GEMENGD NIEUWS.
Gedachten.
A11 e r 1 ei.
drukken zij liet recht van de meerderheid der
natie en de billijkheid tegenover de bizondere
9chool dood."
Heemstede, 27 Juni. In de vorige week is
op het buitenverblijf van jhr. J. B. Van Merlen
diefstal gepleegd. Door den nachtwaker werden
omstreeks 47j ure twee ramen van eene kamer
opgeschoven gevonden en na onderzoek bleek,
dat eenige gouden voorwerpen benevens eenig
geld was ontvreemd, alsmede dat men ge
tracht had eene kast, waarin een groote geldsom
aanwezig was, open te breken.
Leiden, 27 Juni. in den morgen van den
25sten dezer is in het water van den Witten Singel
drijvende gevonden het lijk van een onbekend
manspersoon, van tamelijke lengte, naar gissing
van 36 a 38 jarigen leeftijd.
Maastricht, 27 Juni. Blijkens mededeeling
van het geneeskundig staatstoezicht hebben zich
in deze provincie gedurende de maand Mei jl.
10 gevallen van pokziekte sporadisch voorgedaan
en wel te Smeermaas 2, Herten 4, Eoermond 1,
Maasniel 1, en Maastricht 2.
's Gravenhage, 27 Juni. Op de Prinsengracht
is gisteren een knaap bij het oplaten van een
vlieger in het water gevallen en eenige oogen-
blikken later levenloos opgehaald.
Munnekezijl, 27 Juni. De sluiswachter B.
Siebesma heeft dezer dagen een genoeglijk zilve
ren jubileum gevierd; hij heeft nl. het25emeu-
ichenleven gered.
Amsterdam, 27 Juni. Aan het B. K. gesticht
de Voorzienigheid is door wijlen mej. M. W.
Miiller haar geheele nalatenschap, geschat op 30
a 40 duizend gulden, vermaakt.
Een les in het Engelsch. Onlangszondeen
Engelsch officier aan het ministerie een rekening,
van een reis door hem gedaan. Een post luidde
Porter zes stuivers," Porter beteekenl zoowel
lier als kruierDe rekening werd betaald, maai
de post voor Porter doorgehaald. Daarop schreef
de officier, dat als hij voor zijn koffer geen Por
ter had gebruikt, hij een rijtuig had moeten ne
men, dat 18 stuivers kost. Nu kreeg hij uitbe
taling, maar met de opmerking, dat hij Porterage
had moeten schrijven als hij kruiersloon bedoelde.
De man over al dit. gehaspel toornig, schreef
weerom: „ik heb nooit zoo nauw gekeken; maar
het is goed. Voortaan zal ik ook voor cab (rijtuig)
cabbage (kool) schrijven."
Als toelichting op een nieuw Engelsch
sckrijfstelsel door middel van cijfers, geeft de
Arnh. Ct. de volgende proef van Cijfer-Neder-
landsch: „2dr8 baart ver3t. Wie ge9 is zich zll
te prijzen wordt nooit ge8 af ge4d en verwerft
gl suc6.
Te Leiden is bij de feesten een pei-
soon, die op een der Singels in Morpheus armen
uitrustte, een gouden horloge met dito ring kwijt
geraakt. Een ander verloor een gouden horloge,
een derde verloor een portefeuille, waarin drie
bankbiljetten ad f 100, t 60 en f 40.
Een goedkoop recept in Indië. Volgens het
Soerak. Advj>L zouden twee asthmatici koffie ge
dronken hebben, waarin bij ongeluk een kakker
lak gekookt was en daarna van hun asthma
beiden genezen zijn. Zij hadden toen een asthma-
tischen Chinees hetzelfde aangeraden en deze had
evenveel baat bij het middel gevonden.
