NIEUWE Wmrt No. 380. Donderdag 20 Mei 1880. 5e Jaargang. Dultschland's toekomst. BUITENLAND. BINNENLAND. ■april iff De Familie Choisel. Engeland. Duitschland. Frankrijk. Amerika. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers r 0,85 1,— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Irz^sLm*- ëiSl1!6®' AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cent». Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Vervolg en Slot. Zeer waardig was het antwoord vau het hoofd van het Centrumden heer von Windhorst. »Het Centrum beleeft een eeuw van ze gepraal dit mocht de heer von Wind- horst terecht zeggen nu de Rijkskan selier het zulk een beslissend gewicht op het lot van het Rijk had toegekend. In alle vraagstukken van materieelen aard laat het Centrum zich steeds leiden door over wegingen aan den aard der zaak ontleend. Van daar dan ook, dat het zich beurte lings in gezelschap van andere partijen zag. Overigens niet met het Centrum maar met het Vaticaan moest vrede worden ge- Bloten. Vraagt de Rijkskanselier echter on voorwaardelijke onderwerping van de volks vertegenwoordigingdan ware het eenvou diger deze af te schaffen Het Centrum voert geen stelselmatige oppositie en het verlangt niets vuriger en oprechter dan den vrede. Ik wensch niets liever, dan steeds hand aan hand te kunnen gaan met de regeering, doch ik mag dit niet doen in strijd met mijne overtuiging en met de be langen mijner kiezers. Deze woorden van den uitstekenden ver tegenwoordiger in den Rijksdag, onder schrijven wij geheel. Zonder eenige bitter heid heeft de heer von Windhorst hier aan de partijen in de Kamer en inzonderheid ook aan den heer von Bismarck harde waarheden doen hooreu. »Wij beoordeelen, slechts de zaak als zaak en van daar dat wij ons beurtelings in gezelschap van andere partijen zagen.» Vol komen juist; het Centrum is zich steeds gelijk gebleven; het vroeg niet of het van deze of van gene partijen wat te winnen of te vreezeu hadmaar het stemde naar zijne overtuiging. Wanneer nu anderen, om welke redenen dan ook. hunne over tuiging prijs gaven om zich den steun van het Centrum te verzekeren, dan moet men daarvan geen verwijt maken aan de leden van het Centrum, maar wel aan hen, die de balanceer-politiek in toepassing hebben gebracht ter bereiking hunner oogmerken. En zeer terecht voerde de heer von FE U ILL ET ON. Vervolg. Moeder, aldus brak Henriette de stilte af, w«t is er toch met u gebeurd, sedert dien vreese- hjken nacht? Ja, wel vreeselijken nacht, hernam mevrouw Choisel, waarvan elke herinnering mij nog doet ijzen. Het paard, waarop ik zat, was uitgegleden, Odewijk en Charlotte schoten ter mijner hulp t°e, maar de vijand was ons reeds nabij. Wij bonden hem onmogelijk voor blijven. Zoo stil hogelijk verscholen wij ons achter eene hoogte, etl werden door de voorbijrenneude soldaten niet °Pgemerkt. Toen hoorde ik iemand roepen Ik riep u, moeder. En kort daarna weergalmden er twee ge weerschoten. Het was, of dn kogels mij in het ksrt drongen; ik was radeloos- Misschien waart mogelijk Eduard of Chalon getroffen; ik Windhorst den heer von Bismarck te se- O moetniet met onsmaar met het Vaticaan moet vrede worden gesloten.Zeer waar. Het Centrum zit niet in den Rijksdag als kerkelijke, als godsdienstige partij; het is er als eene staatkundige partij, met gelijke rechten en plichten als de andere politieke partijen. Wil men den steun van het Centrum, dan moeten er maatregelen wor den voorgedragen, die zijne leden uit over tuiging kunnen steunen, doch dan is dit geen vrede, maar eenvoudig een gevolg van éénheid in politiek of staathuishoudkundig inzicht. De vrede met Rome is eene zaak van staatkundigen, maar vooral ook van gods- dienstigen aard, in dien zin nl. dat aan de Roomsch-Katholieken in Duitschland gelijke rechten en vrijheden worden verzekerd als aan de belijders van andere godsdiensten. Doch oneigenaardig wordt dit ook genoemd een vrede sluitenhet is eenvoudig een recht dat verlangd en ook geeischt kan wor den geen vrede die verzocht wordt. Krachtig was het woord