NIEUWE No. 433. Zondag 21 November 1880. 5e Jaargang. Revolutie en Monarchie. BUITENLAND. Het gevaar bestaat dus. Het kan binnen een jaar komen, binnen eenige jaren, wel licht iets later, misschien in 't geheel niet. Maar we moeten er ons toch op voor bereiden. Eene kleine verversching. Parijsche Bedelaars. Engeland. Frankrijk. HMRLÏMSCHI (01 Kt IT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1- Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGHTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Vervolg en Slot.) Om dit noodlot te ontgaan, kan hij (Gambetta) de conservatieveu te hulp roepen; het woord conservatief in den meest uitgebreiden zin genomen. Zij zullen niet talmen, en de om ver werpi ig der uitersten is dan buiten kijf. Maar wie zal dan overwinnaar zijn, hij of zpue nieuwe boudgenooten, zijne oude, zijne eeuwige, zijue onverzoenlijke vijanden? Stellig zullen zij het zijn, niet hij. Hij houdt op heer te zijn, hij wordt op zij geschoven, hij verdwijnt. Dus vernietiging hier,vernietiging daar! Uit dit dillemma redt slechts de oorlog.de oorlog in het buitenland. Twee eeuwen geleden had er eene vree- selijke uitbarsting van den Etna plaats. Een kolossale lavastroom kwam uit den krater, zonk door de sneeuwlagen, door kliefde het woud en stortte zich op de vrucht bare velden aan den voet des vulkaans. Hij neemt zijne richting op Catania. Reeds 18 hij in de onmiddellijke nabijheid dezer stad, toen de kokende massa in haren loop wordt gestuit, zij verdeelt zich en omvat de stad met hare gloeiende armen. Nog heden zijn de verkoolde overblijfsels zicht baar. De natuurlijke verklaring is, een toenmaals onbekende terrein-hindernis. De inwoners geloofden en gelooven aan een wonder. Nu, men kan aan zulk een won der gelooven, maar men kan er moeielijk op rekenen. Derhalve doen er zich drie vragen bij mjj op. Wie is de eventueele vijand? Over welke middelen kan hij beschikken? Welke krachten kunnen tegenover hem worden gesteld? De vijand is de Fransche Republiek, wan neer zij opgehouden heeft conservatief en verstandig te zijn onder de leiding van een man, hoe hij ook heeten moge, als bij zich in den beschreven toestand bevindt. Van welken aard zal de oorlog zijn? Het zal de oorlog zijn van de Republiek met de Monarchie. En de overwinning der Re publiek? Haar zegepraal zou zijn: omver- F EU ILL ET ON. Schwarzenborn, in Kurliessen, is een stadje, waarvan gelijk van vele anderen in Duitschland, raenig aardig vertelseltje verhaald is. Eens lever den de notabelen van Schwarzenborn het volgende •tukje: Op eene rondreis wilde de Vorst ook eens naar Schwarzenborn komen, hij liet echter daar bekend ranken, dat hij van alle feestelijkheden af zag, slechts eene kleine verversching wilde hij aannemen. Dit verlangen berokkende de goedden- kende lieden van Schwarzenborn geen geringe hoofdpijn. De gemeenteraadsvergaderingen ver meerderden slechts de verwarring over de duis tere vraag, wat de vorst eigenlijk door eene kleine verversching verstond. Zelfs de schoolmeester, die over alle mogelijke dingen verklaring meende te kunnen geven, had vruchteloos zijn latijn opge- discht. Gelukkig echter, wist ook ditmaal, de vrouw eens wethouders, gelijk reeds dikwijls, de raads- heeren van Schwarzenborn te verlichten. Watzijt gij toch domme lieden, sprak zij, weet gij dan niet dat de Vorst een corpulent man is en dat wij thans in de hondsdagen zijn. De Vorst wil hier een weinig afkoeling vinden, opdat Zijne Hoog heid weêr frisch worde in deze hitte. Goed geoordeeld, zoo is