NIEUWE
No. 389,
Zondag 20 Juni 1880.
5e Jaargang.
Zondagsviering,
BUITENLAND,
BINNENLAND,
België.
Engeland.
Frankrijk.
Duitsehland.
Spanje.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
(iiiimT.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Onder den titel: een doktersoordeel over
den Zondag, lazen we dezer dagen in het
Vaderland een uitvoerig verslag over de
voordrachten van Dr. A. Hagler. Het ver
slag, geschreven door Dr, W. C. van Manen,
eindigt aldus:
»Er is een nauwe samenhang tusschen
het maatschappelijk en zedelijk verval der
volken en hun minachting voor een be
hoorlijke zondagsviering. Ten bewijze vestigt
Dr. Hagler de aandacht op Frankrijk, ver
geleken met Engeland, en op uitspraken
van mannen als John Bright, Palmerston,
Gladstone, die zeggen dat zij hun duurzame
gezondheid voor een goed deel hebben te
danken aan hunne stipte zondagsviering.
Een Amerikaansch geneesheer, dr. Muster,
toonde met statistische cijfers aan, dat 's
aenschen levensduur, bij inachtneming van
zondagsrust, met meer dan een zevende deel
Wordt verlengd. Wetenschappelijk onder
zoekingen hebben bewezen, dat iemand,
die ingespannen werkt, van dag tot dag
meer kracht te kort komt en na zes da
gen zeker een geheelen dag noodig heeft
om de geleden schade in te halen. Daarom
kan de bedenking niet gelden, die men zoo
vaak verneemt, dat men geen tijd heeft om
des Zondags te rusten en dat de zondags
viering de productie met een zevende ver
mindert. Zij behoudt veeleer het arbeids
vermogen, de gezondheid en verlengt den
levensduur, terwijl het werken op den Zon
dag het arbeidsvermogen knakt voor den
tjjd, de gezondheid benadeelt en het leven
Verkort.
Ruim 50,000 personen reisden ten jare
1849 en 1850 groepsgewijze dwars door
Amerika naar Californië. Zij die des Zon
dags behoorlijk rust namen, kwamen eerder
aan de plaats hunner bestemming dan zij,
die zich daartoe den tijd niet gunden.
Vele industrieelen hebben opgemerkt, dat
kun volk meer en beter werk aflevert en
minder door ziekten wordt geplaagd, sedert
zij des Zondags den arbeid doen staken.
Engeland en Amerika munten uit in
strenge zondagsviering, maar ook in wel
vaart en bronnen van genot. Hoe de Euro-
Peesche correspondenten bij de jongste we-
FE U1LLET ON.
Philippine Van Dampierre.
Vervolg.
Zij zag om zich lieen en bevond zich alleen tus-
'°hen die onheilspellende muren. In eene diepe
"eerslacbtigheid gedompeld, weende zij hevig.Eens-
klaps greep eene hand de bare, drukte die, en
®eöe zachte stem zeide haar:
Wij zullen naar Vlaanderen wederkeeren!
Zij zag op en aanschouwde het gelaat van
Allx, haar volgeling, die met haar weende.
IV.
Van dit oogenhlik af, gevoelde zich Philippine
'öderdaad gevangen. Tot dus verre had hare ziel
kuiten de muren harer gevangenis, op de wegen,
daarvan de beloofde hulp moest komen, verwijld,
We blikken waren gestadig naar den gezichts
sluier gekeerd geweest; zij had gehoopt, zij had
geleefd ia de tijden, die moesten komen, en voor-
*1 had zij in een ander geleefd om hem te versterken
reldtentoonstelling zich ergerden aan de
sluiting der tentoonstelling op Zondag! Zij
zou daardoor, naar zij meenden geheel mis
lukken. Toch heeft zij ten slotte meer
bezoekers gehad en gunstiger financieële
uitkomsten opgeleverd dan die te Ween en,
waar des Zondags de meeste gelden werden
geïnd.
