NIEUWE Donderdag 4 September 1879. 4e Jaargang. Dc politiek der Oosterschc buren. Xo. 306. MiRLMSMI M1ÜIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85 Buiten Haarlem franco per post1,— Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. NTJESDRa AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. A v e r t e n t i n worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUEEY. Torenhoog sprak de rijkskanselier in zijne bekende rede tegen deri afgevaardigde Dr. Jörgtorenhoog staat de Russisch- Duitsche vriendschap, zij verheft zich boven alle aanvallen. Dat was in het begin van 1874. Toen Rusland in 1877 den oorlog tegen Turkije begon, was de vriendschap niet toren maar bergenhoog. Het ver bond der drie keizers was in duigen ge vallen omdat de belangen van Oostenrijk en Rusland uit elkaar liepen. Maar dat Duitschland en Rusland zich als onafschei delijke tweeling-vrienden toonden daarover waren de politieke tinnegieters het vol maakt eens. Sinds het congres in het vorige jaar ge houden, zijn de bakens verzet en thans zijn we reeds zoo ver gevorderd dat er in de dagbladen reeds van een oorlog tusschen o «-* Duitschland en Rusland gesproken wordt. De Russische officieuse bladen die vroe ger von Bismarck hemelhoog verhieven, verklaren hem thans tot den grootsten vijand van Rusland. Zij verwijten hem dat hij de Russen, door de schoonste beloften, uitgelokt heeft tot den oorlog tegen de Turken en dat hij later Rusland in den steek heeft gelaten; dat hij op hetBerlijn- sche congres de schoonste vruchten van den oorlog heeft doen verloren gaan; dat hij de Franschen en Engelschen heeft onder steund, zoo dat de beste artikelen uit het verdrag van St. Stefano werden gelicht. De Duitsche bladen verzaken natuurlijk geen troef en blijven het antwoord niet schul dig. Zij beweren dat het v o n Bismarck geweest is die Rusland vrij spel heeft ge laten in den Turkschen oorlog en dat de Russen nog minder succes zouden hebben ondervonden, wanneer hij hen niet voort durend op het congres had ondersteund en geholpen. Aan de Russische diplomatie, vooral aan prins Go rtschakoff geven zij te verstaan dat er van Russische zijde ko lossale fouten gemaakt zijn die veelal door von Bismarck zijn geredresseerd. Zulk een gehaspel in de Russische en Duitsche bladen kan men goedschiks niet F EU1LLETO N. De Vrouw des Spelers. 4T II. Vervolq. „Bod ge re het," zeide mijne moeder met een zucht. „Ik dacht er volstrekt niet om dat die woor den mij golden. Ik was eetiige oogenblikken nieuwsgierig wie er met nieuwe denkbeelden ver vuld moest worden om oude te doen vergeten, en vergat toen de geheele zaak, totdat in tateren tijd het mij met bittere herdenking weder voor den geest kwam." AlhotwJ ik verlangde de schoone stad Parijs te bezoeken, was mijn hart toch kwalijk te moede bij het verlaten van Engeland. Ik ben zeker dat ik mij toen niet bewust was dat ik Mr. Leyton beminde, maar er was een leemte in mijn leven, als eene regeerings-affaire beschouwen, maar wanneer de strijd zoo heet en zoo hard nekkig wordt als in de laatste dagen dan komt men er al licht toe naar het vuur te zoeken dat zooveel rook verspreidt. Ie dereen weet dat de beide kanseliers ceen O al te beste kameraads zijn. Tusschen Gort- schakoff en von Bismarck heerscht een onverzoenlijke haat. Deze verhouding tusschen de beide mannen is niet uit per soonlijke geschillen te verklaren, vooral niet, nu er tusschen de hoven van Berlijn en St. Petersburg eene groote spanning ge komen is. De beide vorstelijke familiën zijn aan elkaar nauw verwant en waren vroeger zeer intiem. Nochtans heeft er dit jaar geen samenkomst plaats gehad tusschen keizer Wilhelm en Alexander. Her haalde malen werd het bezoek van den Czaar aangekondigd doch telkens werd het verijdeld. Middelerwijl hal er te Gasteiu eene ontmoeting plaats tusschen keizer Wilhelm en den Oostenrijkschen keizer en uit de hartelijkheid die deze samenkomst kenmerkte, kon men duidelijk opmaken dat er meer dan gewone vriendschap bestaat tusschen Oostenrijk en Pruisen. Van