NIEUWE
No. 379.
Zondag 16 Mei 1880.
5e Jaargang.
Duitschland's toekomst,
BUITENLAND,
i.
Engeland.
Frankrijk.
Spanje.
Tur kijë.
Duitschland.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B URE A IJ: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
MIT.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
De gebeurtenissen van de laatste dagen
in het Duitsche Rijk leverden een opmerke
lijke bijdrage tot de geschiedenis van dat
ïniddeupunt van Europa, waarop sedert den
aanvang van de eerste helft dezer eeuw zoo
veler oogen zijn gevestigd.
Het woord van Napoleon I op St. Helena
gesprokendat de Duitsche eenheid, toen
nog door velen een hersenschim geacht,
een feit zou worden, heeft zich verwezen
lijkt. Met een man als von Bismarct aan
het hoofd, werd van 1860 af aan heteen-
lieidsplan gewerkt, dat zijn uitvoering er
langde op de bloedige slagvelden van het
zelfde Frankrijk, dat eenmaal Duitschland
Uit de rij der zelfstandige staten had ge
schrapt.
Het wordingsproces van Germanje's een
heid had echter met vele inwendige
Worstelingen te kampen. Beurtelings moest
deze partij gevleid, gene partij verstooten
Worden, om het doel te bereiken, dat men
zich voor oogen had gesteld. Voortgespro
ten uit de zoogenaamde Jonkerpartij, had
Von Bismarck in de eerste jaren van de
uitvoering zijner staatkundige plannen, de
öiannen van de Fortschritt-partij tegen
zich. Doch dit baarde hem weinig zorg.
Kan ik niet regeeren met u, voerde hij haar
tegemoet, dan zal ik regeeren zonder u en
zoo noodig tegen u. En zoo werd eenvou
dig de vertegenwoordiging des volks feitelijk
beschouwd als niet te bestaan. De wetten
Werden geoctrooieerd en deliberalen mochten
het aanschouwen, dat met hunne al of niet
Rechtmatige grieven volstrekt geen rekening
Werd gehouden.
Eenige jaren later echter, na het einde
Van den oorlog met Oostenrijk, het begin
der vestiging van de Duitsche eenheid of,
Juister gezegd, van Pruisen's suprematie
°ver geheel Duitschland, achtte von Bis
marck het in het belang zijner staatkun
dige berekeningen, met de liberalen vrede
te maken. De oorlog met Frankrijk, het
Noodzakelijke complement van den Oosten-
Ujkschen oorlog, moest worden voorbereid
en Pruiseus eerste Minister begreep dat
dit groote werk door hem niet zonder den
FEUILLETON.
De Familie Choisel.
Vervolg.
Chalon, vervolgde zij, ik zal de kracht niet
hebben van u te scheidenScheiden, ach!
*d vveder scheidenen voor hoe lang?
misschien voor altijd! Laat ons nog het plan
frauderen; nog is het tijdLaat mij in
frankrijk blijven. Geene ontbering of leed zal er
mij te groot schijnen.
Neen, neen, Henriette, uwe veiligheid en
mijn plicht vorderen uw vertrek. Toen uw vader
°P zijn sterfbed mij tot uwen beschermer en
Raadsman benoemde, deed hij dit in het vertrou
wen, dat ik dezen last getrouw zou vervullen,
hlct ware roekeloos zich langer in een land te
W[lgen, dat thans aan een moordhol gelijk is.
^t nu toe zijn wij alle gevaren te boven geko
men, maar daarom mag men die niet vermetel
hotseeren. Bedenk eens onzen hachslijken toe-
steun der liberalen kon worden volvoerd.
Fluks werden de vrienden van gisteren
weder achtergesteld voor de vrienden van
heden en het geheele staats-orgauisme van
Duitschland werd voor'en na den Franschen
oorlog geliberaliseerd. De juiste verhouding
tusschen Staat en Kerk, inzonderheid voor
een bepaald kerkgenootschap, werd verbro
ken en zoo werden ook de beruchte Mei-
wetten in het leven geroepen, waarbij de
Duitsche staat zich rechten toekende in de
inwendige aangelegenheden der R. K. Kerk,
geheel in strijd met het eenig juist beginsel,
waardoor alleen vrede tusschen Kerk en
Staat mogelijk is.
