NIEUWE No. 337. Zondag 21 December 1870. 4e Jaargang. De schoolstrijd. BUITENLAND, De Familie Choisel. België. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Buiten Haarlem franco per post1,— Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 't Is een merkwaardig teeken des tijds, dat de schoolstrijd in verschillende landen van ons werelddeel een zoo geducht aan zien heeft verkregen, dat vele bezadigde lieden er zich ernstig ongerust over be ginnen te maken. De neutrale staatsschool door de regeeriagen voorgestaan en met de penningen der belastingschuldigen rij kelijk geschraagd, heeft een strijd op le ven en dood tegen het bizonder onderwijs aangevangen, en vleit zich door gelde lijk overwicht den tegenstander te ver pletteren. Het bizonder onderwijs echter bouwt zijne hoop en verwachtingen op den gods dienstijver van ouders en voogden, die mee- nen dat de Kerk haar invloed bij het on derricht der jeugd moet doen gelden, en dat de ontwikkeling van den menschelijken geest geene goede vruchten kan afwerpen, tenzij godsdienstzin en christelijke deugden in 't gemoed der leerlingen worden aan gekweekt. De voorstanders van dit begin sel hebben in den laatsten tijd een mach tigen bondgenoot gewonnen in den Prui- sischen Minister van Eeredienst en Onder wijs, den heer von Puttkammer, die aan eene deputatie van onderwijzers onverholen heeft te kennen gegeven, dat de Kerk een his torisch recht op de school heeft en dat alleen door samenwerking van Staat en Kerk bevredigende uitkomsten van de volks school te wachten zijn. De minister voeg de er bij, dat hij de overtuiging had, dat zijne woorden bij velen in den lande geene sympathie zouden vinden, doch dat hij niet aarzelde te verklaren, dat het stelsel van zijn voorganger dr. Palk, om alle scholen volgens hetzelfde beginsel te regelen, in de praktijk op onoverkomelijke zwarigheden stuit. De strijd tegen de godsdienstlooze school in Duitschlaud door de conservatieven en het Centrum gevoerd, is zoo dringend en vasthoudend van aard, en wordt door zul ke degelijke en verdienstelijke mannen ge voerd en volgehouden, dat de aanhangers der moderne wereldbeschouwing in het Duitsche Rijk aan het welslagen hunner pogingen beginnen te wanhopen. Dat Ger- manje thans eeu overwegenden invloed op FEÜ1LLETO N. IV. Vervolg. Zoo verliep deze smartvolle dag, en de naderende avond vermeerderde nog de ongerustheid der huisgenooten. Toen het schemerlicht ook verdween, en plaats voor de duisternis maakte, kwam Lodewijk bin nen en bracht een briefje. Van wien is het? vroeg Henriette. De portier kende den brenger niet. Goed. De bediende vertrok. Geen adres..:, dat is zonderling, mompelde het meisje, haastig het lak verbrekende. Nauwelijks had zij het geschrift ingezien of een glans van vreugde werd op haar gelaat zichtbaar. de staatkunde en op het stelsel van op voeding eu onderwijs in Europa uitoefent, valt niet te loochenen. Sedert den laatsten Frausch-Duitschen oorlog richten de blik ken zich niet meer naar Parijs, maar naar Berlijn. Aan de oevers van de Spree zetelt nu de staatsman, die een machtigen in vloed op de lotgevallen van Europa uit oefent, en het is van algemeene bekend heid, dat hij, de krachtige Duitsche Kan selier tegenwoordig naar de rechterzijde overhelt en liberalen met socialisten ver eenzelvigt. Zijn ijzeren wil zal voor het gezag van een Ferry, van een Van Hum- beeck, van een Six, op het gebied van t volksonderwijs niet bukken. Von Bismarck kan aan de genoemde Ministers de wet niet voorschrijven, doch zijn zedelijken invloed op de volksschool, ook zelfs buiten Duitseh- land's grenspalen, vermogen zij niet weg te cijferen. Bovendien vindt de stoute Duitsche Kanselier een moedigen bondge noot in Engeland's eersten Minister lord Beaconsfield, die een bepaald tegenstander der godsdienstlooze school is en onlangs openlijk heeft verklaard, dat hij liever geen onderwijs wilde dan een zoodanig, waarbij niet aan de jeugd