NIEUWE
No. 442.
Donderdag 23 December 1880.
5e Jaargang
Afwachten.
BUITENLAND.
feuilleton.
Het legaat van een oud krijgsman.
België.
DuitscMand.
Engeland.
Frankrijk.
Turkijë.
bmrimsche mimi
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUBBAïï: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents,
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
't Ware voor de Katholieken in Pruisen
te wenschen dat zij het in hun land zoo
goed hadden als de Joden. Nauwelijks ont
stond er tegen de zonen Abrahams eene
kléine agitatie, nauwelijks werd der Re
geering eene petitie overhandigd, waarin
duizenden aandrongen op beteugeling van
den woekergeest die zich in de laatste ja
ren bij het Semitisch ras openbaart en tot
ondergang van duizenden huisgezinnen heeft
geleid, of de Regeering neemt de kinderen
Mozes onder hare hooge bescherming en
verklaart dat zij niet mag, niet kan en niet
wn treden in verandering van grondwet
tige instellingen. Nu zouden de Katholieken
in Pruisen ook gaarne zien dat de grond
wettige rechten, die men lien door het schrap
pen der artikelen 15, 16 en 18, ontnomen
heeft, weder hersteld werden. Doch zij wach
ten te vergeefs op eene geruststellende ver
klaring der Joodscn-gezinde Regeering.
Toen de afgevaardigde Windthorst bij den
Minister informeerde, of de Regeering het
voornemen had om de onderhandelingen
tot herstel van den kerkdijken vrede weder
aan te knoopen, ontving hij kort en bon
dig een antwoord in ontkennenden zin.
«Neen*, sprak de Minister, «de waardig
heid van den Staat en zijn goed recht,
eischen dat wij voorloopig eene kalme, af
wachtende houding moeten aannemen.*
De rampen en het lijden der Katholie
ken nemen met den dag in omvang en
uitgebreidheid toe, het getal parochiën wier
herders en zielzorgers door den Staat zijn
verjaagd, stijgt tot een schrikwekkend cij
fer, de zielzorg wordt moeilijker, het ge
brekkige in de opvoeding van het jongere
geslacht openbaart zich meer en meer. De
Regeering echterwacht.
Waarop wacht zij Denkt zij wellicht
dat de Katholieken door het lange wachten
murw en gedwee zullen worden? Welnu,
dan kan zij wachten tot den jongsten dag;'
zij hebben thans reeds gedurende zeven ja
ren den zwareu strijd gestreden en zij zul
len ongetwijfeld, met Gods hulp, in den
feilen kamp manmoedig en heldhaftig blij
ven volharden. De Katholieken handelen
niet naar luimen, maar volgens reine, vlek-
kelooze erkenning der plichten van het ge
weten. Men kan hen martelen, folteren,
pijnigen, ja het leven ontnemen, nimmer
echter zullen zij hunne beginselen ver
zaken.
Denkt de Pruisische Regeering wellicht,
dat deze geduldproef den H. Stoel buig
zamer, inschikkelijker zal maken? Dan is
zjj niet op de hoogte van den katholieken
geest, van katholieke verhoudingen en om
standigheden. De Heilige Vader is eiken
Vervolg en Slot.)
Laat nu eens zien wat gij op het geweten hebt!
tprak hij, zich gereed makende om de laatste
wilsbepalingen van den stervende op te teekenen,
ik ga schrijven.
En Mare Chaussard dicteerde hem de volgende
bepalingen:
„Aan mijne vrienden de grenadiers
van de 3de compagnie enz.
„Waarde kameraden,
„Ik blijf te Wilna, en wel voor zeer langen
tijd Het is uwen oude niet meer moge
lijk om tien passen ver te marcheeren. Item. Ik
vermaak en schenk u in vollen eigendom, (want
niemand heeft een centime van mij te pretendeereu)
een prachtigen, heerlijken, blauwen mantel, van eerste
kwaliteitwelke mantel alles is wat ik in
dag bereid der Pruisische Regeering die
concessiën te verleenen welke kunnen sa
mengaan met het wezen der Kerk en met
de zekerheid van hare werkdadigheid. Deze
concessiën zijn onmiddellijk verkrijgbaar,
andere echter nooit. Want ten opzichte vau
de werkelijke vriikeid van het leer-, pries
ter- en herdersambt, bestaan er grenzen,
die zelfs door een Paus niet kunnen over
schreden worden, zelfs dan niet wanneer
ar zich eene bestaaus-quaestie zou ontwik
kelen. 't Kan misschien in het plan der
Goddelijke Wijsheid liggen het katholieke
geloof in zekere streken te laten verdwij
nen, wij moeten dan in 'sHeeren wil berusten.
Maar door afstand te doen van de kerke
lijke vrijheid het voortbestaan te koopen,
dat zou verraad zijn, gepleegd aan de God
delijke Wijsheid en Almacht; want als God
zijne Kerk wil redden, dan kan Hij zulks
in zijne almacht doen zonder zich van men-
schelijke zwakheid en zonde te bedienen.
