N I E W E No. 314. Donderdag 2 October 1879. 4e Jaargang. von Bismarck te Weenen. BUITENLAND, SÉ ÉS!» WP* De Vrouw des Spelers, ill. Engeland. Frankrijk. Duitschland. Spanje. Italië. h(ii;i.i:iis(hi: uimu. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. SI JMBk, MAmiismlm MB#® AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUEEY. De reis van den Duitschen Rijkskanse lier naar de hoofdstad van Oostenrijk is even belangrijk als gewichtig. De man, die Oostenrijk uit den Duitschen bond heeft gedrongen, die dit land met medewerking van Italië de verschrikkelijkste militaire en politieke nederlaag heeft gegeven, hij is te Weenen de gast geweest van graaf Audrassy en van keizer Frans Joseph, hij is aangegaapt, bewonderd en toegejuicht ge worden door het volk dat vroeger door hem werd vernederd. Zeker, wanneer prins von Bismarck ouder eene echtkatholieke bevolking in Opper-Oostenrijk of Tyrol ware gekomen, dan zouden die vreugde kreten vrij wat schriller geklonken hebben, want die lieden zijn niet zoo lichtzinnig en vergeetachtig als de grootst,eedsche be- volkiug van Weenen, en zij hebben tevens nog eene bizondere reden van achterhou dendheid in de Duitsche culturstrijd-poli- tiek, die niet op 't schuldboek van Dr. Falk maar op rekening van prins von Bis marck moet worden geschreven. Maar ver mits de wonden van 1866 reeds zijn gene zen en de cultuurstrijd ten minste aan het begin van het einde gekomen is, zoo zul len ook de trouwe katholieke Oostenrijkers er niets op tegen hebben dat hun keizer en zijne ministers met den Duitschen Rijks kanselier zoo vriendschappelijk verkeeren. Wij meenen zelfs, dat de Oostenrijkers zeer ingenomen kunnen zijn met deze politieke reis en den aankleve van dien. Tot in het jaar 1866 waren er in Duitschland twee partijen die over de toe komst van het land disputeerden. De eene partij weuschte een verbond met inbegrip van Oostenrijk; de andere partij verlangde dat dit keizerrijk werd uitgesloten, opdat Pruisen eene onbegrensde heerschappij kon voeren over de vereenigde landen en vol ken. Deze laatste partij behaalde de over winning eu bracht het rijk onder Pruisen's koning eerst als beschermheer, later als keizer. Maar niettegenstaande alle vijand schap tegen Oostenrijk, hebben de Duit- scliers immer gevoeld dat Oostenrijk voor hen seen vreemd land is zoo als b. v. O Frankrijk of Rusland, maar door gesc'iie- F E UIL LET O N. Vervolg. Ik bukte mij om haar te kussen, doch haar vader nam haar in zijn armen en hield haar zoo omvat, daarna legde hij haar weder neer en ver borg zijn gelaat in de handen alsof hij het zuivere gelaat van zijn kind niet durfde aanschouwen. Zij zag treurig, medelijdend, met half gesloten oogen en bevende lippen naar hem op, en zich daarna tot mij wendende zeide zij; „Mama, is dat papa?" Ik herinnerde inij hoe ik haar vader, die terug zou komen, had afgeschilderd, en nooit kan ik meer schaamte en smart gevoelen, dan toen ik „Ja" antwoordde. Ik stond beschaamd en verlegen voor mijn schuldeloos en waarheidlievend kind. En toch had ik gedaan wat ik het beste oordeelde denis, beschaving en stamverwantschap ge roepen is de broeder van het Duitsche Rijk te zijn. Er moest eene inniger verhouding, in den vorm van een speciaal vriendenver- bond, tusschen beide lauden tot stand ko men ten einde aan de buitenlandsche po litiek, de handelsbetrekkingen eu de rechts macht een redelijk en doeltreffend samen gaan der beide staten mogelijk te maken. Dat was de wensch van alle partijen, want iedereen moest bekennen dat slechts een van beide zaken mogelijk was: of de oude twisten door eene eerlijke, broederlijke vriend schap te vereffenen of de logika der feiten moest tot een nieuwen strijd der beide rij ken leiden, die, ingeval Oostenrijk de ne derlaag leed, zou eindigen met de anuexa- O o tie der Duitsche provinciën van dat kei zerrijk. Duitschland wil echter geen ver brokkeling der Oostenrijksche staten eu daarom verlangt men dat er spoedig een broederlijk verbond tusschen Oostenrijk en Duitschland tot stand komt, dat sinds de begrafenis van het vroegere in 't vooruit zicht was gegeven. Zoo lang echter von Beust, de verklaarde vijand van von Bis