De moord in Den Haag.
GEMENGD NIEUWS.
stellen. Nadere bizonderheden ontbreken.
Haringcarspel, 7 October. Het ruim drie
jarig kindje van den watermolenaar v. T., in de
Woudmeer, onder deze gemeente werd, op de
molenwerf spelende, door een der molenroeden
getroffen, zoodat het weldra den geest gaf.
Den. Helder, 7 October. Het zoontje van een
geacht ingezetene alhier, lieden namiddag uit de
school komende, ging vischjes vangen in de
gracht van 's Rijks werf, met het noodlottig ge
volg, dat hij in het water viel, en, niettegen
staande spoedig aangebrachte hulp, levenloos werd
opgehaald.
Arnhem, 7 October. Alhier heeft de politie
bij vele winkeliers ongeijkte of afgekeurde ma-
tsn of gewichten aangetroffen en in beslag ge
nomen.
De volledige bekentenis van De Jongh komt,
naar wij uit goede bron vernemen, hierop neder:
Hij heeft den 23sten September in de nabij
heid der woning van den heer Bogaardt op den
uitkijk gestaan tegen 2 uren namiddags, op welk
tijdstip mevrouw zou uitrijden. Dit gebeurde wer
kelijk, het rijtuig nam de richting naar Scheve-
ningen. Onmiddellijk daarna begaf de Jongh zich
naar het Rijnspoorstation en nam daar de vige-
lante, waarmede hij naar het instituut van den
heer Bouscholte reed. Daar vroeg hij naar Ma-
rius, tegenover wien hij voorwendde, dat zijn
mama hem gezonden had en hem in eene boeren
woning in het duin wachtte. Marius wist, dat
zijn moeder naar Scheveningen was, en had dus
geen argwaan.
Beiden zijn vervolgens naar Dekkersduin ge
gaan. Toen zij de plek, waar het lijk is gevon
den, bereikt hadden, heeft De Jong het knaapje
gebonden en hem gezegd, dat hij niet eer naar
de ouderlijke woning zou terugkeeren, dan nadat
zijn papa zekere som gelds had gestort. Daarop
heeft De Jongh den knaap met zijn jas toegedekt
en zich willen verwijderen, doch Marius begon
geweldig te schreeuwen; De Jongh keerde toen
naar den weerloozen jongen terug, en dreigde
hem te zullen vermoorden, indien hij zich niet
stilhield. Marius, wat licht begrijpelijk is, bleef
schreien. Uit vrees voor ontdekking heeft De
Jongh het kind toen met zeven steken in het
hart getroffen.
Verder bekende hij dat hij vervolgens over
Scheveningen den weg naar 's-Hage heeft geno
men. Ten 9 ure is hij thuis gekomen, na eerst
den bewusten brief in een der brievenbussen te
hebben gestoken.
De Jongh verklaarde voorts, dat hij dit middel
om eene groote som geld machtig te worden had
aangegrepen, ten einde zijne moeder uit haren
minder gunstigen geldelijken toestand te redden
en haar een onbezorgd lezen te verschaffen. Dat
was de drijfveer tot zijne misdadige handelingen.
Volgens het Vaderland heeft De Jongh het
eerst zijne misdaad aan zijne zuster bekend. Zij
bezocht hem in de gevangenis, bij welk bezoek
op haar verlangen de hoofdcommissaris van politie
tegenwoordig was. Daar de pogingen der moeder,
om De J. tot een volledige bekentenis over te
halen, mislukt waren, nam de zuster het besluit
zelf nog een laatste poging aan te wenden. Zij
smeekte de J. om toch de geheele waarheid te
zeggen, en niet langer verdenking op anderen te
laden, en de justitie te misleiden. Ook de heer
Van Schermbeek drong nog bij De J. er op aan,
dat hij zijn berouw en inkeer zou toonen door
mededeeling van de geheele waarheid, die al
vernam de justitie ze niet uit zijn mond toch
aan den dag zou komen. Daarop liet de hoofd
commissaris, meenende, dat de J. in een vertrou
welijk gesprek met zijn zuster eer tot een be
kentenis zou komen, beiden alleen. Toen deelde
De J. aan zijn zuster allss mede. Na dit ver
schrikkelijk onderhoud werd de hoofdcommissaris
weder binnengeroepen. De Jong verwijderde zich,
en zijn zuster had de zware taak den hoofdcom
missaris alles mede te deelen, wat De J. bekend
had, en haar had gevraagd aan den heer Van
Schermbeek over te brengen. Daarna herhaalde
De J., toen hij met den heer Van Schermbeek
alleen was, zijn bekentenis. De bekentenis werd
terstond daarna door den rechter-.commissaris ge
verbaliseerd, en later door De J. voor den rechter
bevestigd.