In de Zeitung des Vereins Deutscher Eisen-
bahnverwaltungen wordt melding gemaakt van
eene ziekte, waaraan vele spoorwegbeambten lijden,
en die voor de veiligheid van het verkeer nog
gevaarlijker schijnt dan de kleurenblindheid, omdat
aan het bedoelde gebrek veel meer personen on
derhevig zijn. Die ziekte wordt signaaldoofheid
genoemd. De schrijver beweert dat door het voort
durend slaan der kloksignalen langs den weg de
wachters daaraan zoo gewend worden, dat zij het
bijna evenmin hooren, als bijv. de molenaar het
klapperen van zijn molen. Men mag niet aanne
men, dat de wachters dagelijks en jaren lang
alle kloksignalen tellendit doen alleen de nieu
welingen. Als middel tegen dit gevaarlijk euvel
raadt de schrijver aan, de kloksignalen voor de
regelmatig volgens dienstregeling loopende treinen
niet meer te geven en ze alleen te behouden voor
treinen, die een belangrijke vertraging ondervonden
hadden, of voor buitengewone treinen. Want wan
neer het kloksignaal bij de tegenwoordige inrich
ting voor een door den wachter verwachten trein
niet gegeven werd wat door een of andere
stoornis mogelijk is dan nog zou de wachter
de in 't belang van de veiligheid voorgtschreven
maatregelen moeten nemen. Door de signalen dus
tot de buitengewone treinen te beperken, hoopt
de schrijver de grondoorzaak van het euvel der
„signaalapathie" weg te nemen.
Eenige dagen geleden kwam een per
soon om een der eerw. paters uit de Boompjes-
kerk te Amsterdam te spreken. Om bizondere
reden kon de eerw. pater dit gesprek niet toestaan
en de persoon verwijderde zich. Een andere pater
miste des avonds op zijn slaapkamer zijn zilveren
ankerhorloge. Het vermoeden viel op den weg
gezonden persoon en deze was spoedig in handen
der politie, die in hem een ouden bekende zag.
Hij beweerde het echter niet te hebben gezien.
Door de ijverige nasporingen van de rechercheurs
Freese en Van Velzen werd het in een huis van
koop met recht van wederinkoop in beslaggeno
men en de koopman herkende den aangehoudene.
Veel werd erin de pretmakende wereld
in de laatste dagen gesproken over luisterrijke
feesten, welke een graaf d. C. zou geven op een
prachtige villa, die hij te Clarens bezit. Die heer
graaf heette de zoon van een eigenaar van goud
mijnen in Siberië, die hem 39 millioen had nage
laten. De graaf verteerde ongeveer 2500 fr. per
dag en vond nog altijd het middel om zijn leve
ranciers niettebetalen. Zoodoende kwam men spoedig
tot de ontdekking, dat deze gewaande graaf een
sluwe oplichter was, die reeds wegens misbruik
van vertrouwen een vonnis te zijnen laste had.
Wat echter als curieus ir. deze geschiedenis mag
worden vermeld, is, dat op de uitnoodigingslijsten
voor de feesten op de villa ook voorkwam de naam
van den heer Andrieux, den prefect van politie
te Parijs!
TeMaastricht werd Zondag eengezin,
bestaande uit man vrouw en pleegzoon, na het
gebruik van een groentensoep ongesteld. Genees
kundige hulp, die onmiddellijk werd ingeroepen
constateerde vergiftiging waarschijnlijk door dolle
kervel. De drie lijders bevinden zich onder genees
kundige behandeling, terwijl een kat, die mede
van de soep had gegeten, is gestorven.
InallenernstschrijftdeSamarangsche
Locomotief het volgende: "Gevallen van een hoogte
van 9 el, nl. van het dak van de Chineesche kerk
in de kampong Sebandaren, is gisteren een koelie
die daar lag te slapen. Toen hij wakker werd,
was hij dood".
Tegenwoordig worden in Duitschland
zeer practische kachelaanmakers vervaardigd. Het
zijn ronde steenen, vuurvast en uiterst poreus, die
met petroleum gedrenkt en daarna in de kachel
aangestoken worden. De methode is zindelijk,
eenvoudig en goedkoop.
