NIEUWE
No. 369.
Zondag 11 April 1880.
5e Jaargang.
Onze Schutterij.
BUITENLAND.
•^©e*8Mr
SffËi
De Familie Choisel.
Engeland.
Frankrijk.
Duitsehland.
Spanje.
Rusland.
HiAftlEMI I III RUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
M.*f
mETTljNCRlfr^^ i
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAÜREY.
Wij zijn geen aanhangers of vereerders
van het militairisme, evenmin voorstanders
Van het anti-dieisstvervangingsboud. Wij
beseffen echter ten volle dat er in een wel-
geordenden staat eene macht dient te zijn
die de aanvallen van buiten moet verijdelen
en die de inwendigde rust kan handhaven.
Wij stellen hoogen prijs op het behoud
onzer zelfstandigheid en wij behooren geens
zins tot hen, die in iederen in een soldaten
pak gestoken man een luiaard zien en het
bejammeren dat zoo velen uit hun maat
schappelijke positie worden gerukt om
spade en houweel, de wapenen des vredes,
voor langeren of korteren tijd te verwisselen
Voor sabel en geweer, de wapenen van
den krjjg.
Wel hebben we ons steeds afkeerig ver
klaard van de overdreven, enorme onkosten
die schier elke Europeesche staat in de
laatste jaren aan vloot en leger besteedt.
Wel kanten we ons tegen de al te sterke
uitbreiding der legermachten die door de
O O
regeeringen wordt geprovoceerd, doch nim
mer hebben we het recht van bestaan
geloochend van een goed en flink leger,
mgericht volgens de behoeften en de krach
ten van den staat. Waar menschen zijn,
daar wonen hartstochten en zoolang er
hartstochten zijn zal de lie ;e vrede-zon niet
Altijd hare koesterende stralen kunnen ver
spreiden, maar van tijd tot tijd zullen de
toortsen van den oorlog flikkeren, en de
tampen van den krijg zullen schrik en vrees
verspreiden.
Tot de levende strijdkrachten van ons
dierbaar vaderland behooren ook de dienst
doende en rustende schutterijen. Nu zou
men meeuen, wanneer men de cijfers ziet
die de sterkte van leger en schutterij aan
vijzen, dat we het hoofd gerust kunnen
neerleggen en de dingen wachten die komen
2ullen. Ja, de vreemdeling dio het respec
tabele cijfer verneemt van het aantal onzer
tustende en bijna-rustende schutters, zal
Voorzeker een hoogen dunk ontvangen van
de militaire inrichting en het defensie-stel-
Sel van ons dierbaar' vaderland.
Helaas, de werkelijkheid brengt ons tot
"More gedachten, want onze schutterij -wet,
FE U1LLETON.
Vervolg.
Kapitein, ik verheug mij u in welstand te zien,
Antwoordde zij, welk nieuws brengt gij ons mede?
e" hoe maakt het Adolf? voegde de beangstigde
"meder er haastig bij.
Chalon werd bleek, doch herstelde zich weder.
Vooreerst, mevrouw, begin ik met te zeg-
&en> dat het voornemen, om de koninklijke fami-
'e te bevrijden, verijdeld is.
Ach, Hemel! riepen de drie vrouwen.
Het plan, met hoeveel beleid ook beraamd,
ls mislukt.
Door welk toeval? vroeg Henriette.
Dit is een geheim, hetwelk men te vergeefs
A°ekt op te lossen.
Ongelukkige Marie Antoinette!.
Be markies de Saintville, de generaal Ca-
die reeds dateert van 11 April 1827, heeft
geene andere verdienste dan dat zij ruim
honderdduizend schutters op 't papier brengt;
aau de taktische oefeningen dier manschap
pen echter, wijdt zij niet de minste
zorg.
Op 1 Januari 1880 hadden wij ruim
76000 rustende schutters, dat wil zegoren
7 OO
ongeoefende mannen, voor wie karabijn,
sabel, of geweer ongekende zaken zijn. Met
onze dienstdoende schutterij is het niet veel
beter gesteld. Ook daar wordt aan taktische
oefening weinig gedaan; orde en tucht laten
ook daar veel te wenscken over. Die toestand
kan ons niet bevreemden. Het gaat moeielijk
met eene alles behalve volmaakte wet een
strijdbaar corps te formeeren dat in tijd
van nood bet vaderland van dienst
kan zijn.
Wat kan men verwachten van eene wet
waarbij de hoogste autoriteit, ofschoon door
een welbegrepen opvatting van haar
plicht om den godsdienstzin der natie
zooveel mogeljjk te ontzien, genoopt is
te transigeeren en de wet te verlooche
nen, gelijk onlangs heeft plaats gehad
in de bekende quaestie van den Edamschen
schutter.