Omtrent die bekentenis ontleenen wij aan ge
noemd blad nog de volgende bizonderheden
Marius worstelde, en verdedigde zich als een
wanhopende; doch ten slotte werd hij zoo afge
mat dat de Jongh er in slaagde hem te binden.
De Jongh wierp zijn ulster ovei hem heen, om
hem tegen de avondkoude te beschermen, en beval
hem zich stil te houden. Doch het kind gaf aan
zijn vermaning geen gehoor. Hij riep om hulp,
en voegde De Jongh toe: „Ik ken je wel, ik heb
je zoo dikwijls in het Willemspark zien loopen."
In angstige opgewondenheid dat hij hem verraden
zou, en menschen iu de verte ziende, heeft De
Jongh het kind met den degen uit zijn wandel
stok gedood.
Op de handen van De Jongh waren nog de
krabben zichtbaar, die het ongelukkige kind in
zijn wanhopende worsteling hem heeft toegebracht.
Waarschijnlijk zal nog in deze maand De J.
in openbare terechtzitting terechtstaan, waarbij
vermoedelijk de procureur-generaal, die met den
officier van justitie aan de opsporing en het
voorloopig onderzoek heeft deelgenomen, het Open
baar Ministerie zal waarnemen.
Ten slotte vermeldt het blad, in tegenspraak
met verscheiden geruchten, dat noch mevr. De
J., noch W. De J. ooit bij de familie Bogaardt
zijn geweest. En evenmin is het waar, dat mevr.
B. en mevr. De J. als meisjes samen dezelfde
kostschool hebben bezocht.
Bij de bekentenis, welke De Jongh voor de
justitie heeft afgelegd, deelde hij ook mede dat
de degenstok, waarmede hij zijn ongelukkig slacht
offer had vermoord, in den avond van de gruwel
daad door hem was weggeworpen in de vaart
tusschen den Dierentuin en het Boorhuis.
Daar de aanwezigheid van dit voorwerp voor
de justitie een gewichtig element is voor het bewijs
van de misdaad, heeft zij onmiddellijk pogingen
in het werk gesteld om het op te sporen.
In tegenwoordigheid van den procureur-generaal
jhr. mr. Van den Bergk, den hoofdcommissaris
van politie, den inspecteur Dubel (die De Jongh
reeds daags na den moord in het duin had ge
arresteerd, omdat zijn uiterlijk zulk eene sprekende
overeenkomst had met de toen bekende persoons
aanwijzing), begonnen Woensdag-ochtend ten 10
uren eenige personen het water af te visschen met
een langwerpig, in tweeën verdeeld zegennet.
Ten 1 ure waren de visschers er nog niet in
geslaagd het voorwerp, dat zij zochten, op te
halen. Men ging al verder en verder, in verband
met de verklaring van den moordenaar, dat hij
een kwartier uur gaans den weg was opgeloopen
om zich van het wapen te ontdoen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat, voor het geval
de degenstok niet wordt gevonden, de moordenaar
naar het terrein zal worden gebracht, om de plek
aan te wijzen.
De Sergeant E. A, Musquetier, die de justitie
op het spoor van den dader bracht, ontvangt
van verschillende zijden tal van blijken van be
langstelling en erkentelijkheid.