De Engelsche weldadigheid is niet
minder bekend, dan de armoede der lagere volks
klassen. Met die weldadigheid is het echter niet
altijd even zuiver gesteld. De rijken dragen de
uitdeeling hunner liefdegaven maar al te dikwijls
aan personen op, bij wie er veel aan de maat
blijft hangen. Niet altijd komt dat zoo duidelijk
aan het licht, als eenmaal door den onnoemlijk
rijke, en om zijne dolle streken befaamden Markies
var. Waterford, die soms nachten achtereen als
vagebond door de straten en stegen liep en overal
aanleiding tot twisten en vechten gaf. Bij zoo'n
gelegenheid werd hij eenmaal gewond en naar
het groote Londensche hospitaal gebracht, 's Mor
gens ontving hij evenals de andere zijne portie
soep, die echter volstrekt niet naar zijn smaak
was en hij verlangde, dat men hem bij den chef
der inrichting zou brengen, ten einde zijn klacht
in te dienen. „En denk je dan dat wij onze
spijzen naar jouw smaak moeten maken?" snauvule
de chef hem toe. „Ik geloot sir, dat deze
instelling van hare begunstigers genoeg ontvangt
om eetbare spijzen te kunnen uitreiken." „De
soep is eetbaar en jij zult ze eten." Best maar
in het vervolg betaal ik mijn jaarlijksche bijdrage
van 1000 pond ook niet meer ik ben de Mar
kies van Waterford."
Een jonge deugniet, die zich in de
cellulaire gevangenis te Amsterdam bevond, heeft
aldaar door ophanging een eind aan zijn leven
gemaakt. Hij was gevangen genomen, omdat hij
met f 800, die hij voor zijn patroon had moeten
ontvangen, op den loop gegaan was.
Met den hoed in de hand komt men
door het gansche land. Dit ondervond een Duitsch
student, die op de visscherij-tentoonstelling te
Berlijn aan een vijftal Amerikaansche dames on
gevraagd allerlei inlichtingen gaf. Een der dames,
een 17-jarige schoone, vroeg hem zijn kaartje, dat
hij natuurlijk gaarne gaf. Den volgenden dag
kreeg hij een brief van het meisje. De schoone
bood hem haar hand aan. De Duitsche student
versmaadde die niet, vooral niet, omdat de Ame
rikaansche de eenige dochter was van een New-
Yorksch koopman, wiens vermogen twee millioen
dollars bedraagt.
Te Brussel heeft men op heeterdaad
een meisje van zeven jaar betrapt, terwijl zij iemand
een portemonnaie afhandig trachtte te maken. Bij
onderzoek bleek dat zij in den laatsten tijd niet min
der dan dertien dergelijke voorwerpen had ontvreem d
en dat wel op last van hare ouders, die zich de
opbrengst der misdaad toeëigenden. Voor het
arme kind mag het zeker een geluk heeten, als
de ontdekking der politie er toe leidt dat zij ont
trokken wordt van zulk een ouderlijk gezag.
De studentenfeesten te Leiden behoo-
ren weder tot het verledene. De tooi van Philips
den Schoone en van zijn ros moeten alleen ruim
twee duizend gulden gekost hebben. Het opeu
hof door Zijne Hertogelijke Hoogheid gehouden
kwam hem op f 4000 te staan. Nu zegge men
nog dat de studie geen geld kost.
De ritmeester Schropp te Miinchen
wilde aan een ander officier toonen hoe goed hij
bestand was tegen morphine-inspuitingen en liet
deze door zijn kameraad bewerken. Deze had
natuurlijk van dergelijke zaken geen verstand en
de ritmeester was binnen eenige uren een lijk.
