NIEU W E No. 342. Donderdag 8 Januari 1880. 5e Jaargang, Slechte tijden. BUITENLAND. VI. België. Frankrijk. Engeland. HUllllillSIIU (MRAIÏT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. 'main-tie* mjur AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Yan 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Wij beleven slechte tijden op maatschap pelijk gebied. Wie echter in de beschaafde negentiende eeuw 't meest redenen hebben om over slechte tijdente klagen, het zijn de predikers en invoerders van nieu we godsdiensten. De tijden, dat koningen en volken den nieuwigheidspredikers zoo maar toevielen, dat de menigte, als gold het de verwisseling van een oud versleten kleediugstuk met een splinternieuw, voor beeldeloos lichtzinnig en laatdunkend, het Geloof der Vaderen verwierp, om, door allerlei wind van leering her- en derwaarts geslingerd te worden op de wijde zee van het vrije» onderzoek, die tijden zijn be paald voorbij, en ze komen nooit weer! Welke krachten ook samenspannen: onrecht, list, geweld, roof, vervolgingen van aller lei aard, niets mag baten. De volken zijn door niets meer te dwingen om der Ka tholieke Kerk afvallig te worden. Hoe ge heel anders was het iu dit opzicht in de zestiende eeuw, toen zoogenaamde hervor mers hunne netten uitwierpen en kolossale vangsten deden van meuschen, die óf uit hoosheid, óf door onwetendheid, of uit zwakheid, zich lieten vangen, zich van de Katholieke Kerk lieten afscheuren en sek ten vormden, welker eindresultaat moest wezen: algeheele oplossing in het heiden dom. Welke klachten men dus over de verregaande boosheid der 19e eeuw mog o CT aanheffen, ze is toch lang zoo slecht niet als menigeen wel denkt. De 19e eeuw heeft op de 16e eeuw dit voordeel, dat nieuwig heidspredikers van geloofszaken een aller- slecbtsten tijd hebben, geen zaken meer maken kunnen, overal stuiten op klaar blijkelijke afkeerigheid der Geloovigen om zich te laten vangen, en zelfs de liberalen niet weten te overreden om met hen ge- meene zaak te maken. Want, evenzeer uls de Katholieken, zijn de liberalen er van overtuigd dat alle pogingen tot invoering eeuer nieuwe godsdienst, zoo al niet tot niets dan toch tot nietige resultaten lei den. Hoe een staatsman, zoo bij de hand als von Bismarck, ooit tot de gedachte kwam om te trachten de Katholieken van zijn land te scheiden van het middelpunt FEUILLETON. De Familie Choisel. Vervolg. Neen, hiervoor ken ik haar te goed, zij be mint u, maar zij bemint ook haar vaderland. Ik wil beproeven om in de Vendée te komen. Mis schien vinden wij er een middel, om met Choi sel vereenigd te worden, en ook kunnen wij daar te midden van een trouw volk de verdere gebeur tenissen afwachten. De Hemel geve, dat de partij der orde weldra zegeviere! Dit besluit werd goedgekeurd, en men was druk bezig de te nemen maatregelen te overleg gen, toen het rijtuig, aan den kant van een bosch eensklaps stilhield. Verschrikt zagen de vrouwen elkander aan. In 's Hemels naam, red mij! zoo klonk er eene stem van buiten. Men ontwaarde eene bur gervrouw, wier gelaat de grootste inspanning en vermoeienis uitdrukte, en die afgemat dreigde neder te vallen. der Christenheid, is nog een onopgelost raadsel. Nu ongeveer 40 jaren geleden hadden alle pogingen tot stichting eencr Duitsch Katholieke Kerk jammerlijk schip breuk geleden. Hoe verleidelijk de titel ook klonk, de JRoomsch-Katholieken werden geen Duitsch-K&th olieke uRonge, Czersky, c. s. al te maal apostelen van het Duitsch- Katholicisme, zij zijn aan de vergetelheid prijs gegeven. Er is van hun Duitsch-Ka tholiek kerkje de eene steen niet op den anderen gebleven. Dit moest von Bismarck weten. En hoe zal 't den steunpilaren van het »owcZ«-Katholicisme gaan, de Rein- kens'en de Döllinger's? Hunne dagen zijn geteldAl hebben ze hier en daar door de hulp van 't brutaalst en onbeschaamdst geweld, zich van Katholieke kerken en kloosters meester gemaakt, waar hun gods dienst voor ledige banken en stoelen wordt uitgeoefend en gepredikt, zij gaan voorbij als zeepbellen. BisschopReiukens maakt