i
r
buitenland]
1879—1880.
i
A
I
Engeland.
België.
Duitschland.
Frankrijk.
Rusland.
TE
I f
HllKllHSIil
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
MN j-lLaD.Rï j
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5 »v: j
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents pér advertentie ff Contant.
Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en VrjjdagH
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS bAUEE'
Nog enkele uren en het jaar 1879 zal
tot de geschiedenis behooren en zich aan
gesloten hebben aan de rij zijner voor
gangers.
De laatste oogenblikken van het oude
jaar stemmen ons tot ernst en kalme over
peinzingen. Bedaard en weltevreden wach
ten wij het plechtig oogenblik af dat ons
in een nieuwen jaarkring zai inwijden. De
uren schijnen langzamer dan gewoonlijk,
voort te snellen en de seconden op het
uurwerk onzer woonkamer, schijnen zich
tot minuten te rekken. Wij zien nog een
maal terug in het verledene en beschou
wen het stervend jaar als een vrieud die
ons voor eeuwig verlaat en ons voor het
laatst hartelijk de hand drukt.
Nog weinige oogenblikkenhij rukt zich
van ons los en hij verdwijnt voor altoos!
In diep gepeins verzonken overzien wij
de geslachten, die voor ons geweest zijn,
als ontelbare verwelkte bloemen op bet
onafzienbare veld des doods rondgestrooid.
Daar liggen zij, de millioenen wezens, die
eenmaal even als wij dachten, gevoelden,
hoopten, vreesden en wenschten! Daar lig
gen zij, voor onze verbeelding, met geslo-
tene oogen en bleeke wangen, in hunne
stille en eenzame grafkuilen. Wij hoopen
eeuwen op eeuwen te zamen en zij snellen
ons voorbij als gloeiende zonnen, die, straks
uitgedoofd, in het duistere meer der eeu
wigheid wegzinken. Wij zien volken en
tronen met rijk uitgedoste vorsten, voor
zien van scepters en zwaarden, krijgsben
den, die ons oog niet kunnen overzien.
Wij zien die allen aan den verren hori
zon oprijzen, zich uitbreiden als wolkge-
gevaarten, terwijl een hoogere macht hun
ne gestalten wonderbaar vormt en ver
mengt en een eeuwigdurende adem des
winds ze ijlings uiteendrijft en doet ver
dwijnen. Met weemoedige aandoening be
schouwen wij ook de geslachten die met
ons bloeien, een veelkleurig veld vol bloe
men verrukkelijk in kleur- en geurver-
menging. Maar helaaswij bemerken het,
overal vielen bladeren af, overal knaag
den wormen aan de teedere wortels, over
al verflensten pas ontloken rozen op hun-
FEUILLETON.
De Familie Choisel.
Vervolg.
1* ™-
Burger kapitein, zeide ik zijne hand om
vattende, gij wilt iets voor mij doen, volbreng
dan mijn verzoek, geef een onschuldig kind, dat
men het ouderlijke huis ontrukt heeft, aan zijne
radelooze moeder weder; hergeef het leven aan
baar, die vroeger uwe weldoenster was. Ik mag,
ik kan het niet, sprak hij zachtjes. Gij moogt,
gij kunt wel, het hangt van u af ons te
redden; wat nut kan de republiek hebben aan de
gevankelijke bewaring van een kind? Zoo ging ik
voort., en daar ik meende te bespeuren, dat hij
als het ware met zich zeiven in tweestrijd stond,
stelde ik al mijne welsprekenheul in het werk,
om hem over te halen. Ik wil mijn plicht niet
verzaken, antwoordde hij eindelijk, gij vergt van
mij het onmogelijke. Gaarne wil ik uw lot ver
zachten, maar meer kan ik niet; de lucht zal
nen geknakten steel, overal had de ver
schrikkelijke zeis des doods hartverscheu
rend huisgehouden, weggemaaid wat ons
zoo lief, zoo dierbaar was, wat ons zoo
na aan 't harte lag. En heete tranen ge
wijd aan hunne nagedachtenis vloeien
ons in deze plechtige oogenblikken uit de
oogen.
Zoo peinzen wij in stillen weemoed en
overdenken 's menschen vergankelijkheid.
Nog weinige minuten, dan is ook deze
mijlpaal op ons levenspad bereikt, aan
stilstaan of teruggaan is niet te denken,
de tijd roept ons zijn onafgebroken, een-
toonig voort!nu duidelijker toe dan
anders.
Luide stemmen, vroolijke gezangen, waar-
tusscken zich nu en dan een knallend
vreugdeschot laat hooren, alles overtuigt
ons dat het stervend jaar welhaast bij zij
ne voorouders zal ontslapen en voor zijn
jongen zoon plaats zal maken. De wijzer
onzer klok nadert al meer en meer het
belangwekkend cijfer. Wij worden ernsti
ger dan ooit. Daar slaat de klok op den
hoogen toren met langzame en doffe sla-
O O
gen, het langverwachte twaalf. Het zijn
de kanonschoten, waarmede het oude jaar,
als een afgeleefde vorst, wordt ten grave
gebracht en het nieuwe als zijn troonop
volger, verwelkomd.