het! riep verheugd de heer wethouder, haar man; nu weet ik ook, hoe dat f® maken; wij zetten de groote brandspuit buiten. werping van alle tronen, vernietiging der persoonlijke, burgerlijke, politieke, gods dienstige vrijheid, verdelging van den chris- telijken staat en van de christelijke maat schappij, vernietiging van alle goederen, die ons heilig en dierbaar zijn. Dat zal haar zegepraal zijij. Daarom zeide ik, thans mag er geen nieuwen brand in het Oosten ontstaan, die de machten zou kunnen scheiden. Zij moeten zamea werken tegen den gemeen- schappelijken vijand. Daarom zeide ik en ik bewees het: de verdaging der Oostersche quaestie is een Europeesche behoefte. Over welke middelen kan de vijand be schikken? Over Frankrijken zijne politieke, militaire en onuitputtelijke financieele hulp middelen. Maar hoe zal de man die aan het hoofd der beweging zal staan, eene vredelievende natie tot den oorlog kunnen verleiden? Hij heeft slechts het systeem van Napoleon III te volgen. Hij heeft een werk zamer, krachtiger middel dan deze ooit bezeten heeft, de tooverformule: Revanche! Elsas-Lotharingen! En hierbij zou ik wel eene opmerking willen voegen; ik heb dik wijls hooren zeggen echter nooit in Frank rijk zoo men Elsas-Lotharingen niet had ingelijfd bij het Duitsche Rijk, dan zou de begeerte naar wraak of revanche in Frankrijk reeds lang zijn uitgedoofd. Ik voor mij beweer dat dit eene dwaling is. Het Fransche nationaliteits-gevoel werd dieper gekrenkt door het verlies van den wa penroem dan door het verlies dezer pro vinciën. Zal de vijand bondgenooten vinden eu welke? Engeland misschien? Doch Enge land voert slechts oorlog voor zijne belan gen. Voorzeker eeu verstaudige grond regel, 't komt -er maar op aau welke uit legging men aan die belangen geeft. De tegenwoordige Regeering helt over tot de radicalen. Zoolang de oorlog geen bepaald rood revolutionair karakter draagt, zal de regeering onder hare tegenwoordige leiding voor de conservatieve machten geen sym pathieke gevoelens aan den dag leggen. En Italië? Lit land laboreert aan twee kwalen: aau de Irredenta-manie, die de uitbreiding van het gebied met alle goede eu slechte middeleu op kosteu van Oosteu- rijk beoogt, en aan de republikeinsche De dag, waarop de Vorst zou aankomen, was daar; in het eenige hotel van het stadje was het kwartier besteld; de heele gemeente was op de marktplaats verzameld. Midden op de straat, op eenigen afstand der menigte, stond de brandspuit, met eenige flinke lieden bezet en de wethouder er boven op. Na een paar uurt jes gewacht te hebben, kwam de Vorst aanrijden; behaaglijk in de kussens van zijn wagen gedoken, kwam hij op de marktplaats, 40 passen van de brandspuit aan. De klokken luidden, de hoofden ontblootten zich en donderend klonk het: Vivat hoog! de heer Vorst zal leven! Eenklaps kom mandeerde de wethouder; klaar, los. En los ging het alsof de sluizen des Hemels zich geopend hadden begoot welgemikt straal op straal het hoofd van den niets kwaads vermoedenden prins: een zondvloed in het klein. De wagen geleek in een oogenblik een badkuip; de verfrisschende afkoe ling was degelijk eene grondige. Stijf van schrik en bijna gestikt door al het water riep de Vorst uit: maar weêr om, koetsier, weer om, vlug! In een oogwenk draaide de wagen zich om en vloog weg, dat de vonken uit de plaveisteenen spatten. De wethouder riep: Bravo, lieden! in het gezicht heeft hij genoeg, nu van achter er op! Het volk liep jubelend achter den vluchtenden Vorst en riep: Hoerah, de heer Vorst zal leven, hoog