van von Wind- horst: »als de Rijkskanselier onvoorwaar delijke onderwerping van de volksvertegen woordiging vraagt, dan is het eenvoudiger deze maar geheel af te schaffen. Een bravo van alle kanten van den Rijks dag had deze woorden moeten begroeten. Zij toch kenschetsen den waren toesta ad. Wat von Bismarck hier van het Centrum verlangde, eischtte hij steeds van al de partijen, die hij beurtelings vleide om haar steun te verkrijgen. Bij onze Fransche naburen geldt nog het spreekwoordnul Fa de Vesprit que nous et nos amis. Doch bij prins von Bis marck geldt dat niet meer. Voor hem is hetnul Fa de Vesprit que moi et non mes amis. Allen en alles moeten voor zijn wil buigen. Een zelfstandige volksvertegen- woordiging is voor hem een onbekende zaak. Toen hij de liberalen noodig hadgaf hij hen de Meiwetten en zij, minder con sequent in politieke overtuiging dan in haat jegens andersdenkenden, beten toe. Nu hij het Centrum noodig heeft, wil hij zijne leden vangen door intrekking of wijziging der Meiwetten in uitzicht testellen. schreeuwde, maar de echo alleen gaf op sombereD toon mijne woorden weder. Ondanks den tegen stand van bodewijk en de kamenier, reed ik vooruit en zij volgden mij zwijgend. Na eene poos rondgedoold te hebben, gedurende welke elke minuut mij een dag toescheen, bereikten wij de rivier. „Gij ziet dat deze weg niet gevolgd kan zijn, want onmogelijk zouden zij door den stroom hebben kunnen zwemmen," zeide Charlotte. Bijna niet wetende wat ik deed, steeg ik af, sloeg géén acht op het weder, en vestigde mijne oogen onafgebroken op de rivier. Het was mij, al» hoorde ik telkens in het gedruisch van het klotsende water de hulpkreten mijner kinderen. Ach! goede moeder, wat hebt gij geleden, zuchtte Henriette droevig. De smartelijkste gewaarwording wachtte mij nog, vervolgde mevrouw Choisel. Het helle licht der aanhoudende bliksems deed mij cp den oever een voorwerp ontdekken, waarin ik de fluweelen muts van Eduard herkende. Geen dood vonnis had mij ijselijker kunnen ontroeren. Mijn jongste kind was dan een prooi der golven ge- Doch zij, consequent in hunne staatkundige overtuiging, weigeren hun steun voor het geen in hun oog verkeerd is, ook al zouden zij daardoor voordeel voor hunne gods dienstige gevoelens kunnen behalen. Dat is gehandeld zoo als het een verte genwoordiger des volks past en de heer von Windhorst had hier het woord kunnen herhalen dat de heer Sloet tot Oldhuis dertig jaren geleden Thorbecke toevoegde: wij zijn geen stemmachines. Inderdaad, de heer von Bismarck speelt gevaarlijk spel. Volgens hem trachtte men de Bondsstaten tegen Pruisen en dus tegen het stelsel van éénheid op te hitsen. Maar dat is niet zoomen wil alleen voorkomen dat onrecht worde gepleegdmen duldt geen onbillijkheid, ook niet waar het een politieken tegenstander geldt. En wanneer de Rijkskanselier dan ook, hoewel bedekt, aan het Centrum verwijt, dat het de eenheid des Rijks in gevaar brengt, omdat het niet in alles met hem wil medegaan, dan mag veeleer tot prins von Bismarck worden gezegd: Als er een is in het Duitsche Rijk, die de toekomst van het land op het spel zet, dan zijt gij het. Door uwe houding, door uw onderdanig toegeven aan de liberalis tische beweging hebt gij een groot deel van het volk, dat innig aan Duitschland is gehecht, van u vervreemd. Gij zegt vrede te willenmaar gij handhaaft den staat van oorlog, niet door ons, maar door u in het leven geroepen. Wilt gij dus den ondergang van uw werk niet aanschouwen, herstel dan het onrecht door u gepleegd; geef aan de Katholieke ingezetenen des lands hunne rechten terug, die gij hen nimmer had mogen ontnemen en zoek uw kracht niet verder in vervolgingen van den godsdienst, al hebt gij die een schijnbaar wettelijk karakter gegeven. En eindelijk kan men den Rijkskanselier dit waarschuwend woord doen hooren: Eisch geen slaafsche volgzaamheid van de vertegenwoordiging; want heden zal zij zijn uw slaaf en morgen kan zij het wor den van een ander. Doch wanneer die slaaf, het juk moede, zijne ketens ver breekt, dan zal