NIEUWE Mo. 446. Donderdag 6 Januari 1881. 6e Jaargang. 8 2 De dankbaarheid van het Huis Israël. BUITENLAND. Engeland. Frankrijk. HAAR1MHT COURANT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Haarlem J 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BÜËE AU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Onder dit opschrift bevat de Deutsche Reichszeitung een artikel waaraan wij het volgende ontleenen: »Het was de geest van het Christendom, zoo zegt de protestant- sche geleerde Vilmar van den godsdiensti- gen geest der middeleeuwen, die de eigen lijke volksgeest werd, die niet alleen de noogere standen, den adel en de geestelijk heid bezielde, maar die ook in de volks massa als levens-element was doorgedron gen; men verheugde zich algemeen in het welzijn, in den bloei der Christelijke Eerk en in hare inwendige en uiterlijke heerlijkheid. Ook de Kerk was onvermoeid werk zaam destijds waren hare banden niet zoo gebonden als tegenwoordig om de volkeren gelukkig te doen worden en in 't bizonder om het lot der lagere volksklasse dragelijker te maken, zoomede de hardheid en wreedheid der lijfeigenschap te lenigen. En hare bemoeiingen werden met zulk goed gevolg bekroond, dat de burgerstand steeds meer en me6r in aanzien, geluk en welvaart toenam; ja hij kwam tot zulk eene macht dat hij weerstand kon bieden aan het heerschzuchtig streven der grooten en dat hij, in vereeniging met de Kerk, een hoofdbolwerk der ware vrijheid kon vor men. 't Behoeft zeker niet vermeld te wor den dat in de Christelijke Staten der mid deleeuwen de woeker, deze voorname bron van alle ellende, ten strengste verboden was en juist door den haat waarmede het volk den woeker vervolgde, kwamen mees tentijds die strenge vervolgingen der Joden voort, die de Kerk meer dan eens moest te keer gaan. In den tegeuwoordigeu strijd die in Duitschland ontstaan is tegen het afzetten en uitzuigen der Christenen door woekerzuchtige Semiten, roepen reeds alle Joodsche en Joodschgezinde bladen over Jodenvervolging en zij beweren dat men de Jodenjacht der middeleeuwen op nieuw wil invoeren. Wij zijn namelijk in onze ver lichte negentiende eeuw zoo ver gekomen dat wij op economisch gebied totaal dooi de Semiten beheerscht worden. Tegen deze Semitische heerschappij gaan de Christenen afwerend, niet aanvallend te werk. Van daar al dat geschreeuw van eene Joden vervolging, waaraan niemand deukt. Wie bent niet de macht der Joodsche pers; wien zbn de lage beleedigingen onbekend die het Christendom steeds door Joodsche bladen heeft te verduren? De Katholieke Kerk vaart er steeds het slechtst bij. Het Jodendom legt voor ontvangen weldaden een kort geheugen aan den dag, 't zou zich anders m den cultuurstrijd wel wat fatsoenlijker hebbeu gedragen. FEUILLETON. Margaretha van Beieren. Vervolg en Slot.) «De barbaren! zij hebben hem opgeofferd! Ik heb mijn taak op deze wereld volbracht, het eenige wat mij nog overblijft, is te sterven!" Inmiddels werd zij de lederen beurs, welke zij gestadig om haar midden droeg, gewaar: „ver achtelijk metaal," zegt zij, „ik verfoei u! Wat hebt gij gedaan om mijn zoon te redden? Hebt gij zijn dood ook slechts een oogenblik vertraagd? Kunt gij mij dien dierbaren, dien teerbeminden zoon wedergeven? Verdwijn uit mijn oogen; keer Weder in de ingewanden der aarde, waaruit gij nimmer had moeten te voorschijn komen! Hij, hie mijn eenige schat was, hij, mijn geliefd hind, is niets meer dan een luttel stof en asch!" Op dit oogenblik