NIEUWE No. 317. Zondag 12 October 1870. 4e Jaargang. Dc stilstand van zaken. De Vrouw des Spelers. H44RIEHSCHE C0VR4IT ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. ALM TIEN PK if AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS Sc LAUREY. Europa geniet voor het tegenwoordige de zegeningen des vredes. Veel van dien zegen bespeuren wij echter niet, en geen wonder! De voet van gewapenden vrede, dien de groote mogendheden, uit onderling wantrouwen, tegenwoordig huldigenver slindt de nationale krachten. Er wordt geklaagd over stilstand en kwijning van den handel; er worden ge leerde verhandelingen over de oorzaken c* daarvan geschreven en altijd bijna komt men tot het resultaat, dat overproductie de eenige oorzaak is van al de ellende, welke uit dien stilstand voortvloeit. Indien er eene algemeene ramp ontstaat, is zeker de beste weg om tot verbetering of herstel te komen, de oorzaak van het kwaad op te sporen; weet men die een maal, dan is men reeds eenigszins gevor derd met den strijd en men werkt niet meer in den blinde. Niet elke kwaal is voor genezing vatbaar, al kent men ook den oorsprong, maar zonder dit laatste is genezing altijd moeilijk, zoo niet onmo gelijk. In dit onderzoek naar de oorzaak loopt men echter groot gevaar van eenzijdigheid vooral als men meent die gevonden te heb ben en dit bijna logisch kan bewijzen. Zoo heeft een Belgisch geleerde dezer dagen met veel scherpzinnigheid aangetoond, dat door den stoom het voortbrengingsvermo- gen op zoo ontzaglijke wijze is vermeer derd, dat het geen gelijken tred meer houdt met de behoeften. De paardenkrachten, die aan 't werk zijn, maken een zoo reusach tig cijfer uit, dat, omgezet tot paarden, de wereld niet voldoende zou zijn om er voedsel voor te vinden. Niemand zal ontkennen, dat de stoom hier en daar te hard gewerkt heeft, maar men gaat te ver, wanneer men uitsluitend daaraan den gedrukten toestand in han del en verkeer toeschrijft. Groot moge de productie zijn, maar de consumptie is ook op groote schaal toegenomen. De groote prijsvermindering van een aantal artikelen, sedert handenarbeid door stoom vervangen is, heeft het verbruik tien-, ja honderdvoud vermeerderd. Men vergelijke b. v- .eens het F EU1LLE T O N. IV. Vervolq. Ik hoorde hare stem, helder en sterk, met dien rampzaligen man pleiten, evenals de be schermengelen pleiten. Die woorden moeten al ver mogend zijn geweest, want hoewel zij slechts weinige waren, hoorde ik hem na eenige mi nuten als een klein kind snikken; toen bemoe digde zij hem. Er was een oogenblik stilte, daarna sprak hij luid: „Ik zweer het, ik zweer het, hoor mij, mijn God." Daarna een hartstochtelijke kreet van „Anna, verlaat mij niet. God ontferm u mijner Zij is dood." Wat er in dat half uur voorviel weten alleen God en zijne engelen; het was een geheim dat tusschen de doode vrouw en den levenden man bleef. Ik weet alleen dat hij on- aantal reizigers uit de dagen van trekschuit en postwagen, met dat hetwelk tegen woordig door stoom wordt vervoerd. Het zelfde verschijnsel merkt men op met tal van industriëele artikelen, welke thans met behulp van stoom worden voortge bracht. Daarbij komt, dat de stoom niet alleen de menschenhanden niet heeft verdrongen, maar integendeel meer handen werk geeft, dan in de vroegere toestanden vereischt werden, 't Is waar, de tijd van overgang heeft in dit opzicht voor sommige bedrij ven tijdelijke bezwaren in het leven ge roepen, maar na korten tijd werd het even wicht hersteld. Om nog eens de spoorwegen tot voor beeld te nemen, ook hij die verandering beklaagde men het lot van de menschen die met chaise of diligence den kost ver dienden en broodeloos dreigden te worden, de ondervinding echter leerde spoodig, dat de spoorwegen aan veie duizenden handen meer werk gaven dan vroeger voor de middelen van vervoer noodig waren. Alle overdrijving schaadt, en ontegen zeggelijk heeft er op het gebied der pro ductie overdrijving plaats gehad, maar dat was meer een