BINNENLAND. Italië. GEMENGD NIEUWS. tig aanhouden. Verscheiden dagbladen verklaren, dat de oorlog verkieslijker is dan het bestuur van Gonzales. De revolutionnaire gisting is vooral sterk in de Staten Jalisco, Sinaloa en Guanajuato. In laatstgenoemden Staat heeft men op generaal Gonzales geschoten. De belhamels zijn in hech tenis genomen. Uit dat oproer is een verdeeld heid ontstaan tusschen de aanhangers van den gekozen President en het Gouvernement van den Staat, dat zijn tegenstander, den heer Benitez, gunstig gezind is. Het Hof van Assises veroordeelde Cordigliani, die steenen wierp in de Kamer der Volksver tegenwoordiging, tot vijf jaren gevangenisstraf. Deventer, 26 Augustus. Onder de Rijks ambtenaren (commiezen) bestond hier een crisis, waaraan een einde is gemaakt door verplaatsing van het geheele corps naar elders, behalve één, die na het uitbreken van de crisis hier werd geplaatst. Zwolle, 26 Augustus. Alhier worden in het hotel De Zeven Provinciën vergaderingen ge houden door drie Mormonen-zendelingen uit Utah, Budge, Snow en Martinoah genaamd, om be keerlingen voor 't Mormonisme te winnen. De zaal is telkens propvol. Vóór eenige jaren zijn op dezelfde wijze verscheidene gezeten burger gezinnen tot het geloof der „Heiligen van de laatste dagen" overge- haald. Rotterdam, 26 Augustus. Gisteren is door de politie alhier aangehouden een persoon, die zich had schuldig gemaakt aan het uitgeven van een bon voor zestig sigaren, het uiterlijk en den vorm hebbende van een Nederlandsch bankbiljet van zestig gulden. Hij had dit waardelooze stuk papier ter inwisseling gegeven, en er zoodoende zich goed geld voor weten te bezorgen. Wegens dit bedrog zal hij zich nu voor de justitie heb ben te verantwoorden. Moergestel, 26 Augustus. Dr. Tanner in Amerika heeft 40 dagen gevast, doch men behoeft niet naar Amerika te gaan om dien wonder man te zien, hier is een jongentje van 12 ja ren, die heeft in geen vier jaren iets gebruikt als wat suikerwater; hij is overigens zeer gezond en tevreden; het was voor doctoren wel de moeite waard, om eens onderzoek te komen doen waar door die levenswijze ontstaat, dit zou de weten schap zeer dienstig zijn, wellicht konden wij dan allen zonder eten leven. Delfshaven, 26 Augustus. Gisteren-nacht is ingebroken in een manufactuurwinkel alhier. Na een ruit uit de winkelkast verwijderd te hebben, hebben de dief of dieven zich van 12 parapluies meester gemaakt. De politie is hen nog niet op het spoor. Leiden, 26 Augustus. De premie van f 100,000 in de premieleening der stad Amsterdam is aan <en apotheker alhier ten deel gevallen. Amsterdam. 26 Augustus. Vóór eenige da gen is door de politie alhier proces-verbaal op gemaakt tegen een marinier, die zich in een kof fiehuis had schuldig gemaakt aan het bezigen van honende en beleedigende uitdrukkingen je gens leden van het Vorstelijk Huis. Hij zal nu wegens majesteitsschennis voor den krijgsraad moe ten terechtstaan. Uithuizen, 26 Augustus. In deze gemeente heeft de ongelukkige gewoonte bij vele land bouwers, om hunne schapen tegen ongedierte te wasschen met arseuik, in water opgelost, weder een treurig gevolg gehad. Een arbeider en zijn zoontje, alhier, hebben nl. van zulk water ge dronken, en zijn natuurlijk hoogst gevaarlijk ziek geworden. Tot dusver zijn zij nog in leven. Bij de inneming van de Peruaansche stad Dacna moeten de Chilische troepen de schan delijkste buitensporigheden en onmenschelijkste wreedheden gepleegd hebben. Slechts een enkele straat ontkwam aan de plundering en dit alleen omdat de Chilische generaal Baquedano daarin Kijn hoofdkwartier had. Honderden gewonden en gevangenen werden in koelen bloede vermoord. Geea enkele gewonde werd den dag na het ge vecht levend op het slagveld gevonden. Vrou wen en kinderen van den teedersten leeftijd wer den geschonden en velen gedood. De pachthoeven in den omtrek en hunne bewoners deelden in het lot, hetwelk de stad trof. lederen dag wor den nog steeds zes, acht of tien moorden ge pleegd en de lijken der slachtoffers laat men