BINNENLAND.
Frankrijk.
De moord in Den Haag.
GEMENGD NIÉUWS.
keizerin, de kroonprins en andere leden der kei
zerlijke familie worden bijgewoond. Op zijne terug
reis zal de keizer vermoedelijk de opening van
de nieuwe opera te Frankfort bijwonen. Hier
moet een geloofsvervolger zicb beter op zijne
plaats gevoelen dan in eene Katholieke kathedraal.
In een vergadering in de rue Louis, Zaterdag
gehouden, heeft „burger" Révillon betoogd, dat
het der Republiek onwaardig is, zich aan te slui
ten bij Koningen en Keizers, om een volk te
vernietigen.
Benjamin Raspail, die voorzitter was, nam
deze gelegenheid te baat om het Ministerie op
heftige wijze aan te vallen.
Het vooruitzicht bestaat, dat spoedig de grond
slagen zullen gelegd worden voor de inrichting
van een pakketpost in het internationaal verkeer.
Den 7n dezer zal te Parijs een conferentie wor
den gehouden om, zoo mogelijk, een regeling tot
dat einde tot stand te brengen. De meeste Euro-
peesche Staten hebben zich tot deelneming daar
aan bereid verklaard.
Mocht nu de dezer dagen ingediende voordracht
betrekkelijk de pakketpost voor Nederland tot wet
verheven worden, dan kan de Regeering ook haar
zorg wijden aan de inrichting van een dergelijke
pakketpost in het verkeer met de Nederlandsche
koloniën, waartoe de Regeering zich de bevoegd
heid voorbehoudt in het straks bedoelde wets
ontwerp.
Rotterdam, 4 October. De werkman die eer
gisteren in een pakhuis aan de Leuvehaven door
het nedervallen van eene baal zware kneuzingen
bekwam, is nog denzelfden avond in het Zieken
huis overleden.
Arnhem, 4 October. Alhier is Zondag-nacht
in eene woning ingebroken, waarbij de dieven zich
tot het sousterrain den toegang hebben verschaft
door een paneel uit een der deuren te zagen. Zij
hebben zich echter met weinig tevreden moeten
«tellen, daar het huis zelf te goed was afge
sloten.
Sneek, 4 October. Ook door de voornaamste
slagers alhier zijn de prijzen van het fundvleesch
met 10 ct. per kilo verlaagd.
Leerdam, 4 October. Een man en vrouw,
eergisteren alhier aankomende, geraakten even
buiten de stad door de duisternis in het water.
De vrouw werd gered, doch de man stierf spoe
dig nadat hij er uit was gehaald.
Amsterdam, 4 October. Aan de Koninklijke
fabriek van stoom- en andere werktuigen te Am
sterdam zijn in de twaalf laatste maanden onge
veer 700 werklieden wegens gebrek aan bestel
lingen moeten worden ontslagen. In de afgeloopen
week zijn weder ruim een honderdtal afgedankt
en daarmede is de vermindering van arbeids
krachten nog niet ten einde.
Het onderzoek der justitie is een zeer belang
rijke schrede nader gekomen tot het doel.
Zekere W. M. De Jongh, oud-sergeant van het
Indische leger, ambtenaar bij het Departement
van koloniën, is in. hechtenis genomen, onder
verdenking de schrijver te zijn van den brief aan
den heer Bogaardt.
Omtrent den persoon van den gearresteerde
en de omstandigheden, die tot zijn inhechtenis
neming hebben geleid, meldt men ons dc volgende
bizonderbeden
De Jongh heeft als onder-officier gediend bij
het regiment grenadiers en jagers en, nadat hij
niet geslaagd was in zijne pogingen om op den
cursus voor de opleiding tot officier te worden
geplaatst, dienst genomen bij het O. I. leger.
Nadat hij als sergeant gepensionneerd was op een
bedrag van f 150 's jaars, is hij onlangs uit
Indië in het moederland teruggekeerd, intrek
nemende ter huize zijner moeder, eene weduwe
wonende in de Nieuwe Schoolstraat te 's-IIage.