Als een staaltje van de brutaliteitder
dieven te Berlijn verhaalt men het volgende: Vele
schelmen stelen de bakkerswagens, waarmee
's morgens het brood aan de klanten wordt ge
bracht: ze nemen de wagens, die even onbeheerd
staan, mee, ledigen ze in een ander deel der stad
en laten het aan de politie over, de ledige wagens
weer aan de rechtmatige eigenaars terug te bren
gen. Nu was in een der wagens het klantenboekje
blijven liggen. De dief, die dezen wagen, meenam,
schreef daarin: „Te weinig brood; een volgende
maal meer
In de Ned. spectator schrijft Flanor
dien men zeker niet van antiphathie tegen het
Grieksch en Latijn zal kunnen beschuldigen
over het wetsontwerp betreffende de maten en ge
wichten het volgende: „Wij bezitten voor alle
maten en gewichten oude, uitstekende, teekenende
voor ieder verstaanbare woorden: el, palm, duim
streep, is er iets beters? Bunder, roede, morgen
(dat schilderachtige woord, de wetgever wist zeker
niet meer wat het beduidt!); grein, wichtje, kan
pint enz. onzinnige namen, als meter b. v. want
meter is op zijn Hollandsch een man die meet.
De kleine burger moet leeren het onderscheid
tusschen deka en deci; moet leeren tobben met
hekto, kilo, milli, centi: wie Grieksch noch Latijn
kent, moet als een kind die dingen in zijn hoofd
stampen, die hij niet begrijpt. Gelukkig echter
dat hij ze niet begrijpt, want anders was hij er
nog erger aan toe. Voor hem die wel Grieksch
en Latijn kent, is het nog erger; voor hem is
het een verwarring en een bespotting. Immers
die quasi-namen zijn zoo ongrieksch en onlatijnsch
mogelijk, hun samenstellingen zijn onjuist. Laat
onze Kamer nationaal zijn en ons voor dien on
zin behoeden. Laat zij op die wetsbepaling de
oude Hollandsche roe toepassen. Laat men de
hoeveelheid gelijk stellen met die, welke alom
gebruikt wordt, maar in aanduiding althans de
oude bekende namen bewaren.
Uit de doos van Pandora kwamen te
Brussel te voorschijn stukjes zeep, fleschjes
odeur, allerlei kleine toiletbenoodigdheden, die
een gendarme, in uniform nog wel, op de
Brusselsehe tentoonstelling ontvreemdde. Op hee
terdaad werd hij betrapt. Voor dezen Pandora
(want zoo is zijn naam) openden zich de deuren
der gevangenis.
Men schrijft ons uit Ootmarsum: Een
hartelijke bruid. Voor den ambtenaar van den
burg. stand te Denekamp verscheen voor eenige
dagen een paar ter inschrijving voor een huwe
lijk. De burgemeester, die bovengenoemde be
trekking bekleedt, de namen gehoord hebbende
had moeite om zijn lachlust te bedwingen, want
lezer, verbeeld u, ZEAchtb. herkende in den jong
man (van ruim 60 jaar) den broeder van „den
hartelijken bruidegom, wien het trouwen om de
kosten van eenige guldens te duur was, ec in het
meisje diens bruid. Och ja, men had eenvoudig
met elkander overlegd, dat dan de broeder, wiens
juiste naam in de geboorteacten van den burg.
stand vermeld stond, (wat met den ouderen broe
der door eene noodlottige vergissing niet het ge
val was en daardoor extra kosten zou hebben
veieischt) maar met de aanstaande zou trouwen,
welke dan ook openhartig aan ZEA. moet ver
klaard hebben, dat hel haar volkomen hetzelfde
was.
Iemand te Bremgarten in Argau had
het ongeluk tc struikelen, en viel op zij van den
weg eenige voeten naar beneden, waar bij bewus
teloos bleet liggen. Zijn hond, die hem vergezelde,
vloog terstond op een karreman toe, pakte hem
bij den arm, en trok hem met zich mee, terwijl
de hond blaffend vooruit liep tot de plaats waar zijn
meester was neergestort, die op die wijs gered werd.