Men zou kunnen meeuen dat de regeering
O O
door het benoemen van kommandauten en
officieren, die ten minste weerbare mannen
zijn en eenige taktische bekwaamheid bezit
ten, eenigszins tracht goed te maken, wat
aan de capaciteit van de overige leden der
schutter-corpsèn ontbreekt. Wie door
dergelijke utopiën wordt bezield, vergist
zich schromelijk en behoeft slechts, om van
zijne dwaling terug te komen, de récente
benoeming der officieren van een Zeeuwsch
bataljon rustende schutterij in aanmerking
te nemen. Daarbij werd tot kapitein be
vorderd iemand die bijna blind, althans zoo
slecht van gezicht is, dat hij, ofschoon
gewapend met een zeer sterken bril, op
tien pas afstand niemand kan onderscheiden.
Bovendien is hij bijna 60 jaren oud. Een
tweede nieuwbenoemde kapitein bij dat
bataljon is mede tusscken de 50 en 60
jaren oud cn heeft nooit een geweer in
handen gehad. De majoor-kommaudant bij
hetzelfde bataljon is iemand van bijna 80
jaren en eveneens bijna blind.
pières en andere hoofden onzer partij hebben de
toegenegenheid aan de vorstelijke familie reeds
met hunne hoofden geboet.
Rampzalige tijden!
En mijn zoon? mijn zoon? Chalon, wat
is er van hem geworden?
Adolf, mevrouw
O! spreek kapitein, vertel mij alles, spreek recht
uit, ik vermoed het ergste, daar gij zonder hem
hier komt. Het angstzweet parelde in groote drop
pels op liet voorhoofd der ongelukkige moeder.
Denk het ergste niet, mevrouw, wanneer
bijvoorbeeld iemand gekwetst ware, kon dit hem
beletten vervoerd te worden.
Leeft hij nog? zal ik Adolf nog mogen we
derzien? riep zij, terwijl hare hoop herleefde.
Maar het treurige gelaat van Chalon verbande
haar weder even spoedig uit den geprang-
den boezem. Neen, neen kapitein, vervolgde zij
haastig; bedrieg mij niet, ware hij nog in leven
dan had hij zich ongetwijfeld herwaarts doen ver
voeren; ik ken hem. Neen, zeker, hij zou in
mijne armen hebben willen sterven. Ik bid u,
Commentaren zijn bier overbodig. Maar
wij vragen het met de Arnh. Ct., is de
rustende schutterij eene ernstige instelling,
of strekt zij alleen om met eerzame bewo
ners van bet platteland een loopje te nemen
door hun een titel te schenken waarmede
men hen scliertseud kan plagen. Waarlijk
zulk een regeling van een deel onzer weer
baarheid is den tijd niet waard, dien de
klerken van bet departement besteden met/
bet schrijven der aanstellingen. Als men
dien menschen een vrijen middag gaf, zou
liet land hiermede meer gediend zijn.
Een bataljon soldaten met een blinden
kommanöant en blinde officieren die niet
weten hoe een geweer er uit ziet
Neen bespottelijker kan bet niet. Wat
moeten onze Pruisische naburen een diep
ontzag krijgen voor de Nederlandsche
Landwehr
De moraal getrokken uit die belachelijke
maar treurige verschijnselen is: dat onze
schutterij-wetgeving niet deugt. Eene wet
die tot zulke absurde gevallen leiden kan
is onvoldoende; zij ondermijnt het prestige,
dat elk legercorps zelfs een troep schut
terij behoeft om in tijd van nood ergens
bruikbaar voor te zijn. Dat onze schutter-ofïï-
cieren meerendeels met een beklemd hart
ten oorlog zouden worden gezonden,
wie durft bet ontkennen Dat de kaders
van onderofficieren grootendeels op vele
niet-militaire gronden zijn opgebouwd,
wie geeft bet niet toe Dat vele manschap
pen hun onwil voor den schutterlijken
dienst geenszins verbloemen, wie erkent het
niet? Een betere, wet is alzoo algemeen
erkend noodig. De bestaande beantwoordt
in geen enkel opzicht aan het beoogde
doel. Si eest pour rire, Fest tropsi c est
pour nous défendreF est nioins que rien
Wij Nederlanders die met hart en ziel
aan den vaderlandsehen bodem gehecht zijn
en bij elke gelegenheid enthusiastiscbe blij
ken van deze verknochtheid geven, moeten
zorg dragen dat annexeer-belustigde regee
ringen niet met ironie en medelijden op
onze strijdkrachten nederzien. Wij loopen
anders gevaar onze zwakheid op militair
gebied te verraden.