eene bespottelijke figuur, en 't is voor dezen geloofsprediker« maar al te zeer te vreezen, dat, zoo de machtige Staat op houdt hem door geweld te steunen, de rij ke jaarwedde niet meer uitbetaalt, hij even spoedig vergeten wordt als de Duitsch-Ka tholieken verdwenen zijn. Het Oad-Katho- licisme heeft evenmin eene toekomst als het D aYsVt-Katholicisme die had. Op de ondeugd gebouwd, gesteund door geweld en goud, valt het uiteen, zoodra geweld en goud hunne diensten weigeren. Merk waardig verschijnsel! Hoe ook vervolgd, gehoond, beleedigd, beroofd, verarmd, de Katholieke Kerk in Pruisen bood weerstand aan alle geweld. Met alle Meiwetten en macht heeft het von Bismarck niet mogen ge lukken ook maar één i?oom«cA-Katholiek onderdaan tot het ÓW-Katholicisme te bekeeren. Die van de Katholieke Kerk tot de Oud-Katholieken overliepen waren toch verloren kinderen. Daarentegen hoe ook gekoesterd, gevleid, gestreeld, begun stigd door staatsgeweld, list en goud, het Oud- Katholicisme kon geen vasten wortel schieten. Het mistfe levensvatbaarheid, 't kon uit zich zelveti geene kracht ontwik kelen, en von Bismarck kon het die niet inblazen. Zoo 't eenigen tijd als luchtver schijnsel vertooning maakte, had het dit burgeres? vroeg Chalon stapte uit de koets. Wat kan ik voor u doen hij medelijdend. Alles, alles! riep zij haastig; vergun mij eene plaats op het rijtuig; daardoor zult gij het leven eener ongelukkige weduwe redden; mijnheer ik bid u weiger mijn verzoek niet. Guslaaf zag de dames vragend aan; mevrouw en Henriette knikten toestemmend. Lodewijk ruim de zijne plaats aan de vrouw in, ging op den bok zitten, en zonder verdere ontmoetingen zette men de reis tot Angerville voort. Hier bleven zij eenige uren stil, gedurende welken tijd de onbe kende verdween, zonder dat iemand wist waar zij gebleven was. Charlotte, hebt gij iets gezegd, dat ons kan doen verdenken? vroeg de gravin aan de ka menier. Niets mevrouw, ik heb bijna geen woord tot de vreemdelinge gesproken. Het is zonderling. Als de geheele ont moeting maar niet nadeelig voor ons afloopt, want geloof mij, in dezen tijd kan men niemand ver te danken aan de kunst- en troetelmid deltjes van macht is rechtHet begin van het leven der sekten is ook het be gin van haar sterven, terwijl verrijzenis uit het doodengraf aan geen van haar ge waarborgd is. Het Katholicisme echter be zit eene levenscheppende, levenonderhou- dende en onvergankelijke kracht, welke aan alles weerstand biedt, door niets over wonnen worden kan. Heeft het hier veel te lijden, worden zijne werking en ontwik keling door geweldige vervolgingen belem merd. elders maakt het de verbazendste vorderingen, die de verliezen, als het ver liezen lieeten kunnen, ruim vergoeden. Juist als men geneigd zou wezen ten op zichte der Katholieke Kerk van slechte tijden te spreken, als vervolging en mar teling haar deel zijn, blinkt hare godde lijke kracht te schitterender uit, terwijl hare vervolgers en de aanrichters van haar martelaarschap ten laatste moeten uitroe pen: wij hebben vergeefsch werk gedaan Zoo ooit dan zou bij de tegenwoordige samenstelling der gouvernementen, nu overal liberale of andere der Katholieke Kerk ongunstig gezinde ministeries de teugels van het bewind in handen hebben, het spreken van slechtetijden voor de Ka tholieken waar moeten zijn. En toch het tegendeel is een feit. Voor de Katholieken is het volstrekt geen slechte tijd. Al mee- nen de liberalen het gewonnen te hebben, al denken ze baas te zijn, het is maar zelf bedrog. De Katholieken worden nooit ver slagen, nooit overwonnen. Hun ouvermaat van lijden is het voorspel eener schitteren de zegepraal, en menigmaal is 't gebeurd, dat hunne felste vervolgers, zelf op 't on verwachtst door drommen van vijanden bedreigd, hunne hulp en bijstand kwamen verzoeken ten einde staande te blijven. Doch, leerzaamheid is geena deugd van de J O O vijanden der Katholieke Kerk. Daarom zal 't over duizenden jaren zijn als nu; men zal liberale vijanden even vruchtelooze pogingen zien aanwenden, om de H. Kerk te verdrukken als in de