Kort na zijn terugkeer hier te lande werd hij als
volontair geplaatst aan het Departement van
koloniën.
De justitie is hem op het spoor gekomen door
haren maatregel om het handschrift van den
schrijver van den brief aan den heer Bogaardt
door den druk te vermenigvuldigen en alom te
verspreiden.
Een bekende van De Jongh, de onderofficier
E. Musquetier van de grenadiers, heeft, zoodra
hij het geschrift onder de oogen kreeg, wat eerst
Zaterdag-avond het geval wa» (daar hij toen van
verlof uit Utrecht terugkeerde) de hand van zijn
vroegeren wapenbroeder daarin herkend en zijne
ontdekking ter kennis aan de justitie gebracht,
met overlegging van een zestal brieven, die hij
in zijn bezit had en hem in zijn vermoeden ver
sterkten. Hij verzekert, dat liet staande schrift
de gewone hand van De Jongh is.
Deze gewichtige gegevens leidden tot de voor-
loopige arrestatie van De Jongh. De aanhouding
geschiedde Zaterdag-avond laat ten zijnen huize
door een inspecteur, vergezeld van een hoofdagent
van politie. De verdachte bevond zich in zijne
woning en volgde zonder verzet de politie-ambte-
naren. Voorloopig werd hij naar het huis van
arrest overgebracht, waar hij het eerste verhoor
onderging.
Bij bet verhoor, dat Maandag-ochtend door de
justitie aan het politiebureel gehouden werd, heeft
De Jongh bekend, de schrijver van den brief aan
den heer Bogaardt te zijn, en ook de persoon,
die zich daags na den moord in de nabijheid der
Hoefkade bevond, met het doel om de geldsom
in ontvangst te nemen.
Ondervraagd naar aanleiding eener mededeeiing,
dat hij na zijn terugkeer in Nederland in het
bezit zou zijn geweest van een degenstok, moet
hij eerst hebben verklaard, dat hij dien stok reeds
sedert geruimen tijd aan een ander persoon had
weggegeven.
Hij beweert geen verdere inlichtingen te kun
nen geven, ontkent halsstarrig de moordenaar van
den jongen Bogaardt te zijn, en verklaart niet in
staat te wezen den bedrijver van den moord aan
te wijzen.
De koetsier, die op 23 September den knaap
en den persoon, die hem van de school heeft
afgehaald, naar de Laan van Meerdervoort ge
reden heeft, en de dienstbode van den onder
wijzer Bouscholte zijn met De Jongh geconfron
teerd, doch zouden in hem niet den persoon her
kend hebben, dien zij op 23 September gezien hebbin.
Nu de briefschrijver eenmaal bekend is, vloei
en tal van inlichtingen en aanwijzingen der jus
titie toe. Aan iemand, die schertsend tot De Jongh
gezegd had, dat zijn signalement met dat van den
vermoedelijken dader overeenkwam, had hij ge
antwoord: „dat is flauw, laten wij daarover niet
spreken."
Des daags na den moord zou De Jongh iu het
duin gezien zijn door den hoofdcommissaris van
politie, die hem liet arresteeren; doch De Jongh
hield zich verwonderd en zeide nog niets van den
moord gehoord te hebben, maar eenvoudig een
wandeling door de duinen te willen maken. Na
die aanhouding, door do dienstbode van den heer
Bouscholte niet herkend als de man, die Marius
B. had ontvoerd, werd hij weder losgelaten. De
justitie hield hem echter steeds in het oog. De J.
heeft zich na den moord steeds onder het publiek
begeven; zoo was hij meermalen in het koffiehuis
Het Gouden Iloofd op de Groenmarkt, vlak bij
het politie-bureau, op den uitkijk gaan zitten,
om de menigte, die zich voor het commissariaat
verzamelde, gade te slaan; hij had dan het hoogste
woord over de afgrijselijke misdaad, die het on
derwerp van het gesprek der aanwezigen was.
