N I E IT W E No. 308. Donderdag 11 September 1870. 4c Jaargang. A propos van den Noordschen kolossus. BUITENLAND, De Vrouw des Spelers. Frankrijk. Duitschland. Engeland. Spanje. Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. jUliHsSDgipr AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. A ver ten tien worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Hoe denkt ge over Rusland Deze vraag, die reeds als titel van een blijspel wordt gebezigd, heeft in de laatste dagen menig een gedaan zonder daarbij aan een klucht spel te denken. De zaak is er trouwens te ernstig voor. Voor'shands kan men gerust zijn, de oorlog is uitgesteld. Wij herhalen: uitgesteld, want dat er eenmaal een krijg tusschen Rusland en Duitschland zal uit breken staat onveranderlijk in het boek des noodlots opgeteekend. De historische ontwikkeling van beide landen maakt een beslissendeu krijg noodzakelijk; hij kan door »torenhooge vriendschapworden uit gesteld maar hij zal aan de toekomst niet ontgaan. Het gaat met dezen oorlog als met dien tusschen Frankrijk en Duitschland. Iedereen beschouwde vóór 1870 een samentreffen onvermijdelijk, al deed men van beide zij den alle moeite om niet tot de uitersten te geraken. Men wisselde officiëele vriend schapsbewijzen tot dat de zaken zich der mate hadden ontwikkeld dat die diploma tieke middeltjes geen baat vonden. Binnen den tijd van veertien dagen waren beide landen uit den diepsten vrede te midden van een woedenden oorlog. Dachten de Fran- schen in den aanvang van 1870 aan oor log? Geenszins. Nog op den 8en Mei had het groote plebiscit plaats dat aan Napo leon III en aan zijne nakomelingen de heerschappij verzekerde, hoofdzakelijk met het oog op het behoud van den vrede. Frankrijk hield zich overtuigd van den al- gemeenen invloed des keizers op het nood lot van Europa. Daar verscheen de quaestie der Spaan- sche troonbestijging en met haar de oorlog. Ontegenzeggelijk is Duitschland momen teel de domineereude mogendheid in Euro pa, maar in deze hoedanigheid heeft het een mededinger RuslandDerhalve moet tusschen deze twee staten het zwaard be slissen opdat er ten minste wederom ge durende eenigen tijd vrede komt. Zoolang er menschen op de wereld levenzul len er ook staten zijn en zoo lang er ver- FEU1LLETO N. II. Vervolg. Nog staat het beeld van mijn diei baren vader in mijn hart, zooals hij daar met zijn goedigen maar eenigszins treurigen blik, aan de trede van het rijtuig stond, en met zijn geliefde stem mij toeriep. „Vaarwel, lady Anna. Breng goede tijding mee naar huis terug; en moge God u zegenen." „Ik zag hem nimmer weer; voor wij naar huis terugkeerden, was hij rei ds overleden. God zij geloofd dat hij werd weggenomen, voor hij zijn ge liefd kind tot de diepste diepte van menschelijke ellende zag gebracht. Mijne moeder bleef alleen wonen, en gedurende vier jaren was ik eene der gelukkigste vrouwen. Mijn man was voorbeeldig in zijn gedrag. Ons schillende staten bestaan zullen er oorlo gen gevoerd worden. Want de oorlog is bet laatste en beslissende middel in de ver houding van macht tot macht, onver schillig of die machten zich monarchiën of republieken noemen. Hoe de oorlog zal plaats hebben, be hoeven we nog niet te onderzoeken. We kunnen echter wel als zeker aannemen dat Duitschland op elke gebeurlijkheid is voor bereid. Toen de oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland uitbrak, ging, zoo als Fran- sche dagbladen verhalen, koniug Wilhelm naar generaal Moltke die juist zijn mid dagslaapje hield. De koning kwam ijlings in de kamer en zeide: »Frankrijk heeft ons den oorlog verklaard!Oorlogvroeg O O O Moltke slaapdronken, »Oorlog? Metwien?< Met Frankrijk!