NIEUWE
No. 343.
Zondag 11 Januari 1880.
5e Jaargang.
Twee stroomen.
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
T 0,85
1
0,06
Dit blad verscbijut
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B IT R E A ITSt. Jansstraat Haarlem.
igggB
nggp
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS li AU RE Y.
Nog altijd staan wij als aan den drem
pel van den nieuwen tijdkring, een tijdvak
hetwelk zich aan ons voordoet als het ge
sluierd beeld der toekomst.
Met een mengeling van gewaarwordin
gen traden wij 1879 uit en het nieuwe
twaalftal maanden in.
En geen wonder ook, waar zooveel om
ons henen, in de verte en van nabij, tot
bezorgdheid wekt en de augstvraag ons op
de lippen legt, wat zal het morgen wezen
De meer sombere dan blijmoedige stem
ming is er niet beter op geworden, nu de
eerste dagen van den nieuwen jaarkring op
vaderlandschen bodem de schrikgestalte doet
oprijzen, van ouds hier zoo gevreesd: de
ontzettende macht der wateren.
Als een geweldenaar had de wintervorst
geheerscht, met ijzeren vuist hield hij den
waterstroom omvat; de watereu stolden en
werden bevloerd, alles getuigde van de
schier ongebreidelde macht van den win
terkoning.
Doch spoediger dan veleu zich durfden
voorstellen trad zachter weder in en de
adem van het Zuiden en Westen ontboeiden
wat die van Noorden en Oosten schijnbaar
in onlosmakelijke ketenen had geslagen.
Groote gevaren ontstonden uit dien op
zich zeiven gewenschten toestand. Eerst
waren het de opgehoopte ijsmassa's, die de
dijken teisterden; straks werden zij gebeukt
en bedreigd door de kemelhooge water
golven.
Op enkele punten geschiedde wat werd
geducht, dijkbreuk werd betreurd en hon
derden, ja duizenden, van have en goed
beroofd, die de onbetrouwbare watervloeden
meesleurden in hun ontzettende vaart.
Wij weten, in een waterland als het onze
welk een vreeselijke beteekenis aan het
woord watersnood» is verbonden, doch wij
weten het ook hoe de liefde, in die oogen-
blikken sterker blijkt dan de vereênde macht
van wind en stroom.
Zoodra de dammen bezwijken, en dus de
bevolking niet meer beschutten en beveiligen
kunnen, werpt de menschenliefde als 't ware
nieuwe dijken tegen de wateren der
ellende op en de jammerlijk getroffenen
F E UIL LET O N.
De Familie Clioisel.
Vervolg.
In eene prachtige zaal van het kasteel, welker
ramen met blauwe zijden gordijnen behangen
Waren en waarin de vloer met een keurig gewerkt
tapijt belegd was, zat de vreemde dame op een
met rood fluweel bekleede kanapé. In een pein
zende houding doorliep zij eenige brieven, en op
haar treurig gelaat keerde langzamerhand de kalmte
terug.
Adolf, zeide zij zachtjes, terwijl zij het pa
pier aan hare lippen drukte, gij zult u dan
spoedig te midden van de gevaren des oorlogs
bevinden.
De dame stond op en legde den brief onder
een verguld uurwerk voor den wit marmeren
schoorsteen.
Mijn zoon, vervolgde zij, volbreng uwen
plicht; bevrijd het ongelukkige Frankrijk van het
vinden op de vluchtheuvelen der barmhar
tigheid» redding en uitkomst.
In die ure wordt door de humaniteit
vereenigd, wat verschil van zienswijze, op
menigerlei gebied, in gewone tijden ge
scheiden houdt.
Mag die waarheid worden gewaardeerd
als de meest voor de hand liggende mo
raal der zorgvolle dagen, bij het intreden
van het nieuwe jaar doorleefd, er is nog een
andere les uit die water-onheilen te
putten.
Geheel de wereld blijft voortdurend bloot
gesteld aan de gevaren, waarmede de storm
der gebeurtenissen haar onophoudelijk be
dreigd.
Vooral in deze tijden kan men niet zon
der zorg op dien storm bet oog gevestigd
houden.
Zijn wateren zijn beroerd; zijn golven
zwellen, de storm der meest geduchte harts
tochten van de volkeren zweepen baar op.
Tegenover dien aanvallenden stroom wordt
de mensch in al zjn zwakheid en hulpe
loosheid treffend openbaar.
Toch is het in den mensch zeiven, dat bet
kwaad zjn oorsprong neemt, 't welk dien
stroom der wereldfeiten zulk een gevaarljk
karakter verleent.
