NIEUWE No. 412. Donderdag 9 September 1880. 5e Jaargang. Twee perioden uit de geschiedenis. Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post1,- Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janastraat Haarlem. Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS k LAUREY. i. De kunst der moderne geschiedschrijvers schijnt in 't algemeen daarin gelegen te zijn, betreurenswaardige gebeurtenissen in katholieke landen, dwalingen en misslagen van katholieke vorsten en regeeringen, ja, zelfs misdaden van katholieke personen, in zulk eene verhouding tot de Kerk te bren gen, dat de verantwoordelijkheid op de laatstgenoemde wordt overgebracht. Met hetzelfde recht zou men een moord, die over dag geschied is, op rekening der zon en een nachtelijken diefstal op rekening der maan kunnen schrijven, omdat beide toevallig op het tijdstip, waarop de misdaad gepleegd werd, geschenen hebben. Wat het moderne fanatisme in dit opzicht reeds heeft voortgebracht grenst aan het onge looflijke. Er ontbreekt nog aan dat men de Kerk verantwoordelijk stelt voor nacht vorsten, onweer, miswas en hongersnood in China en Opper-Silezië. Een der on rechtvaardigste en smaadvolste beschuldi gingen van dien aard is, sinds eeuwen, de Bartholomeus-nacht van het jaar 1572 in Frankrijk, alsmede de opheffing van het Edict van Nantes, 't Kan zijn nut hebben deze twee perioden der geschiedenis eenigs- zins nader toe te lichten, zoo als zij naar waarheid zijn voorgevallen. Reeds in den aanvang der zoogenaamde hervorming hadden de aanhangers der nieuwe leer in Frankrijk revolutionnaire denkbeelden aangekweekt en verspreid. Grotius, zelf een ijverig Protestant, schrijft, dat overal waar zij zich vestigden de din gen onderst boven keerden en de open bare orde en rust door geschreeuw en bloedig oproer werden verstoord. De vroe gere secten op Franschen bodem (Albi- genzen, Waldensers enz.) in vereeniging met de liberale richting en werkdadigheid der Parijsche universiteit (Sorbonne), als mede de despotieke willekeurigheid van koning Frans I in de keuze der bisschop pen en in het eigenmachtig bestuur der Kerk, hadden reeds in Frankrijk voorbe reidend gewerkt in het belang der kerke lijke revolutie van Zwingli en Calvin, zoo dat deze sectarissen met rassche schreden propaganda maakten en in de losbandige en lichtzinnige kringen van den hoogen stand, zelfs onder de gunstelingeu en leden van het Hof, niet weinig aanhangers von den. Zoo als het gebruik dat meebrengt, diende de religieuse beweging voor de par tijen van het Hof als voorwendsel zich wederzijds van wapenen te voorzien en nieuwe listen en intriges tegen elkander te smeden. De koning hield zich aanvan kelijk zeer onzijdig. Toen echter de Cal vinisten zoo ver gingen heiligenbeelden en andere kerksieraden te verbrijzelen, een boosaardig smaadschrift tegen de katho lieke leer van het heilig Avondmaal aan de deuren van 's kouings paleis te beves tigen en meer en meer overmoedig werden, toen begon Frans I te vreezen dat in Frankrijk dezelfde toestand zou geboren worden als in het naburige Duitschland; hij werd toen strenger in de onderdruk king vau het Calvinisme; hij verjoeg een aantal hoofden der nieuwe leer en sommi gen werden ter dood veroordeeld. Toch ging Frans I voort, het Protestantisme in Duitschland te bevorderen; zijn doel was dit land door inwendige beroeringen te verzwakken, ten einde daardoor zijn eigen land in aanzien te doen toenemen. Dien tengevolge kwam hij in het bezit van het landgebied van Metz, Toul en Verdun. Na zijn dood (1547) maakte de verspreiding van het Calvinisme onder zijne zwakke opvolgers Hendrik II eu Frans II groote vorderingen. Het rijk kwam echter 't meest in beroering onder koning Karei IX (15601574). Wegens minderjarigheid van dezen vorst nam zijne moeder, de arglis tige, wankelmoedige Cathariua de Medicis de teugels van het bewind in handen. Drie verwoestende burger-oorlogen tussclieu Cal vinisten en Katholieken of, wat hetzelfde beduidt, tusschen de beide politieke par tijen der Guises en Bourbons verzwakten de natie, vernielden steden en dorpen en bedreigden het land met geheelen onder gang. Catharina speelde daarbij eene af- schuwliike rol, door dan met de eene, dan met de andere partij te heulen, nu eens het Katholicisme verdedigende, dan weder de Hugenoten onder hare bescherming ne mende. 