NIEUWE No. 405. Zondag 15 Augustus 1880. 5e Jaargang. Volks verarming. BUITENLAND. Engeland. Frankrijk. Duitsehland. HiiHLEUsinr: ABONNEMENTSPR US Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post- Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREL Wanneer men de afschuwwekkende licht zinnigheid in aanmerking neemt, waarmede het vindingrjjk brein van bijna alle Euro- peesche Financie-Miuisters belastingen de creteert, dan zullen onze lezers ons stellig niet van overdrijving beschuldigen, wan neer wij durven voorspellen dat de thans heerschende belastingmauie, onder al hare rormen en verscheidenheid, noodzakelijk leiden moet tot algemeene volksverarming. Veel profetischen geest is voor deze uit spraak niet noodig. Elk gezond menschen- verstaud zal onze bewering staven. En voor hen die tot nog toe hunne adhaesie niet willen hechten aan onze uitspraak, verwijzen wij naar de feiten, die zich heden ten dage epidemisch voordoen en die de proef op de som, het onloochenbaar bewijs voor de waarheid en juistheid onzer bewering leve- veren. Om enkele feiten aan te halen noemen we o. a. de volksverhuizing die in de laatste jaren eene verontruste de uitbreiding gekre gen heeft en waaraan ook een aanzienlijk getal Nederlanders deelgenomen heeft. Niet minder dan 83 schepen alleen uit Liver pool, hebben in de maand April van dit jaar gezamenlijk 29.491 landverhuizers naar de nieuwe wereld gebracht. Ook do opgaven van het Duitsche statistiek-bureau bewijzen dat de volksverhuizing van het loopeude jaar, in vergelijking van de zes laatste jaren eene hoogte heeft bereikt die slechts in de jaren 1872 en 1873 werd overtroffen. Waarlpk uit deze bezichteu is duidelijk te zien dat wij leven in een tijdperk van fiuan- ciëele rampen, in een tijdperk van algemeene lusteloosheid in den handel en in de indus trie en dat het spook der volksverarming ons met zijn ontzettend en vreeselijk gelaat onheilspellend aangrijnst. Nog een feit willen we releveereu. Dezer dagen maakten de dagbladen gewag van een timmerman te Stadthagen die in een der Duitsche lokaal-bladen adverteerde, dat hij »wegens de vele belastingen, voornemens is zijn huis met de hypothecaire schulden ten geschenke te geven. »Er zijn gevallen denkbaar, zegt het Dagblad.deze gebeurtenis besprekende, E UI LLET O N. DE ZEGELS. Vervolg. Die schurk wilde mij bedwelmen, maar de dronkaard is in zijn eigen strik geloopen. Ik vergat nog te zeggen, dat hij lak en een stuk koper medebrengtik weet niet wat hij er mede doen wil; maar zijt op uwe hoede. Rignard naderde, t erwijl hij een zedeloos liedje van dat tijdstip zong. De visscher ging hem te gemoet. De gravin haastte zich het vertrek van den markies te bereiken. Ahzijt gij daar, matroos van den duivel, riep de dronkaard tot Janekin, heb ik u niet gezegd twee mijner manschappen te halen Komaan, neem het licht en breng ze spoedig hier. Janekin gevoelde grooten lust den onbeschaamde te doorsteken, maar hij bedwong zich, daar hij bedacht, dat die daad van geweld het gevaar zijner meesters slechts zou vergrouten. Echter nam hij in zjjne verstlde hand, aan een nijptang gelijk, waarin zoodanig geschenk weinig waarde heeft en de edelmoedigheid des schenkers dus niet groot te noemen zou ziinwaut nu eu dau komt het voor, dat gulle geld schieters op een pand meer geld willen leeneu dan het waard is en dat eigenaars, door gaandeweg gestegen nood gedrongen, van die bereidvaardigheid gebruik maken. In zoodanig geval kan een edelmoedigheid als waarvan hier sprake is zelfs stof ople veren voor raillerie. Maar in bovenbedoelde aankondiging moet men vooral de eerste woorden: wegens de vele stedelijke belastingen», niet over het hoofd zien. Daardoor verkrijgt de zaak een ernstiger aanzien eu kon er wel eens een zeer gewichtige les van staatsmanswijsheid uit te trekken zijn. Het zou toch kunneu wezen, dat de arme eigenaar bedoeld heeft te zeggen, eu ook recht had om te zeggen, dat de oorzaak waardoor zijn huis zoo zwaar gehypothe keerd is geworden, gelegen is in de hooge belastingen. Het kan wezen dat hij per soonlijk door die lasten zóó zwaar gedrukt