Ook gaat Dr. Hagler voort te betoogen,
dat voor de gezondheid van den geest, een
geregelde zondagsviering van het hoogste ge
wicht is. Want nauw is het verband tusschen
ziel en lichaam. De krankzinnigengestichten
laten ons op droevig welsprekende wijze
de talloos vele gevolgen zien van overspannen
geestesvrerkzaamheid. Hoeveel lijden boven
dien aan zenuwzwakte, ziekelijke vermoeid
heid, ongewone zenuwachtige prikkelbaar
heid, kwalen die niet zelden vooral onder
stedelingen van het eene geslacht op
het andere overgaan en die steeds verergerd
worden door het eentonige en het werktuig
lijke van den arbeid. Op ieder arbeidsveld
roept onze tijd een schier oneindige reeks
specialiteiten. Een enkele naald gaat door
veertig verschillende handen. De Zondag
geeft den werkman, die dag in dag uit,
zich met de zelfde dingen bezig houdt, aau
zich zelf en aan de wereld terug. Voor zijn
geestelijke ontwikkeling is die dag onmis
baar. Ook kweekt hij orde en zindelijkheid
in hooge mate aan en daarmede wederom
gezondheid, deugd en geluk. Hij maakt
deu mensch, die eene werkkracht of een
werktuig scheen geworden, bij vernieuwing
tot mensch en helpt hem zijn gevoel van
onlust en van ontevredenheid overwinnen,
voor zoover deze een gevolg waren vaD
vermoeidheid, gebrek aan lucht, eenzijdige
beweging en andere storingen in den licha-
melijken toestand. Daarom staat de zon
dagsviering in bet nauwste verband met
de zoogenaamde sociale quaesfie. Zij is de
schutspatrones van het familieven en komt,
als kweekster van beschaving, welvaart en
gezondheid, de geheele maatschappij ten
goede.
Dat zij niet moet dienen tot een vervelend
en ontzenuwend nietsdoen, spreekt van zelf.
Ieder moet voor zich weten, hoe hij het
best zijn zondagsrust zal besteden.
Ten slotte geeft Dr. Hagler nog eene
en staande te honden; nu bevond zij zich alleen,
zij zag de traliën, zij gevoelde de verdrukking,
en in hare ziel, waarin de hoop werd uitgedoofd,
gevoelde zij al het vreeselijke harer gevangen
schap.
Zij beschouwde de verschrikkelijke vesting,
waarin zij zich bevond, alsof zij deze nog niet
gezien had: die hooge en dikke muren, door
twintig zware torens omgeven; die ijzeren
deuren, die donkere gangen, waarvan het
doel was de schreden der gevangenen te mislei
den; die groote zalen voor koningen bestemd en
zoo treurig in hare pracht; die gevangenhokken,
waarin de gevangenen zuchtten, en waarvan de
naam alleen schrik inboezemde. Weënend sprak
zij:
„Ik zal hier leven en sterven? ik zal de
groene vlakten van mijn dierbaar land niet we
derzien, en nimmer zal ik de kusten van Enge
land bereiken, waar Eduard mij wachtKoning
Philippus zal mij nimmer naar mijne moeder,
noch naar mijn verloofde laten vertrekken.
Ik hen gevangen voor altijd
enkele opmerking over de vraag, of men
een regeling van de zondagsviering bij de
wet wenschelijk moet achten. Zijn antwoord
luidt ontkennend. Van een goed voorbeeld
door den Staat te geven, waar bij optreedt
als persoon tegenover zijne ambtenaren en
bedienden, van eene deugdelijk voorgelichte
en ontwikkelde openbare meening en van
vrijwillige samenwerking, verwacht hij meer
heil. Als de goedgezinden, die het belang
van allen diep beseffen en zeggen te willen
behartigen, slechts voorgaan, zullen de ove
rigen wel volgen.*
Wij verschillen ten opzichte van de door
Dr. Hagler niet wenschelijk geachte staats
regeling tot viering van den Zondag in
opinie met dien Duitschen geleerde. Wij
zien niet in waarom de Staat, die zich met
alles bemoeit en zorg draagt voor de ont
wikkeling des geestes, er van af zou moeten
zien zich te bemoeien met de zondacsvie-
O
ring, iets waardoor de geest zoowel ah het
lichaam krachtig gemaakt wordt om te
kunnen weerstaan aan de verleidingen, om
het hoofd te kunnen bieden aan de be
proevingen, rampen, en ellende die wij
allen, zonder uitzondering, in dit onder-
maansche moeten dragen en ondervinden.
Het verblijdt ons zegt het Wageningsche
weekblad, de voordrachten van Dr. Hagler
besprekende, dat een modern predikant zulk
een artikel schrijft en dit opgenomen wordt
in 't meest geavanceerd blad der liberale
partij
't Is overigens opmerkelijk, dat onze
humanisten thans tot dezelfde conclusie
komen, die Mozes reeds voor duizenden
jaren te boek stelde als bevel van God.