* antwoordde de koning. »Met Frankrijk,* bromde de chef van den ge- neralen stafderde lo/cetkast linksl draaide zich op de andere zijde en sliep weder in. De Franschen willen met deze anecdote te kennen geven dat Pruisen in alle opzichten voorbereid was en dat de plannen voor den oorlog reeds in de derde loketkast kant en klaar gereed lagen. Zoo zal het nu met den oorlog tegen Rusland ook geschapen staan, ofschoon er in dien krijg een geheel andere taktiek zal gevolgd worden. In de oorlogen der laatste tien ja ren wisten de Duitsche veldheeren de slag- velden op vijandelijk terrein te brengen en trachtten zij hun eigen land voor vijan delijke invallen te beschermen. Deze tak tiek, tegenover Rusland aangewend, kon voor Duitschland wel eens de rampzalige gevolgen hebben die Napoleon I in het jaar 1812 heeft ondervonden. Want Rus land is door zijne ligging, door de gesteld heid van den bodem en door de verhouding zijner bevolking genoodzaakt defensief te ageeren. Wee het leger dat zich door de Russische taktiek laat verlokken, diep in de uitgestrekte vlakten van den Noord schen kolossus te dringen! Sinds het bestaan van het testament van Czaar Peter de Groote is de toestand in ons werelddeel eenigszins veranderd. De po litiek van Rusland tegen Frankrijk is ge wijzigd. Rusland zal trachten een verbond met Frankrijk te sluiten welk land daar- huis was een klein paradijs. Men sprak van ons als van het gelukkigst gezin dat bekend was. In dien tijd glimlachte ik, in de zekerheid van mijn geluk, over de vrees en de waarschuwing die het eerste jaar van mijn nieuw leven bewolk ten. Maar, o Zuster, wanneer mijn hart somtijds in later dagen afgemat en zwak werd, en het mij toescheen, dat ik niet langer mijn last kon tor- scheu, toen heb ik dikwijls gewensclit dat ik in die gelukkige dagen gestorven ware, en nooit de ellende en het gebrek gekend had, die de duis tere dagen van latere tijden mij brachten. Maar neen, nu niet, nu ik ga sterven en de eeuwigheid voor mij heb. Ik prijs en dank mijn Vader in den hemel die gewild heeft dat ik zoo moest leven en lijden: Op zekeren avond keerde mijn man zeer laat naar huis terug. Ik vermoedde iets kwaads, en wachtte op hem totdat de kerkklok middernacht sloeg. Toen kwam hij. Het trof mij dat zijn groet afgetrokken en koel was, en dat hij zooveel moge lijk vermeed mij aan te zien, alsof hij zich schaamde door in de gelegenheid is wraak te ne men op de Germanen, voor den smaad en de schande eenmaal te Sedan ondervonden. Rusland heeft in den laatsten oorlog in het oosten te veel geleden om het drama spoedig te hervatten. De Russische dichter Alexander Puschkin (gestorven in 1837) zong eenmaal zijnen landgenooten toe: dat het heilige Rusland« den hand schoen tegen gansch Europa kon opnemen. Die tijd is voorbij en zulke illusoire ont boezemingen gelden thans niet veel meer dan laffe pocherij. Dat de donkere wolken aan den politieken horizon van den Noordj schen kolossus door de bijeenkomst van den Czaar en keizer Wilhelm te Alexandrowo zijn overgedreven, zonder in de vrienschap- pelijke betrekkingen tusschen de beide mo gendheden stoornis te hebben veroorzaakt, is voor ons eene in de lucht hangende ver onderstelling. De Petersburger pers wil trachten dit den volke diets te makeu, maar het zwijgen der Duitsche bladen is het beste bewijs dat het tusschen de beide landen nog lang geen couleur de rose is, en een formeele breuk tot de onvermijdelijke za ken behoort. Er is sprake dat von Bismarck naar Weenen zal gaan; in die reis zien eenige Duitsche bladen een tegenwicht van de bijeenkomst te Alexandrowo. Anderen verzekeren dat men thans te St. Peters burg ten naastenbij denkt als te Parijs na den oorlog van 1866; met andere woorden: dat men zich gedupeerd acht. Dat de ge spannen politiek der drie groote mogend heden ingrijpend en nadeelig werkt op den maatschappelijken toestand van gansch Europa behoeft geen betoog. Handel en nijverheid zijn en blijven kwijnende. Zij die na den laatsten oorlog in het Oosten kalmte en vrede voorspelden, hebben zich utopiën gevormd wier verwezenlijking lang op zich zullen doen wachten. De fonda menten van een duurzamen vrede dienen in vaster bodem te staan. Europa slaapt slechts den hazenslaap des vredes. Het katholiek congres te Angers heeft zijne zittingen gesloten. In de laatste zitting heeft het „Karei, waar zijt gij zoo lang geweest?" vroeg ik. „Bij Mijnheer