Een droevig contrast met deze hulde maakt
een onbekend schrijven, hetwelk denzelfden onder
officier Donderdag-ochtend in handen kwam. Het
draagt postmerk en datum van 6 October, is on-
gcfrankeerd uit Amsterdam verzonden, gevouwen
iu een blad papier, dichtgemaakt met rood lak,
en luidt lettterlijk:
„Uwe aangifte gelezen hebbende, zoo vrees
voor de gevolgen, want weet de aangegeveno was
mijn vriend.
Pa3t opX.
De sergeant heeft van dezen brief aangifte bij
de justitie gedaan.
Musquetier heeft onherroepelijk besloten de
uitgeloofde f 10,000 niet aan te nemen. Wel zou
hij er in toestemmen de som ter beschikking te
stellen voor een liefdadig of loffelijk doel. Hij
moet voorts verklaard hebben, dat het zijn eenige
wensch zou zijn om, voor het geval hij den
militairen dienst mocht verlaten, eene nette positie
in de burgermaatschappij te erlangen.
Dj meest tragische figuur in dit heele drama
is voorzeker de diepbedroefde moeder van De
Jongh. Terwijl de diepbedroefde ouders van Marius
de algemeene, zelfs de hoogste, sympathie onder
vinden, die hun smart wel niet wegneemt, maar
toch eenigszins lenigt, hoort de ongelukkige wedu
we niets dan verwenschingen uiten over den
snoodaard, die niettemin haar zoon is en wien
de verbitterde menigte wel duizend dooden wil
doen ondergaan.
Volgens het Dagblad schijnt De Jongh vooral
ook op raad van den geneesheer der gevangenis
tot bekentenis te zijn gekomen. Bij een bezoek
moet deze hem aangeraden hebben zich van het
zieleleed, dat hem drukte, door volledige schuld
belijdenis te ontlasten, waardoor zijn lichaam tot
rust en kalmte zon komen. Werkelijk schijnt hij
thans eenigszins meer vrede met zich zelf te
hebben.
Zooals men weet is De Jongh op den dag
der begrafenis van zijn slachtoffer bij het depar
tement van koloniën als schrijver in dienst ge
treden. Men meldt daaromtrent nog nader, dat
de secretaris-generaal van genoemd Ministerie
gewenscht had, dat De J. reeds een paar dagen
voor dien tijd te werk zou gekomen zij, doch dat
deze dit geweigerd had, zeggende dat hij
vooraf nog eenige familiezaken wenschte te regelen.
(Zie laatste berichten
De vergadering van afgevaardigden
van velschillende Duitsche, Engelsche en Neder-
landsche Spocrweg-maatschappijen, benevens de
hoofden der posterijen dier verschillende landen,
werd dezer dagen te Middelbnrg gehouden. Vast
gesteld is dat met 15 Mei a. s. een dienstregeling
in werking komt, waardoor het mogelijk worden
zal, in 24 uren de reis van Berlijn over Vlissingen
naar Londen te maken.
De jaarlijksche wintervoorspellingen
nemen weer een aanvang: de winter zal vroeg
invallen, want de zwaluwen zijn vroeg vertrokken;
de winter zal zacht zijn want de bijen vliegen
nog uit; het best zal zijn tot November of De
cember te wachten en het dan aan de kleermakers
te vragen ofhet zelf te voelen.
Een vreeselij k onge val heeft te Rouaan
bij een appreteur plaats 'gehad. Bij het proef-
nemen met een verwarmingstoestel met stoom
sprong dit met een hevigen slag uiteen en doodde
den patroon van het huis, die gekscherend de
drukking had doen vermeerderen. Als de plaat
er afsprong, had hij er lachende bij gevoegd, zou
hij op de bovenste verdieping zijn om haar op
te vangen. Nauwelijks waren deze woorden geuit
of het ongeval had plaats en de man, die in een
hoek geslingerd werd, stierf een bijna plotselingen
dood.