verloopen achttien eeuwen, die tot de geschiedenis belmoren, ijdele krachten samenspanden. Zijn er dan ook al tijden geweest dat gansche volken en staten afvielen, heeft trouwen, men weet niet, of men bij vriend of vijand is. Dit heb ik ook gedacht en ben daarom voorzichtig geweest; ik durf gerust verklaren dat, wanneer er iets onaangenaams mocht gebeuren, hiervan de schuld aan mij niet kan geweten wor den. De vrouw was ever. omzichtig als ik; te Mondesir vroeg zij een glas water: dit is alles, wat ik uit haren mond gehoord heb. Overigens weende zij veel, en toonde zich daarna ge laten. Te Chatelieract gekomen, lieten de vluchte lingen er hun rijtuig achter, vervolgden den tocht langs eenzame wegen nu eens met een huurrijtuig, dan weder met karren, en bereikten eindelijk Fontenay. Na een kort verblijf aldaar, vestigden zij zich te Hyèges, een dorp niet ver van zee gelegen In een afgelegen en weinig bezocht gedeelte der gemeente, waar de familie Choisel hare woon stede had gekozen, verheft zich te midden van het in lateren tijd niet aan machtelooze pogingen om nieuwe sekten in 't leven te roepen, ontbroken, leed de Kerk schijnbaar groote verliezen, ze werd er door ontlast van dorre takken, die langzamerhand te niet gingen. Niet voor de H. Kerk be werkten zulke toestanden een' slechten tijd, maar slechte dagen waren het voor de afvalligen. Voor dezulken is een goede tijd even feitelijk als het hangen van kas- teelen in de lucht. Al waren de Döllinge- rianen nu ook duizendmalen sterker ge weest, ze zouden te vergeefs zich op goe de dagen hebben kunnen beroemen. Af valligen van de Moederkerk beleven per se slechte tijden. Die slechte tijd, door hen zeiven in 't leven geroepen, kan eeuwen voortduren. De onbezonnen daad van af val werd eertijds door menige natie spoe dig volbracht, maar terugkeer tot de H. Kerk schijnt het werk van eeuwen te zijn, zoo als Engeland er het voorbeeld van geelt. De weldadigheidszin, door de koude der vorige maand gewekt, openbaart zich in geheel België op schitterende wijze. Te Brussel geeft men met een élan, die inderdaad bewondering afdwingt. De grootste nood schijnt gelukkig voorbij, want al is ook de hemel somber en grauw, de tempe ratuur is thans zoo zacht alsof wij reeds in de lente waren, en de meteorologische waarnemingen doen verwachten dat wij deze temperatuur nog eenigen tijd zullen houden. Ze heeft onder andere voordeelen ook dit, dat zij een einde gemaakt heeft aan de werkstaking der mijnwerkers in het kolendistrict bij Bergen. Dit is een geluk voor de verbruikers, maar ook voor de producenten en in de eerste plaats voor de mijnwerkers zeiven. Het nieuwe Kabinet zal gratie geven aan al de drukpers- en politieke overtredingen van de laatste zes maanden. Dit betreft Humbert en Baudry d'Asson. De heer de Montalivit, de laatst overgebleven minister van Louis Philippe, en voor eenigen tijd benoemd tot senator, is ziek. Er moet weinig hoop op behoud van zijn leven zijn. Op verzoek van de Koningin zal de brigade generaal sir Evelyn Wood de ex-Keizerin Eugenie in de volgende maand naar Afrika geleiden. een uitgestrekt boschrijk oord het oude kasteel, dat aan het adellijk geslacht der Belmoutier's toebehoorde, doch sedert lang door hetzelve ver laten was. Stompe torens, dikke met klimop be groeide muren en wijde grachten gaven aan dit verblijf een romanesk voorkomen. Sinds ettelijke dagen was de voormalige ridder lijke woning betrokken door eene dame, wier manieren en levenswijze den aanzienlijken stand der vreemdelinge verrieden. Eiken morgen werd zij met haar rijtuig naar de kerk gebracht, om de H. Miste hooren. Zij verscheen altijd in rouwgewaad en schonk aanzienlijke sommen weg aan de be- hoeftigen in den omtrek van het dorp. Menigeen had reeds gevraagd, wie toch wel deze liefdadige vreemdelinge mocht wezen, men giste, dat zij eene nabestaande der zoo beminde familie Belmoutier zou zijn, maar het geheim werd niet ontsluierd, te meer daar zij met de dorpsbewoners bijna nooit in aanraking kwam. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1