Uit het hart des menscken komen de
overleggingen voort die ook op sociaal en
politiek terrein, de wereld in beweging bren
gen en alles met verwoesting en ondergang
bedreigen.
Zien w j slechts op de verderfel jke tkeoriën
door zoo velen gretig opgevangen en in zich
opgenomen, die ten aanzien van de maat
schappelijke verhoudingen worden ontwik
keld en aangeprezen.
In strijd met Gods wet en geboden, wordt
een geljkbeid gepredikt die elk verschil
tusscken de standen opheft, een broeder
schap verheerljkt, die nimmer buiten de
gemeenschap des geloofs kan worden be
reikt en een vrjheid verheerljkt, die niet
tot de bevrjding van zonden en ongerech
tigheid, veeleer juist tot die van alle wetten
van godsdienst en zedel jklieid leiden moet.
De gevolgen dier ontaarding van denk
beelden bijven niet uit. Allerwege wordt
een verwildering van den volksgeest ge
zien die het ergste doet vreezenen die
juk, waaronder het zucht.... ik had ongelijk met
u terug' te willen houden, maar vergeef mijne
liefde.... ik kon moeilijk van u scheiden.... o
mocht ik u eenmaal behouden wederzien!
Zij wierp een blik op het beeld, dat bij haar
in eene nis stond, plaatste zieh voor een der
hooge ramen, en trok aan de schel.
Wat is er van uwe dienst mevrouw? vroeg
het binnenkomende kamermeisje.
Louise, weet gij wie die dames daar ginder
zijn? bijna dagelijks zie ik haar op dezelfde hoogte
wandelen. Gisteren, terwijl ik in het park op en
neder ging, dacht mij dat ik ze meer gezien had,
maar uithoofde zij zich snel weder verwijderen,
kon ik mij niet zoo spoedig herinneren, wie zij
waren.
Al wat ik weet, mevrouw, bestaat hierin,
dat zij eenige dagen voor ons te Hyèges zijn
gekomen, en in het nieuw gebouwde huis van
den maire wonen. Het gerucht zegt, dat zij dooi
de omwenteling genoodzaakt werden, Parijs te
verlaten en nu hier eene schuilplaats zoeken
tegen de vervolging der republikeinen.
binnen een betrekkeijk korte spanne tjds
tot een reeks van moordaanslagen op liet
leven van gekroonde hoofdenmisdadige
harten en banden voerde.
Spraken wj dus te sterktoen wj ge
waagden van een stroom van gebeurtenis
sen, welks macht den schrik slaat in veler
gemoed
Wat zullen wij tegen dat gevaar ver
mogen te doen
Sommigen, nog wel de hoogst verlichten,
verzekeren dat alleen in het volksonderwjs
de reddende djk kan worden gezocht, die
tegen de macht dier wateren uitkomst kan
bieden.
Dwingt ze daartoede kinderen des volks,
om binnen de scholenen dan nog wel
speciaal van den Staat, te komenzal daar
dan een geslacht worden gevormdwaarop
de dwalingen van een allerverwoestend
socialisme geen vat zullen hebben?
Zelfs uit den mond van keizer Alexander
werd onlangs op het volksonderwjs ge
wezen als op een dam der beveiliging tegen
het satanisch nihilisme.
Maar het brandend Parjs, zooals wj
dat in 't jaar der commune gezien hebben,
deed een gatisch andere getuigenis booren
als de onderwjs-vergoders zoo hoog doen
klinken.
Juist toch in die hoofdstad der beschaafde
wereld waar millioenen b j millioenen door
een bj uitstek verlichteRegeering voor
het volksonderwjs worden uitgegeven, von
den de dolste en waanzinnigste tbeoriën
zulk een sympathie.
De ongodisten wisten bovendien dikwerf
met zekere voldoening te verbalen, boe in
datzelfde Parjs de Kerken het minst door
mannenbet meest door vrouwen en kin
deren worden bezocht.
Wèl een bewjs, van liet standpunt der
ontkenning, dat bet bjgeloof al luttel
bjval vindt in die stad der weelde, der ken
nis en des vermaaks.
Voor een oogeublik laten wj aan Parjs
dien roem der practiscke Christus-verwer
ping en tevens eener ongeloovige weten
schap; maar dan volgt daaruit toch ook
daghelderdat een weten zonder gelooven
onderwjs zonder godsdienstigen grondslag
allerminst als een dam tegen dien ver-
Dus twee ongelukkigen; Louise, ga terstond
de beide dames achterop en vraag of zij mij het
genoegen willen doen, om mijn verblijf met een
bezoek te vereeren.
