BINNENLAND.
Duitsehland.
Italië.
Rusland.
Turkijë.
GEMENGD NIEUWS.
tweede Keizerrijk en de Republiek van 4
September. Yoor zijn laatste poging, die
van 1870 dagteekent, werd bij te Clair-
vaux opgesloten, en eerst verleden jaar
kreeg bij gratie, welke bij zoo weinig ver
diende. Blanqui was goed begaafd, maar
zijne schitterende talenten hebben slechts
tot droevige doeleinden gediend en in bet
einde zijns levens was bij door een wer
kelijke vervolgingsvrees aangetast. Zijn
blad ni Dieu ni maltre is vóór hem ten
grave gedaald.
De conservatieven in bet Pruisische Huis
van afgevaardigden hebben besloten, de Re-
geeriug te interpelleeren over de verbooging
der invoerrechten in Rusland.
Bij gelegenheid van bet Nieuwjaarsfeest
heeft Z. H. de Paus 15000 lire aan dear-
men van Rome geschonken.
Uit Milaan wordt geschreven dat, nadat
dezer dagen een groote hoeveelheid van tot
regeeringloosheid aansporende manifesten
door de politie in beslag genomen was, een
nieuwe verspreiding van brochures in den
zelfden geest heeft plaats gehad. De politie
heeft thans een huiszoeking gedaan in het
lokaal van de vereeniging IFyli del Lanoro
en daar verschillende brochures in beslag
genomen.
Een telegram van Derguez, via Meshed,
gedagteekend 20 December, meldt, dat een
koerier van Askabad het bericht gebracht
heeft van een ernstig gevecht bij Geok
Tede. De verliezen zij n aan beide zijden zwaar.
De Russen trokken een korten afstand te
rug. Beslissende gevechten worden weldra
verwacht.
Uit dit korte bericht is zeker moeilijk
eene overwinning, door de Russen op de
Tekke-Turkmenen behaald, af te leiden.
Een nota, door de Porte verzonden, ver
werpt de arbitrage, en stelt de samenkomst
voor van gedelegeerden der Mogendheden
met gedelegeerden van Turkije en Grieken
land te Konstantinopel, teneinde de grens
regeling tot stand te brengen.
Rosendaal, 3 Januari. Sedert 21 Nov. 11. werd
zekere G. v. d. R. alhier vermist en wist men
niet wat van hem geworden was, tot dat heden
zijn lijk, in vergevorderde^ staat van ontbin
ding, uit de haven werd opgehaald.
Amsterdam, 3 Januari. Bij een huiselijken
twist tusschen man en vrouw maakte laatstge
noemde zich zoo boos, dat ze in een bewuste-
loozen toestand neerzonk en onmiddellijk een lijk
was.
Utrecht, 3 Januari. Gisteren-middag heeft een
gewezen stalknecht, zekere S.. in het kantoor der
Stichtsche tramvvegmaatschappij alhier eenige
pistoolschoten gelost op een klerk aldaar, zonder
hem evenwel te raken. De man, die onmiddellijk
gevlucht was, is door de politie opgespoord en
achter slot gebracht.
Giethoorn, 3 Januari. Alhier is op den eer
sten avond dezes jaars, hoogstwaarschijnlijk door
duisternis misleid, een jongeling van 31 jaar in
't Kanaal geraakt en verdronken. De kameraden
bleken niet in staat te zijn den ongelukkige te
redden, en de hulp van den heer K. T. Jager,
die op 't gerucht onmiddellijk te water sprong,
kwam mede te laat. De overledene was de steun
der ouders en een oppassend jongmensch.
Den Helder, 3 Januari. Bij de visch-reederij
z/Neptunus" alhier is bericht ontvangen, dat een
van hare vischsloepen, de Castor, schipper A.
Koster, ir. de Noordzee door een hevige stortzee
is overvallen, waar door vier man over boord zijn
geslagen en verdronken.
Hellevoetsluis, 3 Januari. Alhier is gisteren
nacht een schepeling der Marine verwond door
het toebrengen van vier steken, met een dolkmes,
aan het hoofd. De politie doet onderzoek
Leiden, 3 Januari. In het afgeloopen jaar werd
ter Leidsche weekmarkt aangevoerd 135.642 stuks
vee, vertegenwoordigende eene gemiddelde waarde
van f 7,777,724,55 tegen 131,361 stuks vee in
1879, vertegenwoordigende een waarde van onge
veer f 7,745,383,15.