liggen, totdat begrafenis eene noodzakelijkheid geworden is. In de stad Arica ging het nog erger dan in Taca. Alle huizen zijn geheel of gedeel telijk verwoest. Van de 1800 verdedigers der stad bleven slechts 600 over. Die van de 1200 niet in het gevecht sneuvelden, werden later in koelen bloede vermoord. Negen-en-veertig sol daten, die hunne wapens hadden weggeworpen en in het handelsagentschap der Ver. Staten gevlucht waren, werden er uitgehaald en op straat gedood. De burgemeester van Bergen-op-Zoom is een man van orde en wet. Op tien miunten afstands van de kom der gemeente brak Vrijdag avond een brand uit in eene boerenhoeve. De spuiten rukken uit, maar het huis lag op het grondgebied eener naburige gemeente, en zij ont vingen bevel terug te keeren, waarna het huis afbrandde. Ware de burgemeester niet terstond krachtig opgetreden, dan zouden de grootste ad ministratieve verwikkelingen kunnen ontstaan zijn en waarschijnlijk aan de gemeente Bergen-op- Zoom een proces zijn aangedaan, wegens het on bevoegd blusschen van een brand in eene andere gemeente. Misschien ware zij wel veroordeeld om de hoeve nogmaals op te bouwen en weder in brand te steken, ten einde dan aan het desbe- voegde gemeentebestuur de gelegenheid te geven de vlammen te blusschen. Deze had dan intus- schen tijd gehad hare spuit in orde te brengen, die bij de ramp op 20 Augustus lek was. De burgemeester van Bergen-op-Zoom schijnt den eed bij art. 39 der Gemeentewet voorgeschreven aldus op te vatten, dat hij, de belangen der ge meente met al zijn vermogen voorstaande en be vorderende. niets mag doen wat het belang eener andere gemeente bevorderen kan. Te Berlijn bevindt zich thans eenEn- gelschman zekere heer John, die de reis daar heen gemaakt heeft om den Keizer een door hem vervaardigd meesterstuk van horlogemakerskunst te toonen en te koop aan te bieden. Het is ze ker het kleinste uurwerk, dat tot nog toe ver vaardigd is. Het moet de grootte hebben van een twintigpenningstuk en vormt, beschut door een gouden deksel, het plat van een zegelring. Drie en twintig Engelsche vélocipède- rijders te Calais hebben onlangs gewed, dat zij twintig minuten eerder te Boulogne zouden aan komen, dan een stoomboot die gelijktijdig m t hen vertrok. Zij verloren echter de weddenschap en waren de stoomboot slechts vijf minuten voor. Op het meer Bourget (Chambery) sloeg een boot om op 200 meters van den oever. Zes van de tien personen, allen van Lyon, ver dronken. Zes-en-zestig personen, die zich in de celgevangenis van Luik bevonden, waren ten ge volge van het koninklijk besluit van genadever- leening, in vrijheid gesteld; de meesten hebben echter geen goed gebruik van hunne vrijheid kunnen maken, en 36 onder hen zijn reeds we der naar de gevangenis gebracht, voor vechter., diefstallen enz. Een hunner moest reeds aange houden worden, twee uren na zijne invrijheids- stelling. Carolus Durau, de bekende Belgische schilder, heeft dezer dagen gewed dat hij in een uur tijds het portret van een zijner vrienden zou schilderen, en zijn weddenschap met glans ge wonnen, daar het portret, keurig bewerkt, en uitstekend gelijkend, binnen 45 minuten gereed was. Woensdag-namiddag, ten 5 ure, had op het station te Arnhem een vreeselijk ongeluk plaats. Terwijl eenige ververs bezig waren met de brug aldaar te verven, brak een hangende bak, waarin zij geplaatst waren, met het noodlottig gevolg dat vier hunner naar beneden stortten, en jammerlijk gekwetst geraakten. De verwon den werden dadelijk naar het ziekenhuis ver voerd. Twee hunner moeten in levensgevaar ver- keeren. Door den trein, die van Roermond naar Antwerpen stoomt, is een jonge wisselwach ter overreden en onmiddellijk gedood, in de na bijheid van het station Dalhtim. De volgende aardige omsch rij ving van een waarlijk deftig man, en dus ook dito vrouw, vindt men in een Engelsch volksblaadje. „Ieder, die lust heeft, kan een gentleman worden. Hij gewent ziel) om nooit iets gemeens te doen of te zeggen. Hij vermijdt overal twist. Hij praat niet hardop in het publiek, alsof' hij