Blijkens de Duitsche Pharmaceut. Zeitung
werd onlangs een kruidenier tot één week gevan
genisstraf veroordeeld, uithoofde hij zijn peper
met meel vervalscht, en de waar voor „peper"
verkocht had. Dr. Wibel, directeur van een che
misch laboratorium, had 50 percent roggemeel in
het mengsel gevonden. De koopman kwam in
appèl en beweerde, dat de bijvoeging van meel
volstrekt niet was geschied met het oogmerk om
te bedriegen, maar eenvoudig om het stuiven van
de peper te voorkomen. Het hof van appel was
ongeloovig genoeg, om aan die verklaring niet-
metal te hechten, en handhaafde het vonnis van
den eersten rechter.
De onverbeterlijke Haagsche recidi
vist ter zake van openbare dronkenschap, Gijs
Battaljee, die zich zelden in nuchteren toestand
op straat liet zoeken, is, zooals uit het Politieblad
blijkt, thans zoek, nu hij eenige dagen gevangenis
moet ondergaan wegens wanbetaling van eenige
uit het legio aantai hem opgelegde boeten. Zou
de man zijn dronkemansbedrijf thans voortzetten
in een andere gemeente, waar die gewoonte onge
straft blijft?
In een winter, waarin zich gevallen
van pokken in de residentie voordeden, zou eene
Duitsche zangeres zich op het concert Diligentia
doen hooren. Zij had aan het bestuur opge
geven welke stukken zij zingen zou, waarvoor
orkestbegeleiding noodig was, doch, daags vóór
hare afreis vernemende, dat de pokken in Den
Haag heerschten, vroeg zij per telegram aan het
bestuur „Sind die Blattern auch da? Het bestuur
misschien om den tuin geleid door eene Umlaut,
die een pedant telegrafist ingesmokkeld had, las
voor Blattern (pokkeu) Blattern, en meende, dat
de chanteuse bedoelde te vragen, of men de par
tijen voor het accompagnement (de muziekbladen)
bezat: het telegrafeerde terug: nDie Blattern habben
wir richtig." Men zag vreemd op van het
antwoord, waarin de Duitsche kunstenares meldde,
dat men het haar zeker wel vergeven zou, indien
zij wegens de Blattern niet overkwam. Indachtig
aan het genus irritabile votum dacht men, dat
men haar op de eene of andere manier kou ge-
manqueerd hebben, totdat een brief de vereisehte
opheldering gaf, en tot algemeen vermaak leerde,
dat men door eene verkeerd geplaatste Umlaut
bedrogen was geworden.
Te IJselmuiden heeft een treffend
ongeluk plaats gehad. Een jongmensch van 24
jaren, A. Scholten, die aan toevallen leed, was met
zijne ouders op het land werkzaam. Om wortelen
schoon te maken, begaf hij zich naar een bijzijnde
sloot. Zijn moeder, die hem eenige oogenhlikken
later vermiste, een ongeluk vermoedende, liep naar
de sloot en vond haren zoon voorover in het
water liggen. Spoedig op het droge gehaald, bleek
het, dat het leven was uitgebluscht. Alle pogin
gen om het weder op te wekken bleven vruchte
loos. De ongelukkige was in den modder gestikt.
De moeder heeft zich het ongeval zoo sterk
aangetrokken, dat zij in bedenkelijken toestand
verkeert.
Eenchemicus van Scarberauch, Enge
land, dr. Calantarients, heeft een nieuwen vloer
voor een skatingrink bedacht en geeft daaraan
den naam van Crystal ice. Uitgaande van het
feit dat ijs eigenlijk niets anders is dan een ge-
kristaliseerde zelfstandigheid, en dat er genoeg
stoffen bestaan, die kristallijn zijn bij de gewone
temperatuur, heeft Calantarients met eer menigte
van zouten proeven genomen en is er na eenigen
tijd in geslaagd een mengsel te maken, dat voor
namelijk bestaat uit koolzure en zwavelzure soda.