Vorst Bismarck houdt zich, als hij te
Varzin van zijn drukke ambtswerkzaamheden
uitrust, bezig met de papierindustrie. Hij heeft
daar twee groote papierfabrieken, die wel onder
een anderen naam gedreven worden, maarj hem
toebehooren en onder zijn persoonlijke controle
staan. Hij brengt er dikwijls in de zomerdagen
een bezoek, wandelt dan de gebouwen rond en
laat zich door de directeuren op allerlei punten
inlichtingen geven.
Woensdag-ochtend is d e boerenk n echt
Gerrit Zonnenberg, in dienst bij den landbouwer
Jan Bosch te 's-Heerenbroek, op ongelukkige wijze
om het leven gekomen. Door zijn meester met
zijn makker uitgezonden, werd hij na eenigen tijd
door dezen vermist, en na eenig zoeken levenloos
gevonden in de sloot, waaraan hij werkzaam
geweest was. Daar hij veel aan vallende ziekte
leed, schijnt hij een aanval gehad te hebben en
zoodoende in het water gevallen te zijn.
Bizonder gelukkige prijswinners iu
de nijverheidsloterij te Liegnitz mogen zich een
26ial heeren iu Hainau noemen. Ieder had een
lot genomen en belooft alles samen te deelen.
Slechts één kreeg een prijs en dat was een
stel draagbauden. Men besloot dat ieder één dag
die banden (bretels) zou mogen dragen.
Op Jersey is een persoon voor een
maand naar de gevangenis gezonden, omdat hij,
als een spook uitgedost, kinderen schrik had
aangejaagd.
Op de jacht of overdejachtsprekende,
worden er soms ontzettende verhalen gedaan. En
van de jachthonden worden wonderen verhaald.
Wat deed Nero niet? En Diana? Zij was welde
slimste van alle jachthonden der wereld! Nu, op
zekeren dag zaten eenige jagers bij elkaar te
bluffen. Het werd hoe langer hoe moeielijker om
in jagerslatijn nog hooger bod te doen, dan op
het gebied van het meer dan onwaarschijnlijke
reeds door verscheidene der aanwezigen gedaan
was. En toch,eideüjk bewees één uit het
gezelschap, dat bij zijn Bella in hare eer wist te
herstellen, die zij strak» door een verhaal vau een
der vrienden schijubaar reddeloos verloren had.
„Mijne heeren 1" dus sprak de eigenaar van de
voortreffelijke Bella. „Ik zal u met één voorbeeld
bewijzen dat een jachthond zelfs nog meer over
leg heeft dan menig mensch. Bella is gewoon,
om, als wij eten, eveneens haar maal te ontvangen.
Dat werd onlangs om de een of andere reden
vergeten. Bella ontving haar rantsoen niet. Eens
klaps vliegt het dier dent uin in, en weinige oogen-
blikkeu daarna teruggekeerd, biedt zij zij had
't bloempje tusschen de tanden mij een ver-
geet-mij-nietje aan!"
Te Gemonde onder Boxtel heeft
tusschen een vader en zijn zoon een twist plaats
gehad, die zóó hoog liep, dat een worsteling
ontstond en de zoon zijn vader doodelijk wond
de. De misdadiger is in hechtenis genomen.
Het grootsche plan om door een
spoorweg het verre Oosten en China aan Euro
pa te verbinden, heeft een begin van uitvoering
gekregen. Bij besluit van den Keizer aller Rus
sen is bepaal l, dat „zoo spoedig mogelijk" de
bouw zal worden aangevangen van de lijn
Catherinenburg-Tiumene, een der belangrijkste
takken van de groote Siberische lijn. Het bassin
der Volga zal daardoor met de Siberische wateren
worden verbonden. Het plan wekt in Rusland
veel geestdrift. Komt deze verbinding tot stand,
dan zal Europa de hand reiken aan Azië en kan
zij ontzaggelijke debouchés voor handel en nij
verheid openen voor westelijk Europa, daar Pa
rijs en Peking de beide eindpunten zullen wor
den.