Het non possumus van den Pauselijken Stoel
wordt niet geschokt, het blijft onveranderd,
in spijt van de afwachtende* houding der
Pruisische Regeering.
De Regeering wacht; maar heeft zij
ook nagedacht welke gevolgen er kunnen
voortkomen uit die afwachtende houding?
Het katholieke volk is tot heden, in weer
wil van alle tergingen, kwellingen en ver
drukking, vreedzaam en rustig gebleven;
maar als de last steeds zwaarder, het on
geduld altijd grooter, de hopeloosheid al
gemeen wordt, kan men er dan voor
instaan, dat niet hier en daar de boeien
van tucht en orde met geweld zullen ver
broken worden? De geestelijken en volks
leiders doen al het mogelijke om alle af
wijkingen en buitensporigheden te voorko
men, maar hoe zullen zij eene ontploffing
kunnen verhinderen als er steeds onder den
ketel wordt gestookt? En zal er niet spoe
dig een geslacht verrijzen, dat van gods
dienst-onderricht en van kerkelijke zielzorg
niets willende weten,met bandelooze wildheid
en ruwheid in 't leven treedt? Aan de vruch
ten van dit nagewas herkennen wij thans
reeds de verderfelijke gevolgen van den
cultuurstrijd*; hoe spoedig zullen deze in
omvang toenemen als de Regeering voort
gaat met wachten.*
«De waardigheid van den Staat eischt
eeüe afwachtende houding,zegt de Prui
sische Minister van Eeredienst. Neen, juist
dat afwachten spreekt niet voor de waar
digheid vau den Staat en getuigt geenszins
van het goed recht zijner zaak. Is de Staat
overtuigd dat hij volkomen in zijn recht
is, dan moet hij ook alle middelen aan
wenden, om den tegenstand, dien zijne wetten
ondervinden, te doen verdwijnen en tot den
vrede dwingen. Is hij echter niet volkomen
eigendom bezitHet was onze keizer die
hem mij te Orscha geschonken heeft
De heer Ossandon, aide-major van het hospitaal,
hier present, ia belast hem u te overhan
digen
Wacht een weinig, vriend, sprak de aide-
major den testateur in de rede vallende, wat
drommel wilt gij dan toch dat de geheele com
pagnie met uwen mantel doen zal?
Wacht wat, wacht een weinig, majoor! ik
heb nog niet gedaan. Schrijf maar toe:
„Item. Ik versta en ik begeer dat bij de ont
vangst van den voornoemden mantel, de regiments
kleermaker hem in gelijke deelen snijden zal^
volgens het effectief van de compagnie, zóó dat
ieder man eene gedachtenis van zijn keizer
en ook van den armen Mare Chaussard
hebben kan."
De gedachtenis zal hen dierbaar zijn, zeide
de chirurgijn, de laatste woorden van dezen tes-
tamentairen epistel schrijvende.
Mare Chaussard kon ter nauwernood zijn naam
overtuigd van zijn goed recht, dan eischt
zijne «waardigheid* dat hij de begane fout
zoo spoedig mogelijk herstelle. En dat kan
de Staat doen, zonder juist naar Canossa
te gaan.
De «waardigheid van den Staatbe
staat in de vervulling zijner plichten en
het is een der grootste plichten van de
Regeering zorg te dragen dat de ruim acht
millioen Katholieken (een derde gedeelte
der gansche bevolking) niet gehinderd wor
den in de vrije uitoefening van hunnen gods
dienst. Of is het niet veeleer een onwaar
dige toestand, wanneer acht millioen trouwe
burgers ter wille van hun geweten, een
passieven tegenstand moeten onderhouden
tegen eene ongelukkige wetgeving, waarhij
de godsdienstige orde voor zulk een groot
gedeelte van den Staat te gronde gaat.
Stijfhoofdigheid, harduekkigheid, heersch-
zucht vormen geene waardigheid, en verstan
dige toegevendheid, vaderlijke mildheid be-
nadeelen geenszins de waardigheid van den
Staat.
Afwachten,is het jongste wachtwoord,
doch wij hopen en vertrouwen dat het niet
al te lang geldend zal zijn. Ongetwijfeld
zal de dag aanbreken dat de Pruisische
Regeering deuzelfdeu weg zal moeten gaan,
dien zij in den vorigen zomer heeft bewan
deld. De Katholieken moeten dat «afwach
ten* uithouden, de Regeering echter zal
zulks niet vermogen.
De Katholieken in Pruisen zullen de
maatregelen der Regeeriug zeker betreuren,
ze behoeven er zich echter geenszins over
te verontrusten of er bang vau te worden, 't Is
de oude tactiek, waarvan de Staat zich
een meer dan gewoon succès voorstelt.
Doch 't is juist dat succès dat wel lang
op zich zal doen wachten.
De praktijk faalt dikwerf, ook bij de
beate theorie.
De heer Felix van der Straeten heeft
Vrijdag-ochtend zjj verzoek om ontslag als
burgemeester van Brussel aan den Koning
gezonden.
