NIEUWE
Ne. 263,
Zondag 6 April 1876.
4e Jaargang.
HOSANNA,
BUITENLAND,
Frankrijk.
België.
Engeland.
HAARlMStHl! (MRAAT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt:
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
JlPMMSTlIËÏttHtAj
AG-ITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
De straten waren met immer groenenden
palm bestrooid en met feesttapijten over-
spreid, toen de Stichter des Christendoms,
onder den welkomstgroet van het juichende
volkHosanna den zoon van Davidgezegend
zij Hijdie komt in den naam des Heeren,
zijn triumftocht in 't jubelend Jeruzalem
deed. Daar was geen eind aan de juichtonen
en zegekreten en dankliederen, waarmede
die Weldoener der menschheid, die kort te
voren nog Lazarus van den dood verwekt
had, overladen werd.
Doch, op Palmzondag volgde Goede Vrij-
vrijdag!
Nauwelijks waren de vreugdezangen en
jubeltonen boven Davids stad verklonken, of
wederom werd de Heiland in optocht Jeru
zalem binnengeleid. Echter op eene gansch
verschillende wijze.
Eerst bij helder daglicht, thans in den ake-
ligen nacht. Eerst in de schitterende stralen
der gulden zonne, thans bij het schemerend
licht der bleeke maan en onder den blake
renden gloed van walmende fakkels. Eerst
onder de zegeningen des dankbaren volks,
thans onder vervloeking eener opgewonden
menigte. Eerst bij de streelende klanken van
heilgroeten en jubelzangen thans onder
het dreigend gekletter van moordende zwaar
den. Eerst als een weldoener, thans als een
hooswicht. Eerst als een triomfator, thans
als een veroordeelde. Eerst onder den zege
kreet HosannaJilio Davidthans onder het
moordgehuil: Tolle, tollecrucijige eum!
Ondank is des werelds loon. En gelijk
het geweest is ten tijde van Christus, zoo
was het gedurende den loop der eeuwen,
zoo is heden en zóó zal het morgen wezen
Slaat een blik om u henen of doorbladert
de geschiedenis, overal vindt gij de waarheid
bevestigd van het gezegde:
Niets is op deez' aard bestendig,
Dan de onbestendigheid.
Gisteren gevierd en geëerd, heden verguisd
en bespot!
Ziet eene Maria Stuart, die .gemartelde
majesteit Hoe ras werd de glans van haar
koningskroon verduisterd in het donkere
FEUILLETON.
DE VERZOEKING.
Vervolg.
Op eene der oostwaarts gelegen villa's die een
vrij uitzicht op het drukke plein geven, wierp
de voormiddagszon van een helderen Juni-dag
hare stralen. De bewoners echter hadden er zich
voor beschut, een breede marquise gaf schaduw
op het balcon,waarop een heer en eene dame gezeten
waren. Vol belangstelling liet de dame, die een zeer
jeugdig uiterlijk had, hare blikken gaan op het
schoone tafereel dat zich voor hare oogen vertoonde.
De uitdrukking harer donkere oogen was niet
droomerig maar er lag eene zekere zachtheid in
toén zij opstond en haar gelaat wendde tot den
aan hare zijde zittenden heer.
„Hoe weinig beantwoordt het beeld, dat ik mij
sinds mijne kindschheid van Europa heb gemaakt,
aan de werkelijkheid,,, spak zij,,/ in mijn geboorte
land denkt men dat het Duitsche volk sentimentee
hol van den kerker en hoe spoedig het
hermelijn van haar vlekloozen mantel ge
purperd in haar eigen bloed onder de bijl
van den beul, door een snoode daad van
haar eigen nicht Elizabeth!