ziekeli]k verschijnsel in het stoomwezen, 't welk met de zaak zelf niet te maken had. Ook in dagen toen er nog aan geen stoom gedacht werd, heeft men op het gebied van handels- en industriëe le onderneming dergelijke dwaasheden ge zien; ook toen bracht somwijlen overdrij ving storing in de algemeene welvaart, misschien in hare gevolgen van nog na- deeliger aard, dan die welke wij thans he ieven. Na den oorlog van 1870 meende men in Duitschland, dat de gouden eeuw was aangebroken. De ongelukkige vijf milliar- deu brachten de hoofden op hol; fabrieken en allerlei inrichtingen verrezen als padde stoelen. Men kwam handen te kort om de werktuigen te bedienen en kocht die met gond. Rampzalige dagen voor den werk man, die toen weelde en verkwisting leer de kennen, om later, toen de koorts voor bij was en de industriëele patiënt verzwakt daar nederlag, te deelen in de reactie, en o-ebrek aan arbeid hem tot armoede bracht, O verschillig in misdaad en ondeugd verzonken, vol met een hart vol zonde en hartstocht haar kamer was binnen getreden en dat toen hij de ze verliet, de engelen zich over hein verheugd hadden zooals zij liet doen over iemand die be rouw beeft; het verstokte hart was verzacht; Gods genade had het geraakt; de oogen die zoolang droog waren geweest, stortten tranen van het innigste berouw; de lippen die zich slechts open den om vloeken, verwenschingen, lage en ruwe woorden te uiten, hadden een gebed om erbarming gesproken, hadden het bleeke gelaat van de stervende gekust en hadden zich op den voet van het kleine kruis gedrukt dat zij in haar handen hield.God had haar in het sterfuur kracht gegeven om zulke woorden te spreken zooals Hij ze slechts in kan geven, en dat arme zondige hart werd er door getroffen, en gaf zich over aan de zoete genade van God dia er in vervat was. Toen ik dien laatsten kreet hoorde, snelde ik de kamer binnen. Helaas! het was te laat. De arme man lag er nog geknield, zijne handen dubbel zwaar te dragen, nadat hij een aan tal behoeften had leeren kennen. Zij allen kwamen het getal der ontevre denen vermeerderen en leveren toevoer voor de socialistische propaganda, mede een zie kelijk verschijnsel, dat verminderen zal naarmate de normale toestand terugkeert, altijd als men het met verstand blijft be strijden. Aan het herstel van den normalen toe stand, aan een nieuw tijdperk van welvaart en bloei, zou niet te deuken zijn, indien de Belgische geleerde gelijk had en de oor zaak lag in de gevolgen van de toepassing van het stoomwezen. In dat geval zou de Chinees gelijk hebben, die zooals wij de zer dagen vernamen, aan zijne landgenoo- ten ontraadt, zich met die Europeesche nieuwigheden in te laten en den stoom O aan de barbaren van het westen over te laten. Het fabriekswezen toch kan men niet meer in den vroegeren toestand te rugbrengen. De stoom is er niet alleen, o O 7 maar de menschelijke geest zal zich voort durend toeleggen, er telkens meer partij van te trekken. De overproductie en hare treurige gevolgen zoudeu dan voortdurend toenemen, totdat eindelijk ook in Europa honger en ellende een deel van het mensch- dom wegraapten, zooals wij dit tegenwoor dig in het verre Oosten, in China en Hin- dostan zien gebeuren. Zoo pessimistisch behoeft men het he den echter niet op te vatten, want de krach ten, ons door den stoom geschonken, zijn evenzeer een aanwinst, een bron van rijk dom, als het vinden van een goudmijn of petroleum-bron. De stoom moge invloed hebben op de waarde van het geld, het is een voortbrengende kracht, welke men vroeger niet kende en die het nationaal vermogen verhoogt. Juist tegenovergesteld daarentegen zijn de ontzettende legers, die voortdurend op de been worden gehouden. Zij trekken de beste nationale krachten tot zich, en in plaats van voort te brengen, komen zij ten laste van de burgerij. Het staat vol komen gelijk alsof de Staat zoovele armen of bedeelden meer telt als het aantal zij ner soldaten groot is. Erger nog, de ar men kan men dwingen