Eenige dagen vóór den moord heeft De J. een
degenstok in de Vlamingstraat aan een zijner
kennissen getoond. Ilij ontkent ook niet, dat de
stok in zijn bezit is geweest. De behanger M.,
bij wien bij inwoonde, had koord in voorraad
als dat, waarmede de ongelukkige knaap was ge
bonden, zoodat het vermoeden voor de hand ligt,
dat De J. een stuk van dat koord uit den voor
raad heeft weggenomen.
De eigenaardigheden in het handschrift van
De J. blijken duidelijk in den brief niet geheel
vermeden te zijn. De draaiende krullen aan som
mige letters behoorden tot de opmerkelijke pun
ten van overeenkomst tusscken den brief en de
andere handschriften van De J.
De persoon van De J. was bij den heer Bo
gaardt en diens familie volkomen onbekend, zoo
dat alle vermoedens en geruchten van wraak thans
geheel op den achtergrond treden.
Ook het Dagblad meldt dat de Jongh reeds
eenmaal, wegens zijn gelijkenis met het opgegeven
signalement, in handen der politie is geweest,
doch weder op vrije voeten werd gelaten.
Volgens verklaring van hen, (lie De Jongh
meer van nabij kenden, is hij van zeer stil karak
ter meestal in zichzelf gekeerd.
Hij ging weinig uit en vooral des avonds was hij
meestal bij zijn moeder. Donderdag den 23en,
toen de moord gepleegd is, was het de verjaar
dag van De Jongh's moeder en wat opvallend
is, dien dag is De J. niet aan den maaltijd geweest;
hij kwam des avonds omstreeks 8 uren te huis.
Dien avond na zijn tehuiskomst bracht hij ook
zijn zuster naar huis. Toen den volgenden dag
de moord aan zijn moeder bekend werd en deze,
die met mevrouw Bogaardt op dezelfde kostschool
was geweest en haar familie dus kende, verplet
terd door de tijding, in zwijm viel, heeft hij den
geheelen nacht aan het bed zijner moeder gewaakt.
Een paar dagen na den moord kwam hij, hetgeen
bijna dagelijks het geval was, in den winkel van
zijn buurman den heer v. d. Grijp, op den hoek
van de Mauritskade, sigaren halen. Hij liet bij
die gelegenheid een degenstok zien, dien hij zeide
gekocht te hebben. Gekscherende!' wijze moet
iemand, die daar bij was, nog gevraagd hebben,
hoeveel steken hij het knaapje daarmede had
toegebracht, waarop hij zelfs, zonder van kleur
te verschieten, lachende geantwoord moet hebben.
Wanneer De J. uitging bezocht hij iu den regel
het Café St. Hubert in de Hoogstraat en menig
maal schreef hij daar des ochtends brieven.
Vermoedelijk heeft hij dus ook den brandbrief in
dat koffiehuis geschreven.
De politie heeft onmiddellijk de kellners uit
bedoeld café en ook uit ander koffiehuizen onder
vraagd, of zij omtrent het schrijven van dien brief
ook nadere inlichtingen konden geven, doch met
zekerheid wist geen hunner iets mede tc deelen.
Na de arrestatie heeft de justitie gedurende den
nacht bij De J. huiszoeking gedaan, doch niets
gevonden waaruit op te maken was of men in
den briefschrijver ook den moordenaar gevat had.
{Zie laatste berichten.)
Een deskundige, die zich onledig
houdt met het onderzoek van diamanten te Chi
cago, deelt mede, dat negen van de tien groote
steenen, die aldaar in den handel zijn, niet uit
één stuk bestaan, maar onbegrijpelijk netjes uit
kleine steentjes zijn aan elkander geplakt.