Doch de toestand, kunstmatig in 't leven
geroepen, kon moeilijk stand houden. Wat
men gezaaid had, werd geoogst. Het zaad
van het liberalisme begon socialistische
vruchten te dragen. Daarbij kwam stilstand
in handel en verkeer; werkstakingen waren
ook geen uitzonderingen meer; de landbouw,
de nijverheid gingen achteruit en op maat
schappelijk en zedelijk gebied woekerde het
kwaad steeds voort.
Yon Bismarck begreep dat een voort
duren van dien toestand onvermijdelijk
moest leiden tot vernietiging van zijn
eenheids-werk. Maar hoe te handelen? Yan
de liberale medewerking te verlangen en
te verkrijgen voor het ten uitvoer brengen
van plannen ter bestrijding van hetgeen
met hunne medewerking was in in het
leven geroepen: de onmogelijkheid daarvan
werd door den Rijkskanselier zeer goed
ingezien.
Eene nieuwe meerderheid moest dus
worden gezocht en het Duitsche volk, aan
den eenen kant door den ongelukkigen
materieelen toestand, aan de andere zijde
in zijn dierbaarste belangen gekrenkt, zond
als zijne vertegenwoordigers mannen
naar den Rijksdag, die op staatkundig
gebied de gezonde conservatieve beginselen
en op kerkelijk terrein de leer der vrijheid
en van het recht voor allen verdedigden
en verkondigden
Met die meerderheid kon Prins von Bis
marck zijne economische wetten tot stand
brengen en zijn strijd tegen het socialisme
met succes voeren. Doch van de andere
zijde mocht nu ook met grond worden ver
stand toen wij op het punt waren te verdrinken
en onze vermoeide paarden vruchteloos hunne
laatste krachten inspanden, om den steilen oever
der rivier te beklauteren. Zonder de hulp der
landlieden hadden wij er zeer zeker den dood
gevonden. Het afscheid valt zwaar, Henriette,
doch troosten wij er ons in; de Hemel kon
een zwaarder offer vragen.
Is uw besluit, om in Frankrijk te blijven,
onherroepelijk, Gustaaf?
Zoo lang het vaderland mijn arm en
mijn degen behoeft. Welke schande ware het
niet zijn vaandel te verlaten in het gezicht des
vijands?
Onze zaak staat zoo wankelend.
Alles is niet verloren; de krijgskans is
wisselvallig. Ckatillon heeft nog eens den repu
blikeinen behoort, en gij weet, door welke won
deren van dapperheid het weder in ons bezit is
geraakt. Is eenmaal de strijd geëindigd, dan zal
ik u als mijne bruid naar het altaar geleiden.
De toekomst is nog zoo duister, zuchtte
het meisje zacht. Doch zij bezat te veel va-
wacht, dat de Rijkskanselier het onhoud
bare zou inzien van de handhaving eener
wetgeving uitsluitend gericht tegen een
aanzienlijk deel der bevolking, dat niet
minder dan het ander deel zijn goed en
bloed heeft geofferd voor de vestiging van
de Duitsche eenheid.
Onderhandelingen werden dan ook ge
voerd om te trachten tot een vergelijk te
komen; zij werden met afwisselenden uitslag
bekroond, doch tot een bepaald besluit was
men nog niet gekomen, toen het den Rijks
kanselier goeddacht zijn binnenlandsche
staat- en staathuishoudkundige politiek
door te zetten met eene omvatting van
het gebied van Altona en van een deel van
Hamburg, de voorstad St. Paulus, in het
algemeen tolstelsel van het Duitsche Rijk.
Dat plan, hetwelk in zich sloot het be
gin der opheffing van de vrijheid aan Ham
burg verzekerd, lokte hevigen tegenstand
uit, die zich ook krachtig in den Rijksdag
openbaarde, ook onder hen, die den Kan
selier in den laatsteu tijd hadden gesteund
doch, getrouw aan hunne beginselen, geen
geweld wilden dulden jegens anderen, waar
zij voor zich recht en billijkheid eischten.
Dit onderwerp, voor het buitenland van
geen overwegend gewicht, doch voorDuitsch-
land van het hoogste belang, heeft aan
leiding gegeven tot een redevoering van
Prins von Bismarck, waarop wij met een
kort woord de aandacht onzer lezers wen-
scheu te vestigen, doch alleen voor dat
deel, wat als van meer algemeen belang
kan worden geacht.
Zich bitter beklagende over de oppositie
tegen zijn plan, richtte Prins von Bismarck
zich meer bizonder tot het Centrum
de Katholieken in den Rijksdag 't welk
hij zijne tegenwerking in scherpe woorden
verweet.
