N I E IJ W E
No. 347.
Zondag 25 Januari 1880.
5e Jaargang.
Twee doodcn.
IIHRlIHSIIIt (IIIRUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Avertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUBEY.
Dezer dagen velde de zeis des doods twee
mannen ter neder, die in de geschiedenis
van onzen tijd een belangrijke rol hebben
vervuld.
Onze lezers bevroeden reeds op wie wij
het oog gevestigd hebben. Het zijn Jules
Pavre en de Hertog de Gramont, wier
doodmare zulke gemengde gewaarwordin
gen bij velen verwekten.
Jules Favre waar wij dien naam uit
onze pen doen vloeien treedt het beeld van
dien democraat, zooals dat in de historie
van zijn land staat afgedrukt, op voor onzen
geest.
In dezen pleitbezorger bezat Frankrijk
een advocaat van den Republikeinschen re-
geeringsvorm.
Aan alle omwentelingen van zijn tijd
nam hij ijverig deel. Hij was een Republi
kein in hart en nieren. In zeker opzicht
staat hij dus veel hooger dan de meerder
heid der Franschen van reputatie, die bij
uitnemendheid de kunst verstaan om zich
in alle bestuurs-vormen te huis te gevoelen.
Hoewel principieel geheel tegenover hem
geplaatst, willen wij dus gaarne erkennen,
dat Jules Favre onder de politiek eerlijke
lieden in Gallië moest worden geteld.
Dat is de lichtzijde, welke hij als persoon
te zien geeft.
Maar de schaduwzijde zijner beginselen
is nog veel grooter.
Men mag toch veilig aannemen, dat in hem
de republikeinsche idee zich belichaamde
en dat nog wel, wat het laatst zijns
levens betreft, de gematigde editie dier de
mocratische gedachte.
Welnu, juist van dat standpunt, geeft
Jules Favres-figuur ontzettend veel te
denken.
Zij leert immers hoe de republikeinsche
begrippen, gelijk zich die in Frankrijk, in
strijd met de historische overleveringen van
dat volk ontwikkeld hebben, onmachtig zijn
om de vrijheidsbehoeften der Natie te bevre
digen.
Bovendien doet Jules Favre ons in een
afschrikwekkend voorbeeld zien, hoe de
democratie, opgevat als een streven naar
vrijheid buiten de bevrijding, de ware, de
FEUILLETON.
De Familie Choisel.
Vervolg.
En beide spanden alle krachten in, om nog
nader bij het vaartuig te komen. Niet zonder
moeite gelukte het. Een vreugdekreet ging op:
men had de reddingboot bespeurd, en wierp een
touwladder uit, langs welken de schepelingen schie
lijk afklommen.
Als woedend sloegen de golven tegen de kiel,
enbespatte de aanwezigen met sneeuwwitte schuim
vlokken: het vaartuig kraakte en dreigde
in den afgrond te zinken, terwijl eenige zeevogels
boven dit akelig schouwspel zweefden, en een
doodzang schenen aan te heffen.
Zijn er alle koppen? vroeg Jaques, toen
Michard eindelijk in zijne boot afklom.
Alleu.
Voorwaarts dan!
Door vereenigde pogingen slaagden zij er in,
wezenlijke, de alleen zegenrijke van het
Evangelie, zich zelve verslindt, vernietigt.
Eerst was Jules Favre een verwoed re
publikein; toen was hij de type van den
wortel van het kwaad der democratie; hij
wist destijds van geen transigeeren en
wilde afbreken als een vendaal van de ergste
soort.
Zóó ageerde hij in 1830; zóó nog in 1848,
toen hij, nadat Ledru Rollin zich «ver
wijderd» had, de woordvoerder werd
der bergpartij.
Later, na de revolutie», door Napole
on III in den beruchten December-naclit
van 1852, ondernomen, week hij tijdelijk
van het politiek tooneel; doch rusten deed
hij niet. Een democraat van zijn allooi
kent geen stil-zitten; hij moet samenzweren
en op groote dingen» zich voorbereiden.
De wereld moet gewonnen worden voor de
eeuwig reddende vrijheidsgedachte van den
republikein; wil zij zich niet vrijwillig laten
bewegen,» dan moettot heil der mensch-
heid, maar wat geweld worden gebruikt.
Favre kwam in het wetgevend lichaam,
doch enkel om het Keizerrijk te bestoken.