Haarlemmermeer, 4 Januari. Heden-nacht
zijn afgebrand eene schuur van van der Leden,
in het Rietland, en de boerderij met 20 koeien,
7 paarden, 40 kippen en eene aanzienlijke hoe
veelheid graan, hooi en stroo van J. D. Bulk,
aan den Veldweg en den Bennebroekerweg. De
brand is ontstaan door het omvallen van eene bran
dende petroleumlamp. Alles was tegen brandschade
verzekerd.
Een perceel weiland, ter grootte van onge
veer 4 hectaren, behoorende aan de R. K. ge
meente te Hoofddorp, is deze week verhuurd
voor f 155 de hectare.
Uit Waalwijk schreef men ons: Ten
gevolge van den doorbraak van gisteren zullen
ruim 40 (veertig) dorpen overstroomd zijn. De
toestand van Nieuwkuyk, van waar de ramp
uitging, en van het daar achter laag gelegen
Haarsteeg en Hoeven, is allerverschrikkelijkst.
Zoodra de doorbraak plaats had en het water
met woest geraas zijn doortocht steeds vergroo-
tende, die gemeente binnendrong, was ieder
slechts op eigen levensbehoud en dat der zijnen
bedacht en zocht daartoe de wijk op de zolders.
'Doch ook daar verkeerden zij spoedig in levens
gevaar. De huizen toch nabij de doorbraak ble
ken alras niet bestand tegen den sterken stroom,
en bovendien stond het water spoedig tot aan de
daken. Allerwege verhief zich een akelig, hart
verscheurend noodgeschrei. Van uit de vensters
en van boven op de daken zag men geheele ge
zinnen de armen uitsteken en hoorde men de on-
gelukkigen om hulp smeeken. De menschenliefde
verloochende zich niet. Met levensgevaar zag men
velen te water gaan om hulp aan te brengen.
Binnen weinige uren zaten tal van geredde en
gevluchte ongelukkigen aan den dijk, velen be
roofd van bijna alle kleeding, en daaronder moe
ders met haar pasgeboren zuigelingen. Doch ook
veie kreten te vergeefs om hulp, daar de sterke
stroom de redding vooreerst nog onmogelijk
maakte. Men verzekert, dat gisteren-avond nog zeer
vele huishoudens op hulp wachtten. Meu hoorde
hulpgeschrei, men zag de ongelukkigen, maar hulp
aanbrengen was niet mogelijk.
Van hen die naar boven gevlucht waren, lever
de vooral één een hartverscheurend schouwspel.
Men zag iii de verte van den dijk, hoe die men-
schen tot door het dak gekropen waren, terwijl
de muren bijna waren weggeslagen, zoodat elk
oogenblik het laatste kon zijn. Eensklaps stortte
het dak naai beneden: maar doordien het plat
neerkwam, dreven de ongelukkigen voort tot zij op
een ander huis stieten, waartoe zij door het dak
zich toegang verschaften, om daar op den zolder
verder op hulp te wachten, die echter ook daar
vooralsnog onmogelijk was. Tal van menschen
worden vermist: ouders hebben sedert gisteren
nacht hun kinderen niet meer gezienvrouwen
verkeeren in de verschrikkelijkste onzekerheid
omtrent het lot harer mannen. Of er veel men
schen omgekomen zijn, kan met zekerheid niet
gezegd worden; wel loopen de geruchten dat er
lijken aangespoeld zijn, waaronder vooral van
kinderen doch hieromtrent heerscht nog eenige
onzekerheid. Veel, zeer veel vee is echter zeker
in het water omgekomen. Van Drunen zijn slechts
enkele wijken ingeloopen. Heden-ochtend gingen
booten naar Haarsteeg, van waar tot heden
hier nog nietsYimtrent het lot der inwoners be
kend was. Het water valt hier buitendijks lang
zaam, het binnenwater neemt nog steeds toe.
