NIEUWE No. 323. Zondag 2 November 187!). 4e Jaargang Radicaal onderwijs. jj 30 Cents. De Robijn van het huis Vatteville. HAMMM 11)1 111 VI. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIEN AGITE MA NON AGITATE. Van 16 regels Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. A verten tien worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Wegens den invallenden feestdag van Allerheiligen verschijnt dit nomme r een dag vroeger. Men moet den radicalen de eer geven welke hun toekomt; ze zijn altijd bij de hand om voor hunne alleen gelukkig ma kendebeginselen eene lans te breken. En voorts moet het als een bewijs hunner zeer uitgebreide menschenliefde worden ge- D O roemddat zij alle volkenwaar ook op aarde wonende, willen doen deelen in de »zaligheid« aan hun streven en werken verbonden. De heer Moens ex-modern predikant van de hervormde kerkthans lid der Tweede Kamer, gaf van een en ander, bij de jongste beraadslagingen in dat staatslichaam over de begrooting voor Indië gevoerdde tref fendste blijken. Toen namelijk de uitgaven ten behoeve van het onderwijs aan de inlandsche be volking aan de orde kwamen nam de heer Moens het woord. Hij verlangde uitbreiding van het gou- vernemeuts-onderwijsde inlanders moeten met de weldaad van het staatsonderwijs zoo spoedig en zoo algemeen mogelijk wor den begiftigd. En dat onderwijs moet zich niet slechts bepalen tot het allernoodigste, volstrekt niet, het moet worden gegeven deugdelijk en degelijk {men weet dat de radicalen ouder die woorden nog al iets verstaan!) en het moet daartoe, hier komt 't radicale aapje alleraardigst uit de mouw, door een goed georganiseerd kader van ambtenaren worden gecontroleerd en er moeten vooral ook vele en goede kweek scholen zijn, waarop die toekomstige leer meesters der inlandsche jeugd zullen wor den gevormd. Zoo als men ziet is het Indisch school- ideaal van den radicalen heer Moens pre cies aan het Nederlaiidsch school-ideaal der libertijnsche richting gelijk. De kinderen moeten zoo geleerd moge lijk worden gemaakt; zelfs aan de jonge Javaantjes moet allerlei Westersclie wijs heid worden geleerd. Verder moeten de F EU1LLE T O N. Vervolg en slot. Het is waar, zeide Margaretha afgetrokken, terwijl zij de koude mist van de glazen trachtte te wissehen, en zonder de woorden der abdis te liooren. En beiden zweger. eenige oogenblikken. Dat is een treurige nieuwjaarsdag! hernam op nieuw mevrouw van Vatteville, na eenige oogenblikken. Och waarom, zeide de g iede Margaretha, waarom kon ik niet, ten koste van mijn bloed, mij beter en aangenamer voor u maken, waarde meesteres! En waarom ben ik ni.-t ine r rijk? Waarom ben ik geen abdis van Vatteville meer, om zoo veel verknochtheid en edelmoedigheid naar waar de te kunnen beloonen! Twee hevige slagen op de deur deden on dit oogenblik de arme abdis en hare dienstmaagd op springen, die vol schrik de deur opende. scholen druk en streng door inspecteurs worden nagegaan en op zeer kostbare kweekscholen behooren de onderwijzers dier staatsscholen te worden opgeleid. Als men nu wellicht zou meenen dat er tusschen onze maatschappelijke toestanden en die in Indië eenig gewichtig verschil bestaat, dat ook van invloed moet wezen op schoolgebied, dan zou men zich van den kant der radicalen allerlei lieflijke ad jectieven naar het hoofd zien geworpen, verwijten welke daarop zouden nederko- men, dat men tot de ergste en ergerlijk ste dompers en duisterlingen behoort. Het geen de Moensen voor Indië willen is niet meer of minder, dan dat het zal worden geregeerd met al de heilgoederen van het liberalisme. Daar zoowel als hier staan zij een on derwijs voor zonder de wijding en de be zieling van den godsdienst. Zeer juist en treffend heeft dat de heer Heijdenrijck aangewezen. Zijn advies is zoo belangrijk, dat wij het grootendeels hier laten volgen»Mijns bedunkens zoo sprak hij dringt de heer Moens, van zijn standpunt zeer te recht, steeds aan op uitbrei ling van het onderwijs voor inlan