Met nauwgezetheid hebben deskundi
gen bepaald hoeveel kubieke meters lucht een
scholier noodig had, opdat zijne gezondheid dooi
de atmosfeer in (1e school niet te lijden zal heb
ben. Zoo als men weet, i3 bij het openbaar on
derwijs meer lucht noodig dan bij het bizonder
onderwijs. In Rusland wordt er anders over
gedacht, althans door graaf Melikoff. Tot de
lessen der bouwscliool konden een zeker aantal
jongelieden niet worden toegelaten, niettegenstaande
zij aan het examen hadden beantwoord, omdat
er geen plaats was. Melikoff eischte toch de
toelating en schreef: „als de ruimte te klein is
moeten de jongens maar wat nauwer op elkander
zitten."
Innen verg. van het Dep. Groningen der
Maatschappij van Nijverheid heeft de heer K.,
rar. tailleur, aldaar medegedeeld, dat hij sinds
eenigen tijd een nieuwe methode voor het snijden
van kleedingstukken in practijk brengt. Deze
interessante methode, die op de „driehoeksme
ting" berust, werd door hem in Paiijs geleerd
bij den heer Roussel en beviel hem uitstekend.
Staande de vergadering nam de beer K. bij een
der aanwezigen de maat van een jas, paste zijn
methode toe en knipte het kleedingstuk, dat,
weldra gereed, door de talrijke leden werd be
wonderd.
De schoolmeester te W., een klein
dorp even over de grenzen gelegen, een zonder
ling in alles, nas op een zekeren dag met zijne
vrouw overeenkomen, dat zij zoolang met elkander
uit één bord zouden eten, tot zij met elkander in
twist kwamen. Toen steller dezer vier jaar geleden
dezen vriend zijner j\ ugd bezocht vond hij het
gelukkige paar nog steeds uit één bord etend,
zooals zij dit naar 's meesters zeggen, reeds 17
jaren lang gedaan hadden. Verleden week werd
er meê opgehouden, maar niet omdat de vrede
uit het huis was geweken maar wijl 's meesters
vrouw naar het kerkhof werd gedragen.
De meid en de knecht van een burge
meester in eene gemeente van Noord-Brabant
zouden in ondertrouw worden opgenomen en
hadden afgesproken om s'namiddags G uren zich
naar het bureau van den burgerlijken stand te
begeven. De knecht kreeg echter dien dag den
last van zijn heer om eenige werkzaamheden
nog al ver van huis te verrichten, zoodat Jan
op het bepaalde uur niet terug was. De meid
dacht, dat er boos opzet in het spel was, en was
zeer vertoornd, daar zij het zich nu eenmaal in het
hoofd had gezet, dien namiddag ondertrouwd te
worden. Haar heer zag haar ongeduld, ontfermde zich
over de ongelukkige, en nam de plaats van den
knecht in, en nog denzelfden avond werd de meid
met den burgemeester in ondertrouw opgenomen.
Men verbeelde zich de stemming van Jan, toen
hij bij zijne terugkomst ontdekte welken poets men
hem gespeeld had.
Uit Schiedam meldt men ons: Naar
men verneemt zou onlangs eene geachte familie
alhier aan een bloedverwant in Indië zijn deel iu
de vaderlijke nalatenschap op zijn verlangen in
goud geld liebbeu overgezonden, doch zou dit
geld onderweg gestolen zijn en de persoon, aan
wien het geadresseerd was, in plaats van de ver
wachte specie, oud ijzer gevonden hebben.
Woensdag jl. werd omstreeks negen
uurs 's avonds te Meerssen bij zeer heldere lucht
een buitengewoon natuurverschijnsel aan den zuid
westelijken hemel waargenomen. Een lichtkogel
van de schijnbare grootte van een kinderhoofdje
gleed naar beneden en verspreidde een wonder
lijken, blauwachligen lichtglans, die den waarne-
mei verblindend in de oogen schitterde en een
oogenbük alles helder verlichtte. Duidelijk zag
men hem uit elkander spatten, terwijl men gloei
end roode vonken opmerkte, evenals bij een uit-
doovenden vuurpijl.