Wie maar tijd van leven heeft, zal wel meer
van dien aard ervaren. Die oude Bijbel is
nog niet zoo dwaas als velen dit zich in
beelden.*
Van een godsdienstig standpunt hebben
wij de zondagsviering reeds vroeger bespro
ken en daarbij gezien hoe streng de eerste
Christenen aan het gebod van de zondags
rust zich vasthechtten. Het kan zijn nut
hebben sommige dingen ook van maat
schappelijke zijde te beschouwen, ofschoon
men toch altijd op den godsdienstigen bo
dem der zaken, terecht komt. Ook hier is
duidelijk waar te nemen dat de verkrachting
Als deze gedachten hare ziel bestormden, ver
viel zij in die diepe neerslachtigheid, die eene der
doodelijkste ziekten van de ziel is; zij weende en
vluchtte het daglicht. Alsdan kwam haar jeugdige
volgeling, Alix, haar opzoeken, zette zich bij haar
neder en vervulde op hare beurt bij Philippine
de rol van vertroosteres, eene rol, waarvan Phi
lippine zich zoo goed bij haren vader gekweten
had. Alix was eene wees. Sedert hare kindsch-
heid bij de jeugdige gravin in dienst, beminde
zij haar met de teederheid eener zuster en met
de verknochtheid van een hart, dat zijne gene-,
gen beid slechts op één wezen had gevestigd; zij
leed slechts door het verdriet van Philippine,
want daar zij besloten had haar het leven te
wijden, zoo was het haar onverschillig of dit in
de Louvre of in Engeland was. Wanneer hare
gesprekken, hare vroolijkheid, hare schoone rede
neeringen een weinig hoop in het hart der gra
vin hadden opgewekt, zeide Philippine som
tijds:
Als ik met prins Eduard gehuwd ben,
Alix! zal ik u aan een edelen Engelschman
der goddelijke wetten niet ongestraft blijft
Het gebod van de zondagsviering werd door
God niet willekeurig gegeven. Zijne onein
dige wijsheid bad daarmede bepaalde bedoe
lingen.
Maar 't ontaarde menschdom tracht zich
in zijne waanwijsheid tegen de goddeljjke
geboden te verzetten. De- treurige feiten,
de vreeselijke rampen, die 't gevolg zijn van
dit verzet hebben we dagelijks voor oogen.
Mochten ze ons tot leering strekken.
De „Jubelfeesten" zijn in vollen gang.
Alle huizen te Brussel zijn met vlaggen versierd,
die zelfs aan kabels afhangen, welke tusschen de hui
zen gespannen zijn. Yele balcons zijn versierd met
behangsels van rood fluweel, anderen verdwijnen
onder bloemen en gnirlandes, en weder anderen
dragen de bustes van den Koning en de Koningin
Er heerscht veel geestdrift.
De commissie ad hoe uit het Lagerhuis heeft
zich tegen de eedsaflegging van den heer Brad-
laugh verklaard, maar aanbevolen, dezen tot het
afleggen van een eenvoudige verklaring toe te laten.
Volgens een telegram is aan de kust van Mas
sachusetts een flesch gevonden, waarin een briefje
besloten was van den volgenden inhoud „17 April,
Oefeningschip Atalanta. Wij verkeeren in zin
kenden toestand. Lengte 26, breedte 32." Het
bericht was geteekend: „John L. Hutchins."
Het oorlogschip, dat in last had de commu
nards, die gratie hebben erlangd, at te halen,
heeft bevel gekregen, nadere orders af te wachten.
Zou men. zich bedacht hebben?
De Conferentie van de ambassadeurs te Berlijn,
tot regeling van de Turksch-Grieksche grens-
quaestie, kwam Woensdag, voor het eerst bijeen.
De Kamer van afgevaardigden heeft de motie
van vertrouwen in de regeering met 246 tegen
13 stemmen aangenomen.
's Gravenhage, 17 Juni. Bij den heer R.,
wirkelier in de 2e Nieuwe Molstraat zijn heden
nacht door openschuiving van het venster een
uithuwelijken, en gij zult mijne eerste hofdame
zijn.
Neen! zeide dan Alix, ik wil u niet
verlaten; ik zal eeredame der koningin leven en
sterven.
Om als het ware den tijd te bedriegen, lazen
zij gezamenlijk eenige godvruchtige boeken, eenige
ridderwerken, die Philippine uit Vlaanderen me
degebracht had; zij zongen tweestemmig of bor
duurden aan hetzelfde raam, of kweekten eenige
bloemen op een soort van terras, tusschen
twee torens gelegen, dat de gouverneur haar tot
wandelplaats had aangewezen. Somtijds kregen zij
verlof om naar de kapel te gaan, en het was een
zeldzaam oogenblik van geluk, wanneer de gevan
genen, in tegenwoordigheid van God, mochten
bidden.
Geen tijding van buiten drong tot haar door;
niemand sprak haar van Vlaanderen, en somtijds
zeide Philippine zuchtende:
Neen! zij hebben mij niet kunnen vergetenl
Mijn vader, mijne moeder denken aan mij.
{Wordt vervolgd.)