opende zij hare oogen geheel «n al, en zij zag door het nauwe venster het blauwe gewelf des hemels. „Koenraad niets dan Toen in het jaar 1856 de geheimraad Wagner, later de vader der Jezuietpnwet, met de conservatieven in de Kamer bet voorstel deed, de politieke rechten der Jo den af te schaffen, was het de katholieke fractie met de afgevaardigden Peter Reichens- perger en Mallinkrodt aan de spitse, door wier krachtdadig optreden ten gunste dei- Joden het voorstel-Wacmer viel. En wat O was nu de dankbaarheid van het Huis Is raël in den cultuurstrijd? 't Is der gansche wereld bekend, 't Waren de Joden die zich in den strijd tegen de Katholieken, in de voorste gelederen plaatsten. De Katholieke Kerk heeft de Jodenjacht nimmer geprotegeerd. Der Katholieke Kerk de Jodenvervolgingen ten laste leggen, die in de middeleeuwen in eenige landen plaats vonden, verraadt domheid, onwetendheid en boosaardige lasterzucht. Het is veeleer een onloochenbaar feit dat de Katholieke Geestelijkheid, met name de Pausen, ten allen tijde de vervolgde Joden onder hunne bescherming genomen hebben. Dit feit werd door de Israëlieten zeiven erkend op den 30sten October 1806, toen Napoleon I de Rabbijnen in eene synodale zitting had bijeengeroepen. In eene redevoering die de Joodsche afgevaardigde Isaac Samuel Avigdor hield, bewees hij deze historische daadzaak door talrijke voorbeelden in het verloop der christelijke eeuwen. »In't mid den der zevende eeuw,« zoo sprak de re denaar, verdedigde Gregorius de Groote de Joden en hij nam hen in de gelieele Christelijke wereld in bescherming. In de tiende eeuw hielden de Spaansche Bisschop pen het volk in bedwang, dat in zijne woede alle Joden wilde vermoorden, en Paus Alexander II gaf zijne hooge goedkeuring aan de handelwijze der Bisschoppen. In de elfde eeuw werden de Joden die in grooten getale in de diocesen Uzés en Clermont gevestigd waren, door de Bisschoppen krach tig beschermd. De heilige Bernhard ver dedigde lien in de twaalfde eeuw tegen de woede van eenige afdeelingen Kruisvaar ders. Eveneens werden zij door Paus Iu- nocentius II en Alexander III in bescher ming genomen. Iu de dertiende eeuw was het Gregorius IX die als hun verdediger optrad en hen voor groot onheil bewaarde, dat hen in Engeland, Spanje en Frankrijk bedreigde; bij verbood, op 'straffe van ex communicatie, gewetensdwang op hen uit te oefenen of hunne feesten te verstoren. Clemens V deed nog meer, hij beschermde hen niet alleen, maar hij hielp hen ook aan de middelen voor hun onderwijs. Cle mens VI gaf hun, ten tijde dat zij in gansch Europa werden vervolgd, eene vrij plaats, een toevluchtsoord te Avignon. In het midden dierzelfde eeuw verhinderden' stof en asch! Wat heb ik, ongelukkige, gezegd? O mijn God! vergeef deze godslastering aan de wanhopige moeder! Neen, neen, met zijn dood is alles in hem niet vergaan! Hier onder de aarde rust zijn sterfelijk hulsel; daar boven in zaliger gewesten zijn onsterfelijke ziel, ja zij keert weder naar den hemel, waaruit zij eenmaal gedaald was. Helaas! misschien, want de menschelijk natuur is zwak, en de engel zelf is niet zuiver in uw oogen; misschien wordt haar vaart nog door eeni ge kleine zonden vertraagd: weluu, Gij zelf leert ons, dat de gebeden der rechtvaardigen en het bloed van het vlekkeloos offer den weg naar een gelukkige eeuwigheid bereiden." Zij sprong haas- tiglijk op, en op een vasten toon vervolgde zij: „Ik wil mij onverwijld naar Napels begeven. Ik eisch