marck, in Oostenrijk regeerde, was daar niet aan te denken. Toen Oostenrijk in den Fransch-Duitschen oorlog aan de ver lokkingen van een vredebreuk had weer staan en kort daarna graaf Audrassy de plaats van von Beust had ingenomen, was de weg der vrieudschap effen gemaakt. Maar Rusland plaatste zich toen tusschen de beide broeders. Uit het natuurlijk ver bond van den keizer van Oostenrijk en van het Duitsche Rijk kwam de onnatuur lijke driekeizersbond. Alle fraaie woorden en Russische aardigheden hielden echter geen stand voor de logika der feiten. Het verbond der drie keizers leed schipbreuk; tusschen Duitschland en Rusland ontstond eene spanning die grooter werd naar ma te de intieme vriendschapsbetrekkingen tus schen Oostenrijk en Duitschland toenamen. De samenkomst der beide keizers te Gas- tein gaf er getuigenis van, de ontmoeting der beide kanseliers op de zelfde plaats be vestigde de toenadering en de reis van von Bismarck naar Weenen heeft er het zegel aan gehecht. Welke zullen de vruchten dezer reis zijn? Zij keerde zich naar hem toe en zeide: "Lieve papa, neem mij nog tens op!" Maar hij ijlde met een bitteren hartstochtelijken kreet van haar weg, snelde in de kamer, en zat daar met het gelaat in de handen, totdat de ochtpnd-zonnestralen op hem schenen. Maar voor dien tijd was mijn lieveling reeds naar haar Va der in den Hemel gegaan, en bad daar als een engel, voor haar armen zondigen vader op aarde. Ik riep hem niet toen zij stierf, want ik zag wat zij gevoelde, en ik zag hare ontgoocheling. Ik kende die, toen ik de droevige deerniswaardige tron hoorde waarop zij zeide, „Is dat papa?" Ik wist wat zij gevoelde, maar zegde het niet toen zij haar kleine armen zoo dicht aan mij sloot en mij zoo teeder kuste. „O, lieve May, engelachtig kind, ik verloor alles toen ik u verloor. De dood ontsloot de omhelzing van die armen, en deed de warme lippen verstijven, die mij met kussen dachten op te beuren toen zij reeds niet meer konden spreken. Alhoewel er vele jaren sedert die gebeurtenis ver vlogen zijn, voel ik nog de omhelzing van die Wellicht een prachtig geredigeerd vriend schapsverdrag tusschen Weenen en Berlijn? Dit kunnen we moeilijk gelooven. Prins von Bismark is een te prac-tisch politicus; hij stelt geen vertrouwen op de kracht van beschreven papier. Wanneer hij een Staat aan het Duitsche Rijk wil verbinden, dan zal hij in plaats van een dood verdrag lie ver het levende bewustzijn van gemeen schappelijke belangen tot grondslag leg gen. Zonder twijfel is het ook thans zijn doel het bewustzijn der gemeenschappelij ke belangen van Oostenrijk en Duitschland in de toongevende kringen veld te doen O O winnen. Als daaraan vormlijke afhandelin gen met graaf Andrassy en zijn opvolger verbonden zijn, dan hebben ze zeker be trekking op de speciale zaken der question brülante. De herstelling eener nauwere ver binding van Oostenrijk en Duitschland ten opzichte van de handelspolitiek en het rechtsverbaud, kan wel in eene samenkomst voorloopig besproken worden, het tot stand brengen er van vereischt echter lange technische verhandelingen en wettelijke be palingen. Zulk eene vrucht moet langzaam ontkiemen en rijp worden. Er zal nog wel eenigen tijd moeten verloopen alvorens het verbond tot stand kan komen. Trou wens Keulen eu Aken zijn niet op een dag gebouwd. Te Weenen is de O O eerste zaadkorrel gelegd, wat er van zal groeien moet de toekomst leeren. Voor's hands weten we zooveel dat de niet op persoonlijke genegenheid, maar op gemeen schappelijkheid der staatsbelangen rustende vriendschap tusschen Duitschland en Oos tenrijk, thans zoo torenhoog staat als ooit te voren bij een verbond plaats had, dat zij geen oorlogzuchtig maar een vreedzaam karakter heeft, dat zij voor de zekerheid en machtsuitoefening der beide staten en CD voor het welzijn der beide volken de heil zaamste gevolgen kan voortbrengen, als zij met eerlijkheid en met wijsheid wordt ge plant eu verder ontwikkeld. In dat opzicht is de oplossing van den drie kiezersbond en de oprichting van het verbond dei- twee stamverwante volken eene gebeurte nis in de wereldhistorie die in de toekomst der Europeesche verhoudingen een beslis- senden