Nu dat »Rijk» stond zwak genoeg; de
December-man ondermijnde zijn eigen troon
zóó geducht, dat de welsprekendheid van
Jules Favre eigenlijk niet noodig was, om
den val der Keizerlijke regeering te ver
haasten.
De dwalingen der Keizerlijke dynastie
werden meesterlijk door Favre geëxploi
teerd. Steeds' wist hij steenen aan te dragen,
die schijnbaar bestemd waren om op de
Kabinetten, welke elkander te Parijs op
volgden, te worden geworpen, doch die
werkelijk hem moesten treffen, door
wien die Miuisteriën waren gevormd.
Eindelijk kwam de oorlog 7an 1870 en
daarmede de staatsrevolutie van September
van dat jaar. Napoleon viel, en Jules Favre
stond op.
Hij zou eens beproeven om Frankrijk te
redden. Naar Ferrières toog hij heen, om
daar den machtigen Kanselier de boodschap
te brengen: geen steen van onze vestingen,
geen duimbreed van ons grondgebied,
staan wij af.»
Natuurlijk zegevierde de man van ijzer
over den advocaat van Parijs. Favre moest
de boot naar de branding voort te stuwen, en
nauwelijks was men van de plaats des onheils
verwijderd, of de nog brandende lantaarn scheen in
het rond geslingerd te worden, en verdween eens
klaps. Het schip was gezonken.
-Helaas riep Michard, zich de handen wrin
gende, mijne broodwinning, mijne eenigste bezit
ting is ten gronde gegaan!
Tranen rolden langs de verzengde wangen des
smokkelaars.
Bernard, de bemanning is toch behouden,
zeide de oude visscher.
Mijne moeder!.... mijne vrouw!....
He! riepen eenige stemmen, nadat men nog eene
poos tegen de woede des orkaans geworsteld had;
het waren dorpsbewoners, die op het geluid dei-
noodklok zich naar het strand gespoed hadden,
en met hunne booten de schepelingen ter hulp
snelden,
Afgedaan! schreeuwde Bruno.
De bemanning? vroeg men uit eene andere
sloep.
Gered!
bukken - met Frankrijk. Wind had hij
helpen zaaien; ook den storm moest hij
mede oogsten. Toen, beducht geworden dooi
de uitspattingen der »rooden,« werd Favre
gematigd. Uit den boozen wortel wilde hij
goede vruchten inzamelen; hij wille drui
ven lezen van distelen. Teleurstelling was
zijn deel. Hij, de vriend van Thiers, de
held der gematigdheid, heeft Gambetta nog
zien zegevieren; hij moest den beker der
ontgoocheling tot den laatsten druppel nog
voor zijn sterven ledigen. Zijn vermaard
heid als advocaat, zijn letterkundige ver
diensten kunnen daarom niet verhinderen,
dat de Engel des gerechts van hem in
't Boek der historie zal getuigen: eene mis
lukte verschijning. Dat is de vloek dei-
dwaling, dat zij ook aan het goede, dat
haar volgers bezitten, de practische waarde
voor de maatschappij ontneemt.
Eu wat zullen wij zeggen van den her
tog de Gramont Ons oordeel over hem
kan zeker nog niet eenmaal zoo betrekke
lijk gunstig luiden als over Favre.
De Gramont was een afvallige van een
goede zaak. Als het ware legitimist ge
boren, ging hij later over tot de Napoleon
tische partij. Hij diende geen beginsel, maai
de opgaande zon.
Vreeselijk heeft zich die beginsel-ver
loochening gewroken. Verliet hij de legi-
timistische rijen, om in de zon van Napoleon
zich te koesteren, hij zag zich dan ook
geroepen om die Napoleontische zon in
bloed en tranen te zien ondergaan niet al
leen, maar zelfs, om ons zoo eens uit te
drukken, er toe mede te werken, haar te
doen oudergaan.
De hertog de Gramont was lid van het
Ministerie Olivier, dat de wanhopige taak
op zich namom de Napoleontische Re
geering te verzoenen met de vrijheid. Hij
was daarin Minister van Binnenlandsche
Zaken, en zag zich als zoodanig, in Juli
1870, geroepen, om de oorlogsverklaring
in het Wetgevend Lichaam te moeten voor
lezen. Men kan dus zeggen, dat die af
vallige van de zaak der Bourbons, de
doodsklok geluid heeft over de zaak dei-
Napoleons. Onder de vele diplomatieke
zendingen door de Gramont vervuld als
diplomaat bezat hij ontegenzeggelijk zeer
Het schip?
