NIEUWE
No. 303.
Zondag 24 Augustus 1879.
4e Jaargang.
J. J. BEIJNES.
Onze indruk.
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG enZATERDAG.
B U R E A IJSt. Jansstraat Haarlem.
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUEET.
Bij de herstemning, op
DONDERDAG den 28sten
Augustus a. s. tot het kiezen van
een LID VOOR DEN GEMEENTE
RAAD wordt dringend aanbevolen
de Heer
Na weken van spanning is eindelijk, op
politiek gebied, in ons vaderland weder de
rust wedergekeerd.
Onder hevige smarten trad toch een nieuw
Bewind, door baron van Lijnden van San-
denburg gevormd en door het Koninklijk
welgevallen bekrachtigd, in 't leven.
De crisis heeft lang, zeer lang geduurd.
Dat was geen wonder, want de radicale
partij had een toestand doen geboren, jam
merlijk genoeg om menigeen te doen aar
zelen de nalatenschap van 't radicaal Ka
binet te aanvaarden.
Zóó verward en wanhopig is de positie
des lands, dat de radicale richting zelve,
in de gelegenheid gesteld, met andere titu
larissen de regeertaak voorttezetten, na
eenige dwaze inconstitutioneele pogingen,
van het bereiken van dat doel moest af
zien.
Aan het nieuw opgetreden Ministerie
voegt dus in de eerste plaats een woord
van lof voor den zedelijken moed, in het
feit van 't in handen nemen van het roer
van staat, zoo schitterend getoond.
Door Nederland te verlossen van 't Ka
binet Kappeyne hebben de acht mannen,
die thans zitting nemen aan de groene
tafel, een onschatbaren dienst aan de Natie
bewezen.
Uit dat oogpunt beschouwd, kunnen wij
aan het nieuwe Bewind een hartelijk wel
kom niet onthouden.
Toch is het geen onverdeelde blijdschap,
welke ons bezielt. Wij verheugen ons met
beving.
De samenstelling van het Kabinet is
immers van dien aard, dat zij geen volko
men zekerheid oplevert voor de volle be
vrediging van die eisehen, welke ook wij,
in 't belang eener ongeschonden handhaving
der rechten en vrijheden, waarvoor wij op-
FEU1LLET ON.
De Vrouw des Spelers.
II.
Vervolq.
„Maar gij hebt niets verteld? Oom Gods
wil vertel het nooit, Zuster. Belooft gij het mij."
„Ik beloof het u. Ik begrijp het reeds, en ik
zal u helpen uw geheim te bewaren."
Zij kon niet spreken, maar een zoete glimlach
verhelderde haar bleek gelaat. Na eenigen tijd
sprak zij op nieuw:
„Zuster Magdalena (want ik had haar mijn
naam gezegd,)" er is iets met mijn hand gebeurd.
Ik kan haar nauwelijks bewegen."
Ik zag er na, hel was de linker hand. Op den
derden vinger was een donkere, leelijke plek,
alsof iemand haar met geweld geknepen en
verdraaid had. Haar trouwring was er niet.
„Hebt gij uw ring verloren?" vroeg ik.
komen, meenen te moeten stellen tegenover
elk Bewind.
Meer in 't bizonder hebben wij hier het
oog op het vrije onderwijs.
Wél staat de heer Six, de nieuwe Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, bekend als
een aanhanger der rechtzinnige hervormde
beginselen; wél verhaalt men, dat hij in zijn
vroegere woonplaats 's Gravenhage, het
bizonder onderwijs met voorliefde steunde;
doch het is zeer de vraag, of hij als Be
windsman die sympathie in daden zal beli
chamen. De heer Six is, wat zijn algemeene
staatkundige beginselen aangaat een liberaal
man, hoewel wij gaarne aannemen dat
hij tot de rechterzijde der radicale partij
behoort.
't Is waar, van den nieuwen Minister
van Buitenlandsche Zaken, den formateur
van 't nieuwe Kabinet, baron van Lynden
van Sandenburg, weet men ook, dat hij het
vrije onderwijs een goed hart toedroeg, al
deed hij niet meê aan 't petitionnement
der rechtzinnigen; doch uit het feit, dat
hij liberalen als de hoogleeraren Vissering
en Modderman naast zich nam, schijnt te
moeten worden afgeleid, dat hij vooral ge
komen is als middel tot het weren van
nog grooter kwaad dan reeds door 't radi
calisme werd gesticht, niet tot het geheel
in toepassing brengen van zijn persoonlijke
beginselen.
