NIEUWE Ne. 251. Zondag 23 Februari 1879. 4e Jaargang. Geschenk der Katholieken aan Z. H. LEO XIII. Een grondwettig bezwaar. De twee deviezen. Russische Piiilantropie. Dienstbodenplaag HMR11MHÏ O R (VI. ABONNEMENTSPRIJS Per S maanden voor Haarlemf 0,85 Bui tea Haarlem franco per post1. Afzonderlijke Nummers0.06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG «n ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Cents ACUTE MA HON AGITATE. Dienstaanbiedingen 95 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers IC P P E R S LAUREY. u Bedrag der vorige opgave S. W. IC. Uit liefde voor den Paus T. H. Vader zegen ons f 371,01 0,50 2,50 10,00 Totaal f 384,01 Twee nieuwe wetsontwerpen staan ons te wachten, namelijk de belasting op het kapitaal (effecten-belasting) en op de goe deren in de doode hand. Beide fiscale instel lingen zijn echter ongrondwettig. Wij willen dit, wat delaatste betreft, in 't kort bewijzen. Er zijn in ons land vele pasto- rien (vooral niet Katholieke) die geheel of gedeeltelijk bestaan uit pastoralia of pastorie goederen, die voor verreweg het grootste gedeelte bestaan uit lande rijen. Deze pastoriegoederen behooren ook tot de zoogenaamde goederen in de doóde band. Nu kan uit bet ontwerp, en ook uit de Memorie vau Toelichting, uiet stellig wor den opgemaakt, of bet de bedoeling des wetgevers zou zijn, die pastoralia van deze belasting vrij te stellen of niet. Wel wor den vrijgesteld pastoriën en kosterijen; maar worden hieronder ook de pastorie- en kos- izï^-goederen verstaan? Een zoo wijde strek king is o. i. aan de bewoordingen van bet ontwerp zeker niet toe te kennen. Vooralsnog is echter niet aan te nemen dat bet bezwaren ook van deze goederen met een belasting, wet zou kunnen worden, want art. 168 der Grondwet schrijft na drukkelijk voor: »De tractementen, pensi oenen en andere inkomsten van welken aard ookthans door de onderscheiden godsdienstige gezindheden of derzei ver leer aars genoten wordende, blijven aan dezelve gezindheden verzekerd." Dit artikel zal toch wel gehandhaafd blijven. Daarenboven, welk een onrecht zou door zulk een belasting velen worden aangedaan! Denk u eens een predikant, die uit zijn pastoralia eeu inkomen geniet van f 1000. De landerijen, welke hem dit inkomen ver schaffen, vertegenwoordigen, naar een zeer F E UI LL ET O N. Vervolg. Dit zeggende, vatte liij den grijpriem en was in twee sprongen op de impérialewaar toevallig nog ééne plaats open was. De reiziger, wien deze toebehoorde, wilde haar terugvorderen; doch Char les volhardde bij zijn besluit, en verklaarde, dat niemand eenig recht had, hem te doen afkomen, en dat, wanneer men er hem toe zou durven dwingen, hij geweld met geweld zou keeren. Te vergeefs trachtte Joseph eene schikking te be werken. Fortin, die door het mislukte maal nog wreveliger geworden was, bleef onverzettelijk bij zijn voornemen. Een elk zijn recht! riep hij uit, dit is mijn devies; het uwe is liefde, wees dus liefderijk als ge wilt; ik voor mij eisch alleen billijkheid. Ik heb deze plaats betaald, bijgevolg behoort zij mij en sta ik haar aan niemand af! De aldus onttroonde reiziger bracht op zijne matige berekening, stellig een waarde van f 25 000. Moet bij nu biervan f 0.40 van de f 100, dat is f 4 van de f 1000 jaar lijks betalen, dan bedraagt de belasting voor hem, honderd gulden. Hierdoor zou zijn inkomen van f 1000 dat Waarlijk niet te groot is, op f 900 gebracht worden. Van hem zou dus tien percent belasting geëisebt worden! En dit zon in ons dierbaar vaderland geschieden? Wij kunnen bet bijna niet gelooven. Maar onder een liberaal bestuur is veel mogelijk! Toch eisehen eerbied voor de grondwet zoowel als het motief der billijkheid, wij ziging van bet ontwerp vóórdat bet, op dit punt, gezegd kan worden, in de verste verte voor aanneming in de termen te kunnen vallen. Het land dat zijne legers zendt om bui ten zijne grenzen Christendom en bescha ving te verspreiden, is, als bet er op eigen beheer en verzorging aankomt, al zeer ou- cbistelijk en onbeschaafd. Ten bewijze daar van diene bet