't Kou niet anders of de positie van het Hof werd zeer netelig. De aan hangers der nieuwe leer werden aanhoudend vermeteler. In navolging der Mahomedanen en Vandalen, verwoestten zij steden en dor pen te vuur en te zwaard, om het Katho licisme uit te roeien en het nieuwe evan geliete doen zegevieren. Kerken en kloos ters werden vernield en priesters werden ter dood gebracht; (een huDner aanvoerders droeg een halsketting samengesteld uit de afgesneden ooren van vermoorde priesters) de geestelijke zusters werden overvallen, onteerd en uit hunne asylen gejaagd; met ongelooflijke wreedheid en verbittering werd onder de Katholieken, die niet afvallig wilden worden, een verschrikkelijk bloed bad aangericht. De vlam van het oproer sloeg van alle zijden omhoog. Steden en dorpen werden aan den koning ontnomen; de protestantsche vorsten van Duitschland eu koningin Elisabeth van Engeland wer den ter hulp geroepen en werkelijk zon den zij ook manschappen en wapens tot ondersteuning der moordenaars en brand stichters in Frankrijk, 't Ergste was dat ook de admiraal Coligny, reeds sinds lang een ijverig aanhanger van het Calvinisme thans openlijk tot de vijanden van zijn koning overging. Hij gedroeg zich alsof hij koning van Frankrijk ware, hij benoemde stadhouders, krijgs-oversten en raadslieden, liet belastingen uitschrijven en troepen aanwerven, zonder zich met koning Karei IX te bemoeien. Met de wapens in de hand dwong hij tot den vrede van St. Germain (1570) die aan de Hugenoten de vrijheid van godsdienst gaf, hen tot het bekleeden van staatsambten toeliet en nun, tot on derpand, La Roebelle en drie andere ves tingen afstond. De vlam van den krijg scheen gebluscht, maar onder de asch bleef het vuur der tweedracht smeulen. De her innering aan de verschrikkelijke gruwelen der Hugenoten, had bij de Katholieken een ouverbiddelijken wrok doen ontstaan. Karei IX trachtte, om tot vrede te ge raken, den gevaarlijken Coligny tot zwijgen te brengen en voor zich te winnen, waar toe hij hem aan het Hof deed komen. Coligny maakte van zijne positie gebruik, om den koning haat tegen diens moeder in te boezemen en hem tot een oorlog met Spanje aan te hitsen. Doch Catharina liet zich daartoe noch door intriges, noch door wraak overhalen. Juist werd het feest van het huwelijk van Hendrik IV van Navarra met Margaretha, zuster van Karei IX aan het Hof te Parijs gevierd, bij welke gele genheid een groot getal Calvinistische edel lieden naar die stad waren gestroomd- De wrok bij het volk, even als aan het Hof, had zijn toppunt bereikt. De koningin- moeder allereerst, stak de vlam van 't op roer aan. Zij trachtte den gehaten admi raal Coligny den 22 Augustus om 't leven te doen brengen. De poging mislukte. Doch het lang verbeide onweer was eindelijk los gebarsten. Catharina gaat vergezeld van haren jongeren zoon en van velen harer aanhangers naar den koning en verzekert hem, dat er een nieuwe burger-oorlog op handen, en het leven des konings in ge vaar is, als Coligny niet wordt onschade lijk gemaakt, 't Was zeker dat deze ge vaarlijke vijand van het Hof zich met ver woedheid zou beijveren buitenlandsche hulp te verkrijgen, ten einde het geheele konink lijke huis in 't verderf te storten. Zij ver zekerde dat het gevaar zijn hoogste punt had bereikt, 't uiterste moest worden ge daan eu Coligny onmiddellijk ter dood moest worden gebracht, 't Was niet moeilijk den koning al die gruwelijke tooneelen in 't geheugen te roepen, die onafscheidelijk waren aan de namen der Hugeuoten en van hun aanvoerder den admiraal Coligny. De koning zelf immers had met leven en troon in groot gevaar verkeerd. Hij was tevens bekend met den toestand; hij wist dat de ontstelde gemoederen en de burger haat in staat waren, om