koeien naar de markt drijft. Hij spreekt tegen niemand ruw of brutaal, vooral niet tegen zijn mindere. Hij draagt zorg, dat hij niemand kwetse of hiudere. Hij laat zich nooit uit over deftige connecties, vooral niet op een wijze, die anderen doet den ken, dat hij hen beneden zich acht. Hij tracht nooit in iemands geheimen of familiezaken te dringen, en bemoeit zich niet met wat hem niet aangaat. Hij is verheven boven kleingeestige lichtgeraaktheid en kwaaddenkendheid, uit domheid geboren. Hij gedraagt zich nergens aanmatigend, en is niet altijd er op uit om zich te doen gel den. Hij is nimmer kruipend, maar beleefd, hoffelijk, voorkomend tegenover laag en hoog. Hij daalt nooit af tot een woordenstrijd met zijn minderen, en raast of vloekt tegen geen dier zelfs. Een gentleman wordt overal als een gent leman bejegend, al loopt het hem nog zoo tegen in de wereld, want beleefdheid kweekt beleefdheid." De Zvvolsche politie heeft een snoep- lustigen 11-jarigen knaap gearresteerd, die zich oefende voor het handwerk van zakkenroller en, tot die voorbereidende stadie, de welbekende zakken buitenop de damesmantels gebruikte. Mode! almachtige mode! wanneer zult gij er u mede bemoeien en onzen vrouwen verbieden, haar beursjes aan den oneerlijken voorbijganger ten prooi aan te bieden? Immers gij, mode, zijt mach tiger dan het gezond verstand! Het te vroeg stappen uit een spoor- wegwaggon kostte eergisteren te Maisons-Alfort weder een jongmensch van 21 jaar het verlies van beide voeten, welke hem' door den nog voort rollenden trein even boven den enkel letterlijk werden afgesneden. Zijn vrienden, waarmede hij reisde, hadden hem nog van zijn dwazen stap trachten terug te houden; hij was hun echter te vlug geweest, maar bij het uitspringen van den wagen tegen een stilstaand rijtuig aangekomen, door welken schok hij het evenwicht verloren had en met de beenen over de rails gevallen was. Van officiëele zijde wordt aan deZutf. Ct. verzocht het volgende te plaatsen: Het publiek wach'te zich voor schade, door het tegen post wissel ad f 10 of tegen rembours bestellen van een pak uit de (volgens advertentie in de cou ranten) zoogenaamde Bielefelder linnenfabriek, in welke pakken bij toezending niet alle beloofde goederen aanwezig zijn en de aanwezige goederen voor het meerendeel van zeer minne kwaliteit zijn. In weerwil dat een ondervinding van vele duizenden jaren geleerd heeft, dat steenen, indien men die zaait, niet ontkiemen, groeien noch bloeien, zoo bestaat er toch in den tegen- woordigen tijd een firma te Praag, die vijf soorten var. steentjes te koop aanbiedt, verschillend van groote en kleur, maar alle met het zaad van roode en witte klaver overeenkomende, om dit zaad daarmede te vervalseden. Die steentjes werden tegen verschillende prijzen van f 5.50 tot f 10.65 per 100 KG. aangebodenmet het bloote oog is het bedrog bijna niet te ontdekken. Uit Italië komen bijna geen partijen klaverzaad in den handel, die niet hetzij meer of minder met steentjes vervalscht zijn. Volgens het Utrechtsch Dagblad zullen militairen, die, gekleed zijnde iu groot tenue, zich „schuldig maken" aan rooken, streng worden gestraft. Dr. Strauss te Barmen deelt thans de geschiedenis mede van de trichinenziekte, die zich in het laatst van April aldaar openbaarde, en bizonder werd gekend door de eigenaardige spierpijnen en zwellingen van de oogleden. Alle zieken hadden worst gegeten, die bij denzelfden slachter gekocht was. Er werden 63 gevallen officieel bekend, ofschoon er meer dan honderd zijn geweest. De worst was op de weekmarkt gekocht, en de incubatietijd der ziekte moet op drie weken gesteld worden. Een welbekend Alpen-toerist heeft in „le Journal de Genéve" een verhaal geschreven van een raven-gevecht, dat hij onlangs op een toertje door de Zwitsersche bergen toevallig bij woonde. Van de gletschers afstijgerde, kwam hij in een klein afgelegen dal, ingesloten door dikke struiken en bladeren dat hem in de gelegenheid stelde een vreemd schouwspel waar te nemen. Zestig tot zeventig raven