Wij hebben gekregen een Kabinet van
Lynden mét van Lynden, maar niet met
den van Lynden van vroeger.
De gevormde combinatie is een proefne
ming op een in ons land nieuw terrein.
Een fusie-Kabinet is het; doch fusie leidt
zoo licht tot confusie', elders eindigden
zulke Ministerien dikwerf met groote ruzie.
Gaarne hopen wij echter beter dingen
van de ministerieele schepping van Lynden.
Het is een hooggeleerd product; moge
het steeds, ook door ons, hooggeeërd kun
nen worden
Onmiskenbaar draagt het een wetenschap
pelijk karakter. Middelmatigheden worden
er in gemist. De heer van Lynden weet
beter te zoeken en te vinden dan de heer
Kappeyne en vroegere radicale Kabinets
formateurs.
Maar bekwaamheid zegt veel ontzettend
„Mijn ring!" zeide zij haastig, „neen?" Daarop
volgde een droevige zucht, en een blik van smart
en bittere herinnering. Och ja, hernam zij, „ik
herinner het mij, hij is weg!" Zij verborg schie
lijk haar hand en sprak niet meer.
Kort daarop kwam de priester en ik liet haar
met hem alleen. Ik ging naar boven; de kamers
waren koud en duister, en geheel ledig, er was
zelfs geen stoel of zitplaats te zien; het was een
volmaakte afbeelding van verlatenheid.
Toen zij haar biecht geëindigd had, riep de
priester, Vader Thomas, mij beneden. Hij sprak,
„zij schijnt inderdaad zeer zwak en ziek te
zijn, Zuster. Ik geloof dat ik goed zou doen haai
de laatste II. Sacramenten toe te dienen."
„Wenscht zij zulks?"
Ja, zij is klaar voor den Hemel. Het kruis en
de bitterste kelk, dien een vrouw kan drinken,
zijn haar deel geweest. Ik ken haar sedert eenige
jaren, en heb haar als een mijner heiligste kin
deren beschouwd."
„Weet gij iets van hare geschiedenis, Vader
Thomas?"
veel, bovenal voor een Bewind; docli niet
alles.
Talent te bezitten is uitstekendhet moet
evenwelzal het een zegen zijn, ook goed,
ten goede, worden besteed.
't Goede nuop staatkundig gebied
noemen wij allereerst de beoefening dei-
leer recht voor allen.
En we vreezenterugkeerende tot de
onderwijs-quaestie, dat de heeren van Lyn
den en Sixhet al spoedig te kwaad kun
nen krijgen met hun twee professorale
collega's.
De invoering der onderwijswet-Kappeyne
zouden wij een ramp voor Nederland ach
ten de schier uitgeputte geldmiddelen zou
den er geheel door worden verwoest.
Ouze eisch luidt dusgeen invoering dei-
wet nopens het lager onderwijste kwader
uur in het Staatsbladals een partijwet
verschenen.
De Koning weigerde het besluit tot in
voering dier wet, door Kappeyne hem voor
gelegd, te teekenen.
Z. M. toonde daarin de handhaver van
de gezonde beginselen, ook op fiuanciëel
gebied te zijn. Hij bleef getrouw aan het
fiere: »Ik zal handhaven.®
Er bestaat dus voor het Kabiuet alle
reden om de invoering der lager onder
wijswet, enkel reeds wegens de financiëele
bezwarente weigeren.
Wij zouden onmiddellijk onze voorwaar
delijke ingenomenheid met het nieuwe Mi
nisterie verliezenals het aan den eersten
eisch, die onze richting het stellen mag en
moet, geen gevolg gaf.
Dat het wetsvoorstel betrekkelijk een
kapitaals-belasting zal worden ingetrok
ken, spreekt wel van zelf, en dat wij de
invoering van den persoonlijken of alge-
meenen dienstplicht niet te duchten hebben,
komt ons evenmin twijfelachtig voor.
Werden die zeer bescheiden verwachtin
gen vervulddan zouden wij voorloopig
reeds stof hebben tot rechtmatige tevre
denheid over het verdwijnen van 't Mini-
sterie-Kappeyne en het niet ten tooneele
treden der combinatie van der Putte-
Cremers.
Wij nemen echter de mogelijkheid zeer
stellig aan, dat het nieuwe Bewind ons
„Neen, niet veel, want zij klaagde nimmer. Ik
weet dat haar leven gedurende de laatste jaren
eene dagelijkscke marteling is geweest, die zij met
een engelachtig geduld heeft verdragen.