Voor velen was de afgeloopen jaarkring
een tijdsverloop van kommer, zorg en el
lende, voor velen heeft hij niet gebracht
wat zoo vurig verlangd en gehoopt werd.
Het vervlogen jaar heeft, even als zijne
voorgangers, hier en elders wonden gesla
gen, teleurstellingen gebracht en offers ge-
ëischt. Maar het heeft ons ook in hooge
mate weldaden geschonken, te grooter naar
mate ze ons onverdiend door de zegenen
de hand des Algoeden werden toebedeeld.
En de beproevingen die wij volgens de
wijze raadsbesluiten van den Albestierder
hebben ondervonden, waren zij niet rijk
aan lessen van levenswijsheid? Brachten
zij niet veel bij om ons te onthechten aau
de aardsche dingen en met een smachten-
den blik naar omhoog te zien, daar waar
reeds zoovelen onzer geliefden het eeuwi
ge Hallelujah zingeu voor den goddelijken
troon? Was de tegenspoed niet vaak me-
voor den kleine gezond zijn, ga vrij in den tuin;
om vier uur wordt de wacht aan de tuinpoort
ingetrokken. Dit zeggende verliet hij ijlings het
vertrek. Ik had zijne bedoeling begrepen, en schreef
onverwijld aan den heer de Saintville, om passen
voor u aan te vragen; want het was te voorzien
dat, wanneer men onze vlucht vernam, u zulks
onaangenaamheden zou berokkenen. De markies
antwoordde, dat aan mijn verlangen voldaan was.
Angstig verbeidde ik het uur, dat ons verlossing
moest aanbrengen, en toen de tijd was aangebro
ken, verzocht ik vrijheid om lucht te scheppen.
Het werd toegestaan, en met Eduard aan de hand
wandelde ik op en neder. Nauwelijks begon het
wat duister te worden, of ik naderde de poort
en vond op de daarbijstaande bank een mantel
liggen, in welks plooien een sleutel half verborgen
was. Denkende, dat de kapitein Ut opzettelijk
zoo geschikt had, maakte ik gebruik van deze
omstandigheid, opende behoedzaam en niet zon
der veel moeite de zware deur, legde den sleutel
weder op de plaats, waar ik dien gevonden had;
en wij bevonden ons in vrijheid....
diciju om den gezonden toestand van ons
hart te herstellen, die door den voorspoed
in wanorde was gebracht? O, zeker is
het God die in zijne oneindige wijsheid de
wonden slaat, maar 't is ook God die ze
in zijne oneindige goedheid en barmhar
tigheid heelt.
Blijven we derhalve ons aanbevelen in
zijne vaderlijke zorgen, al verkrijgt ons
hart niet wat het in zijne kortzichtigheid,
verlangt en begeert. Hij die de leliën des
velds doet groeien en bloeien, zal zijne
kinderen niet verlaten die dagelijks tot
Hem roepen: Vader, die in den Hemel
zijt, schenk ons uwe barmhartigheid en
genade
O dat dan alles wat mensch heet en
als mensch gevoelt op den eersten dag
van den nieuwen jaarkring vergadere en
alzoo gezamenlijk neergeknield voor den
grooten Schepper van 't Heelal, die mi
nuten, jaren, eeuwen naar zijnen wenk re
geert en voor zijn heiligen zetel ziet voor-
bijvloeieu zoo als wij de golven op de zee,
dé hemelen daverend doen weergalmen van
een eenparig loflied. Dan zal ook Hij,
wiens doen liefde is, vreugde, hoop, ge
not en tevredenheid storten in elk hart
dat geloovig uitroept: Abba, Vader!
Vervuld van dien christelijkeu zin roe
pen wij bij den aanvang van het riieuwe
jaar onzen lezers een hartelijken, innigeu
en welgemeendeu heil- en zegenwensch
toe.
Het troepenschip Eupliraat is met ongeveer
1200 man aan boord van Portsmouth naar Indic
vertrokken. De troepen zijn bestemd om het in
Afghanistan te velde staande leger te versterken.
Volgens the Standard zal kort na Nieuwjaar een
uit hoofdofficieren van leger en vloot samengestelde
commissie vergaderen, om de afschaffing van de
marine-artillerie in overweging te nemen.
Er bestaat veel kar.s, dat het Tichborne.-proces
op nieuw zal beginnen. Er is een rechterlijk abuis
ontdekt in het veroordeeler.d vonnis, dat den
Tichborne-pretendent, Arthur Orton, naar het
tuchthuis verwees. Op het gerucht, dat hij dien
tengevolge ontslagen zou moeten worden, heeft
zich onmiddellijk een vereeniging gevormd, die
God zij er voor gedankt! viel de gravin den
spreker in de rede.