Com missiën hebben zich hier en elders gevormd
om door spoedige en vereende hulp de noodlij
denden van het hoogst noodige te voorzien. Een
groot aantal vluchtelingen komt hier aanallen
worden opgenomen en liefderijk verpleegd. De
stallen zijn opgevuld met vee. Vóór het verzenden
dezes verneem ik dat de Vereeniging van den H.
Vincentius reeds een niet onbelangrijke som ter
beschikking der Commissie heeft gesteld.
Voor het Hof van Assises te Par ij s
stond verleden week een 21-jarige jongeling te
recht, zekere Julien Angel Brell, beschuldigd
van poging tot moord op den boekhouder van
zijn patroon, omdat deze hem aanmerkingen had
gemaakt over slordigheid. Toen de president van
het Hof hem begon te ondervragen, antwoordde
hij alleen; „Doe met me wat ge wilt, ik wil
't liefste maar dood; ik sta vijf jaren onder po-
litie-toezicht en ik wil niet meer terug naar de
gevangenis," Van dit laatste gevoelen scheen
hij echter weder spoedig terug te komen, want
door de jury schuldig verklaard en tot levens
langen dwangarbeid veroordeeld, wreef hij zich
in de handen en riep vroolijk uit„Zie zoo
nu heb ik er in eens genoeg van."
In een der krankzinnigengestichten
te Parijs werd dezer dagen een componist opge
nomen, Coedès genaamd, wiens betreurenswaardig
lot is te wijten aan zijn onbegrensde eerzucht,
die zich ook thans nog in al zijn handelingen
openbaart. Zoo verbeeldt hij zich, dat hij een
groot diner geeft, waarop niet minder dan 125
zijner vrienden zijn genoodigd, die alle met zijn
prachtige equipages worden afgehaald. Eigenhandig
schrijft de ongelukkige de talrijke invitaties, die
natuurlijk het gesticht niet verlaten. Maar ja,
nog één heeft hij vergeten en wel aan den pre
sident der Republiek. Deze zal hem aan het des
sert het officierskruis van het Legioen van Eer
overhandigen met en benevens zijne benoeming
tot minister van schoone kunsten en van
de panorama's.
Bij de Amerikanen bestaat de eigen-
aardige gewoonte, bij weddingschappen niet alleen
om geld, maar ook om hoeden te wedden. Die
gewoonte is onlangs bij den biljartwedstrijd tus
schen Slosson en Vigneaux ook in Parijs in-
heemsch geworden. Behalve groote geldsommen,
die bij die gelegenheid zijn verloren, moet er een
belangrijk aantal hoeden verspeeld zijn.
Dezer dagen hoorde men in de Holz-
strasse te Mainz eene sterke ontploffing, gevolgd
door eer. dikken walm uit een bovenraam. De
politie drong het huis binnen, en vond op de
bovenkamer een kanon van zoodanige soort als
wel eens op pleinen of straten wordt gebezigd
voor zoogenaamde vreugdeschoten. Op de vraag
der politie-agenten wat er gebeurd was, ontvingen
zij eerst verwarde antwoorden, tot eindelijk de
man des huizes verklaarde, dat hij met de zijnen
twist had gehad, en toen, om zijn gezag te
toonen, het kanon er op had losgebrand. Zulk
een middel om in huis den baas te blijven, was
naar het oordeel der politie wel wat curieus, zelfs
wat heel kras, maar de man bleef bij zijne ver
klaring, en dus viel er voor 't oogenblik niets
anders te doen dan aanteekening van het gebeurde
te houden. Evenwel, voor het geval dat er weer
eens twist kon ontstaan, en de man weer op
dezelfde gevaarlijke wijze aan Hjne woorden klem
en nadruk wilde geven, heeft de politie het ka
nonnetje in beslag genomen en aan de justitie
uitgeleverd.
Ons jaartal 1881 bezit de bizondere
eigenschap dat het van voren naar achteren of
van achteren naar voren gelezen, steeds hetzelfde
blijft. Ja, men kan het zelfs op den kop zetten,
altijd blijft het 1881. Weinig jaartallen hebben
wij nog gehad waarmede hetzelfde kon geschie
den.
Een reis van Parijs naar Bordeaux
duurde in het jaar 1782 p. m. 6 dagen; in 1832
deed de mailpost het in 70 uren, dus bijna
3 dagen; in 1848 ging die mailpost reeds 16
uren vlugger, en thans brengt de sneltrein de
reizigers over in 9 uur 40 minuten.