Brunton." „Waarom bleeft gij zoolang, maaktet gij muziek?" „Neen," antwoordde hij zich afwendende, „wij speelden een partijtje kaart. O de koude vreeswekkende angst die mij toen overviel, deed het bloed van mijn gelaat verdwij nen en joeg het wild om mijn hart, deed de warme adem op mijne lippen verstijven, en wierp mij op den grond; het vreeselijke huiveringwek kende voorgevoel dat mij overviel en mij in een enkele minuut en met een blik de duistere toe komst deed overzien, maakte dat ik in één oogen- blik een geheel leven doorleefde. Toen ik mijne krachten terug kreeg, ging ik naar hem toe en legde mijne handen op zijn arm. Ik zag hem aan en zeide, „Karei," maar hij ging schielijk weg en zeide: „Maak geen opschudding, Anna, een man kan toch waarlijk wel een kaart aanraken zon der eene emotie als deze te veroorzaken." den wensch uitgesproken, dat te Parijs een katho liek dagblad worden opgericht a vijf centimes. Uit een der bureaux van het Ministerie van van Financiën zijn 186,665 franks aan bank biljetten gestolen, in een doos. Geen der aanwezige ambtenaren had iets van den dief bemerkt, die binnengeslopen was terwijl een der kassiers zich slechts voor enkele minuten verwijderd had. "Du Picardi, met een nieuwe bezending geam- nestieerde communards aan boord, is te Port- Vendres aangekomen. Op min of meer luidruchtige wijze is hier en daar de 4e September (de dag van Frankrijks vernedering) door de republikeinen gevierd, o. a. te Lyon en vooral te Bordeaux, waar men den boom der vrijheid met kransen, aan Blanqui gewijd, versierde. Ook te Périgueux ging het zeer levendig toe. De Reichs-Anzeiger bevat het nieuwe regle ment betreffende de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden voor het gansche gebied der Monarchie, met uitzondering van Ilohenzollern onder opheffing van de reglementen van 10 Juli 1870 en 23 Augustus 1876. Op het Britsche publiek wordt een krachtig beroep gedaan tot het annexeeren van den tot dusver onafhankelijken staat Cash mi r. Die slaat toch moet zuchten onder een gruwelijk wanbe heer. Naar men verzekert, is half de bevolking er van honger omgekomen, en is de nood er op zettelijk verergerd door den Maharajah Runbir Singh, deels om geld te maken met den verkoop van graan uit de vorstelijke schuren, deels om de mohammedaansche bevolking uit te roeien. De hier te lande zoo geliefkoosde stierenge vechten hadden den 3n Sept. jl. weder te San Sabastian plaats en werden als naar gewoonte door een talrijk publiek bijgewoond. De onder nemers zijn over het algemeen niet zoo over den uitslag tevreden .geweest als in vorige jaren. Al leen de beide laatste stieren stelden de kamp vechters in de gelegenheid om hun vaardigheid en stoutmoedigheid aan den dag te leggen. De overige stieren waren nog te jong en onbedreven. Een van de écarteurs, Daverat geheeten, had aangenomen een tot heden zelden voorkomenden saut périlleux te doen. Hij zou namelijk, als de stier in dolle vaart op hem afkwam, met één sprong over dezen heen springen. Op het juiste oogenblik dat hij den sprong waagde, hield de stier echter plotseling stand, ten gevolge waar- „Dit waren zijne eerste harde woorden, daar om herinm r ik ze me zoo goed. Dag aan dag werd de schaduw over ons gelukkig huis al groo- ter en duisterder. Ik kan niet stap voor stap de dwalingen vertellen waarin mijn echtgenoot verviel, 't werd al erger en erger. In den begin ne bracht hij slechts de avonden in't spel door; later soms den geheelen nacht, en soms den ge- heelen dag er bij. Hij verloor zwaar. Er scheen bijna een vloek op hem te liggen, want hij raakte nooit een kaart aan of hij verloor. Er. toch is die hartstocht zoo onverzadigbaar, dat, hoe meer hij verloor hoe meer hij speelde. Het was alsof hij geen rust had wan neer hij niet aan de speeltafel zat. III. De groote slag kwam eindelijk, ons huis werd verkocht. Ik ondeed mij van al mijne jn- weelen op enkelen na die mijn vader mij gege ven had, paarden, rijtuig, zilverwerk, alles werd verkocht. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1