Dat gevaar moeten we trachten te vermij
den, want papieren schutters en nationale
mijnheer, misleid mij niet met eene valsche hoop;
wat is er van Adolf geworden?
De officier wilde antwoorden, maar aar
zelde nog.
Ik smeek u, Chalon, zeg het mij, ik ben
op alle3 voorbereid, is hij het slachtoffer zijns
ijvers voor de 'rechtvaardige zaak geworden?
Gustaaf had de kracht niet van te spreken, maar
knikte toestemmend; terwijl een vloed van tranen
zijne oogen ontviel.
Adolf!Adolf!riep mevrouw
Belmoutier op zulk een akcligen en doordrin
genden toon, dat alle aanwezigen er van sidder
den. Hare lippen met een blauwachtige kleur
bedekt, trokken zich krampachtig zamen; hare
oogen sloten zich, en bewusteloos zeeg de onge
lukkige vrouw op den grond.
Men snelde toe, wendde alles aan om haar
tot bewustzijn te roepen; maar vruchteloos.
Ach! Chalon, welk eene verpletterende tij
ding, zuchtte Henriette.
Helaas! mijne beste vriendin, ik gevoel er
al het smartelijke van. Ik had mij dit tooneel
geestdrift zijti niet voldoende om een geoe
fend vijandelijk leger te bestrijden, evenmin
om de inwendige rust te bewaren en de
onafhankelijkheid voortdurend te verzekeren.
Luidens een telegram aan de Daily News uit
Rangoon, hebben verscheidene Chineesche koop
lieden aldaar bericht ontvangen dat koning Thibau
aan de pokken gestorven is. Men vreesde voor
burgeroorlog.
Volgens Havas is de minister van eeredienst
voornemens de bisschoppen te herinneren aan de
wettelijke bepalingen, waarbij het hun verboden
is synodale of zelfs provinciale bijeenkomsten te
houden zonder voorafgaande machtiging der re
geering.
De reeds lang verwachte Creuse, met eene
nieuwe bezending geamnestieerden aan boord, is
eindelijk te Brest aangekomen.
Het gerucht loopt, dat er groote ongeregeld
heden ontdekt zijn in de comptabele dienst van
het Legioen van Eer.
Generaal Eaidherbe heeft den Minister van
Financiën verzocht daaromtrent een onderzoek in
te stellen.
De inkomsten van Pruisen, zijn, gedurende de
drie laatste maanden van 1880 zóó aanzienlijk
minder geweest dan vroeger, dat de regeering,
onthutst door die uitkomst, een circulaire heeft
gericht aan de onderscheidene autoriteiten, om
toch vooral de grootste zuinigheid in acht te
nemen. Redding door bezuiniging dreigt dus het
wachtwoord ook in Pruisen te worden.
Uit het jongste verslag van het Statistisch
Bureau blijkt, dat in Duitsehland de hu
welijken sedert 1872 zeer zijn verminderd. Dat
dit tijdens den oorlog het geval moest zijn, was
zeer natuurlijk; maar niemand kon vermoeden,
dat het aantal huwelijken ook sedert dien tijd
geregeld zou afnemen.
Men verwacht algemeen dat de Gazetta de
Madrid de acte van gratie voor Otero zal bevat
ten op denzelfden dag, dat de aanstaande beval
ling der Spaansche koningin wordt bekend ge
maakt.
Volgens de „Herald" zal binnen eenige dagen
Dr. Weimar terecht staan. Hij wordt beschuldigd
voorspeld. En toch, indien gij wist, wat hij ge
leden heeft, hoe vurig hij naar zijne moeder rer-
langde, hoe hij haar zelfs in zijn doodsstrijd
nog riep, gij zoudt den ongelukkige nog meer
beklagen.
Eindelijk slaakte de weduwe een diepen zucht,
opende de oogen, zag hare verzorgsters dankbaar
aan, en wenkte den officier zich naast haar neder
te zetten.
Gij ziet, mijnheer, zeide zij, nadat Chalon
had plaats genomen, het moederhart is niet be
stand om zulk eene tijding te vernemen. Ach!
mijn eenigst kind, mijn dierbare Adolf! Ik
meende in hem den steun mijns ouderdoms te
mogen zien, en in de lente des levens wordt de
bloem reeds geknakt; zij was dan zoo vroeg reeds
rijp voor de eeuwigheid
De gedachte, dat hij voor de rechtvaardigste,
voor de gewichtigste zaak van Frankrijk gevallen
is, zal u ook tot troost verstrekken, mevrouw,
hij stierf op het bed van eer.
Ongetwijfeld, kapitein.
Wordt vtrvtlgd.)