De watermolen van Lothingem nabij
Dover is verleden week door een brand vernield.
De molen was sedert 4 jaren niet meer gebruikt;
ten gevolge van het hoog water was de valdeur
geopend, en kwam het wiel weer in beweging.
Daar de assen echter sedert lang niet gesmeerd
waren, heeft het houtwerk vuur gevat en den
brand aan gansch het gebouw meegedeeld. Het
water heeft dus den brand veroorzaakt.
Yoor den zee krijgsraad te Brest stond
Zaterdag een 20jarig matroos terecht, beschuldigd
van diefstal ten nadeele van een kameraad. Toen
de zaak voldoende onderzocht was, deed de voor
zitter de gebruikelijke vraag of de beschuldigde
ook nog iets had aan te voeren, waarop deze,
wijzende op de rechters, verzocht om „aan al die
ezels, die een uur lang geen mond hadden open
gedaan, wat hooi en een emmer water voor te
zetten." Op requisitoir van het Openbaar Ministe
rie veroordeelde de Raad den grappigen janmaat,
staande de zitting, wegens zijne „aardigheid,, tot
tien en wegens het feit van diefstal tot twee ja
ren dwangarbeid.
De Koning en de Konin gin van Sp a n j e
hadden onlangs elk een lot genomen indeLoteria na
tional, die dezer dagen getrokken werd. Zij hebben
elk 10,000 franks gewonnen, die nu aan de armen
zullen uitgedeeld worden.
In den omtrek van de Parijsche post
kantoren liep een oud vrouwtje, dat er armoedig,
maar zindelijk uitzag, onrustig heen en weer, alsof
zij iets op den grond zocht. „Welk een ongeluk!"
mompelde zij, „wat een ongeluk!" Vroeg haar
dan een voorbijganger: „Wat hebt ge verloren
vrouwtje?" dan luidde het antwoord „Ach
beste heer, een postzegel, den postzegel voor den
brief dien ik wilde zenden aan mijn arme doch
ter die te Orleans dient, om haar te zeggen dat
zij gauw over moet komen, omdat haar zuster
Clarisse op sterven ligt. Wat moet ik doen? Ik
heb geen geld meer om een anderen te koopen."
Natuurlijk kreeg de arme moeder geld voor een
nieuwen postzegel, en soms wel 1 of 2 (ranks
om een telegram aan haar dochter te zenden.
Een tijd lang verdiende de postzegelzoekster op
die manier een aardig duitje, totdat eene dame,
die haar den vorigen dag bij de Opera ontmoet
en geholpen had met geld voor een telegram,
haar in de faubourg St. Honoré dezelfde rol zag
spelen, en de politie kennis gaf van de bedriegerij.
De oude vrouw werd gevat en in verzekerde be
waring gebracht. Men vond een som van twaalf
franks bij haar, die zij bekend heeft dien morgen
op de beschreven wijze aan goedhartige voorbij
gangers te hebben afgezet.
Een jager, die dezer dagen in de wil
dernissen tusschen Buddoh en Sirangon rondzwierf,
kwam daar aan een eenzaam gelegene hut, welke
tot de jurisdictie van kampong Batta sorteert, en
zag daar op het dak de afgestroopte huid liggen
van een kolossale slang. De lengte van dat slan-
genvel, zooals het daar lag, was tusschen zeven
en acht vadem. De hut werd bewoond door een
Maleier en dien3 vrouw, uit wier mond de jager
de volgende zeer merkwaardige geschiedenisvernam.
Het was ongeveer eene week geleden, dat de
Maleier in het holst van den nacht wakker
schrikte door liet hulpgeroep zijner vrouw. Geen
enkel lampje brandde in het huis, en in het
denkbeeld dat het hulpgeschrei betrekking had
op dieven of een roofdier, greep hij zijn scherp
geslepen parang, ging tastende naar de plek waar
hare slaapstede stond, en legde de hand op de
gladde, slijmerige huid van een reusachtige slang.