Wordt dit volgens zijn ontwerp op een vloer
uitgespreid, kan men daar met gewone ijsschaat
sen op rijdende weerstand, die de oppervlakte
aanbiedt, is even gering als die van het ijs; het
mengsel ziet er volkomen als ijs uit, en wanneer
er op schaatsen gereden is en er hier en daar kras
sen onataan zijn, zou men zweren met gewoon ijs
te doen te hebben. Als proef heeft men een ge
deelte van een skatingrink met dit mengsel belegd,
en het resultaat was zoo goed, dat men weldra een
geheelen rink volgens dit systeem zal aanleggen.
Een dergelijke vloer heeft veel voordeelen, zoowel
boven kunstmatige ijsvloeren, die zeer duur zijn,
als boven vloeren voor rolschaatsen. De oppervlakte
kan ten alle tijde weer glad gemaakt worden, door er
met een bepaald voor dit doel geconstrueerden
toestel, stoom op te spuiten, en dit is ook de
eenige reparatie, want de vloer kan achtereen
volgens gebruikt worden. Het is van belang er
nog bij te voegen, dat het zout mengsel ongeveer
zestig percent kristalwater bevat zoodat eigenlijk
de vloer voornamelijk uit in den vasten toestand
overgebracht water bestaat.
De rede verdraagt de wederwaardigheden des
levensde moed bestrijdt zemaar de godsdienst
komt ze te boven.
Het ongeduld geneest onze kwalen niet,
integendeel het vergroot ze.
De hoogmoed ontbijt met den overvloed,
houdt het middagmaal met de armoede en het
avondmaal met de schande.
Wie anderen zwart maakt is zelf daarom
niet wit.
Wie zijn oog bedwingt, die zal zijn tong
in toom houden; wie zijn tong in toom houdt,
die zal zijn oog bedwingenen wie oog en tong
bedwingt, die kan alles bedwingen.
De achting is voor de vriendschap wat de
tak is voor de bloem, door welken zij gedragen
wordt.
Het beproefd geloof vreest geene kastijdingen
meer, zoo min als de behouden haven den storm»
het geborgen koren den hagel vreest.
Huisvrouw. Waarom eet ge uw vleesch niet?
Leerling, 't Is me te heet, juffrouw.
Huisvrouw. Blaas er dan op.
Leerling, Dat durf ik niet, juffrouw.
Huisvrouw. Waarom niet?
Leerling, 'k Ben bang dat ik het wegblaas.
Een boer komt in de stad, blijft voor eene
apotheek staan en kijkt door het geopende ven
ster. De provisor, die deze landelijke nieuwsgie
righeid eindelijk begint te vervelen, zegt: „Moet
ge wat hebben?" „Neen sprak de boer, ik kijk
maar eens wat jij verkoopt." De provisor, gebelgd,
door het naar zijn wijze van inzien al te fami
liare jij, snauwt den boer toe: „wij verkoopen
hier ezelsooren." „Nou," hervatte de landelijke
onschuld, dan heb jij een mooie zaak, ik zie nog
maar één paar in je heele winkel.
Liefhebberij voor zijn vak. Sedert drie uren
regende het dat het goot. Een man, die van ge
meentewege de straat moest begieten, stond on
der een afdak te schuilen, met de waterton en d*
gietbuis bij zich. Eensklaps hoorde een voorbij
ganger hem mopperen:
Houdt die vervelende regen dan nooit op?
Op die manier kom ik van daag niet aan
gieten.
Mevrouw D had zich wat boos gemaakt op
haar dienstbode en gevoelde daarover spoedig
berouw.
Ik heb zoo even wat streng op u geknord
Mina zeide mevrouw.
Mina, goedig:
O, mevrouw weet wel, dat ik nog al wa'
door de vingers zie.