en nogmaals hoog! Dat is de werkelijke geschie denis der kleine verversching te Schwarzenborn. In den laatsten tijd zijn de arrestatiën in Erank- rijk's hoofdstad, ter zake van bedelarij, op schrik beweging, die aan deu troou zijue zeker heid ontrooft. Zal de regeering en kroon op het beslissende oogenblik de vrijheid hebben, zich aan de zijde der conserva tieve machten te scharen? Meu kan daar uit de gevolgtrekkingen afleiden. Maar op een bondgenoot kan de vijand stellig re kenen, op de Europeesche revolutie. Waaruit bestaan de krachten der Eu ropeesche revolutie? De regeeriugen dienen tot op zekere hoogte hievan kennis te dra gen. Zij zullen wijselijk handelen wanneer zij die krachten niet te gering schatten. Om de Fransche regeering te electriseeren eu iu woelingen te wikkelen, moet de o 7 krijg onder eene politieke vlag, ouder de banier Revanche! een aanvang nemen. Hij zal echter en moet binneu een zeer kort tijdsverloop ontaarden iu een zuiver revo lutionairen oorlog, want hij kan slechts met het vooruitzicht op de kans van sla gen ondernomen worden met de hulp der Europeesche revolutie. Welke krachten kau men tegenover den vijand stellen? Duitschland eu het is mijne innige overtuiging en vurigste wensch van den eersten tot den laatsten dag, Oosteurijk-Hongarije. O, 't zal niet aau Sirenenzangen ontbreken. Wij zulleu echter geen gehoor verleenen aau hunne schooae beloften, wij zullen ze afwijzen. Dat in een tweestrijd met Frankrijk, Duitschland naar alle waarschijnlijkheid op nieuw zal zegepralen, niemand zal dit betwijfelen, maar 't wapengeluk heeft zijne luimen. Als het Duitsche leger, 't geen God verhoede, geslagen werd, dan lag de beurt aan Oos tenrijk.* In de eendracht eu samenwerking der christelijke monarchiëu, vindt de heer vou Hubner met recht de tegenstand, de hin dernis, waar de ziedende lavastroom zich splitst en onschadelijk ter zijde vloeit, zoo als in het wonder van Catania. Jammer dat de heer v. Hubner ten op zichte der Russische politiek en toestanden op een dwaalspoor verkeert. Hij telt na melijk Rusland tot de christelijk-conserva- tieve machten. Dit is eene grove dwaling. In het Czarendom bevindt zich noch conservatieve wijsheid, noch christelijke kracht. Wil Europa de Oostersche quaestie ver harende wijze toegenomen. Verleden jaar werden gemiddeld drie personen per dag voor bedelen gevangen genomen; in December van't vorig jaar was 't cijfer 108. Men berekent dat er te Parijs niet minder dan 25000 stille bedelaars zijn, man nen, vrouwen en kinderen; men vindt ze het meest in de Salpetrière, de Glacière, Charonne, de Rue de Meaux, te La Vilette, Clignancourt en eenige andere wijken. Men heeft gebrekkige en lieelhuidsche bede laars, ongerekend de muziekmakende bedelaars, die verlot hebben om in dienst der kunst, hun bedrijf uit te oefenen. Ook de venters in potloo- den en papier zou mcr. voor een goed deel tot de bedelaars kunnen rekenen. De gebrekkige bedelaars (blinden, manken en kreupelen) kan men gewoonlijk op de Austerlitz- brug, op de Quai de la Rapée, bij 't Observa torium, en 's Zondags en op de feestdagen in de buitenwijken vinden; naarmate zij door de natuur of de kunst meer zijn mishandeld, is hun oogst gewoonlijk grooter. In de Rue Neuilly kan men geregeld in een karretje, door een ezel voortgetrokken, een vrouw zonder armen of beenen zien; 't is niets dan een romp, waarop echter een mooi hoofd staat, blo zend, welgevormd, en jeugdig, met fraai zwart golvend haar omgeven. Zij heet Euphrasie en in de bedelaarswereld is zij