Het duurde wellicht een volle minuut eer de man
goed begreep wat er gaande was, maar eindelijk
kwam hij tot de overtuiging, dat zijn vrouws
arm reeds geheel door het monster was ingeslokt
en de schouder bereids volgde. In dezen toestand
het ondier in 't donker aan te vallen kon voor
zijne vrouw gevaarlijk worden. Hij had de tegen
woordigheid van geest dit te zien, nam een paar
goeniezakken, welke aan den wand binnen zijn
bereik hingen en stopte die aan beide zijden in
de hoeken tusschen de kaken van het beest, dat
hierdoor genoodzaakt werd zijn bek wijder te
openen en zijn prooi los te laten, zoodat de man
den arm zijner vrouw uit de keel der slang kon
trekken. Nauwelijks was dit geschied, of het dier
viel op den man aan en wikkelde dien met eene
vlugge beweging in zijne bochten, doch deze
zoigde dat zijne armen vrij bleven, en weerde
zich met zijn parang zoo dapper tegen den vijand,
dat deze plotseling losliet en, onder den bam
boezen wand doorschuivende, de vlucht nam. De
kleederen van den man waren vol bloed en zoo
de vloer, terwijl de arm der vrouw donkerblauw
was van de knelling tusschen de kaken van het
dier. Met het aanbreken van den dag buiten de
hut komende, zag de man dat zijn pisangtuin
geheel was vernield: de slang lag dood tusschen
de stammen van de boomen, die zij in haar
doodstrijd bij den wortel had afgebroken. De
Maleier voegde er bij, dat hij reeds meer dan
zestig dollars had ontvangen van Chineezen, die
zelfs van verre kwamen, om stukken te koopen
van het vleesch, waaraan bizonder genezende
eigenschappen worden toegeschreven. Voor het vel
had men hem reeds zes dollars geboden, maar
de „trophee zijner pronesse" wilde hij bewaren.
De huid was echter reeds bedorven door verkeerde
behandeling, en voor geen looiing meer vatbaar.
De hardlooper Gale in Engeland, die
zich ten taak had gesteld 2500 mijlen in 1000
uren te loopen en daarmee sedert den lOn No
vember bezig was, is thans door uitputting ge
dwongen om er mee uit te scheiden, nadat hij
het tot 2233 mijlen gebracht had. Wat 'n lief
hebberij en nog wel voor een oud man 1
Nadat onlangs de vijftienjarige doch
ter van het rondreizend gezin der Eskimo's te
Darmstadt was overleden, is thaus te Crefeld de
moeder gestorven. De Eskimo's zijn naar Parijs
vertrokken, met achterlating ran een driejarig
kind, hetwelk aan de pokken ligt.
Een man die een reeks van jaren let
terlijk in den mond was van oud en jong en,
ondanks zijn talrijke clientèle, doch eigenlijk van
de hand in den tand leefde, de tandmeester
J. W. Son, is eergisteren-avond in het lokaal
„Vereeniging, Warmoesstraat te Amsterdam, waar
hij zijn familie, die er op't bal was, kwam bezoe
ken, plotseling overleden.
Het Journal d' Indre et Loire geelt het vol
gende grafschrift voor den Gemeenteraad van
Tours:
Ci-git un corps municipal,
Qui Jit plus de mal que de bien.
Le bien qu'il Jit, il le fit mal;
Le mal qu'il Jit, il le Jit bien.
Zou 't bovenstaand epitaphium ook niet op vele
gemeenteraden, hier te lande, van toepassing kun
nen zijn?
Door depolitieteOu d-Beierlan d is e en
persoon gevankelijk naar Dordrecht overgebracht,
verdacht van pogingen tot oplichterij. Deze persoon
had zich bij een bouwman aangemeld, te kennen
gevende, eigenaar te zijn van uitgestrekte bouw
landen en mijnen, waarvan hij plattegronden bij
zich had; de gebruikelijke vraag om geld in voor
schot bleef dan ook niet achterwege. Na onderzoek
bleek dat de man geen cent rijk was, zelfs niet
eens in staat om zijn logement, waar hij drie da
gen vertoefd, had, te betalen.
Door depolitiete Rotterdam is aange
houden en ter beschikking der justitiegesteld zekere
E. H. d. B. schrijver van den brandbrief aan me
juffrouw, B.waarbij hij, onder bedreiging met
moord, f 100 eischt. De zaak is in handen van
den rechter-commissaris.