hadden een kring ge vormd rondom een hunner kameraden, die klaar blijkelijk een schuldige was, en wiens misdaden zij heftig schenen te bespreken met een onbe schrijfelijk gekletter, krassen en slaan met de vleugels. Zij braken hun beraadslagingen telkens af, ten einde, te hooren naar het krachtige ver toog van den gevangene, die zich met een ver wonderlijke geestdrift \erdedigde. De rechters be gonnen dan weer te krassen in een oorverdoovend koor, om zijn aanmerkingen en ontkenningen te weerleggen. Zij kwamen ten slotte tot het een stemmig besluit, dat de beschuldigde vogel zich niet vrijgepleit had, vlogen toen onmiddellijk op hem aan en reten het dier met hun krachtige snavels aan stukken en brokken. Na de voltrek kingen van deze straf vlogen zij allen weg en lieten de overblijfselen op den grond achter. In het park bij het raadhuis te Weenen vond een nachtwacht dezer dagen een grooten bloedplas op een bank. Ook in 't zand zag hij bloedsporen, en die volgende, als wijlen Klein Duimpje de door hem gestrooide keisteentjes, kwam hij aan een plek, waar een mensch lag. Voorzichtig naderde de man: misschien een lijk? Gelukkig neen! Toch een bewustelooze Ook al niet. De man sliep als een roosDe nachtwacht vond daartoe de plaats niet geschikt en wekte den slaper, doch viel om van verbazing toen deze hem bij 't ontwaken vroeg: „Ben ik dan niet gestorven?" Bij onderzoek bleek onze slaper een kleermakersknecht te zijn, die een einde aan zijn leven had willen maken. Met zijn mes had hij zich aan beide bovenarmen wonden toegebracht en daarop zich neergelegd om te sterven. In plaats daarvan was hij in een gezonden slaap geraakt. Hij werd zoo frisch als een hoentje weer aan zijn familie terug bezorgd. Daar zijn er onder de helden van het Duitsche leger; dis bizonder bang voor het water schijnen te wezen. In de vesting-gevangenis te Torgau zit een fuselier, die daar voor zes maanden is opgesloten omdat hij, enkel uit tegenzin in het zwemmen, deserteerde. Een andere sol daat, een grenadier te Berlijn, is tot zes weken gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij bij het zwemonderricht uitdrukkelijk weigerde gevolg te geven aan het bevel van den officier om in het water te springen. O ,k geen bagatel! Dezer dagen verloor Pieter Boef,aan nemer te Jaarsveld, in het naar huis gaan, nabij het Zwaantje te Lopik, een zakboekje, inhoudende twee bankbiljetten, ieder groot driehonderd gulden. Hij vernam aldaar van eene vrouw, dat een visscher, te Schoonhoven woonachtig, een zakboekje had opge raapt, welke persoon haar, vragende hoe laat het was, zeideik moet naar huis, ik heb een grooten snoek op den weg gevangen. Boef spoedde zich naar den visscher, zekeren E. De K.wonende onder de gemeente Schoonhovendeze verklaarde niets gevonden te hebben, waarop Boef zich ander maal, thans in gezelschap van den brigadier der Rijksveldwacht C. J. Abraas, naar genoemden De K. begaf. Ook tegenover dezen hield hij vol niets gevonden te hebben; doch eindelijk bemer kende dat ontkennen niet langer mogelijk was, ging de man, vervolgd door den brigadier, naar den zolder, waar het zakboekje, verborgen tusschen de dakpanen en een bedstede, niet dan met moeite werd te voorschijn gebrachthet zakboekje van van Boef was ledig, maar de groote snoek, kwam te voorschijn uit een zwartlederen zakboekje aan De K. toebehoorende. De banknoten benevens het zakboekje werden in beslag genomen, terwij] van een en ander door voornoemden brigadier, door wiens ijverige bemoeiing deze zaak zoo spoedig was opgehelderd, procesverbaal is opgemaakt. Jaarlijks wordt in Engeland een op gaaf gedaan van het getal menschenlevens, dat in Indië den wilden dieren ten offer gevallen is. Vooral in Bengalen is dat aantal ontzettend hoog; in het vorige jaar werden daar 1264 menschen door verscheurende dieren en 9515 door slangen gedood. Bovendien vielen 12000 stuks vee den dieren ten prooi. De menschen echter wreekte* zich door 5643 wilden dieren en 21102 slangen te dooden. Omtrent het uitbreken van roodvonk in het kamp bij