de lichamen van deze twee ongelukkige helden: en wie zal ze mij durven weigeren? Ik zal ze eenvoudig maar eervol laten ter aarde bestellen. Een kort opschrift, op hunne zerk ge grift, zal aan de gansche wereld doen zien dat twee beroemde stammen, op denzelfden dag, door de Bisschoppen van Spiers, dat zich de schuldenaars der Joden, onder voorwendsel van woekerbedrijf, aan hunne verplichtin gen onttrokken. In de volgende eeuw schreef Nicolaas II aan de Spaansche Inquisitie, dat zij de Joden tot aanneming van het Christendom nimmer mochten noodzaken. Men kan nog op een groot aantal liefde werken wijzen, die door Geestelijken, die hunne plichten als menschen en Christenen kenden, aan de Israëlieten ten allen tijde zijn bewezen. Nadat de Israëliet Avigdor zijn leedwezen had betuigd, dat de Joden nog nimmer hunne dankbaarheid voor zulke groote wel daden hadden betoond, noodigde bij de vergadering uit te dezer gelegenheid hunne gevoelens van erkentelijkheid uit te drukken. De gansche vergadering gaf den redenaar niet alleen haren bijval, doch zij decre teerde ook in hare zitting van 5 Februari 1807 de volgende verklaring: De afge vaardigden der Joodsche Synode uit het keizerrijk Frankrijk en het koninkrijk Italië, welke den 30sten Maart van het vorige jaar werd uitgeschreven, besluiten, doordrongen van dankbaarheid voor de weldaden, welke door den Christelijken Clerus in den loop der vroegere eeuwen in de verschillende lauden van Europa den Joden bewezen werden eveneens vol erkentelijkheid voor de bescherming, welke vele Pausen en andere Geestelijken in 't verloop der tijden in bijna alle landen den Israëlieten verleend, toen nog barbaarschheid in ver eeniging met onwetendheid en vooroordeel hen vervolgden en uit de menschelijke sa menleving dreven dat de erkenning dezer weldaden geschreven is in de notulen dezer vergadering en dat deze schriftelijke ge tuigenis zal dienen als eene eeuwigdurende erkenning en als eene acte van dankbaar heid, welke de Israëlieten dezer vergadering betuigen aan de Katholieke Geestelijkheid van alle lauden iu Europa. Zij besluiten verder dat een afschrift dezer oorkonde zal overhandigd worden .aan Zijne Excel lentie den Minister van Eeredienst.« Het vorenstaande is een onwederlegbaar bewijs, dat men zelfs in Joodsche kringen er niet aan gedacht heeft, de Jodenvervolgingen 0 O O op rekening der Katholieke Kerk te stel len. Pausen, Bisschoppen en Priesters heb ben zich nimmer met Judenhetzen bemoeid, zij beschermden veeleer de vervolgde Joden en brachten steeds veel bij tot verzachting van hunne onderdrukte positie. De aangehaalde verklaring is geheel on loochenbaar, daar zij werd afgelegd door de Joden zeiven, door Rabbijnen, door de afgevaardigden eener Joodsche Synode, be staande uit Joodsche vertegenwoordigers van twee Rijken, het toenmalige keizerrijk dezelfde bijl vielen. Ik wil dat de verste naneven onder bet lezen van dit eenvoudig, onopgesmukt en onoverdreven verbaal medelijden gevoelen voor de slachtoffers, en blozen en sidderen van veront waardiging over den gekroonden beul. Dan, er rust eene verplichting op mij, waarmede ik mij dringender heb bezig te houden. Ik wil bij hun ne grafstede een klooster stichten, waar vrome priesters den Allerhoogste dagelijks aanroepen, en de heilige offerande der Mis opofferen voor Koen- raad en Erederik, zijn vriend; waar men daar enboven dagelijks aalmoezen aan ongelukkigen zal uitreiken, wier gebeden dan ook tot den troon van den