Zoodra wij buiten waren, vervolgde hij,
hoorde ik den tred van een man, en de tuindeur
w.;rd zachtjes gesloten. Ongetwijfeld was het Cail-
lou. Spoedig schreef ik een briefje en deed het
u met een vertrouwde toekomen; toen namen wij
het eerste huurrijtuig, dat ons tegenkwam, en
daar mijn pas slechts voor één persoon geldig
was, verborg ik Eduard onder mijn ruimen man
tel. Zoo kwamen wij ongehinderd te Berny aan,
waar ik bij den postmeester, een bekende, met
wien ik dikwijls gejaagd heb, afstapte. Bemerkend
dat er iets ongewoons plaats had, riep hij mij
alleen.
Waarde Chalon, zeide hij, gij wilt uwe reis
spoedig voortzetten, laat ik u een goeden raad
geven. Volg de groote route niet; ik zal u langs
Zijwegen verder brengen, dan zal men u zoekende
het spoor bijster worden. Met vreugde, nam ik dit
aanbod aan en dadelijk werd er een lichte chais
aangespannen. Wij begaven ons naar buiten, waar
de huurkoetsier, die bezig was om zijne paarden
het voornemen heek, de beweerde aanspraken'
den gevonnisden oplichter op de baronie-Tichbor
nogmaals tot het onderwerp van een proces
maken.
Als prijzen voor de weldadigheidsloterij de
Brusselsche pers zijn door den Koning en de
ningin drie schilderijen geschonken: 2 van Wnp
pers, voorstellende de verzoeking van den Heilige
Antonius en de vrouw en kinderen van Bodiugfj
gnat, aanvoerder der Nerviërs, den uitslag vau h«
gevecht van Presles afwachtende, en het da
van Charles Degroux, het gebed der weduwen i
weezen.
Op het terrein van de werkstaking in de]
uage, te Quareguon, in het midden der gen
heeft men getracht het huis van een opz
door dynamiet in de lucht te doen springen,
lukkig heeft zich alles bepaald tot materie
schade. De politie spoort de schurken op,
deze afschuwelijke daad gepleegd hebben.
In de beide Meeklenburgen, die, naar het heet,
nog 't meest feodaal van al de Dnitsche landen
worden geregeerd, wordt het minst van ali
sche Rijken door de bevolking aan belasting
taald, omdat de meeste uitgaven uit de opbrengst
der domeinen en bosschen kunnen worden: be
streden. En nu is bovendien de reeds geringe
belastingheffing met 5/io pCt. verminderd, ten ge
volge van het aandeel, dat de Hertogdommen in
de Rijles indirecte heffingen bekomen zullen.
Misschien wordt het feodale Mecklenburg nog
wel door zeer constitutioneele Staten benijd.
De Lanterne en Ie Mot d'Or ire liggen
elkander overhoop. De Lanterne heeft de
datuur van Gent in Orange in bescherming
nomen, le Mot d' Ordre die vau Humbert,
hoofdredacteur van de Lanterne, heeft nu
venijnig artikel voor Humbert geschreven,
de;e heeft hem hierop tot een tweegevecht
gedaagd.
In een brief uit St. Petersburg, welken de
lijnsche correspondent, van the Daily News
meldt leest men het volgende «Nader ont'
berichten betreffende de inhechtenisneming™
Chernicheff en zijn verstandhouding met de oi
wentelingspartij, bevatten ecuige bizonder!
welke met de vroeger medegedeelde verschi
Het aantal revolvers, in de woning van den'
schuldigde gevonden, bedraagt niet dertig, m:
zes, waarvan drie oud-model en drie van
nieuwste vinding, met de noodige patronen. I:
te voederen, ons nieuwsgierig aanzag en d
men tegenwoordig niemand kaii vertrouwen,
leidde de postmeester (ie aanwezigen over de
oorzaak onzer vlucht. Vidois, zeide hij luid genoe
om door de omstanders gehoord te worden,
dus vóór den dageraad nog teCagnères zijn; i
dan geen enkele eendvogt 1 in het leven blijve
zijt een onvermoeid jager; echter wenschte ik,
dit tijdverdrijf maar voor u zeiven
de nachtrust liet genieten. Omdat gij e
zal ik u dan vergezellen; gij zult
geweren zorgen, maar ik ge aan mijn
de voorkeur. Dit zeggende gmg hij in huis, 1
zijne weitasch en and-re benoodigdheden
chais en wij vertro' «en. Het scheen wel
dat een kleine jongen de jagers vergezelde; maari
de hond, di«n wïj hij ons hadden, gaf een se hijn
van waarheid aan het voorgewende ?3loel 5
reis. Ik gaf hem mijne vrees te kennen, j
wanneer gij achtervolgd wordt er «fan de m
mogelijke kans zou bestaan dat men u zou inhalen.
Mayer,
in
{Wordt