waar, zal men vragen, komt nu die spanning tusschen de beide hoven en regeeringen? Wij zullen trachten die vraag duidelijk te beantwoorden. Vooreerst moe ten we vermelden dat het zeer natuurlijk is als er vijandschap bestaat tusschen Duitschland en Rusland. Er was sinds honderd jaren vriendschap tusschen beide landen. De verdeeling van Polen bevorderde die vriendschap, de gemeenschappelijke krijg tegen Napoleon I bracht het zijne er bij om de banden van wederzijdsche toegene genheid nog vaster toe te halen. Ook Na- O O poleon III droeg het zijne aan, door zijne anti-Duitsche en anti-Russische politiek, terwijl de verwantschap der beide vorste lijke familiën de kroon op de vriendschap zette. Toen de Fransch-Duitsche oorlog uitbrak stond Rusland trouw aan Duitsch- lands zijde, echter niet belangeloos, want het maakte zich los van het verdrag van Parijs en heroverde daardoor de Zwarte Zee. Zoo gingen de belangen der twee rijken toevallig een tijdlang samen. Zij moeten echter scheiden zoodra Rusland aan zijne toen ik van hem weg was, die door niets kon worden aangevuld. Ik heb haar nooit ontleed, en wist nooit waardoor zij veroor zaakt werd. Wij betrokken een zeer lief Hotel in de na bijheid van de Madeleine, en waren spoedig in de genoegens en schoonheden van Parijs gedom peld. Op zekeren morgen (later heb ik dikwijls gewenscht dat de ochtendzonnestralen mij dood hadden gevonden), gingen wij vroegtijdig de Louvres bezoeken. Wij wandelden door lange prachtige gallerijen, tot ik vermoeid was en niet verder kon gaan. „Blijf hier en rust een weinig, Lady Anna," sprak mijn vader, naar een netten, met carmozijn fluweel overtrokken zetel wijzende, die in den hoek van een venster stond dat op de brug en de woelige straten uitzicht gaf. Ik was er door betooverd. Mijn Vader en Moeder wan delden verier en lieten mij alleen. Ik was zoo verdiept in de beschouwing van het schilderach tige tooneel buiten, dat ik hetgeen binnen was vergat, totdat iemand mijn arm aanraakte, en grootslavische missie deukt en te Parijs een vriend en bondgenoot in den strijd tegen Duitschland vindt. Het is waar, von Bis marck heeft veel gedaan in het belang van Rusland; zonder zijne ondersteuning was de veldtocht tegen de Turken onmo gelijk geweest. Maar 't is tevens onloochen baar dat von Bismarck ook veel niet gedaan heeft vvat ten voordeele der Russi sche politiek gemakkelijk had kunnen vol bracht worden en misschien heeft hij in 't geheel niet in 't belang der Russen ge handeld. Rusland heeft zich met zijne hulp eene soep bereid die leelijk smaakt en die het niet goed zal bekomen. Door dezen oorlog, al is hij roemvol geëindigd, zal Rusland jaren lang uitgeput zijn en verlamden zijn moreel overwicht in Europa is verdwenen als sneeuw voor de zon. De tong der Eu- ropeesche balans bevindt zich niet meer in St. Petersburg, de groote Goliath heeft de onbuigzaamheid en de zwakheid zijner lompe ledematen getoond. De diplomatieke vernedering der Russen op het congres heeft aan hun overwicht in Europa den genadeslag gegeven. Dat de sluwe von Bismarck het vuurtje van den Turkschen krijg heeft aangeblazen zul len wij niet beweren, maar zeker is het dat hij niet getracht heeft dien oorlog te verijdelen, omdat, de gevolgen hem zeer wenschelijk voorkwamen. Zoo lang Rusland zich in het Oosten met de zaken der Sla vische volken bezig houdt, blijven zijne handen gebonden. Het komt met de Wes- tersehe machten in collisie en kan dus geen verbond met Frankrijk sluiten. Daarenbo ven zijn de krachten door den jongsten oorlog geknakt. Het zal dus voor een ieder duidelijk zijn dat von Bismarck den Turkschen krijg zeer gewenscht voorkwam en dat hij met de eindregeling van de Turksch-Russische quaestie niet zoo'n bi zonderen haast maakte. Ook had hij nu gelegenheid zich een weinig te wreken voor O O de vernedering welke vorst Gortschakoff hem in 1874 bereidde, toen hij op bevel van keizer Alexander op barsche wijze vrede» gebood, juist toen v o n Bismarck bezig was de schoonste koude waterstralen naar Frankrijk te zenden