is geworden, dat hij ze onmogelijk kon opbrengen zonder steen voor steen van zijn eigendom prijs te gevenhet kan zelfs wezen, dat de zware lasten, welke in zijn gemeente worden geheven, zóóveel van de bezitters» vorderden, dat zij veel minder dan voorheen konden laten timmeren; dat de welvaart van den timmerman, die hem vroeger in staat stelde een eigendommetje te bezitten, daardoor verloren ging en hij nu het pand, waarin hij vroeger deu kost kon verdienen, maar liever abandonneert dan een hopelooze worsteling om het bestaan nog langer voort te zetten. Het kan ook zijn, dat het geval van dien timmerman in zijn gemeente, in zijn gewest, in zijn land wellicht, geenszins op zichzelf staat; dat er velen gevonden worden, die in meerdere of mindere mate met hem in de zelfde omstandigheden verkeeren. Dit kan niet alleen zoo zijn, maar is zelfs zeer aannemelijk; het verleden is toch rijk aan voorbeelden, dat de welvaart van geheele bevolkingen verloren ging onder al te zwa- ren belastingdruk; dat de meergegoedeu er tot een zuinige levenswijze door genoopt werden; dat de neringdoende eu arbeidende de magere hand van Bignard, en kneep hem, dat de beenderen kraakten. Deze kleine wraak ver kwikte hem. Wilt gij mij wel eens loslaten, haaievel, riep de ongelukkige, of ik zal ik zal u guillotineeren. Janekin kwam weldra met de twee mannen terug, die Bignard gevraagd had. De kamer bin nentredende, had Bignard weldra een andere houding aangenomen; zijne dronkenschap was gelijk eene lichte wolk voorbij gedreven, zijn »tap werd vast; zijne stem nog op bet oogenblik on duidelijk, werd helder; zijn gelaat was niet rood meer, de roode damp van den wijn verdween, en maakte oogenblikkelijk voor die onheilspellende bleekheid plaats, die op bet gelaat van den rechter, om zoo te zeggen, reeds te voren het doodvonnis aankondigt. Hij wierp een doordringenden blik rondom zich, waarin al het vuur van den haat leesbaar was. Gij zijt dus hier geheel alleen, burger Tré- seguidy? zeide hij aan den markies. Mijnheer de Tréseguidy, die gedacht had een klasse dan weinig verdiende maar toch veel moest opbrengen; en dat zoodoende eerst de onderste lagen, daarna de hoogere en ten laatste zelfs de hoogste, voor zooverre zij niet, door zich tijdig uit de doodelijke omhelzing van den ondragelijken belasting druk te verwijderen, op behoud bedacht zijn geweest, tot armoede vervielen. Zulke toestanden zijn dikwijls voorge komen in onbeschaafde landen, waar de overmacht van hebzuchtige hoofden ze in het leven riep. Men heeft ze ook zien voor komen in meer beschaafde Rijken met des- potiek gezag, waar oorlogzuchtige tirannen de hulpbronnen hunner bevolking uitputte- den om hun veroveringszucht bot te vieren. Maar zelfs heeft men het gezien in repu- blikeinsch-geregeerde landen, waar de weel dezucht van de individuen ook tot het publiek bestuur was overgeslagen en de la gere bevolking werd uitgemergeld, ten einde de kosten te vinden tot uitvoering van grootsche werken en tot het verschaffen van ruime inkomsten aan de regeerders en hun creaturen van hoogeren rang. Als middel tot keering van zulke treu rige uitersten, waarbij alles ten laatste ten gronde gaat, is de constitutioneele, of liever de vertegenwoordigende regeeringsvorm hoog geroemd. De oudervinding heeft echter geleerd, dat dit middel ook al niet afdoende is. Meer dan ooit holt men in onze dagen, en hier te lande niet het minst, voort op deu weg der roekeloosheid in het doen van uitgaven waarvan het onvermijdelijk gevolg natuurlijk is: het bovenmatig opdrijven van de belas tingen. In menige gemeente, de grootere vooral, gaat men er reeds zuchtend onder gebukt; de Rijks-schatkist zal ook meer en meer de duimschroeven moeten gaan aan leggen om de even ontzaggelijk groote als met ontzaggelijke lichtvaardigheid besloten uitgaven te dekken. Moge dus het geval van den timmerman te Stadthagen ook al niet die beteekenis hebben, welke er bij ondersteld kan worden, gelijk wij hierboven hebben aangestipt, zeker is het dat wij hier te lande, zoowel wat het Rijksbestuur als dat der Gemeenten betreft, op de helling