Z. M. de Koning heeft bepaald, datde
doop van de jeugdige Prinses Pauline zal plaats
hebben op Dinsdag 12 October a. s. in de Wil
lemskerk te 's Iiage. IIH. MM. zullen zich vooraf
naar de kerk begeven. De Prinses zal in een gala-
rijtuig, dat door een escorte van huzaren zal om
ringd zijn, door de grootmeesteres baronesse van
Hogendorp, vergezeld ran den grootmeester R. J.
graaf Schimmeipenninck van Nijenhuis, ter kerke
worden gebracht. In dat rütuig zullen ook de
baker en Mejuffrouw Besier plaats nemen. Dr.
van Koetsveld zal den doop aan 's Konings Doch
ter toedienen.
Een beruchte wilddiefDapperEawcett
die nu drie weken geleden zwaar geboeid naar
Richmond (Engeland) werd overgebracht, maar aan
zijn bewaker wist te ontsnappen, heeft de driest
heid gehad om aan den directeur van politie
aldaar de handboeien terug te ".enden, die hij
„bij vergissing" op zijn Tucht had meegenomen.
Eergisteren-nacht werd in de rue (1e
l'Arbre Sec te Parijs, een man in hechtenis ge
nomen, die, wegens zijn verdacht voorkomen en
tegenspraak in zijn verklaringen, een huiszoeking
uitlokte. De commissaris van politie hiertoe in het
bijzijn van den gevangene overgaande, bemerkte
dat deze steeds een onrustigen blik naar den hemel
van zijn ledekant sloeg. Da commissaris kreeg
daarop deu inval, de gordijnen van boven los te
maken. Hoe groot was niet zijn verbazing toen
onmiddellijk een regen van diamanten zich over
hem uitstortte. Een zestigtal diamanten, waaron
der van de grootste soort, werden door de agenten
opgeraapt. Daar de vreemdeling eerst sedert eer.ige
dagen te Parijs aangekomen is, vermoedt men,
bij zijn stilzwijgen, dat de juweelen in de pro
vincie gestolen zijn.
Terwijl de gemeente-veldwachter A.
Van Oest eergisteren surveilleerde aan den Kanaal
dijk te Ilpendara, hoorde hij in het veld op
verren afstand angstig om hulp roepen. Dadelijk
begaf hij zich met de dreg het land in, viel eerst
in een sloot, die te breed was om er over te
springen (waaruit hij echter spoedig weer op het
droge was,) en zag aan het water de Dorre lip
twee mannen en een vrouw in het water liggen.
Zij waren zeilende van de lip gekomen en bij een
bui was het vaartuig omgeslagen. Ongeveer een
uur waren zij in het water geweest toen de
veldwachter hen opmerkte, terwijl zij zich vast
hielden aan de kiel. Inmiddels had Van Oest
ook de geraeenteschuit doen komen, waarin zich
een ander veldwachter met een paar burgers
bevonden, en nu gelukte het, allen behouden aan
wal te brengen. De geredden waren door de koude
zoodanig bevangen dat zij zich bijna niet meer
konden vasthouden.
Te Laren is Jacoba Vos, oud 48 jaar,
sedert een paar jaar de vrouw van G. D. aldaar,
geworgd in de bedstede gevonden. Zij was des
ochtends tegen 8 uur gezond uit de kerk geko
men; tegen 9 uur ging haar inwonenden broeder
de deur uit en een half uurtje later ging haar
man kerkwaarts. Tegen 12 uur vond men de
vrouw dood en bij de lijkschouwing werden blauwe
vlekken aan den hals ontdekt. Zij had een klein
vermogen en borg haar geld steeds op geheime
plaatsen, zoodat het zeer moeilijk is om te weten
te komen of er ook diefstal heeft plaats gehad.
De justitie doet onderzoek.