Door een huzaar te Ber gen-o p-Zoom
werd dezer dagen zijn overjas verkocht aan een
landbouwer. Toen de rijkspolitie daarvan onder
richt was, stelde deze een onderzoek in, en be
vond dat de jas reeds in vrouwenrokken veran
derd was. Het goed werd in beslag genomen, en
tegen den landbouwer, wegens koopen van mili
taire goederen, proces-verbaal opgemaakt.
Eergisteren-nacht ten 2 uuiis te
Nieuwe-Pekela de boerenbehuizing van L. Blaauw
afgebrand. Niets is gered: ook een paard en een
koe kwamen in de vlammen om. Gebouw en in
boedel waren verzekerd in de Tielsche Maatschappij
voor f 2300. Bij het blusschen geraakte een jon
geling van 22 jaar in het water en verdronk.
Men schrijft ons uit Varsseveld: Tegen
eene boerin te Varsseveld is procesverbaal opge
maakt. Op de weekmarkt verkocht zij de boter
meestal aan denzelfden winkelier. Nadat de boter
was afgewogen, wist zij er van weg te smokkelen
in een grooten zak, aan den rok onder haren
voorschoot genaaid. Buiten gekomen, werd die
boter weer in de mand gedaan en aan een ander
winkelier verkocht. Een paar keeren schijnt haar
dit reeds gelukt te zijn, eer de politie er achter
kwam. De aanleiding tot deze handelwijze schijnt
gezocht te moeten worden in verslaafdheid aan
den drank.
Onlangs werd door den panterjager
Bombonnel in de bergpassen van Palestro (Algerië)
een panter geschoten, die langen tijd de schrik
van die streek was, groote verwoestingen onder
de kudden der daar wonende Arabieren aanrichtte
en nog onlangs in één nacht twee ossen en twee
geiten had gedood. Bombonnel ging, volgens zijn
gewoonte, alleen 's nachts op de loer liggen en
afwachten tot de panter kwam, en eindelijk in
den achtsten nacht, juist toen het prachtige dier
een geit had buit gemaakt, velde de ervaren jager
het met één schot neder. Dit is de twee-en-der-
tigste panter die door Bombonnel gedood werd.
De huid is naar Algiers gebracht en aan me
vrouw Albert Grévy, echtgenoot van den gouver
neur ten geschenke aangeboden.
Te Cély, in hetEransche departement
der Seine en Marue, werd uit den kelder van
een der ingezetenen voor eenige maanden een
vat wijn gestolen. Dezer dagen is het vat, gele
digd, op de oude plaats teruggevonden.
De oplichter Jacobi, van wiens bedrie-
gerijen, te Amsterdam gepleegd, dezer dagen werd
melding gemaakt, is vermoedelijk zekere Samuel
Weinberg, bij de Duitsche politie niet onbekend.
Hij is zoo beleefd geweest uit Londen aan een
der bedrogenen te Amsterdam te schrijven, dat
de man niet bang behoefde te wezen voor zijn
geld
Het Vaderland verneemt datde veroor
deelde De Jongh, toen hem kennis werd gegeven
dat zijn advocaat cassatie voor hem had aange-
teekend, verklaarde dat hij voor zich geen voor
ziening in hooger beroep verlangt, maar dat hij,
nu de aanteekening eenmaal was geschied, uit
achting voor zijn advocaat daarin zou berusten.
In een stadalsLonden, waar dagelijks 200
menschen sterven, moeten natuurlijk telkens nieuwe v
gronden tot begraafplaatsen worden ingericht. De
heer Wilson heeft een ander plan uitgedacht. Hij
wil de dooden niet onder den grond begraven
maar een reusachtige grafpiramide bouwen, die
lange jaren in de behoeften der hoofdstad zou
voorzien en waarin ruimte voor 5 millioen lijken
zou wezen. Dit nieuwe wereldwonder zou acht
morgen gronds beslaan en dubbel zoo hoog wor
den als de toren der St. Paulskerk. Op den top,
die door reusachtige trappen bereikt wordt, zou
een obelisk en een observatorium staan. De kos
ten van dit gebouw worden op 27a millioen pond
sterling geraamd, en men zou, volgens berekening
van den heer Wilson, in honderd jaren 13 a 14
millioen er meê uitwinnen.