volgende: Men zal zich herinneren, dat er onlangs, met bet oog op de pest, ernstige klachten werden geboord over tien toestand bij de Kalmukken en er toen bij bet Gouverne ment op werd aangedrongen, wèl in 't oog te houden dat ook zij menschen zijn. Dit sloeg vooral op bet volslagen gemis van geneeskundige hulp bij die bevolking en de wijze waarop zij gewoon was met zie ken en lijkeu te werk te gaan. Als een nader bewijs vau dien toestand deelt eeu Russisch blad, de Riski Nis. van den lOdeu dezer, het volgende verbaal van eeu ver slaggever mede: »Tijdens mijn verblijf in Astrakan kwam liet mij eens in den zin een uitspanning te nemen door een der Wolga-eilanden te bezoeken. Zoo gezegd, zoo gedaan. Met mijn hospes stapte ik in eene boot en na vexdoop van eeuigen tijd hadden wij het eiland bereikt. Nauwelijks echter waren wij aan wal, of er kwam ons een stank te gemoet, zoo erg dat wij aanvankelijk versteld stonden/Waar kon die vandaan beurt daartegen in, dat hij die plaats het eerst bezeten had. Doch Charles, die voor advokaat had gestudeerd, kwam met termen uit de wet boeken voor den dag. Op deze wijze hield het eenigen tijd aan, gedurende welken men elkaar grofheden, ja ten laatste scheldwoorden en be dreigingen naar het hoofd wierp. Mevrouw Char lotte, die, in den coupé gezeten, al dat rumoer kon hooren, deed niets dan zuchten en krijten van angst en schrik. Zij ving hare atkeurings- rede weder aan over het reizen in 't algemeen, en over de openbare voertuigen in 't bijzonder. Eindelijk stelde Joseph, die wel inzag, dat de twist al hooger en hooger liep, den bureaulist voor, nog een wagen te doen inspannen, waar in hij met den afgewezen reiziger zou plaats ne men. Het voorstel werd nu door de belangheb bende partijen aangenomen en de diligence ver trok. Men was in de maand November, zoodat de lucht, op het oogenblik van het vertrek reeds koud en vochtig, bij het vallen van den avond nog killer werd. Charles, die aan de zon van zijn komen?.Wij bielden den neus diebt en stapten echter voort, terwijl weldra de vliegen ons bij myriaden om bet hoofd snorden. En wat zagen wij nu? Een meu- schengeraamte. Een eind verder weder een nog een derde tot weldra een tiende, som mige nog niet geheel ontvleescbt en met eene menigte vogels er op. Waar ik ook rondkeek, overal zag ik metisclienscliedels, beenderen, dichte boopen van allerlei vo gels. In zulk een verpeste atmosfeer te blijven, en dat wel bij eene brandende hitte, was ten eenenmale onmogelijk. Wij gingen dan ook maar weder ten spoedig ste naar de boot. Op de terugvaart vroeg ik mijn geleider boe die lijken daar toch kwamen. Ja," was bet antwoord, Dij de Kalmukken is liet geen gebruik zieken te verplegen of te genezen. Zij sturen ze een voudig naar eeu eiland en laten ze dan aan bun lot over. Of eeu zieke sterft of geneest, daar vragen ze niet naar; zij we ten althans dat hij geen gezond mensch zal kunnen besmetten." Gebruiken zij' dan geen geneesmiddelen?Nooit; wie er ook ziek wordt, vader, moeder, vrouw, of wie ook, bet is maar altoos!voort, met een bootje naar een onbewoond eiland. »Maar als daar nu een zieke hersteld? Dan sterft hij van honger.»En wat zegt de openbare autoriteit daarvan? »Die hebben we bier niet. De eenige man vau de wet hier is een kozakken-beambte en die houdt zich maar aan ééne wet: den knoet. Wanneer eenKalmuk iets verkeerds doet, geeft die beambte zelf hem maar een tien of twintig knoetslagen op den blooten rug en daarmee is aan de wet voldaan, 's Zomers is dat nog al een gemakkelijke manier van straffen; want, zoo als gij zult liebben gezien, dan loopen de Kalmukken toch zoo wat half naakt.»Maar doen de hoogere ambtenaren dan niets?