Wanneer wij zouden moeten beslissen of zeide: „Miss Summer dit is reeds de derde maal dat ik gesproken heb, waar kunt gij toch zoo ingespannen aan denken Voor ik weer tot mij zelve kon komen, keerde ik mij haastig om en zag rond. Mr. Leyton stond voor mij. Ik was te verbaasd om te spreken, maar ik luisterde vol verrukking toe. „Hoe wreed van u. Vergeef mij Miss Summer. Ik kan nu geene alledaagschheden zeggen. Hoe boos van u, weg te gaan zonder mij te zeggen waar gij heen gingt. Dacht gij dan dat er een plek op aarde zoo verborgen of zoo afgelegen kan zijn, waar ik u niet kan vinden? Weet gij dan niet dat ik u bemin, Anna?" „Ha, dat was het; het gloeide door mijn ge heele ik als een electrisch licht, dat de diepste diepte van mijn hart open scheen te. leggen. Ik kan mij niet herinneren wat ik antwoordde; maar hij vorschte mijn geheim uit en mijn stil zwijgen scheen hem aangenamer te zijn dan woorden." Na eenigen tijd sprak hij, „Anna, waarom zijt gij in Parijs gekomen? Het kwam zoo Gortschakoff zich met recht of ten on rechte beklaagt over den Duitschen Rijks kanselier, dan zouden we moeten weten, welke afspraken er vóór den oorlog zijn gemaakt. Het kan zijn dat von Bis marck beloften heeft gedaan die hij niet wil of niet kan nakomen. Dat gebeurt wel eens moer in de diplomatie! Maar zoover behoeven we niet te gaan om de gespannen houding te ontcijferen. Het nieuwe belastingtarief is ook ten na- deele van Rusland, dat Duitschland als 't ware met hout en graan overstelpt en de Russen zijn woedend, omdat Duitschland zijne agrarische belangen aldus beschermt. Vorst Gortschakoff wiens geveinsde vriendschap voor Duitschland aan de vol bloed-Russen mishaagde, maakt van deze gelegenheid gebruik om zijne politiek daar door populair te doen worden; hij wijst von Bismarck aan, als de oorzaak van Ruslands ongeluk. Om den neteligen toestand nog te ver- O o ergeren daartoe draagt de Ooste urijksche politiek nog bij. Waar Oostenrijk vasten voet zet is de Russische invloed geknakt. Verkrijgt het toegang in Novibazar dan vallen Montenegro en Servië in zijn macht- bereik. Met de heerschappij van den afge zant des Czaren is het dan in Belgrado en in Cettinje ook gedaan. Rumenië heeft door 't verlies van Besarabië ook niet veel met Rusland op. Zoo heeft de Czaar alleen nog Bulgarije in zijne macht. Waarlijk een gering succes voor zulk een kolossalen oorlog! En vermits men nu in St. Peters- burg weet dat v o u Bismarck de fabrie- kant is van Oostenrijks politiek zoo kunnen wij zeer goed begrijpen dat de gevoelens van vriendschap in Rusland tot onder 't vriespunt gedaald zijn. Zoo lang de thans regeerende keizers van O O Duitschland en Rusland in 't leven blijven valt er aan een oorlog tusschen die beide rijken niet te denken. Zelfs heeft het Ber- lijnsche hof een stap ter verzoening gezet. Een engel des vredes is naar den Czaar afgezonden in den persoon van den veld maarschalk von Manteuffel, die den Czaar in Warschau zal complimenteeren. Het zal dezen bemiddelaar zeker gelukken aan de officieuse pers het zwijgen op te schielijk op dat bet mij verwondert dat ik u, gevonden heb." „Dat kan ik u niet zeggen; Papa had zaken en verlangde ons bij zich te hebben." „Ik viees, Anna, dat hij slechts verlangde u van mij te verwijderen." „On.i.ogelijk!" antwoordde ik. „Waarom zou hij dat willen?" Ik vrees dat hij dingen over mij heeft hooren zeg gen die niet waar zijn; maar zie, daar komt hij." Ik ging hem met een glinsterend gelaat en lichthart te gemoet. Karei volgde mij. „Papa," zeide ik, „hier is Mr. Leyton, hij heeft ons spoedig in Parijs teruggevonden." „Zonder twijfel verrieden ook daar mijne oogen en gelaat het geheim; mijne moeder werd bleek, en mijn vader zag er uit alsof hij een onverwachte slag had ontvangen. Zij waren te wel opgevoed om maar in het minst te laten blijken wat zij gevoeld moeten hebben, llij ging met or.s naar huis eten, en onder weg deelde hij mijn vader mede, waarom hij ons gevolgd was en verzocht een antwoord. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1