Door de A m st er dam s che Zwemclub is
besloten tot het uitschrijven eener prijsvraag over
het nut der zwemkunst. Deze verhandeling mag
niet grooter wezen dan een half vel druks, en de
antwoorden moeten zijn ingeleverd vóór 1 Jan.
1881. De prijs bestaat uit een gouden medaille
of honderd gulden.
Naar wij vernemen, is door de Regee
ring eene Commissie benoemd, om met de Am-
sterdamsche Kanaalmaatschappij te onderhandelen
over de overneming van kanaal- en havenwerken
door den Staat.
Een 14jarige lichtmatroos i» op het
schip Ajax, aan den Westerdoksdijk te Amster
dam liggende, uit een der ra's gevallen. Hij weid
aan het hoofd en de beenen deerlijk gekneusd
en is in levensgevaarlijken toestand naar het gast
huis gebracht.
Van Vlieland meldt men van 2 October
Op het Nooderstrand is heden aangespoeld het
lijk van een manspersoon, gekleed als volgt
blauw wollen hemd gemerkt C. A. gebreide
blauwe wollen borstrok, blauw wollen onderbroek,
gelapte Engelsoh lederen broek, blauwe wollen
kousen en lage schoenen.
Te Bury in E ngela n d is h et ge v al v oo r-
gekomen, dat een vrouw, Mrs. Skott, in een per
soon dien zij op straat ontmoette, Ml'. O'Neil,
den man herkende, die drie jaar geleden de ech
telijke woning had verlaten, doch dat Mrs. Scott
werd overtuigd van te hebben gedwaald! Het
feit wordt door een onzer Engelsche bladen aan
gehaald als een nieuw bewijs hoe men zich in de
identiteit van personen kan vergissen. Eenige jaren
geleden werd getuigenis afgelegd omtrent een
plaats gegrepen verwonding. De getuige verklaarde
dat de bewuste persoon zóó verminkt was, dat
zijn eigen moeder hem niet zou herkennen. „En
boe kunt gij hem dan herkennen?" vroeg de rech
ter. „Omdat ik zijn moeder niet ben", luidde het
zeer logisch antwoord. Voorts herinnert men aan
't geval van een meisje dat te New-York ver
dronk en door den vader zoo stellig mogelijk her
kend werd, terwijl eenige dagen later de eigen
lijke vader van het kind pas verscheen.
De jonge Duitsche tenor Staubesand,
thans te Rotterdam, is een ontdekking van Ferd.
Hiller. S. was namelijk reizend koopman en zoo
ontdekte Hiller in een koffiehuis, terwijl S. voor
zijn vrieudeu een lied zong, de zeldzame begaafd
heden van den zanger, die daarop door zijn be
middeling werden ontwikkeld.
Ten half-twaalf in dennacht werd de
zer dagen te Eindhoven door den stads-omroeper
op luidruchtige wijze bekend gemaakt, dat er dien
avond ten half-negen (drie uur dus vóórdat de
man hst kwam rondroepen!) eene kienpartij zou
worden gehouden in een der koffiehuizen.
In het begin der vorige week was op
de mailboot van Vlissingen naar Queensborough
uit den koffer van een der passagiers een belang
rijke diefstal gepleegd van verschillende gouden en
diamanten voorwerpen. Eergisteren-avond is het
aan de politie te Middelburg gelukt den vermoe
delijken dader, een der werklieden van die stoom
boot, die bij een ingezetene aldaar een der ver
miste voorwerpen in bewaring kwam brengen, in
hechtenis te nemen. Hij is naar 'thuis van arrest
.overgebracht.
De nestor der Groningsche schaats-
rijders, de 94-jarige heer M. Buiskool, in het ijs-
nommsr van Eigen Haard vereeuwigd, is over
leden. Den vorigen winter maakte hij nog toch
ten over het ijs van verscheidene uren.
Te Noordwolde (Friesland) is de tim
merman J. E. d. B., een algemeene geacht in
gezetene en lid van den gemeenteraad van West-