bekend onder den naam van „de schoone geamputeerde." Zij ontvangt ge middeld 12 a 15 franks per dag, waarvan zij 2 franks afstaat aan den jongen, die haar ezel voort trekt en de „centen" ophaalt. Vier jaren lang maakte zij in België deel uit van een keimis dagen, dan moet het tegen Rusland ge schieden; wil het een dam opwerpen voor de revolutie iu het Westen, dan moet zulks zonder Rusland geschieden, ja Europa moet zich zelfs voor Rusland zeer iu acht ne men, want iu het keizerlijk paleis te St. Petersburg drijft meu evengoed een gewe- tenlooze, avontuurlijke, politiek als iu het paleis vau den heer Gambetta. Als prins Gortschakoff en Gambetta elkaar nu reeds begrijpen en verstaan, hoe veel te meer dan later, als de oorlogsverklaring aan Duitschland en Oostenrijk alle maskers overbodig zal maken. Duitschland en Oostenrijk, zegt de heer von Hubner, zijn alleen de conservatieve wereldmachten van Europa. Maar er be staat ook nog eene geestelijke macht van het conservatisme, de Kerk. Zullen de ge- uoerude keizerrijken hun mandaat goed vervullen, dan moeten zij hand aan haud gaan met de Kerk, de moeder, de kweek ster en beschermster der christelijke orde eu beschaving. Zij moeten een einde maken aau den cultuurstrijd, die de revolutie in iu de hand werkt en die het volk demo raliseert. Mochten de hoofden en leiders der re geeringen van beide keizerrijken de leer rijke redevoering van den begaafden di plomaat begrijpen enin praktijk brengen! Naar de Times vernam, heerscht er in het Kabinet een ernstig verschil van mee ning over de jegens Ierland aan te nemen politiek. Chamberlain en Bright zijn be sloten het toepassen van dwangmaatregelen tot het uiterste te bestrijden. Gisteren werd Kabinetsraad gehouden. De Sernaine religieuse maakt een brief hekend, dien de heer Charles L. Wood, voorzitter van de Engelsche vereenigiug uit de Staatskerk, uit naam van 12 bisschoppen, 2400 leden der Anglicaausche geestelijkheid en 15800 leekeu, aan den kardinaal-aarts bisschop van Parijs heeft geschreven, om te protesteeren tegen hetgeen aan de geeste troep, die met haar als wereldwonder rond reisde. Onder de meest bekende Parijsche gebrekkige bedelaars behoorde ook de blinde Donadieu, die meer dan 15jareu lang van den morgen tot den avond op een stoel zat voor het omnibus-bureau op de Place Clichy. Even bekend als deze, zijn sommige „gezonds bedelaars." In de eerste rijen van deze categorie staat zekere Thomasin, die te Batignolles Mon- ceaux woonde en zich 25 jaren als blinde voordeed zonder dat ooit iemand ontdekte dat hij zeer goed uit de oogen zag. Eiken avond zag men hem, door een meisje van 7 a 8 jaren geleid, door de Rue d' Amsterdam gaan. Voor korten tijd ver dween hij plotseling: hij werd nl. tot zes jaren gevangenisstraf veroordeeld wegens vergrijp tegen de zedelijkheid. Een ander, zekere Rosselet, in Montmartre en La Chapelle vooral bij ieder bekend, had zich vooral „naam" verworven door zijn kleeding; zijn pantalon, vest, hoed, jas waren geheel met speel kaarten bekleed. Hij was werkelijk blind en zijn vrouw diende hem tot gids. In den regel waren zij beiden beschonken. Sedert eenigen tijd ziet men hen niet meer. Ook onder de „weduwen" met zuigelingen op den arm, die zij voor 3 franks per nacht bij een buurvrouw huren en onder de I2jarige kinderen, die bouquetjes en lucifers verkooper. en weenend vertellen dat ze 5 franks moeten thuis brengen of anders een pak slaag krijgen, vindt men ook ware types.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1880 | | pagina 1