Bis marck macht gaat boven recht, is de eigen lijke, de wezenlijke, de alleen geldende grondwet onzer eeuw met betrekking tot het internationaal recht. Hieruit volgt logisch, dat de kleine staten slechts dan nog worden geduld, als de groote Mogendheden het niet eens kunnen worden over de beantwoording der vraag: aan wie van ons zal dat of dat landje worden toebedeeld? Vau het oogenblik dat de groote machten het eens zouden gewor den zijn over een billijk alle en aller belan gen (die der groote Mogendheden namelijk) bevredigend verdeelings-plau, kwam het zelfstandig voortbestaan van alle kleine staten in onmiddellijk gevaar. Dit zeggen wij geenszins, om tot de con clusie te komen, dat de kleine Rijken dan ook maar van alle verdediging moeten af zien, wijl ze toch tot niets zal kunnen lei den integendeel, wij achten het zich verzet ten, met wanhopigen moed en tot het uiterste toe, tegen overmacht en geweld, een der heiligste en dierbaarste plichten, welke Iran rusten op een volk dat eerbied heeft voor zich-zelf en voor recht en gerechtigheid. De geweldenaars mogen de grenzen van een klein land, om het in te lijven, niet overschrijden dan over de lijken van al zijn weerbare zonen. Als wij op de gevaren van het moderne volkenrecht wezen, dan deden wij zulks om te doen beseffen hoe diep het zedelijkheids-besef, ook in het volkenrecht is gedaald. Een nieuw' bewijs beleefden wij daarvan dezer dagen in de prachtige overeenkomst, welke tusschen Oostenrijk eu Daitschland werd gesloten. Die beide Machten hebben niets meer of minder gecontracteerd dan dat een recht, 't welk in 1866, aan een gedeelte der be volking van Noord-Sleeswijk was toegekend, eu dat bestond iu de bevoegdheid om zich in vrijheid te verklaren over de quaestie, of het Pruisisch zou willen blijven dan wel weder Deeusch worden, als niet verleend zal worden beschouwd. Artikel vijf vau den vrede van Praag, waarin dat recht was geformuleerd, is bui ten alle effect gesteld. En eeu eeuw, welke dergelijke feiten te aanschouwen geeft, ziet met voorname min achting neder op vroeger eeuwen van En zonder naar Joseph te luisteren, die hem wilde terughoud"-!), ontsnapte hij en verdween. Muizen wist bij ondervinding-, dat de beste manier was, zijn neef vrijelijk zijne nukken te laten uitvieren, en dat, hij dergelijke gelegenheid, elke poging om hem tot rede te brengen, slechts zou dienen, om zijne twistzucht meer aan te hitsen. Ilij besloot dus, hem te laten begaan en elden zijn fortuin te laten zoeken, zichzelven echter onverwijld in lu t andere gedeelte der zaal te doen opdisschen. Doch op het oogenblik, dat hij er zich wilde lieenbegeven, traden de drie verwachte gasten (1e zaal binnen. Het was eene bejaarde dame met hare jeugdige nicht, eu een heer van ongeveer vijftig jaar, die haar tot beschermer scheen te strekken. De waardin, die verhalen wilde wat er zoo even was gebeurd, hield op het zien van Joseph plotseling op. Deze groette, wilde zich verwijderen doch de leidsman der dames hield hem terug en zeide, met zijne hem eigen goedhartigheid: Het geschil, mijnheer, dat er heeft plaats gehad, doet mij ten hoogste leed. Door ons ver- ruwheid en onkunde!" Met belangstelling werd door allen, die den gang der politieke gebeurtenissen volgen de wijze verbeid, waarop door Kei zer Wilhelm, in de rede, met welke hij den Duitscheu Rijksdag zou openen van bedoeld tractaat zou worden melding gemaakt. o Hoe liet zich nu Duitschlands monarch over dat verdrag uit? De aanleiding tot het aanknoopen van onderhandelingen met Oostenrijk, welke eindigden met het sluiten van de October- overeeukomst, was (zoo heet het in de Troon rede) de onzekerheid, waarin de bevolking der Noordelijke districten van Sleeswijk ver keerden omtrent het lot, dat huu wachtte Wèl mag men hier vragen kon men den Keizer cynischer woorden in den mond leggen? Terwijl artikel 5 van het Prager vredes- tractaat uitdrukkelijk bepaalt, dat de in woners vau Noord-Sleeswijk zullen worden geraadpleegdbij volksstemming, over huu verlangen Duitsch te blijven of Deensch te worden, komt men, 13jaren nadat dat recht aan de Noord-Sleeswijkers was toegekend te Berlij 11 vertellendat het bedoeld artikel 5 moest vervallenomdat de Noord-Slees wijkers niet wisten hoe of wat Wij stellen natuurlijk de meer dan 80jarige Keizer van Duitsehlaud niet aansprakelijk voor dergelijk een vooi-stelling van zaken. De Rijkskanselier, hij alléén, is de ver antwoordelijke man. Hij wist, toen hij de aangehaalde uitdrukking ter neder schreef dat hij de historie in het aangezicht sloeg. Er behoefde toch hoegenaamd geen onze kerheid te bestaan. Artikel 5 vau 't verdrag van Praag sprak zoo duidelijk als een boek; den dag na de uitwisseling van het trac taat had de volksstemming kunnen plaats hebben. Pruisen wilde niet; Pruisen ver langde Noord-Sleeswijk te behouden. Dit begrepen de Noord-Sleeswijkers uitstekend; daaromtrent bestond bij hen hoegenaamd geen onzekerheid. Een tweede argument, 't welk de Octo ber acte moet rechtvaardigenis de om standigheid dat de onderhandelingen met Denemarken over de uitvoering van artikel 5 niet slaagden. Die beweegreden is bijua nog onhoud- zoek, om alleen te eten, wilden wij zekere gasten vermijden, wier onderhoud en manieren deze dames hadden kunnen hinderen, doch ons doel was geenszins de reizigers uit Le Cheval blanc te ver jagen, zoo als uw vriend het heeft opgenomen, en ten bewijze hiervan is mijne bede, dat gij u met ons aan deze tafel nederzet. Joseph wilde zich verontschuldigen, door de verzekering, dat hij zich niet in 't minst beleedigd achtte door een voorzorgsmaatregel, dien hij zeer natuurlijk vond. Doch de heer Donju (dit was de naam, dien de beide dames haren geleider gaven) hield op zulken gullen en weiwillenden toon aan, dat Joseph meende te moeten toegeven. Inmiddels ging de oude dame, die weinig aan reizen gewoon scheen, een zucht slakende, met hare nicht tegenover den heer Donju zitten. Gij zijt, naar 't schijnt, vermoeid, Char lotte? vroeg Donju. Of ik moede ben, antwoordde de oude dame, een ganschen dag doorbrengen in een rijtuig, dat u schudt en schokt als een schommel. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1