althans iets van rustten in de hare, en bet Crucifix tusschen hen in; maar zij was dood; vrede en rust kwamen ten laatste en de afgematte geest was naar zijn va derland gegaan. Zij was gestorven toen ik de kamer binnen kwam. Een zoete glimlach rustte op het schoone, kalme gelaat dat nog in den dood zoo schoon bleef. Ik maakte zijn handen uit de hare los, maar, o God bewaar mij om nog ooit tegen woordig te zijn bij zulk een tooneel van wroe ging en angst. Hij wilde niet vertroost worden, ging in de aangrenzende kamer, wierp zich hij op den grond, waar hij verscheidene uren in de uiterste wanhoop der wroeging door bracht. Getrouw aan mijne belofte raakten geen an dere handen dan de mijne, de arme Anna aan, maar heete tranen stroomden uit mijne oogen, toen ik haar in haar wit doodskleed hnlde. Ach I waarde lezer, indien gij die donkere builen op de schoone armen, die bewijzen van slechte be handeling en wreedheid, die zij met zooveel angst had verborgen gehouden, gezien hadt, dan liadt huune krachten aan het algemeen te ge ven, door hen in werkhuizen of anders zins bezig te houden, maar de soldaat moet geheel onderhouden worden. Het nijvere deel der bevolking moet beginnen een deel van zijne verdiensten af te staan, ten ein de den soldaat te voeden en te kleeden. Bestond die verplichting niet, dan zou de werkeude, voortbrengende klasse, 't geen zij nu voor het leger moet afzonderen, kun nen besparen en alzoo haar vermogen ver meerderen. De soldaat draagt bij tot de vernietiging van het nationaal vermogen; hoe grooter hun aantal is, hoe sterker dit gevoeld wordt. Dit is geen blaam voor wie deel uitmaken van het leger, de over- groote meerderheid doet het met tegenzin en gedwongen. Ook zij, die met liefde en uit vrije beweging het vaandel dienen, zijn geenszins te veroordeelenzij hegrijpen dat tegenover den gewapenden nabuur geen ongewapende mag staan, zij vervullen zoo doende een plicht jegens het vaderland. Dat neemt echter niet weg, dat de groote legers een kanker zijn voor de welvaart van de beschaafde wereld en zij ook in direct medewerken om den toestand van malaise te doen voortduren. De ondernemende koopman begint te aarzelen als hij al die oorlogstoebereidse len ziet; hij weet dat hij in de eerste plaats het slachtoffer is, indien het tot een uitbarsting komt. Men gevoelt zich onwillekeurig als op een vulkaan, en dat is allerminst geschikt om de plannen vaor de toekomst te maken. De groote legers zijn als het leven hoven zijn stand of vermogen. A. wil niet onder doen voor B, en B niet voor A, en zoo doende ruïneeren zij elkander. Ongelukkig moeten de kleine Staten het voorbeeld van de groote volgen, dus ook wij. Feitelijk geven wij nu reeds veelmeer voor leger en vloot uit dan onze krachten gedoogen, immers moeten volstrekt nood zakelijke zaken worden uitgesteld, omdat onze financiën zulks niet toelaten, daar de uitgaven voor defensie tot eene hoogte zijn gestegen, welke elke uitgaaf, die niet absoluut voor den dienst noodzakelijk is, belet. Wij hebben nog niet eens een defensie ook gij geweend. Toen ik haar weelderig haar bijeen had gebonden en onder de witte muts had verborgen, nam ik er eerst een glinsterende streng van af voor den armen echtgenoot, die, ik wist het, deze op hoogen prijs zou stellen, maar toen ik eindelijk de dunne witte handen op het afgetobde hart vouwde en de gekwetste vinger en den kleinen ring zag, begaf mij mijne kracht, en ik weende zulke heete tranen over haar als ik nooit te voren gestort had. Zoo jong, zoo schoon en zoo ongelukkig, maakte zij toch zulk een goed gebruik van haar lijden; maar ééne gedachte troostte mij, dat zij ter ruste was, en hare kleine May had weer ge zien. Ik ga de tooneelen die wij met den ar men Ley'ton hadden, voorbij. De goede priester en ik deden alles wat wij konden om hem te vertroosten, maar alles te vergeefs. Zoolang Anna niet begraven was verliet hij haar dag noch nacht. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1