Dr. Carlo Bazzoni uit Milaan isophet
denkbeeld gekomen om meel, met bloed vermengd,
ai» voeding te gebruiken. Ziehier zijn redeuee-
ring: Het bloed, dat zoovele voedende bestaud-
deelen bezit, werd tot nu toe geheel verkwist,
terwijl men het vleesch verkoopt tegen prijzen,
die het geheel buiten het bereik der lagere stan
den brengen. Toch is voor den werkman en den
landbouwer eene betere voeding hoogst noodza
kelijk en het bloedbrood, dat meel en vleesch
tegelijk bevat, kan in deze behoefte voorzien. De
grootste moeilijkheid was om het brood goed te
bereiden en de afscheiding van het bloed te voor
komen, maar eindelijk is men daarin geslaagd.
Een dergelijk brood van 100 gram bevat 40 gr.
tarwemeel, 40 gr. roggemeel en 20 gr. bloed;
het kost 3 centimes en voedt evenveel als tien
gewone brooden van 5 centimes. Daarenboven
kan het des noods jaren lang bewaard worden.
Een onzer lezers, zegt het Dagblad ontving
van een vriend elders, het verzoek om toezending
van een portret van den moordenaar „als monster
zonder waarde"!
Over 't geven van een cent aan een
der kinderen, met uitsluiting van het andere,
kregen eergisteren-namiddag te Assen zekere v. d.
II. en zijn vrouw zulk een hevigen twist, dat
het tot handtastelijkheden kwam, met het gevolg
dat de vrouw haren man een steek met een mes
heeft toegebracht. De man, iu militairen dienst, is, na
door den waarn. officier van gezondheid onder
zocht te zijn, dadelijk vervoerd naar de infirmerie
te Groningen, De politie heeft zich de zaak aan
getrokken.
MenschrijftuitAmsterdam:Algemeen
verheugt men zich hier ter stede, dat de moor
denaar van Marius Bogaardt heeft bekend. In
de laatste dagen toch zijn zoovele geachte inge
zetenen ten onrechte in betrekking tot dien moord
aangehouden en naar het politiebureau gebracht,
dat er weder talrijke klachten over wanbeleid de
politie werden aangeheven. Een allercurieust staaltje
wordt mij van goed ingelichte zijde medegedeeld.
Een geacht koopman wandelt met een vriend in
de Damstraat, om zich naar de veiling der Handel
maatschappij te begeven. Een inspecteur van po
litie spreekt hen aan, en verzoekt hen mede te
gaan naar den hoofdcommissaris. Hij maakt be-
deukingen, omdat hij op dit oogenblik wegens
zijn zaken verhinderd is. Men dreigt met geweld,
en hij gaat mede. De hoofdcommissaris vraagt
hem: „Gij zijt in Oo»t-Indië geweest?" Antwoord:
„ja". „Kent gij den heer Bogaardt?" Antwoord:
„neen". „Kent gij mevrouw Bogaardt?" Antwoord:
„neen". „Kunt gij omtrent hen en hun positie
inlichtingen geven?" Antwoord: „neen". De hoofd
commissaris verontschuldigt zich, door te zeggen,
dat er zooveel eischen uit Den Haag worden
gedaan, dat men nu maar besloten is, ieder die
in Oost-Indië geweest is, te laten voorkomen. De
koopman denkt nu verder te kunnen gaan. De
hoofdcommissaris verzoekt hem echter beleefd het
zelfde bij den officier van justitie te gaan verklaren.
Hij kon echter vooraf even naar de Handelmaat
schappij gaan, komt daar te laat voor de affaire
die liij doen wil, en moet daardoor een belang
rijke schade hebben geleden.
J 1. Zondag-namiddag zag men op een der
drukst bezochte wandelwegen van Konstantinopel
plotseling een jongmensch afkomen op een
heer, die met een dame aan den arm wandelde;
hij haalde een revolver uit den zak, loste twee
schoten op 't paar en verdween daarop in een
der nauwe zijstraten vóórdat de onthutste
menigte er aan had gedacht hem te grijpen. De
slachtoffers werden dadelijk in het nabij gelegen
Italiaansche hospitaal gebracht, maar onderweg stierf
de heer reeds. De toestand der dame die door een
schot in de long werd getroffen, is hopeloos. Het
onderzoek heeft aangetoond, dat de vermoorde
eenige weken geleden uit Corfu naar Konstanti
nopel was gekomen met een jonge dame, die hij
geschaakt had. Men schijnt dus hier te moeten
denken aan wraak van een familielid van het
meisje.