ders. Jkd vormt een deel der allernieuwste liberale wereldbeschouwing. En ik zon. het dan ook niet kunnen overeenbrengen te zijn voor stander der allernieuwste koloniale politiek, daar waar sprake is van stoffelijke zaken en anti-nieuwerwetsch op het gebied des geestes. Welk onderwijs wil de heer Moens? On derwijs in lezen en schrijven Beslist tegen stander als ik ben van het verfoeilijk stelsel van exploitatie van den Javaan ten bate van den Mammon, zou ik dat denkbeeld met de meeste warmte willen ondersteunen en zelfs den inlander door het aanleeren van lezen er toe willen brengen om b. v. met vrucht van onze Handelingen kennis te nemen. Maar indien ik het goed begrijp wil de geachte spreker een onderwijs dat van op voeding niet te scheiden is. Is nu deze onder stelling juist, en gaat de Minister alsdan met den heer Moens mede, dan wil ik de pertinente vraag tot Zijne Excellentie rich ten: welke opvoeding wilt gij den Javaan verstrekken? Met de meeste bescheidenheid, Margaretha, zeide de oude portier, den knecht van vader Simon binnenleidende, die heer wil u sprekenIk geloof echter, dat hij zich bedriegt. De knecht reikte de abdis een brief over. Dank 11, mijnheer Thibout, dank u, zeide Margaretha, de deur openhoudende, ter wijl zij wachtte tot de onbescheiden portier ver trokken was. Dank u. Het is voor ons, voegde zij er bij. Mevrouw van Vatteville, ziende dat hij bleef staan, gaf hem met een gebaar vol deftigheid te kennen, dat bij zich moest verwijderen. - Geen stuiver rijk, en trotsch als aristo- kraten! morde de oude portier woedend dat zijne nieuwsgierigheid niet voldaan was geworden. De abdis ging naar het venster, zette haren bril op, brak ilea brief met bevende hand open en las „Eindelijk liéb ik met een koopman over den prijs van het bewuste voorwerp kunnen spreken. Ik heb met groote moeite eene som van 25,000 franken bedongen, hetgeen eene groote som is. Maar de betalingen zijn op groote termijnen ge- maar met den meesten nadruk verlang ik daarop een antwoord. Toch niet de opvoe ding die er toe zou kunnen leiden, om de Javaansche echtelieden met den beker vol zachtwerkend vergift voor hun legerstede den doodslaap te doen zoekenMaar ik stel de vraag indien gij den Javaan in dien zin opvoedt, zonder dat gij den steun van den godsdienst daar aan toevoegt, welken troost zult gij hem schenken in de wederwaardigheden des le vens, welke ook zijn deel zijn? Hoe zult gij, zonder den steun van den godsdienst, hem de gehoorzaamheid inprenten ter hand having van uw gezag? Indien op dit al les geen redelijk antwoord te geven valt, dan zeg ik, onderricht den Javaan in le zen en schrijven goed maar voedt hem niet op. Wij hebben ons veroorloofd enkele woor den, door den lieer Heijdenrijck in zijn aangehaalde rede gebezigd, te cursiveeren, wijl zij alleen reeds duideljjk genoeg den geest doen kennen, waarin die waardige afgevaardigde sprak. Met onmiskenbare welsprekendheid pro testeerde hij (de heer des Amorie van der Hoeven ondersteunde hem daarin later met kracht) tegen eene opvoeding, waaraan het godsdienstig elemeut ontbrak, terwijl hij, tot toelichting van zijn gevoelen, met het volste recht zich beriep op bet ont zettend feit, dat onlangs te Groningen voorviel en waarop door ons ook reeds de aandacht werd gevestigd. Wanhoop en vertwijfeling liggen, de heer Heijdenrijck deed wel het te herinneren, aan het eind punt van den weg, waarop de ongeloovi- ge richting ook op het gebied van onder wijs en opvoeding, de menschheid voe ren wil. De allernieuwste liberale wereldbeschou- wingwelke men ook aan de inlandsche be volking in Indië brengen wil, voert tot het eeuwige verderf, dus niet tot het niet zijn, waarvan een ongeloof dat nog niet eenmaal op de hoogte bleek van de Ileidensche wijs- geeren, ivier leer het heet te belijden, tel kens bazelt. Tegen een onderwijs, dat propaganda zou maken voor de liberale wereldbeschou- steld. Ik geloof dus u van dienst te zijn in uwen toestand, als ik u eene lijfrente van 