elk oogenblik in lichter laaie uit te breken wanneer een Coligny, wraakgierig als een tijger de brandtoorts wederom in de hand nam. Niet tegenstaande al het aangevoerde streed Karei IX eerst nog een langen, inwendi- gen strijd. Eindelijk gat hij toe. De nacht van den 24 Augustus had hare zwarte vleugels over Parijs gespreid. De Hertog van Guise, wiens vader door de Hugenoten bij de belegering van Orleans (1563) ver raderlijk was vermoord, volvoerde het ko ninklijk bevel, waarbij hij gelegenheid meende te vinden wraak te nemen voor zijn vermoorden vader. Hij was de eerste die de woning van Coligny binnendrong en hem doodde. Onmiddellijk werden de klok ken van het paleis geluid en gansch Pa rijs was in beweging. Geruchten van een Calvinistische samenzwering tegen het le ven van den koning, waren reeds lang in steden en dorpen verspreid. Of die geruch ten waarheid hebben bevat, zoo als vele geschiedschrijvers stellig gelooven, en of zij door Cathariua en hare volgelingen slechts werden verzonnen, om de stad op een coup d'etat voor te bereiden, zoo als andere berichtgevers melden, zullen wij onbeslist laten. Genoeg, het teeken werd begrepen en overal uitte zich de lang ge voede wrok in het neersabelen der Huge noten. Vau Parijs drong zich het fana tisme in de provinciën en niet alleen Cal vinisten maar ook een massa Katholieken werden vermoord. Dat is de Bartholome- us-nacht of de bloedbruiloft van Parijs. Zij blijft eene donkere bladzijde in de geschiedenis. »Op den derden dag na den moord op Coligny,» zoo schrijft Davila, begaf de koning zich naar het Parlement en ofschoon hij in de eerste dagen de ge beurtenis aan een volksoproer toegeschre ven had (dat ook werkelijk plaats vond tengevolge van den wrok dien men tegen de Hugenoten had) zoo onthulde hij hier toch zijne plannen eu gaf hij eene uitvoe rige verklaring der gronden, waarop hij het bevel had gegeven, de oproerlingen en samenzweerders tegen zijne persoon en zijn rijk, te dooden en uit te roeien.» In den- zelfden geest schrijven, met Davila, alle geschiedschrijvers zoowel Protestantsche als Katholieke, en op dezelfde wijze werd het bericht door het Hof overgebracht naar de Provinciën en naar de buitenlandsche Re geeringen. Nauwelijks waren eenige koe riers door de post uitgezonden, meldende dat een volksoproer de schuld droeg van de droevige gebeurtenis, toen men het be richt veranderde en overal verkondigde dat eene samenzwering tegen 's konings leven was ontdekt geworden en deze aanleiding tot het bloedbad had gegeven. Zoo kwam ook dit bericht te Rome. Paus Gregorius XIII liet, tot dankbetuiging voor de redding van het leven des Franschen konings, een Te Deum zingen en de beroemde Romeinsche redenaar Muret, huldigde in een zijner klassieke redevoeringen de ontdek king der tegen het hoofd des konings en bijna het gansche koninklijke huis gerichte samenzwering, ten gevolge waarvan, juist ter zelfder tijd, waarop de misdaad zon worden volbracht, datgene op de hoofden der misdadigers en verraders neerkwam, wat zij tegen liet hoofd en leven van den koning hadden gesmeed, tegen een vorst van wien zij reeds zoo veel vergiffenis van gepleegde misdaden hadden ontvangen en die hen goedgunstig eu genadig had opge nomen. »In die gedenkwaardige nacht,» schrijft Muret, geschiedde het dat eenige muitelingen vielen, maar door hun verdwe nen van 't aardsch tooneel, werd de koning aan het gevaar van sluipmoord onttrokken en werd het koninkrijk verlost van den bestendigen schrik des burgerkrijgs.» Uit deze woorden der in het openbaar uitge sproken rede, blijkt duidelijk op welke wijze de gebeurtenis van 24 Augustus te Rome was aangekondigd. Zoowel ten huidigen dage als op dat tijdstip zou een Te Deum, als dankzegging voor de ontdekking eener samenzwering en voor de daardoor gevolgde redding van 't leven eens vorsten zeer van pas zijn. Wordt vervolgd HHRmiMHE I III RUT. ABONNEMENTSPRIJS MAlST:l£hD]; i r AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN o O

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1