NIEUWE No. 410, Donderdag 2 September 1880. 5e Jaargang, Een mislukte oorlogskreet. BUITENLAND. Engeland. Frankrijk. Duitschland. HMRIHMM COM m A.BONNEMENTSPR IJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers t 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat - Haarlem. t TI.F.Mi); i AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag avond ingewacht. Uitgevers KUPPERS LAUREY. Gambetta's krijgsrede maakt weinig op gang. De Minister-president Freyeinet en de President der Republiek za gen zich zelfs genoodzaakt op de braudrede een kouden waterstraal te laten volgen. In Montauban ontving Freyeinet de afgevaardigden van eene arbeiders-vereeniging en antwoordde op eene tot hem gerichte toespraak het volgende: »ons streven is den vrede te be waren, die gelukkigerwijze door niets wordt verstoord, en tevens om eerbied voor de wet te verkrijgen, die aller vrijheid verze kert.* InDyon verklaarde de President der Republiek: wij laten ons noch tot onge duld, noch tot overdrijving, noch tot ge weld verleiden, de gelukkige aera, die wij thans zijn ingegaan, zal niet licht gesloten worden.* Nog belangrijker dan deze verklaringen der overheidspersonen is het feit, dat de Frausche burgers de toespraak van Gambetta zeer koel hebben ontvan gen. Daardoor komt het ook dat de kroon prins der Republiek* zich thans tracht te verontschuldigen en wel met een «physieke opgewondenheid,* d. w. z. met de bekente nis dat hij op 't feest te Cherbourg te veel punch had gedronken. Doch ook hier geldt het spreekwoord: vino veritas, in den wijn (of punch) is de waarheid. De brandrede van Gambetta geeft duidelijk de ware ge zindheid van den ex-dictator en zijne aan hangers te kennen. Voor de officieele logen straffing zijner rede zal Gambetta zich we ten te wreken. Men zegt dat hij er op uit is Freyeinet uit den zadel te lichten, om dat deze den cultuurstrijd niet streng ge noeg ten uitvoer brengt. Maar als Gam betta werkelijk den heer Freyeinet laat vallen om een meer radicalen man in zijne plaats te stellen, dan laat hij op zijne domme rede eene domme daad volgen, want het wantrouwen zal onbetwist zeer toenemen. In het buitenland is trouwens dit wan trouwen reeds merkbaar. De officieuse Norddeutsche Allg. Zeitung zegt o. a. van Gambetta's redevoering: »Wij hebben tot dusver over Gambetta's rede gezwegen, zoolang we in het onze kere waren of hij in naam van Frankiijk of voor zijn persoon heeft gesproken, in FEUILLETON. DE ZEGELS. Vervolg. Ween niet, mevrouw de gravin! het uur der verlossing nadert; maar als ik u zal zeggen: „vertrekt!" aarzelt dan geen minuut. Gaat naar beneden, alle deuren zullen voor uwen doorgang geopend zijn, loopt zonder achter u te zien tot de rotsen van Benaguet: gij zult er mijn Pietei met eene goede sloep, levensmiddelen en uwen schat vinden. Gij zult weldra in den doortocht van Four zijn, en daar kan men u niet meer achtervolgen; voor het overige zal ik hier blijven om uwe vlucht te beveiligen. Wat! gij gaat niet met ons mede, Janekin? zeidan te gelijker tijd mevrouw de Treseguidy en de markies. Neen, ik moet hier blijven tot de dag aanbreekt, ten einde te beletten, dat men u vervolgt. Maar zeide de grijsaard. 't eerste geval zouden we de bespreking zijner rede ter wille van de vreedzame po litiek in ons vaderland hebben achterwege gelaten. Het gesprokene van den President der Republiek te Dyon en van den heer Freyeinet te Montauban, gaf ons de ze kerheid dat de oorlogzuchtige rede van den President der Tweede Kamer, niet door Frankrijk, maar door Gambetta persoonlijk aan Europa werd gericht; daardoor vervalt zijne rede aan het domein der publiciteit. Tot dusver waren we in de meening dat de staatslieden der Fransche Republiek vreedzamer wegen wenschten te bewande len dan de Bourbons en de Bonapartistische keizers; Gambetta zelfs had den roep een vriend van vrede te zijn; als nu zijne rede van 9 dezer te kennen geeft dat hij van dien roep afstand doet, dat hij van rol verwisselt, dat hij zijne toekomst liever op de reputatie van een »man der wrake« wil