1500 franken 'sjaars aanbied, welk geld, na uwen dood op uwe dienstmaagd, die u zoo getrouw en eerlijk gediend hoeft, zal overgaan. „Indien gij er in toestemt, zal mijn bediende u reeds een jaar vooruit betalen. uSimon." De goede, brave man! riep de abdis in hare vreugd j uit; want in hare rechtschapenheid had zij geen denkbeeld, dat men op de gedachte kon komen van haren toestand partij te trekken. Wat er ook van zij, de abdis was voortaan aan zuinigheid gewend, leefde van toen af geluk kig en gerust en altijd omringd door de teedere zorgen van Margaretha. Zij bereikte den leeftijd van bijna honderd jaren, en zegende vader Simon dagelijks, wien zij als haven weldoener be schouwde. Wat Margaretha betreft, zij overleefde hare meesteres, die zij lief had en aan welke zij zulke overtuigende bewijzen van liefde en gehecht heid gegeven had, slechts eenige maanden. wiug kwam de heer Heijdenrijck (de waar heid gebiedt ons te erkennen, ook de beer Keuchenius) in verzet. Hij ontvange daar voor den dank van allen die met hem zich noemen naar den Eenigen Naam onder den hemel tot zaligheid gegeven. Het antwoord van den minister Gol- stein op de vraag van den heer Heijden rijck bepaalde zich tot de opmerking, dat er, met betrekking tot het inlandsch on derwijs eene ordonnantie bestaat van 1871, waaraan de hand moet gehouden worden. Bedriegen wij ons niet dan is in die or donnantie enkel van onderwijs in het hoogst noodige sprakezoodat die ordonnantie dan ook geen aanleiding geeft om bet ge vaar te duchtendat aan het onderwijs eene opvoeding in modern-radicalen zin zal worden verbonden. De heer Moens beantwoordde den beer Heijdenrijck met eene lofrede op liet neu trale staatsonderwijs waaraan hij (er zal waarschijnlijk toen Jiij die woorden sprak wel een homerisch gelach zijn opgegaan in de Kamer) eene verheerlijking liet voor afgaan van deverdraagzaamheid en de onderlinge liefde der radicalen. Volgens den heer Moens nu staat het met de resultaten van het neutrale onder wijs oneindig beter geschapen dan met die van het bizonder onderwijs. De gemeenten waarin geen scholen zijn van de christelijk- historische richting of van de Katholieken zijn ideaal-gemeenten. Als men in die ge meenten vraagt zeide de heer Moens of de schoolgaande kinderen, tot mannen O en vrouwen opgegroeidzoo veel minder zijn in deugd en zedelijkheid, in gehecht heid aan en waardeering van dit levenin gehoorzaamheid aan wet en recht, dan zullen zij van alle eerlijke lieden ten ant woord ontvangen dat daarin volstrekt geen O O onderscheid i3 te zien, dan hierin alleen dat er meer eensgezindheidmeer rust meer vrede heerscht dan elders. Heerlijker en prachtiger beeld van den paradijs-toestanddien bet staatsonderwijs in het leven roept, kon wel niet geleverd worden dan dat, hetwelk door den keer Moens in profetische en poëtische ver- beffing werd ontworpen! De oneerlijke handelwijze van vader Simon leverde, zoo als zulks altijd gebeurt, weinig voor deel op. Na zijnen schat lange jaren verborgen te hebben gehouden, bood de krooning des keizers hem de gelegenheid aan, hiervan partij te trekken. Ongelukkig bliezen hem zijne hebzucht en on- wtendheid een noodlottig denkbeeld in. „Als die steen, zeide hij, zoo ouderwetsch geslepen en ge vormd, verscheidene millioenen waard is, wat zal hij dan wel waard zijn, als hij nieuwerwetsch geslepen en van alle vlekken gezuiverd zal zijn. Hij vond een juweliersknecht, die voor een som van 3000 franken de vlek deed verdwijnen, en hem geheel nieuwerwetsch maakte. Maar die vlek was het blazoen van den Vatte ville, zijn oorsprong, zijne waarde, zijn ouds vorm, zijne schoonheid, zijne echtheid! Aldus mis maakt, wilde niet een juwelier hem erkennen. liij was geer. duizend kroonen meer waard! Op die wijze verloor een der schoonste edel- steenen van Europa zijnen naam en zijne waarde en verdween uit de Gids der Juweliers, waarin nog heden zijne geschiedenis bevestigd wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1