invloed zal hebben. teedere armen, de aanraking van die stervende lippen. Ik legde haar weer op het bed neder, en ging er naast knielen. Ik had op dat oogenblik geen tranen, mijn smart was te groot; maar ik offerde mijn kind op om haar vader te redden. Mijne krachten moeten mij gedurende dat ge bed begeven hebben, want toen mijn echtgenoot mij des morgens zocht, vond hij mij op den grond naast het kind liggen. Ik kan u niet alle bizon- derheden vertellen wat er volgde. Wij begroeven haar ginds. Ik weet dat er bloemen op haar graf groeien, want het wordt door vriendelijke handen bewaakt en verzorgd; maar ik heb het sinds den dag waar op zij er werd neergelegd, niet meer gezien. Toen wij in Londen aankwamen betrokken wij dit huis. Ik kan u niet zeggen hoe mijn arme echtgenoot al lager zonk totdat hij in de diepste diepte van misdaad en ellende viel. Ik wanhoop niet, want ons kind pleit voor hem voor den troon vnn haar Vader. Hij liet mij soms gedurende geheele weken alleen, dan kwam hij terug, en verkocht in zijn woede alles wat hij van mij kon Men verzekert, dat de Hertog van Connaught den wensch tc kennen heeft gegeven, om in den een of anderen graad naar het oorlogstooneel in Afghanistan te worden gezonden. De Koningin zou de vergunning daartoe echter volstrekt gewei gerd hebben. Voor de Keizerin van Rusland is te Cannes aan de Middellandsche zee een villa gehuurd. The Times bevat een depêche uit Weenen van den 26en Sept. waaruit blijkt, dat de Oostenrijksche Regeering het Fransehe Gouvernement rechtstreeks in kennis had gesteld met het bezoek van prin3 von Bismarck te Weenen. De Magdehurger Zeitung bericht, dat een di plomatiek conflikt tusschen Duitschland en Japan gerezen is, omdat de Duitsche stoomboot Hesperia de quarantaine te Yokohama geschonden heeft op bevel van den vertegenwoordiger van Duitschland den heer Eisendecher. Het blad voegt er bij, dat Engeland de Duitschers in dit geschil ondersteunt, terwijl de Vereenigde Staten voor de Japanners partij gekozen hebben. De vertegenwoordigers van Frankrijk, Nederland, Italië, Spanje, België en Denemarken hebben nog geen partij gekozen. De Magdehurger Zeitung constateert dat dit geschil bijna tot een gewapenden strijd tusschen de Japanners en de Duitschers aanleiding gege ven had. Uit Madrid wordt gemeld, dat de Spaansche Regeering het Fransehe gouvernement verzoeken zal Zorilla en andere Spaansche uitgewekenen het land uit te zetten; maar men is volstrekt niet geneigd aan dat verzoek te voldoen. De minister Waddington moet dit reeds aan den Spaanschen gezant te verstaan hebben gegeven en er bijge voegd hebben dat de Fransehe Regeering zoo iets niet van andere gouvernementen verlangt; zelfs heeft zij geen bezwaar kenbaar gemaakt tegen de officiecle verheerlijking van wijlen prins Louis te Londen. De uitzichten in den naderenden winter zijn voor Italië alles behalve rooskleurig. Het groo- tendeels mislukken van den oogst heeft nu reeds eene stijging der prijzen van alle levensbehoeften ten gevolge gehad. Vol bezorgdheid vragen wij waar het heen moet. Nu spiegelen de officieuse organen van het me le nemen totdat ik, zooals gij ziet, niets meer overhield. Op die woede volgde wroeging. Hij kon soms twee dagen hier boven zitten zonder voedsel aan te raken en zonder toe te staan dat ik hem naderde. Ik vreesde soms dat hij zijn verstand zou verliezen. Ik beproefde alles oin hem tot het goede terug le brengen, verdraag zaamheid, liefde, vriendelijkheid, maar alles te vergeefs. Hij, die vroeger zon goed voor mij was geweest, die mij zoo teeder had bemind, en elke begeerte had vervuld, aarzelde nu niet om mij in zijne aanvallen van woede en toorn, met vloe ken en verwensckingen te overladen. Op zekeren nacht kwam hij te huis, en vond mij biddende; dat verbitterde hem, en hij sloeg mij tegen den grond; na dien tijd durfde ik hem niet meer laten zien dat ik bad. Ik kan de waarheid voor u niet verbergen, hoewel gij het voor anderen zult doen, want gij hebt de builen gezien die mij overdekten. De laatste maal dat ik hem gezien heb was ik naar de kerk gegaan, en toen hij te huis kwam was ik afwezig. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1