Ziet eene Marie Antoinette, een Louis
XVI! Spoedig was het Hosanna voor dat
edele koningspaar verklonken, en reeds
in de verte hoorde men tolle, tolledoor een
muitzieken volkshoop murmelen. Onder aan
hitsing van eenige bloeddorstige tirannen
werd straks die kreet onder de vensters van
zijn paleis aangeheven, om hem te vervolgen
op zijn somberen tocht naar den kerker en
eerst te verstommen als een zwarte nacht
zijn sluier zal geworpen hebben over den
koningsmoord
Pius, de onsterfelijke Pius IX, eens onder
de bescherming van den oudsten zoon der
Kerkt, in triumf van Gaeta naar Rome
gevoerd, moest de bitterheid ondervinden,
door zijn .beschermer* prijsgegeven, dcor
zijn eigen Italiaausche zonen van kroon en
troon beroofd te worden en het Hosanna
van weleer te zien veranderen in het Tolle
tolle
De knecht is niet meer dan zijn Meester.
Een andere dienaar des Heeren, een Prins
der Kerk, eens door Frankrijks hoofdstad
toegejuicht, gezegend en gevierd, om zijn
weldaden, moest de hel zien openscheuren
om het monster der Commune te baren
Men weet de rest....
Thans wordt in de Notre Dame te Parijs
een purperen met bloed bevlekt en door-
kogeld kleed getoond. De schatbewaarder
zegt daarbij met roerende stem tot den be
wogen toeschouwer: .Dit is de toga van
Monseigneur Darboy.t
Duitschlands legerscharen keerden zege
vierend uit Frankrijk terug. Priesters, Kloos
terlingen en Liefdezusters werden met het
Hosanna toegejuicht bij hun terugkeer in
het vaderland, en menige borst dier gees
telijke helden en heldinnen versierde een
koninklijk teekeu, het IJzeren Kruisals
welverdiende hulde voor hunne opofferingen
en heldenmoed, tijdens den oorlog op het
slagveld en in het lazareth. Nauwelijks zijn
de zegekreten verruischt en de milliarden-
buit verteerd, of het Hosanna verandert ook
voor hen in Tolle, tolle, weg met henThans
en droomerig is en waarlijk hetdrukke verkeer dat
men hier aanschouwt doet niet onder voor de bedrij
vigheid der Amerikaansche handelssteden.
„Wellicht, omdat ge Duitschland nog te weinig
kent,„ antwoordde de heer, „het onderscheid is
intusschen groot voor hem die uit een stille
gemeente van Duitschland komt in dit grenzen-
looze, slechts op winstbejag bedachte bedrijf.
Och ik gevoel mij hier niet in die aangename
omgeving die mijn geboorteland zoo eigen is, gij
zelf zult „Spreek niet zoo err.3tig mijn waar
de," viel de jonge vrouw hem in de rede,„ ver
wek niet op nieuw droevige herinneringen, die
u zoo dikwijls overvallen, zoo lang wij hier zijn.
Ik doe mij zelf dikwerf de vraag of ik waardig
genoeg ben de plaats te vervullen van de u zoo
dierbare overledene en of ge in mij zult wedervinden,
wat ge in haar verloren hebt."
„Elisabeth,,, antwoordde hij met innigheid,
„ik heb nimmer kunnen vermoeden dat ik zulk
een kostbaren schat als gij zijt, zou bezitten. Gij
waart wel steeds vriendelijk en goed jegens mij,
den armen, vreemden klerk die, het vertrouwen
zwerven ze als ballingen in den vreemde.
Lieb' Yaterland kannst ruhig sein;
Sie sind ja fort vom Deutschen Rhein!
Zoo verruischt ook heden nog het Ho
sanna in het Tolle, Tolle!
Dezer dagen heeft zich opnieuw het feit voor
gedaan het derde geval in de laatste drie
maanden dat een man uit jaloezie zijn vrouw
vermoordde en daarna de hand aan zichzelf sloeg.
Van twee andere moorden, in den laatsten tijd
gepleegd, zijn de daders nog niet ontdekt, hoewel
die gevallen plaats hadden in het hart van Parijs.
Een algemeen Katholiek comité heeft zich, onder
voorzitterschap van den heer Chesnelong te Parijs
gevormd, om ten gunste van het behoud van de
wet op het hooger onderwijs van 1875 een peti
tionnement op het getouw te zetten.