geleerd wordt, dat eene alwijze Voorzienigheid de wereld gebeurtenissen regelt en bestuurt. De Belgische minister voor de zaken van het ouderwijs heeft in een onbewaakt oogenblik verklaard, dat de Katholieke Kerk een lijk is en dat men zich gereed maakt dit te begraven. De rondborstige verkla ring heeft den Katholieken Belgen de oogen geopend, en met wantrouwen vervuld no pens de nieuwe schoolwet, welke in den Belgischen Senaat met de meerder beid van slechts ééne stem werd aangenomen, en tegen welke wet de president van den Se naat, de liberale prins de Ligne, met kracht het woord gevoerd heeft, zelfs zoodanig, dat de eerbiedwaardige grijsaard, die in aanzien slechts voor den Koning van Bel gië onderdoet, verplicht was de vergader zaal door een achterdeurtje te ontwijken, om zich voor de uitjouwingen en mishan delingen van een opgehitst gepeupel te vrijwaren. Dat men bij gebrek aan dege lijke bewijsgronden, zich in België van straatrumoeren bedient om aan 't over- kropt gemoed lucht te geven, hebben Brus- Moeder, bet is de hand van Chalon!.... bet is tijding over Eduard! Deze woorden maakten indruk op de gemoeds gesteldheid der gravin; ijlings stond zij op, nam den brief uit de hand harer dochter en las: „Eduard is gered. Verlaat de stad nog dezen nacht; de persoon, die ons de goede tijding bracht, zal u reispassen bezorgen; neem de route over Tours; er is reeds iemand vooruitgezonden om paarden te bestellen. Onder weg zal ik u spreken." C. Mevrouw Choisel drukte het papier aan de lippen, terwijl tranen van aandoening hare oogen ontrolden. Mag ik deze regelen gelooven? zou de tijding waar zijn?.... welk eene afwisseling van droefheid en blijdschap!... o Heer, gij slaat slechts om te heelen, riep de nu weder gelukkige moe der. Mijn kind, vervolgde zij, alle toebereidselen tot het vertrek moeten oogenblikkelijk gemaakt worden; wij weten wel niet waarheen onze be stemming is, maar zullen den gegeven raad op- sel, Luik en Antwerpen ons reeds meer malen te aanschouwen gegeven. De heer Van Humbeeck heeft zijne land- genooten in twee vijandelijke kampen ge splitst, en ziet onderwijzers en onderwijze ressen bij honderden de staatsschool verla ten, om tot het bizonder onderwijs over te gaan. De leerlingen en hunne ouders en voogden willen van de weldaden der nieu we Belgische schoolwet niet gediend zijn, ofschoon zij een kosteloos onderwijs geeft, waarvan de armen gedwongen zijn gebruik te maken, omdat men hun bij weigering eiken onderstand onthoudt. Waar eene re geering gedwongen is zulke vrijheid doo- dende middelen aan te wenden om de uit voering eener wet te verzekeren, kan de wet noch populair, noch krachtig zijn. Too- neelen van spanning en wanorde staan in België voor de deur, waarvan het einde O nog niet te voorzien is, en dit in een tijds gewricht, dat de kleine Staten van ons werelddeel meer dan ooit behoefte hebben aan binnenlandsche vrede en eendracht, om aan de omhelzingen van begeerige na buren, welke op verstikking uitloopen, te ontsnappen. Der Belgen leus: Vunion fait la forceis een leus van bitteren spot geworden, eu dit is vooral toe te schrijven aan de roe- kelooz9 vermetelheid, waarmede de minis ter Van Humbeeck het geweten zijner Ka tholieke landgenooten geweld poogt aan te doen. Men gaat thans van 't plau zwan ger om de bezoldigingen der Belgische gees telijkheid, hoezeer gewaarborgd door de grondwet, in te houden; doch de ervaring met het beruchte Brodkorbgesetz in Duitsch- land reeds opgedaan, heeft voldoende aan getoond, dat de stem des gewetens door de kracht van den geldbuidel niet te smo ren is. Als men de hevige taal van de Etoile Beigeeen officieus dagblad gadeslaat, komt men tot de convictie, dat de spanning bij onze zuidelijke buren zoo dreigend gewor den is, dat eene uitbarsting niet meer te vermijden is, tenzij het gouvernement nog tijdig door concessiën de verontrusie ge moederen der Katholieke Belgen tot beza- digheid wete terug