Er is sprake van dat de Pruisische Re
geering aan de dagbladen het opnemen
van advertentiën zal verbieden, ten einde
van die aankondigingen een Staatsmono
polie te maken.
Bij de laatste in dit Rijk gehouden volks
telling is het voorgekomen, dat een heer
te Charlottenburg op de inschrijvingslijst
in de kolom «godsdienst* zich aangaf als
te zijn vrijdenker, en bekende dat geen van
zijne drie kinderen gedoopt is.
schrijven; hij teekende dien dus zoo goed en kwaad
als hij kon, aan den voet van den brief, daarbij
bijgestaan en ondersteund door den meêwa-
rigen aide-major.
En nu, waarde majoor, sprak de stervende,
moet ik u mijn schuld voldoen; maar ik heb geen
geld.
Ziedaar dan mijn eerekruis, mijn kruis
van Wagram! Bewaar het goed ik schenk het
u, waarde majoor; het zal u geluk aanbrengen.
De heer Ossandon ontving het kruis en de
reeds verstijfde hand van den ouden grenadier
drukkende; sprak hij met volle en innige aandoe
ning.
Wees gerust, brave krijgsman, ik zal den
mantel en den brief goed bewaren.
Twee uren na dit tooneel, dat den kranke zoo
zeer had aangedaan, kwam de chirurgijn terug
om hem te bezoeken, doch hij had opgehouden
te lijden; zijn gelaatstrekkeu waren kalm en lever
den geene sporen van de laatste stuiptrekkingen
des doods; alleen hielden zijn vermagerde handen
Daarover door deu magistraat op strenge
wijze onderhouden, dreef hij het cynisme
zoover van te zeggen, dat hij niet voorne
mens was zijne kinderen te doen doopen,
omdat hij hun de vrije keus wilde laten.
Die heer was lid van de schoolcommis
sie; maar met: het oog op zijne godsdien
stige of liever ongodsdienstige' verklaringen,
heeft de overheid van Charlottenburg hem
van zijne functie ontheven. Onze man heeft
zich daarop tot de Kamer jgewend, welke
dus de quaestie zal hebben uit te maken
of een vrijdenker al of niet lid kan zijn
van eene schoolcommissie.
De liberale Belgische Nationaldit feit
vermeldende, zegt dat als men in België
zulk een onderzoek instelde, er niet veel
leden van de schoolcommissies zouden over
blijven.
Wij vreezen dat er ook in ons land meer
dan| te veel zouden gevonden worden!
De Pall Mall Gazette meldt dat er, vol
gens gerucht, berichten uit de Kaapkolonie
zijn ontvangen, inhoudende dat de koloniale
troepen ernstige nederlagen hebben geleden
en het Bestuur aldaar in de dringende
noodzakelijkheid is gekomen, bij de Britsche
Regeering aanvraag te doen om toezending
van troepen.
Een troep van 2000 personen trachtte
Zaterdag de woning te vernielen van den
magistraat Downing te Bonniculan, die
persoonlijk aan eenige zjjner pachters aan
schrijvingen tot opzegging der pacht had
uitgereikt.
De politie-macht belette met hare ba
jonetten den hoop het huis te naderen,
terwijl Downing de vlucht nam.
Schuster en Dumont, de een eigenaar en
de ander redacteur van het vuile blad
Alphonse et Nana, zijn ieder veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf en 2000 fr. boete
wegens kwetsing van de goede zeden, de
boekdrukker tot drie maanden gevangenis
straf en 2000 fr. boete, en de twee col
porteurs ieder tot eene maand gevangenisstraf
en 16 fr. boete.
Mevr. de Lesseps heeft van den koning
van Spanje het grootkruis der orde van
Maria Louise ontvangen.
O
Mevr. Thiers kreeg hetzelfde grootkruis,
toen haar echtgenoot minister was van
Louis Philippe.
De Porte heeft den 15en December aan
haar diplomatieke vertegenwoordigers een
vertrouwelijke circulaire toegezonden, ter
aanvulling van die van den 14den. Aan de
gezanten wordt opgedragen, wel te doen
den mantel des keizers, het geschenk dat hij geen
enkel oogenblik verlaten had, vast aan het hart
geklemd.
III.
Toen Napoleon op den 2 Mei 1813 het slag
veld van Lutzen bezocht, vertoefde hij eenigen
tijd in het dorp Kayo, dat ookjjhet tooneel van
een moorddadig gevecht geweest was. Hij vroeg
tot welk regiment de soldaten behoorden die met
hun leven de verovering van de Russische en
Pruisische batterijen gekocht hadden; daar lagen
honderd en vijftig grenadiers bij de vijandelijke
kanonnen op den grond uitgestrekt, die zij schenen
te bewaren.
Het was de 3de compagnie van het 2de batal
jon van het S4ste linie-regiment; ieder officier en
al de soldaten die in deze afdeeling dienden, droegen
op de borst een lapje blauw laken: zij allen wa
ren de erfgenamen van Mare Chaussard, want
het testament van Wilna was getrouw ten uitvoer
gebracht,