Generaal Gresley, de Minister van Oorlog, heeft
een belangrijken maatregel genomen ten opzichte
van hen, die nu geamnestieerd zijn, maar vroeger,
om aan vervolgingen ter zake van de Commune
te ontkomen, naar het buitenland uitgeweken
waren en niet voldeden aan de oproepingen voor
de militie.
Bij gelegenheid, dat de Koningin van Engeland een
samenkomst hseft gehad met den president der Fransche
Republiek, den heer Grévy, herinnert een Engelsch blad
aan eene onwillekeurige beleediging, door de Koningin
een vorig hoofd van die Republiek aangedaan. Eenige
jaren geleden moest H. M. op een tocht naar Baden, Ver
sailles voorbijgaan, waar de Koninklijke trein des mor
gens te 3»/a ure tien minuten moest ophouden. De heer
Thiers deed de Koningin weten, dat hij die gelegenheid
wilde aangrijpen, om H. M. te begroeten. De Koningin
liet den president antwoorden, dat zij zoo vroeg in den
ochtendstond en bij zulk een koude temperatuur den heer
Thiers niet wilde derangeeren.
Een hulp-beambte van den succursaal der
Eransche Bank te Perpignan is verdwenen, mede
nemende 41 000 frs., van de 56 000 die de ont
vangst van den dag uitmaakten.
Zondag-nacht om een uur trad een liniesoldaat
met eene vrouw een wijnhuis in de rue du Fau
bourg saint Honoré binnen, op het oogenblik dat
de eigenaar, de heer Bargue ging sluiten. Toch
werden zij geholpen, maar toen zij het huis wil
den verlaten trad een man hen te gemoet. De
vrouw slaakt een kreet en zet het op een loopen.
Daarop trok de soldaat zijn sabel, waarmede hij
den nieuw aangekomene zulk een slag op het
hoofd toebracht, dat deze ter aarde stortte. De
moordenaar trachtte met den sabel zwaaiende te
ontvluchten doch het gelukte, hem te ontwapenen
won van uw vader en daarvoor zulk eene hoogst
eervolle betrekking in zijne zaken ontving, en
toch ik had nooit durven wagen uwe hand te
vragen, de hand zijner eenige dochter! Ik zou
gemeend hebben misbruik te maken van zijn edel
vertrouwen en zijner goedheid onwaardig te zijn.
Toen echter na zijn langdurige ziekte zijn ster
vensuur naderde, toen hij mij riep en u aan mijne
zorgen aanbeval, toen beloofde ik plechtig uw
getrouwe beschermer te zijn en met mijn leven
over uw geluk te waken. Hij lag, stervende,
onze handen in elkaar en wij erkenden dat we
beminden, gij met kinderlijk vertrouwen den
laatsten wil uws vaders vereerende en ik, door
dien de liefde op nieuw in mijn hart ontwaakte.
Gij weet zeer goed dat ik nu nog oogenblikken
heb die mij tranen kosten wanneer ik denk
dat mijne vrouw in lijden en armoede gestorven
is, met een hartroerend verlangen naar mijdie
gelukkiger werd naar mate hare ellende toenam."
„Hoe wispelturig is de fortuin", hernam de
jonge vrouw, „als ik denk aan ons geluk, aan
onzen rijkdom, aan onze bezittingen en als ik
en aan de politie over te leveren.
Tot nu toe heeft de soldaat geweigerd eenige
verklaring te geven, de gewonde verkeert in een
wanhopigen toestand en de vrouw is niet terug
gevonden.
Onder de kinderen die Zondag te St,-
Joost-ten-Noode hunne eerste H. Communie ge
daan hebben, heeft men vooral een meisje, Maria
Goossens genaamd, opgemerkt, die gedecoreerd
was met twee medailles voor daden van moed en
zelfopofering. Maria Goossens heeft verleden jaar
nog een medaille ontvangen, omdat zij een kind van
twee jaren had gered, dat in den vijver van St.-
Joost-ten-Noode gevallen was.