Wij traden te zamen het vertrek binnen en
de zelfde heldere, zoete glimlach dien ik des
morgens gezien had, verwelkomde ons. Ik bracht
spoedig een klein altaar in gereedheid, en bij
haar knielende hielp ik haar in de schoonste en
verhevenste handeling, de toediening van het
laatste Heilige Oliesel. Niets kan hare vurige
godsvrucht overtreffen; en toen het gedaan was
kwam er zulk een blik van heilige rust en heilige
vreugde over haar gelaat, zooals ik wist dat slechts
eene ziel, die rijp voor den hemel was, kon
hebben.
Zij stierf echter niet; tegen aller verwachting
beterde zij. Gedurende de lange dagen en nach
ten die ik aan haar bed doorbracht vertelde zij
mij hare geschiedenis; maar niet aaneengescha
keld zooals ik die nu verhaal, maar bij gedeelten
wanneer zij in staat was om te spreken. Zoolang
zij leefde heb ik het geheim gehouden; maar
niet enkel beveiligen zal tegen onweder en
hagelslagmaar dat het ook gezegende
vruchten op wetgevend gebied zal weten
te doen groeien en rijpen.
De hoogleeraar Vissering is een uiterst
bekwaam mandie in de theorie goed
t'huis kan heeten. Als hij zich nu bij het
ontwerpen zijner voorstellen tot belasting
hervorming laat voorlichten door ervaren
practicikan er iets goeds tot stand komen.
Wel behoort de heer Vissering tot de li-
beralen, maar tot de owd-liberalenen wij
hopen dus dat dit zooveel zal blijken te
zijn als oarf-Ministerdat is: geen Mi
nister meer.
Prof. Modderman is een strafrechts-spe
cialiteit. Als hij ons bewaart voor zieke
lijke strafrechts-theoriën en praktijken,
dan zullen wij hem niet verwijten dat hij
onder de liberalen wordt geteld.
Baron van Lynden behoeft onze lof
spraak of toejuiching niet. Als hij, in zijn
hoedanigheid van Minister van Buitenland
sche ZakenNederland's prestige in en
tegenover den vreemde, weder zal weten
te doen herleven, dan zullen wij het hem
gaarne vergevendat hij wat in de libe-
ralerij ging doen bij de samenstelling van
dit nieuwe Kabinet.
De heer van Golstein wensehen wjj toe,
dat hij niet te veel door den heer van der
Putte zal geprezen worden; gematigdheid
is inzonderheid ten aanzien van ons be
staan in Indië een groote deugd.
Van den heer Six spraken wjj reeds;
hij beware Nederland voor de ramp dei-
invoering van Kappeyne's millioenen ver
slinde onderwijswet; overigens zal de heer
Six nog veel te doen vinden op 't terrein
onzer organieke wetgeving. Dat hij blijke
te dien opzichte de bekwame man te wezen
waarvoor hij doorgaat.
De heeren Klerck, Taalman Kip en
Reuther, respectivelijk Ministers van Wa
terstaat, Marine en Oorlog, zijn uitste-
dende specialiteiten. De Katholieken be
zitten in den heer Reuther een geloovig
vertegenwoordiger hunner belangen in den
Ministerraad.
Als eindindrukdoor de nieuwe for
matie op ons gemaakt, gelooven wij te
kunnen zeggen: Ons plaatsende tegenover
nu de lentebloemen op haar graf wiegelen, ge
loof ik dat het een plicht is, deze droevige ge
schiedenis mede te deelen. Zij kan niemand be-
nadeelen, en kan soms een les of waarschuwing
zijn voor jonge meisjes, die meer vertrouwen
stellen in haar eigene wijsheid dan in de onder
vinding van hen die ouder en wijzer zijn dan
zij zeiven.
Zie hier de geschiedenis.
't Is onnoodig u te zeggen, Zuster, waar ik
geboren ben. Mijn te huis was zeer gelukkig. Ik
was eenig kind, en nooit hebben ouders een
meisje meer vergood dan de mijne. Mijn begeer
ten waren wet; voor ik kon loopen, was ik on
beperkte meesteres over het huis en al wat er
in was. Gelukkig voor mij, had de natuur mij
met een zacht karakter en goed humeur begif
tigd, zoodat ik mij nooit op mijn macht liet
voorstaan of er voordeel uit trok. Ik had onder
wijzers en leermeesteressen in overvloed, en toen
ik achttien jaren was, werd ik voorbereid om
mijne intrede in de groote wereld te maken
Wordt vervolgd
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADVERTENTIEN
AGITE MA NON AGITATE.
O
CJ