Milligen verneemt men, dat reeds 17 manschappen met deze ziekte naar de ambu lance zijn overgebracht. De inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht heeft een onderzoek ingesteld, en men vreest, dat de ziekte als epi demisch heerschende zal worden verklaard. Op merkelijk is het, dat al die 17 gevallen zich bij het zelfde bataljon hebban voorgedaan, namelijk dat uit Groningen. Op alle manschappen en hun goederen zijn desinfectiemiddelen toegepast, en als voorzorgsmaatregel heeft men hen naar een verwijderd gedeelte der heide doen verhuizen. Zij krijgen versch ligstroo; het gebruikte wordt vernietigd. Een jongmensch miste den trein van Stockton naar Darlington. Daar zijn zaken hem beletten den nacht ir. de eerstgenoemden plaats door te brengen, sloop hij ongemerkt in een goederentrein die eenige oogenblikken later te Stock ton ophield. Die trein stopte echter niet op de plaats zijner bestemming en de roekelooze waagde toen een sprong uit den waggon, die hem het leven kostte. Hij viel zwaar gewond neer en over leed den volgenden dag aan de gevolgen zijuer kwetsuren. Een koopman te Frankfort a/M. die te Hamburg een dringende zaak had af te doen een uur of wat voor de aankomst van den eersten ochtendtrein, heeft een extra trein voor zich alleen gereed laten maken. Deze trein bestond enkel uit een locomotief', een kolenwagen en een waggon; hij hield onderweg slechts eenmaal te Kassei stil. De extra morgenrit kostte den koopman 2160 mark. Een rijke, maar om zijn gierigheid beruchte boer te Payerbach bij Weenen, mishan delde het span ossen, dat hij voor de ploeg gespannen had, zoo zeer, dat de dieren, die bovendien door dichte zwermen vliegen werden geplaagd, ten laatste op hol gingen en hem overreden. De boer geraakte onder de raderen van den wagen en en bleef met gebroken ledematen liggen. Zwaar gewond werd de oude man naar zijn woning gebracht, waar hij na weinige uren stierf. Zijne vrouw en zijne buren verzochten den stervende dringend hun de bewaarplaats van zijn geld bekend te maken. Te vergeefs, hij nam zijn ge heim mee naar het grafen tot heden weet men nog niet, waar hij zijn belangrijk vermogen ver stopt heeft. In het Rott. Nitnwsbl. wordt door een spoorwegbeambte een hartig woordje gezegd over het „fooienstelsel" bij de spoorwegen. Hij wijst er fooiengevers op, dat het kwartje, waarvoor zij zich een afzonderlijke plaats weten te verwerven, de oorzaak is dat anderen, die geen extra kunnen of willen geven, met hun tienen in de coupé zit ten, terwijl hij mede de aandacht vestigt op het feit dat de man, die het fooitje aanneemt, zich schuldig maakt aan plichtverznim. De Directiën verbieden het aannemen van fooien, waardoor bevoorrechting van personen plaats vindt, en straffen den man die er zich aan schuldig maakt. De schrijver besluit met de volgende opmerkingen: „Bij enkele spoorwegmaatschappen is het reeds zoo langzamerhand gewoonte geworden, dat de conducteurs fooien krijgen; zij beginnen er op te rekenen en de gelegenheid te zoeken om zg.wat extra's te verdienen. Bedekt openen zij den rei ziger somtijds reeds lmt vooruitzicht op gemak, onder de stilzwijgende voorwaarde dat er voor hen iets overschiet. Ja, lang zal het niet meer duren of zij zullen bij het toesteken van de geopende hand het verzoek voegen: „een kwartje asjeblief"* „Is die toestand houdbaar? 't Is een kwaad dat bij alle spoorwegen, natuurlijk bij den eenen meerdere mate dan bij den anderen, bestaat eü wel nimmer zal zijn uit te roeien, tenzij he publiek zelf het verkeerde er van inzie en be personeel niet in verzoeking leide. „Ten slotte nog één opmerking en wel deze: dat het fooiensi1^ sel een ander en nog grooter kwaad uitlokt, het misbruik maken van sterkeu drank. Het sprce woord, „zoo gewonnen, zoo geronnen" is hier we toepasselijk." Er moet sprake van zijn om den k*1® vengaarders ten plattelande van rijkswege gescn' woningen aan te wijzen. Men schrijft uit Zutphen: M0eJL^Jen zou men, de hitte des daags gevoelende, KU

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 2