In den Gemeenteraad van Brussel is door B.
en W. het plan ingediend om eene leening van
60 millioen te sluiten. B. W. wilden dit voorstel
maar dadelijk aangenomen hebben, doch de Ge
meenteraad vergat ditmaal zijne gewone serviliteit
en besloot eerst Donderdag a. s. een besluit te
nemen, De Brusselsche pacha, over dit besluit
verbolgen, heeft nu volgens de Indépendance be
sloten met zijne weihouders ontslag te vragen.
Twee vrienden hadden aan het station van Kortrijk den
laatsten trein naar Solesmes misgeloopen. Met loome schre
den keerden zij terug, overleggende hoe zij het best den tijd
zoudendooden. Daar zagen zij een cabriolet staan, waarvan het
paard was vastgebonden aan een ring van de deur der
Notre-Dame. Die gelegenheid was al te schoonzonder
complimenten maakten zij zich meester van het gespan,
namen plaats in het rijtuig en sloegen den weg in naar
Solesmes. Daar het donker was, bemerkten zij niet, dat
het hek over den spoorweg gesloten was, zoodat het paard
in zijn vrij snellen draf het hek verbrijzelde. De cabriolet
sloeg om en werd geheel vernield. Wat de beide dieven
betreft, de een brak den rechterschouder, terwijl van den
ander het kaakbeen verbrijzeld werd. Alles in den steek
latende, begaven zij zich naar het naburige Eseandeuvie
om er heelkundige hulp in te roepen. Daar brachten zij
verder den nacht door en werden er den volgenden morgen
gearresteerd.
't Kint de Roodenbeeke zal zijn straf in eenzaamheid
ondergaan. De wet van 4 Maart 1870 kent voor een
zame opsluiting eene reductie van den straftijd toe van
3 maanden voor het le jaar, 4 maanden voor de 2e, 3e,
4e en 5e jaren, 5 maanden voor de 6e, 7e, 8een0ejarsn
6 maanden voor de 10e, 11e en 12e jaren, 7 maanden
voor de 13e en 14e jaren en 8 maanden voor het 15e jaar
Volgens die wet zal dus 't Kint zijne 15 jaren tuchthuis
geboet hebben door 101 maanden of 8 jaar en 5 maan
den cellulair. Hiervan worden 3 jaar zijner preventieve
gevangenschap, welke hij ook in een cel doorbracht, (afge
trokken, zoodat hij nog 5 jaar en 5 maanden cellulair
zitten moet. In Juli 1884 zal dus zijn straftijd afgeloo-
pen zijn.
Te Huil bestaat een maatschappij, welke water
in de huizen als beweegkracht beschikbaar stelt.
In de straten ligt een leiding van 2 kilometer
dan die arme ongelukkige vrouw aanzie, die met
dien lieven blonden knaap aan de hand zoo ellen
dig en droefgeestig op gindsche steenen trap ge
zeten is, dan...,"
Een kreet van ontzetting belette haar verder
te spreken; omziende ontdekte zij hoe het gelaat
van haren echtvriend plotseling doodsbleek werd
hoe zijne oogen gevestigd waren op de door
haar aangewezen vrouw en hoe hij eensklaps de
kamer verliet. Eenige oogenblikken later zag zij
hoe hij de vrouw en het kind naderde, hoe de
vrouw die afgemat en ziek was in zwijm viel,
hoe hij de bewustelooze en haar kind in een juist
passeerend rijtuig hielp, zelf instapte en hoe de
wagen met snellen draf weg reed. Elisabeth
stond als verplet.
VI.
De ontknooping.
In een aangenaam en vriendelijk vertrek van
een hotel lag Maria op nieuw op 't ziekbed,
doodelijk afgemat, maar de blauwe oogen glin
sterend van bovenaardsche zaligheid.
Werdt vervolgd.)