te voeren, want geen strijd is zoo gevaarlijk en hardnekkig, als een strijd van onvereenigbare beginselen. volgen. Lodewijk en Charlotte zullen ons ver gezellen. Dadelijk begonnen de vrouwen te pakken. De voornaamste kostbaarheden werden in koffers geborgen, en met het ingepakte goed op de ge wone reiskoets geladen, welke de knecht intus- schen had gereed gemaakt. Men was druk bezig toen de markies de Saintville werd aangemeld. Schielijk trad de gravin de binnenkomende te ge- moet, en overlaadde hem met vragen. Waarde mevrouw, zeide hij de schouders ophalende, het is de tweede maal dat ik het ge noegen heb u van dienst te kunnen zijn, maar om de waarheid te zeggen, weet ik van de toe dracht der laatste zaak zoo weinig als van de eerste. Dezen namiddag ontving ik een briefje van den heer Chalon; hij verzocht mij alles aan te wenden om passen te bekomen, en gaf mij het getal personen en de reisroute op. Onmiddel lijk heb ik aan zijn verlangen zoeken te voldoen en het is gelukt; dit liet ik hem weten.... Zie hier, viel Henriette hem in de rede, Ook in ons vaclerlaud is de schoolques- tie nog gansch niet uitgestreden. De taal door den heer Van Lijnden van Sanden- burg bij de behandeling van het antwoord op de troonrede gevoerd, heeft aan de Ka tholieken en Orthodoxen den handschoen toegeworpen, en deze hebben, bij monde van den moedigen heer des Amorie van der Hoeven, dien handschoen opgeraapt, met het plan om de godsdienstlooze school, met alle wettige middelen waarover zij kunnen beschikken, te bestrijden. Men wane niet, dat deze middelen gering zijn, want be halve de aanzienlijke geldelijke lasten, wel ke de nieuwe schoolwet bij ons ten gevol ge heeft, zal de regeering de gewetens bezwaren van de meerderheid der natie tot zwijgen moeten brengen, en dit is geene geringe taak bij een volk, dat zoo als het Nederlaudsche, er hoogen prijs op stelt, den godsdienst zijner vaderen in eere te houden. Moge het aan de wijsheid onzer staats lieden gegund zijn den geschokten vrede in ons Vaderland te herstellen, door eens voor goed, eerlijk en onpartijdig de leus: gelijk recht voor allentot eene onbetwist bare waarheid te heffen. Dan, maar ook alleen dan, zullen de zonen van hetzelfde Vaderland de kracht ervaren, welke in der vaderen spreuk gelegen is: eendracht maakt macht. Wij wenschen van gauscher harte, dat deze blijde dageraad weldra voor ons aan de oosterkimmen moge gloren. Al verkondigt de minister dat de nieuwe wet met primo Januari 1881 zal wor den in werking gebracht, toch geven wij den moed nog niet verloren. Er kan voor dien tijd nog veel gebeu ren en veranderen. In liet Belgische parlement schijnt men zich tegenwoordig ter afwisseling met kwinkslagen en aardigheden bezig te houden. Een er van willen we hier mededeehn. De heer Jottrand namelijk had hetgeen de heereu Kervijn en Coomans ge zegd hadden cog al'cine (wartaal) genoemd. De heer Wasseige riep terstond uit: „Ou est I'cine?" waarop de heer Jottrand, onder algemeen gelach volgen liet: „Le coq c'est moi." een brief, waarin Gustaaf ons meldt, dat gij de goedheid zoudt hebben er voor te zorgen; dit zeggende overhandigde zij den markies het papier. Hij zag het in en las. Ik verheug mij met u mejuffrouw, over de redding van den kleinen Eduard. Dit bericht staat in verband met mijn antwoord, zeide de Saint ville het briefje teruggevende, ik heb alle voor schriften van den heer Chalon nauwkeurig opge volgd: hier zijn twee passen; deze is op naam der burgeres Camell, nicht van den Amerikaan- schen consul te Marseille, reizende met hare doch ter en twee bedienden.... Werwaarts is de bestemming? vroeg de gra vin, want die weten wij niet. Volgens den pas, is uwe reis naar Madrid langs den weg van Tours; men heeft dit zoo op gegeven. Welk een afstand! dan ons besluit is ge nomen, wij vertrekken ten spoedigste. {Wordt vervolgd). JgStMSTÏF.KDT;r" AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1879 | | pagina 1