het u of uw opvolger niet mogelijk zijn den stroom, die buiten zijne worden. Ik Verbeeldde mij, hoe het angstig schrei ende zijne armpjes naar mij uitstak. Ik meende, neen, ik kon niet meer denken. Voor mijn ver warde verbeelding zag ik uwe lijken door den stroom wegvoeren. Op dat oogenblik ware de dood mij welkom geweest. Lodewijk was voor een vreeselijk besluit bevreesd, en deed mij met geweld weder te paard stijgen. Hij leidde het dier bij den toom, en tegen den morgen bereik ten wij de woning van een herder. Het was een bejaard man, die met zijne vrouw ons alle mogelijke hulp bewees. Zij voorzagen ons van drooge kleederen, waaraan wij vooral behoefte hadden. Twee dagen brachten wij bij deze goede lieden door, welk vertoef tot herstel onzer krachten volstrekt noodzakelijk was. Nog was ik besluite loos over hetgeen ons te doen stond, toen de door Chalon uitgezonden bode mij eindelijk vond. Ik wilde dadelijk vertrekken, maar de geweldige schokken, welke mijn gemoed zoo snel opvolgend getroffen hadden, deden mij te sterk aan. Mijne gezondheid was er niet tegen bestand, en zoo zag ik mij gedwongen aldaar den dag te verbeiden, oevers is getreden, in zijne bedding terug te voereu. Dan zult gij maaien wat gij gezaaid hebt en der eenheid van Duitsch land dreigt alsdan het lot dat der wereld heerschappij van Napoleon I heeft ge troffen. Aan den beroemden industrieel en technicus Henry Bessemer zal eerstdaags op nieuw een hooge onder scheiding ten deel vallen. De Gemeenteraad van Londen heeft besloten hem het eere-burgerschap van de stad Londen te verleenen, wegens erken ning van zijn belangrijke ontdekkingen, die voor de Engelsche nijverheid zulke aanzienlijke voor- deelen hebben opgeleverd. Het diploma zal hem in een gouden doos aan geboden worden. De Katholieke dagbladen van Dnitschland be vatten eene oproeping tot eene groote meeting, welke den 23 dezer maand te Dortmund moet plaats hebben, om het einde te vragen van den Culturkampf. Eene tweede meeting wordt te Keulen gehouden. Silezië, Polen, Oost-Pruisen9 Hanover en het hertogdom Nassau zullen insgelijks hunne beurt van protesteeren hebben. Te Rijssel hebben-de werkstakers gedeeltelijk den arbeid hervat. Daarentegen zijn er uit andere fabrieken daar ter plaatse nieuwe werkstakers bijgekomen. Een paar belhamels zijn gevat. De burgemeester van Marseille heeft een verbod uitgevaardigd tegen alle processiën op het geheele grondgebied der gemeente. Dit verbod zal aan geplakt worden, zoodra het door den prefect goed gekeurd is. Mgr. Ereppel, Bisschop van Angers, heeft de Kamer-Candidatuur voor Brest aangenomen. De Spaanscbe consul-generaal te New-York ontving dezer dagen een pakje, gevuld met ont plofbare stoffen. Ten gevolge van een gebrek aan het mechanisme, miste het de bedoelde uitwerking. Men gist, dat het van Cubaansche opstandelingen afkomstig is. liet heeft Z. H. den Paus behaagd den heer C. J. A. van Rijckevorsel, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, te benoemen tot kommandeur van de orde van den H. Gregorius den Groote. welke voor uw vertrek bepaald was. O, moeder, hoezeer mogen wij ons nu weder verheugen bij u te kunnen zijn! Maar zal u deze reis niet al te zwaar vallen? vroeg het meisje belangstellend. Ik ben gansch hersteld, Henriette, en mocht nog eene enkele herinnering aan het doorgestane leed mijn hart doen bloeden, dan gevoel ik toch den zoetsten troost in onze gelukkige hereeniging. En deze troost zal in genoegen veranderen, mevrouw, viel Chalon haar in de rede, wanneer gij, Engelands gastvrijen bodem betredende, er met uw kroost zult vereenigd blijven. Ik heb mevrouw von Tiialstein geschreven, dat zij Adolf en Bernard onder geleide van een vertrouwd per soon r.aar u zou doen vertrekken, en ook voor de andere kinderen is gezorgd. Ik twijfel niet, of allen zullen veilig de Engelsche kust bereiken. O, Guslaaf, gij zijt mijn wensch reeds voor komen, ik verlang niets vuriger, dan hen weder te zien. Mijn God. wat ligt daar! riep Charlotte. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1