- »Wel, die komen hier nooit, en als er toevallig eens een naar dezen kant ver dwaald raakt, dan zal bij het toch niet in de gedachte krijgen om op de onbewoonde eilanden te gaan kijken. Dergelijke dingen gebeuren in de eeuw der intelligentie en der beschaving onuer de regeering van een potentaat die Chris tendom en beschaving door zijne soldenie- Provence gewoon was, mogt vrij zijn paletöt tot aan de kin dichtknoopen, toch rilde hij onder den nacht-nevel als een blad. Reeds was zijn gezicht blauw van koude en klapperden zijne tanden, toen een fijne regen, door den wind voortgezweept, door zijne kleederen begon heen te dringen. Zijn buurman, die in een groven man tel gewikkeld was, had hem met een klein gedeelte van zijn ldeedingstuk tegen het gure weder kun nen beschutten, doch het was een dikke koopman, even bezorgd voor zijn. eigen welzijn als onver schillig voor dat van anderen. Toen Charles had geweigerd, de plaats terug te geven, waarvan hij zich had meester gemaakt, had de dikke man zijne handelwijze goedgekeurd, verklarende, dat een ieder voor ziehzelven reisde; een grondregel, dien Fortin alstoen volkomen redelijk vond, en waarvan hij de gevoelige toepassing nu moest ondergaan. Toen zij halverwege gekomen waren, stak tot overmaat van ramp, de zwaarlijvige heer zijn hoofd buiten zijn hulsel, zag zijn buurman aan en zeide; Gij ziet er uit alsof gij het koud hebt mijnheer? ren wil doen verspreiden. Waarlijk 't zijn bedroevende gebeur tenissen. Wee eebter den schuldige! Onze goede huismoeders hebben het te genwoordig al bijster bard te verantwoor den ten opzichte van liet huiselijk dienst personeel. De algemeene geest van verzet, de meer eu meer toenemende luxe onder dien stand der maatschappij, zijn oorzaken van groot verdriet van haar die den scep ter zwaait inde huishoudelijke aangelegen heden. Een enkele troostgrond zonden we hier kunnen aanhalen door te vermelden dat bet in den goeden ouden tijd ten opzichte der dienstboden niet veel beter gesteld was dan nu. Enkele aanhalingen uit stedelijke keuren van die dagen toonen aan, dat destijds de dienstbare stand zich kenmerkte door dezelfde gebreken als waarover wij ons thans beklagen. Zoo luidde b. v. de aanhef van een in 1682 door de stedeljke Amsterdamsche Regeering uitgevaardigde keur in hoofdzaak als volgt: Vermits se- deit eeuigen tjd onder de dienstboden zoodanige uiterljke hoovaardj in bet dra gen van kleederen, kanten, krullen, lok ken, strikken enz. is ingevoerd, dat er geen of weinig onderscheid tusschen de kleeding van bare vrouwen en baar gezien kan worden; en dewjl dit strijdende is tegen de betameljkheid en de goede zedeu; buiten en behalve dat de dienstboden, die zulks uit baar loon niet kunnen bijbren gen en echter met anderen willen geljk- staan, daardoor tot ontrouw, dieverij, enz. vervallen; zoo ordonneeren wj enz. enz. Vergeten wij niet dat wij in een geheel anderen tjd leven eu dat de dienstboden ook veranderd zijn in dezelfde mate als de gelieele maatschapp j veranderd is. Het ver gemakkelijkt verkeer en de goedkoopere gelegenheid tot adverteeren bieden niet al leen onsmaar ook aan onze onderhoori- geu voordeelen aan. Onbilljk zoude bet zjn haar die te misgunnenterwijl wij zeiven ze volop genieten. Maar plicht is bet, de bakens te verzetten als bet tj verloopt. Met de beginselen der voorgaande eeuwen strookte liet, dat de stedelijke Regeeringen de besteedster straften, die een meid aan- Ik beu door en door natantwoordde Char les, die nauwelijks spreken kou. De dikke reiziger wentelde zich in zijn zwaren mantel nog dieper in, als om des te beter zijn heil te smaken, en voegde er zeer wijsgeerig bij: Het is hoogst ongezond, in dit saisoen, tot op het hemd nat te zijn; zorg op een ander tijd voor een mantel als de mijne, die is warm en niet duur. Dezen raad gegeven hebbende, verborg onze dikke heer zijn hoofd weêr in zijn kraag en sluimerde, onder het schommelen van 't rijtuig, zachtjes in. Toen de diligence te St. Amand aankwam, was het reeds diep in den nacht. Charles, geheel verkleumd van koude, steeg nu langzaam'van de impériale af eu ging, zoo snel zijn stramme lede maten het hem toelieten, recht op de keuken af, waar hij een groot vuur zag vlammen. Doch binnentredende, bemerkte hij een aantal reizigers, die een kring om den haard geschaard zaten, waaronder zich bevonden Muizen en de reiziger, wiens plaats door Fortin was ingenomen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1