«De houding van het Centrum zoo
ongeveer sprak de Rijkskanselier moet
wellicht worden opgevat als een soort van
barometer, voorspellende welk weder men
uit Rome te wachten heeft. Door het
standpunt van hetCentrum, dat door zijne 100
stemmen de vorming eener meerderheid,
naar rechts of links, in handen heeft, wordt
de parlementaire verhouding zeer ingewik
keld. Ik zal niet wijken voor het Centrum;
derlandsliefde en eergevoel, om zijne grootmoe
dige volharding te laken, of zich langer tegen
zijn edel besluit te kanten.
Iutusschen werd het donker.
Men fluit, zeide Eduard.
Allen luisterden aandachtig.
Ten tweede male deed zich het geluid
hooren.
Zij zijn er, sprak Chalon.
De Hemel zij gedankt.
De kapitein zette het kind neder, en begaf
zich naar voren.
Henriette! riep hij na eenig vertoeven.
Het meisje snelde met Eduard toe, en beide
vielen hunne moeder om den hals.
Mejuffrouw, wat ben ik blijde, u en den
heer Chalon weder te zien, zeide Lodewijk, die
haar de hand toereikte.
Hoevele angstvolle uren heb ik doorgebracht,
alvorens wij met uwe redding bekend waren. Nog
een korten tijd, en ons lijden zal voor goed ge
ëindigd zijn, voegde de kamenier er bij.
Ach! Charlotte, ik hoop het met u, dat
ik wil den vrede met Rome, doch met
behoud van het recht van den Staat. Naar
Canossa (een geliefkoosde uitdrukking van
den heer von Bismarck) ga ik niet. Elk
der partijen moet maar weten, wie van
haar met het Centrum dien weg op zal
gaan. Regeeringsmoede wil ik gaarne te
rugtreden en aan andere overlaten een
programma uit te voeren dat ik niet aan
vaarden kan. Wil echter het Centrum elk
gezag betwisten, dan moeten de liberale
partijen, alle verschil tijdelijk vergetend,
zich te zamen vereenigen.»
Zoo ongeveer sprak de Rijkskanselier die
op het einde zijner rede weder eenige toe
nadering tot de liberalen in hun »Cultur-
kampf» liet doorschemeren, wanneer zij
nu met een deel der conservatieven wilden
medewerken om de kracht van het Centrum
te breken.
Wordt vervolgd.
De heer Taylor Kondigde in de laatste zitting
van het Lagerhuis, de indiening van een voorstel
tot afschaffing van lijfstraffen bij de marine.
De regeering heeft bepaald, dat voortaan eik
jaar op den 14n Juli, den verjaardag van de in
neming van de Bastille, een nationaal feest zal
worden gehouden.
Het Eegeeringsblad bevat een Koninklijk be
sluit, waarbij tot de losmaking van den coupon
die den 30n Juni vervalt, voor alle waarden,
machtiging wordt gegeven.
Woensdag 11. werd te Konstantinopel een
Engelschman op de wandeling onverhoeds door
Muzelmannen aangevallen, met dolksteken getroffen
en beroofd. De toestand van den gekwetste is
ernstig. De Engelsche gezant, de heer Layard,
heeft te dier zake aan de Porte een nota over
handigd.
Zonderlinger geval is zeker nooit voorgekomen,
dan thans in Duitschland zich vertoont. De
Beiersche vertegenwoordiger in den Bondsraad
heeft duidelijk verklaard in gevoelen met v. Bismarck
ons betere dagen zullen wachten-
Zou men in Engeland ook op ons schieten?
vroeg het kind.
Neen, vriendje! daarvoor hebt gij niet te
vreezen, gij kunt er gerust gaan wandelen, ant-
woord4e Gustaaf glimlachende.
Wij behoeven er immers des nachts niet
met de paarden te zwemmen?
Des avonds zult gij warm bij het vuur
zitten, en Henriette zal u wat schoons vertellen.
Dan ben ik tevreden.
De kapitein zag op zijn horloge.
Het is tijd, dames, wij hebben nog een
goed eind wegs af te leggen.
Laat ons gaan, zeide mevrouw Choisel met
vaste stem.
Gedurende eenige oogenblikken trad ieder stil
zwijgend voort; men hoorde niets dan het een-
toonige geluid der voetstappen en het geschreeuw
van eenige vogelen, die hunne nachtelijke schuil
plaats opzochten.
{Wordt vervolgd.)