Het meisje voldeed onverwijld aan dit verlau-
gen, en spoedig daarna kwamen de gravin Choisel
en Henriette binnen.
Vergeef mij, zeide mevrouw Belmoutier,
die haar tot aan de deur te gemoet ging, dat ik
uwe wandeling stoor. Doe mij het genoegen
plaats te nemen, het is zoo aangenaam, vooral
in deze eenzaamheid, om zich in een gezelligen
kring te bevinden.
Wij gevoelen ons zeer vereerd, mevrouw,
door uwe uitnoodiging, antwoordde Henriette,
waarna zij zich met hare moeder op de kanapé
nederzette.
Ik geloof dat ik mij niet bedrogen heb,
dacht de baronnes.
Mevrouw, zeide zij, vergeef mij eene vraag;
misschien zal zij u onbescheiden voorkomen, doch
ik stel er veel belang in, dat gij die beantwoordt.
Zijtgij voor eenige dagen niet te Angerville geweest?
woestenden stroom der tijdgebeurtenissen
kan worden geschat.
Wil men dus gewaarborgd wezen en wor
den tegen de gevarendie dreigen, tegen
den golfslag van den stroom der groote we
reldfeiten, dan zal men de djken uit nog
iets anders en beters moeten vormen dan
uit de stoffen, die in een louter wereldsch
onderwjs liggen opgesloten.
Niet bet best onderwezen volk, maar de
vroomste Natie zal het meest ongedeerd
bijven bj de aanvallen van buiten en van
binnen op haar gericht.
Hiermede willen wj volstrekt niet ge
rekend worden de beteekenis, voor de volks
ontwikkeling, van een deugdel jk algemeen
onderwjs te ontkennen.
Evenmin dompers als dweepers wenschen
wj te zjn. Het Christendom verzet zich
niet tegen vooruitgang en beschaving; het
bevordert integendeel beiden.
De vraag bljft echter maar: wat men
onder vooruitgang en beschaving verstaat.
Een Christen kan de lofredenaar niet
wezen van een vooruitgaan in de richting
van den eeuwigen afgrond en van een be
schaving, die het menschenhart van alle
teederheid des geloofs ontdoet.
Neende wezenl jke vooruitgang is een
opgang naar de hoogte, een zich verheffen
naar Boventot Hemvan Wien ook alle
w jsheid afdaalt, en de waarachtige be
schaving moet ten doel hebben alle onrein
heden en alle ongezonde deelen uit het ge
moed van den mensch te verwjderen.
De vooruitgang, de beschaving kunnen
echter niet genoten worden als vruchten
van een goddeloozen tijdgeest; zj zjn de
heerljke vruchten, welke alleen in de scha
duw van het kruis kunnen groeien en r jpen.
Het geloof, ook' in de volksopvoeding
tot zjn goed recht te doen komen: die
daarnaar streefthelpt een dam opwerpen
tegen de heillooze macht van den stroom
des tjdswelke niet bezwjken zal, ook al
verhieven de wateren zich met nóg meerder
geweld dan 't welk thans in sommige stre
ken des lands de djken deed scheuren.
Voor den geloovige bestaat eigenljk geen
gevaar. Dat is de troost, die enkel de
godsdienst kan schenken.
Met God in 't hart kunnen wj dus ge-
De gravin zag hare dochter aan.
Ja, zeide zij eindelijk.
Gij reisdet in een met vier paarden be
spannen rijtuig; er bevond zich een heer bij u
en gij kwaamt van Mondisseur?
Bij deze gezegden verried het gelaat van Hen
riette eenige vrees.
Stel u gerust mejuffrouw, vervolgde de
spreekster, gij bevindt u bij iemand, die het
slechts vraagt om zich van een nog niet vol
brachten plicht te kwijten. Herinnert gij u nog,
dat bij het bosch van Etampes eene ongelukkige
uwe hulp inriep? Gij gaaft haar plaats in uwe
koets, zij reed mede tot Angerville en heeft niets
meer van zich laten hooren.
Het is zoo, mevrouw.
Welnu, laat ik dan mijne weldoenster om
helzen. Ik ben de vrouw, die gij gered hebt. Dit
zeggende vloog zij hare bezoeksters om den hals
en bedankte haar vurig voor de bewezene be
langstelling in haar lot.
{Wordt vervolgd).
f
IAA1MHE EOIIRANT.
ABONNEMENTSPRIJS
i L MA1NT-IE& DRAI
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
O o o
O O