vestigen, dan heeft deze onverwachte verschijning in Duitschland wel is waar geen paniek veroorzaakt, maar toch ver wondering en oprecht medelijden. Duitsch- lands politiek zal vredelievend blijven maar het vaste vertrouwen op de duurzaamheid van den vrede, dat in Frankrijk zoowel als in Duitschland de grondslag is van algemeene welvaart, heeft een gevoelige kuak door Gambetta's punch-rede gekre gen. Wij zullen geen ernstige verwikke lingen voorspellen, maar Gambetta's ver klaringen bewijzen toch dat de oorlogs partij onder de Republikeinen even goed aanhangers telt, als onder de Fransche Monarchalen en het is bepaald iets nieuws dat zulk een invloedrijk staatsman, als Gambetta, tot de oorlogspartij behoort. In naam zijner immanente gerechtigheid* kon Gambetta even goed Lubeck en de monden der Elbe terug verlangen als den Elzas; beide zijn ons langs den weg van geweld ontnomen en beide zijn langs den weg der historische gerechtigheid tot ons terug gekeerd. Als het republikeinsche Frank rijk, onder Gambetta's leiding, genegen is de traditie te volgen die het monarchale onder Lodewijk XIV en XV en onder Na poleon I en III tegenover ons gevolgd heeft, dan moeten we ons helaas met de gedachte trachten te verzoenen, dat de vrede Het moet zoo zijn, hernam Janekin op een eerbiedigen en te gelijk vasten toon. Men hoorde de deur der eetzaal openen. Een verwijderd gedruisch van gezangen weerklonk in de kamer. Zij zijn beschonken, vervolgde de visscher.dat maakt onze taak minder moeilijk. Maar daar zijn zij in den gang. Vaarwel, meester, voegde de getrouwe dienaar er bij, zich op de knieën werpende, terwijl hij de hand van den grijsaard wilde kussen. Gij, onze redder, op de knieën, riep de markies uit. Omhels mij, waarde vriend! Janekin wierp zich in de armen van den grijsaard. Maar stilte! daar zijn ze, zeide hij, een groote traan wegvegende, die langs zijne gerimpelde wangen vloeide. Iedereen had zijne plaats hernomen op het oogenblik, waarin Rignard met Roemgoet en Prichon, de twee personen, gekozen om dien nacht te waken, binnentraden. De visscher stond voor het venster, de markies zag in het vuur op de westelijke grenzen onzeker blijft; echter moet de vredelievende meerderheid van beide natiën weten, wie het is die den voor allen wenschelijken vrede bedreigt. Duitschland zal niet nalaten, in zijne na tionale politiek het bewijs te leveren dat het den vrede verlangt en den oorlog ver afschuwt. Wij kunnen ook met genoegen constateeren, dat onze vredelievende poli tiek in de tien jaren, sinds de natie haar recht op nationale eenheid heeft verwezen lijkt, dit gevolg heeft gehad dat niemand geloof slaat aan den laster als zoude Duitsch land veroveringsplannen, naar Fransch model, in het schild voeren. Wij betreuren het dat de krijgszuchtige geest die onze naburen thans nog even als voor 300 ja ren bezielt, ons dwingt onze zekerheid in een sterk en slagvaardig leger te zoeken; meer dan deze zekerheid zoeken wij niet, maar wij bezitten den wil en het vertrou wen, haar te vinden. Zoo spreekt dit officieuse orgaan. Wij laten zijne beschouwingen voor hetgeen ze zijn. Dat men in Duitschland geheel en al wars is van annexatie-plannen kunnen wij der Norddeutsche zoo gaaf niet toegeven. Wat ons 't meest verwondert is, dat deze officieuse courant tot dusver in de meening verkeerde dat de Fransche Republikeinen minder oorlogzuchtig zijn dan de Monar chalen. Wij weten wel dat de politiek van von Bismarck aan de Fransche Republiek en in 't bizonder aan Gambetta te stade kwam, maar wij zijn overtuigd dat von Bismarck nimmer geloof heeft geslagen aan de vredelievende gezindheid der Re publikeinen. Hij zal berekend hebben, dat Frankrijk onder de republikeinsche wetge ving niet zoo spoedig een goed georgani seerd leger tot stand kon brengen, als on der de leiding van een monarch en dat deze laatste spoediger tot een oorlog zou beslist hebben dan een republikeinsch par- lameut. Deze berekening heeft thans ge faald; wij hebben er trouwens nimmer aan willen gelooven. Uit de eerste Frausche revolutie weten we