Vergaan!
Naar land! riepen allen.
Eindelijk naderde men het strand. Op dit ge
zicht scheen de ongelukkige smokkelaar zijn
geestkracht te herkrijgen. i.Jverig werkende, be
val hij met forsche stem de verschillende wen
dingen, welke aan de sloep gegeven moesten wor
den; eene groote golf wierp haar op de kust,
en, door de dorpsbewoners geholpen, bevonden
zich de geredden spoedig in veiligheid. Een eenige
vreugdekreet rees op; hier drukte men hen de
hand, ginds wenschte men hen geluk, terwijl de
grijze moeder en de beangstigde vrouw van Mi
chard den moedigen man om den hals vlogen.
Ik ben gered, doch wij zijn arm, snikte hij
haar omhelzende,
Op dit oogenblik d rong iemand met druipende
kleederen door de menigte, duwde den smokke
laar eenige papieren in de hand en sloeg den weg
in naar het dorp.
Wat is het? wat is het0 vroeg iemand met
eene lantaarn bijlichtende.
groote verdiensten bekoorde ook die
van gezant bij bet Hof van Rome, toen
die stad nog niet door de Revolutie aan
haar wettigen Heer was ontroofd. Kardi
naal Antonelli vertrouwde echter den Her
tog al zeer weinig, wijl bij zoo bizonder
intiem was geweest met de Regeering van
Victor Emmanuel te Turijn. Napoleon riep
hem dan ook van Rome terug en verplaatste
hem naar Weenen. De Gramont bad iets
halfslachtigs iets intrigeerends, iets pre
cies geschikt voor Napoleonmaar daarom
ook iets voorbeschikts om een der lijkbe
zorgers van de Regeering der dubbelhar
tigheid te worden.
Doet de levensgeschiedenis vau Favre de
waarheid hooren, dat verkeerde beginselen
tot noodlottige uitkomsten voeren moeten,
de historie van de Gramont verkondigt,
hoe beginselloosheid al niet minder heil
loos werkt dan de meest gevaarlijke prin
cipes.
Die beide dooden laten dus zeer gewich
tige waarschuwingen den. levenden na.
Zal men er naar willen luisteren, ook bij
ons te lande?
Ook binnen onze landpalen hebben wij
met de beide stroomingen te worstelen, op
welker golven respectivelijk een Favre en
een de Gramont werden gedragen. De re
volutie-beginselen hebben hier hun adepten
en de beginselloosheid viert hier menigen
jammerlijken triumf.
Nog de jongste debatten in de vroeger
zoo deftige Eerste Kamer spreken van het
een en het ander. De uiterste »rooden«
tellen er vele volgelingende beginsellooze
richting vindt er ook vele vrienden, en de
gezonde beginselen van recht en staatsbe
stuur worden er door slechts zeer enkelen
beleden en bepleit.
Eerlijk en oprecht gesprokenwij vreezen
dat in ons Hoogerkuis de geest van een
o o
Favre en van een de Gramont gezamenlijk
het overwicht bezitten.
Dat is een gevaar, 't welk niet licht moet
worden geschat. Het geeft een treurig
recht om het ergste te duchten.
Doch juist omdat de uitzichten zoo don
ker zijn, moeten de voorstanders van de
vaste en onwrikbare beginselen van waarheid,
vrijheid en recht voor allen, steeds kloeker
Hemel!... moeder! Catharien?.., wij ziju gered
acht.... negen.... tien briefjes van honderd franken!
riep Michard.
Van alle kanten kwam men toeloopen, en ter
wijl ieder om het zeerst de milddadigheid des
vreemdelings prees, vervolgde deze zijnen weg
met haastigen tred. Oplettend beschouwde hij
eenige huizen, en klopte eindelijk aan de deur
eener nogal aanzienlijke woning. Na eenige oogen-
blikken ongeduldig geluisterd te hebben, of er
zich nog geen gerucht liet hooren,klopte hij ten
tweeden male.
Wie is daar? riep men van binnen.
Open! antwoordde de vreemdeling.
Wie zijt gij?
Spoedig... open!... klonk het weder van bui
ten terwijl de spreker, om zijne woorden meer
nadruk bij te zetten, vrij hevig op den grond stampte.
Eindelijk werden de grendels weggeschoven; een
knecht, met eene brandende kaars in de hand,
opende de deur ten halve, en gluurde omzichtig
naar buiten.
{Wordt vervolgd).