staan, waarvan men, wordt er niet tijdig en krachtig geremd, beschonken mensch te zien, was bijna bevreesd liet ijskoude gelaat van den vroegeren smidsknecht te aanschouwen. Hij had op de onbeschaamde gemeenzaamheid van een man uit de kroeg gere kend, hij vond in de plaats een soort van wild, wantrouwend en ernstig dier, dat gereed stond zijn prooi te bespringen. Ja, ja ik ben alleen antwoordde de grijsaard stotterend mijne dochter was vermooeid, zij is naar mijn vertrek gegaan dat zij voortaan zal bewonen. Is de kleine burgeres vertrokken zeide Bignard, op de laatste woorden drukkende. En waarom zou mevrouw de gravin zich niet ter rust begeven, als zij lust tot slapen ge voelt? zeide Janekin op ruwen toon. Ik heb u twee opmerkingen te maken, burger Janekin, riep Rignard met eene opgebla- zene deftigheid. Ten eerste spreekt men niet gelijk gij doet tot een commissaris der republiek, en vervolgens noemt men niemand gravin of markies meer; die benamingen komen hun niet toe. De ge- guillotineerden worden alleen nog zoo genoemd, verstaat gij weldra met onweêrstaanbare kracht zou kunnen afglijden naar een diepte, waarin een algemeene volksverarming voor Neder- O O land zou te aanschouwen zijn.» Het zou ons echter niet verwonderen wanneer de ehrenfeste timmerman te Stadt hagen, wanneer hij den man gevonden heeft die het geschenk wil aanvaarden, zich met vrouw en kind zal inschepen om in een nieuw vaderland aan gene zijde van den Oceaan trach ten meester te worden wat hem in 't eigen vaderland onmogelijk scheen te verwerven 't benoodigde voor 't levensonderhoud voor zich eu zijn gezin, 't Is waar de liefde voor het vaderland en den geboortegrond is voor den mensch een stevigen handhjj scheurt echter zoodra zijne existentie onverdragelijk wordt door onrechtvaardige belastingen, o O door fiscale uitpersingen die tot algemeene volksverarming ongetwijfeld leiden. Een door the Globe ontvangen telegram uit Zanzibar, bericht dat kapitein Carter en de heer Cadenhead, leden der Kon. Belgische Afrika- expeditie, in Midden-Afrika door het opperhoofd Mercanibo vermoord zijn. De dagbladen melden, dat zes schuiten met lieden, die men voor Fenians houdt, in den af- geloopen nacht op het Noorweegsch schip Juno in de haven van Cork drongen en zich meester hebben gemaakt var. drie kisten met geweren, welke tot de lading behoorden. Cluseret, de bekende generaal der Parijsche commune, heeft in de Egalité bekend gemaakt, dat hij niet naar Frankrijk denkt terug te keeren, althans vooreerst niet. Hij bevindt zich te Kon- stantinopel. In de politieke kringen van Berlijn vat men den toestand van de zaken in het Oosten op dit oogenblik zoo op, dat een vredelievende ont knooping der hangende vraagstukken mag wor den te gemoet gezien. Vooral het te zamen gaan van Duitsehland en Oostenrijk zou van grooten invloed zijn op de houding zoowel van Engeland en Frankrijk als van Rusland. De Duitsche pers kiest over het algemeen nog al partij voor Tur kije; men beweert, dat de besluiten van de jongste Conferentie niet wel te verdedigen zijn met het Na dit gezegd te hebben, liet Rignard zijne onderhebbenden naderen, zette twee kaarsen op eene tafel, trok een stuk lak en een stempel uit den zak, en zette zich dadelijk aan het werk om het geheele huis te verzegelen. Wat voert hij toch uit? bromde Janekin. Mijne arme zonen zijn verloren, dacht de ongelukkige vader. Tegen vier ure des morgens had Rignard met zijn werk gedaan. Hij wilde niet tot den volgenden dag wachten om de vertrekken onder de hoede der republiek te sUllen, die, zoo als liij vermoedde, verdachte papieren moesten bevatten. Hij had aan de bewoners van Ploiierneck twee kamers ter beschikking gelatendie van den markies, door de gravin bewoond, en die, waar de tooneelen waren voorgevallen, die wij verhaald hebben. Hij had in de kleine aangrenzende kamer een ledekant voor zich doen opslaan. Wat het (luistere kabinet betreft, waar de lieeren de Tréseguidy zich in ver scholen hadden, hij had het gelijk de andere kamers van het kasteel verzegeld. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1