immers te goed, welk eene verwoedheid juist de radicale republi keinsche leeringen kunnen verwekken. In de dagorder van een Gambettijnsch gene raal hebben we ook al de meeste overeen- om den blik zijner vervolgers te ontgaan. De gravin doorliep met Raoul, aan hare zijde gezeten een boek met platen; niets verried uitwendig het groote plan, waarvan hun leven afhing. De com missaris der republiek, die insgelijks in beschon ken toestand verkeerde, wierp een tevreden blik op deze onschuldige groep. Het is wel, zeide hij in zich zeiven, nog een nacht van hongersnood voor de twee aris- tokraten van het kabinet, en ik laat ze naar Nantes vervoeren. Vervolgens scheidden die menschen, wier hart door zulke tegenstrijdige gsvoelens beroerd werden Toen het elf uur op de kerk te Conguet sloeg stond Janekin met voorzichtigheid op en naderde het venster. De lucht was met wolken bedekt, maar de wind bleef gunstig. Het was, of men in het woud stamelende klanken hoorde, er, van de be wogen golven kreten kwamen alsof schipbreukelin gen in gevaar waren. De markies sliep, in weerwil van het gevaar, gerust. In de kamer der repu- publikeinen hoorde men de ademhaling van komst gevonden met die uit den tijd van generaal Hoche; 't schijnt dat vele korps- kommandauten grooten lust gevoelen een krijgstocht te organiseereu, ten doel heb bende alle Monarchen te verjagen en onder Frankrijk's leiding Europa in republieken te verdeelen. En heeft Gambetta, die in 1870 bloed gezien heeft, niet veel over eenkomst met Napoleon I? Niet zonder bepaalde plaunen houdt hij er een militair kabinet op na en verkeert hij 't liefst in gezelschap der leger-oversten. De begeerte om dictator te worden, werpt hij van zich af, maar juist hier geldt het spreekwoord qui F excuse, s accuse. Wij betwijfelen het of hij hetzelfde succes zal hebben dat eenmaal de eerste Napoleon ondervond, maar reeds de kwade wil kan veel onheil aanbrengen. 't Wordt dus tijd om op dien gevaar lijken «kroonprins der Republiek* meer en meer de aandacht te vestigen. Uit revanche-plannen met succes vol eindigd, ontstaan al licht annexatie-begeer ten. De politiek der radicalen neemt soms vreemde wendingen. De feiten zeiven spreken. The Cork Constitution maakt gewag van de ontdekking van een complot van Fenians, ten doel hebbende het in de lucht doen springen van de kruitmolens te Ballincollig. Een deel van het personeel der molens moet in het complot betrokken zijn geweest. Er zijn onmiddellijk maat regelen genomen om elke verrassing te voorkomen. De molens en de naburige cavaleriekazernes wor den streng bewaakt. Er is reeds meermalen sprake geweest van het verkoopen der kroonjuweelen. Volgens den Rappel zal de regeering bij de weder-bijeenkomst der Kamers een wetsontwerp indienen tot verkoop van dat gedeelte der kroonsieraden, hetwelk geen eigenlijke kunstwaarde heeft. Men schat dat deze verzameling zeven a acht millioen zal opbrengen. Het fonds, dat op (lie wijze verkregen wordt, zou worden aangewend tot aankoop van kunstvoor werpen in de nationale musea. De Norddeutsche Allg. Ztg. verneemt, dat de te Malta geplaatste korvet Victoria, die door twee mannen. Romgoet doet zijn plicht, dacht Janekin, ik zal den mijnen doen. Hij trok een paar pistolen onder het bed van mijnheer de Treseguidy uit, en verliet op zijn bloote voeten de kamer; hij ging de gravin en haren zoon waarschuwen zich gereed te houden, opende de kleine deur van het kasteel en baande alzoo den weg ter ontvluchting. Ten half twaalf wekte hij den markies, verbrak het zegel van de deur van het kabinet en deed er de twee gevangenen uitkomen. Romgoet sliep echter niet voortdurend. Vertrekt nu, vertrekt spoedig, zonder eene seconde te verwijlen. Ik zou mjjn leven geven om u vleugels te verschaffen. De heeren de Treseguidy ontmoetten de gravin en Raoul aan den drempel der deur. Ofschoon de jonge lieden, door den honger uitgeput, zich nauwelijks konden staande houden, zoo liep de gansche familie echter zoo spoedig mogelijk naar den zeekant. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1