Bij de rechtbank te Erankfort zijn op
't oogenblik niet minder dan 21 processen van
echtscheiding aanhangig, en wel meest van per
sonen uit de hoogere standen.
Woensdag-namiddag had zekere J. V.
D. van Uithuizen, die per stoomboot langs het
Boterdiep van Groningen naar huis voer, het on
geluk van de verschansing te vallen, waarop hij
gezeten was, en in het water terecht te komen.
Bewusteloos opgehaald, kwam hij te Onderden-
dam bij, om echter korten tijd daarna wederom
zijne bezinning te verliezen. Te Middelstum wa»
hij een lijk.
Dezer dagen is te Sc hertendorf, bijde
Pruisische stad Gründberg, een zonderlingen dief
stal gepleegd. Men heeft 's nachts een geheele brug
gestolen. Van de dieven of hun buit is nog geen
spoor te ontdekken.
Een jong ge neesheer te N a uheim heef t
het gezicht verloren, door onvoorzichtig met zijn
hand, die bij behandeling vau een patient met
vergiftige ziektestof besmet was geworden, zijn
oogen aan te raken.
Omtrent het geval van liét vermissen
van goudgeld, uit Schiedam naar Indië gezonden
meldt de Schied. Ct. het volgende: Door den heer
J. A. Verkerk te Schiedam werd eenigen tijd ge
leden aan zijn broeder in Indië een kistje met
goudgeld, behoorlijk verzegeld, gezonden, welk
kistje op de plaats van bestemming is ontvangen
doch in plaats van het geld een stuk ijzer be
vattende, dat een behendige dief heeft verwisseld
zonder dat de ontvanger het dadelijk bemerken
kon, dat het kistje geopend was geweest. Het
touw dat om het kistje was gebonden is van on
deren losgesneden om de zegels bovenop niet te
beschadigen, terwijl de dief na het plegen van
den diefstal de einden van het touw, waar het
losgesneden was, met lak tegen den bodem heeft
bevestigd, waarna men een zegel van boven het
kistje heeft verwijderd, omdat het adres vermeldde
het getal zegels waarmede het verzegeld was. De
dader is niet ontdekt.
Een verschrikkelijk ongeluk gebeurde
Zondag te Manchester in de R. K. Kerk van
den H. Aloysius. Terwijl de uit 400 a 500 per
sonen bestaande gemeente de eerste verdieping
van het gebouw ontruimde, waar juist de derde
h. Mis gelezen was, brak een der dwar»balken,
die de bovenverdieping steunen, in het midden
door en 80 a 100 personen stortten in het portaal,
van een hoogte van ongeveer 80 voet. Een vrouw
bleef op de plek dood en twintig personen, waar
van 5 of 6 de beenen gebroken haddenmoesten
naar net hospitaal gebracht worden.
De Middelburgsche Rechtbank had de
zer dagen een verschrikkelijke misdaad te berech
ten. Een 84-jarig man te Biervliet, had zich
schuldig gemaakt aan het ontvreemden van zeven
pruimpjes, ter waarde van misschien twee centen 1
Drie getuigen legden in deze zaak getuigenis af
en het O. M.het misdrijf als eenyoudigen dief
stal qualificeerende, eischte, verzachtende omstan
digheden in aanmerking nemende, veroordeeling
tot eene boete van f 5 benevens in de kosten der
procedure.
De Amsterdammer levert een scherpe cri-
tiek op het voornemen, dat aan de medische fa
culteit der Amsterdamsche Universiteit wordt toe
geschreven, om een Duitscher voor te dragen tot
opvolger van prof. Lehmann als hoogleeraar in
de obstetric. Wanneer overeenkomstig die voor
dracht besloten wordt, zal de faculteit in 1881