Eeuwige zullen stijgen. Dat dan dit goud, hetgeen helaas! hunne dagen niet heeft kunnen verlengen, ten minste tot losgeld voor hunne zielen strekke!" V. En Margaretha van Beieren heeft haar voor nemen ten uitvoer gebracht. De reiziger, die thans Napels bezoekt, treedt Frankrijk en het koninkrijk Italië. Sinds die gedenkwaardige Synode zijn nauwelijks 70 jaren heengevloden en de Joden zijn in het volle genot der burgerlijke en po litieke rechten gekomen, daarin geholpen door het krachtdadige votum der afgevaar digden vaD het Katholieke volk. Maar hoe werden de Katholieken door Nieuw-Israël beloond? Hoe hebben de zonen Abrahams hunne erkentelijkheid voor de door hen bewezen bescherming getoond? Waar is de voor 70 jaren op de Synode erkends dankbaarheid der Joden aan Pausen, Bis schoppen en Priesters gebleven? De ge schiedenis van den cultuurstrijd vertelt het ons en de verjaagde Pruisische Bisschop pen, Priesters en Ordensgeestelijken geven helaas! aan de gansche wereld eene droeve getuigenis van de dankbaarheid van het Huis Israël. Ipsa res loquiturde feiten zeiven spreken. Yolgens een telegram uit Kaapstad aan de Daily Telegraphvan 30 December, werd uit goede bron medegedeeld, dat president Brand naar Londen getelegrapheerd heeft dat hij niet bij machte was de boeren in den Oranje-Vrijstaat van deelnemen aan den Transvaalschen opstand terug te houden, en hij dus binnen weinige dagen zich ge dwongen kon vinden zijn post neer te leggen. Nu de Boeren de twee belangrijkste En- gelsche garnizoenen iu de Transvaal, die te Pretoria en te Potchefstroom, belegerd houden, is het (gelijk de Daily News doet opmerken) de groote vraag, of deze forten voldoende geproviandeerd zijn. De Boeren zullen natuurlijk wel zorgen den toevoer van levensmiddelen af te snijden. De zee reis van Engeland naar Durban duurt kleine vier weken; en met den landmarsch van Durban naar Pretoria moeten minstens vijf weken heengaan, afgezien nog van tegen stand op weg. Zijn dus de forten niet voor een paar maanden van mondkost voorzien, dan kan het er voor de Engelschen benauwd gaan uitzien. De gebeurtenis van den dag is de dood van Blanqui. Auguste Blanqui was in 1805 te Nizza geboren. Hij is dus 75 jaren oud gewor den, waarvan hij een groot gedeelte in de gevangenis heeft doorgebracht. De eeuwige samenzweerder begon met te complotteeren tegen de Juli-Monarchie en deed het zelfde tegen de tweede Republiek van 1848, het na droevig over de plaats, die bet tooneel van dit bloedige voorval geweest is, gegaan te zijn, in een godvruchtige stemming een ruimen tempel binnen, welke - aan de heilige Maagd is toegewijd. Daar, achter het altaar, knielt hij op een marme- meren steen neder, welks oorspronkelijke witheid aan den alvernielenden tijd geen weerstand heeft kunnen bieden; bij de flikkering van een toorts leest hij deze half uitgewischte woorden: Hier rusten Koenraad van Stauffen, zoon van Koen- raad, honing van Napels, en van de keizerin Margaretha, de laatste der hertogen van het kei zerlijke huis van Zwaben; en Frederik van Habs- burg, de laatste der hertogen van Oostenrijk. IJ En in het binnenste van het aangrenzende klooster, staat hij vol aandoening stil voor het beeld van eene vrouw, die eene beurs in hare hand houdt. 1) Men zie: Geschiedkundig Woordenboek van P. X. de Feller, 's Bosch J. J. Arkesteyn. Art. Conbadin. De Italianen hebben hem den naam van Conradino, de kleine Koenraad, gegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1