NIEUWE
No. 452.
Donderdag 27 Januari 1881.
6e Jaargang.
De invloed der ellende op den
maatschappelljken toestand.
BUITEVLAND.
feuilleton.
de SLUIPMOORD.
Engeland.
Duitschland.
Frankrijk.
E!!S(H[ COIIRAIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Por 3 maanden voor HaarlemJ 0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Elkon WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Honger is een scherp zwaard en veroor
zaakt pjjn niet alleen aan den ongelukkige
die honger lijdt, maar ook aan de gansche
niaatschappjj. Sinds jaren zucht de min
dere klasse voornamelijk onder veel ellen
de, die haren oorsprong heeft niet zoo zeer
in de duurte der levensmiddelen, dan wel
de smartelijke krisis en in gebrek
san werk. Want voor hem die geen dubbeltje
bezit, is zelfs een stuiversbroodje te duur.
De beroemde mathematicus, astronoom
en statisticus Quetelet, die in 1874 stierf,
zegt in zijner geschriften het volgende:
»Het schijnt dat jaren waarin een alge
meen gebrek heerscht hun stempel diep in
het menschelijk geslacht drukken, even als
een strenge winter zijne sporen achterlaat
fn het houtgewas onzer bosschen.*
Jaren van gebrek en ellende toonen al
lereerst hun invloed in het verminderd
aantal huweljjken. >Het klinkt wel niet
poëtisch,* zegt Dr. Engel, 't is trouwens
toch zeer waar, dat het aantal huwelijken
afhangt van de rogge- en tarweprijzen.
Hoe goedkooper brood, hoe meer huwelij
ken, en omgekeerd.* Gebrek aan arbeid
warkt even rampzalig als algemeene duurte
der levensmiddelen. Geen sprekender bewjjs
dan het aantal huwelijken, dat gelijken
tred houdt met sociale ellende. Om hier
van een voorbeeld te geven, vermelden wij
de volgende statistiek van het Duitsche
Rjjk:
Jaar. Bevolking. Huwelijken.
1872. 41,227,795 423,900.
1873. 41,562,231. 416,049.
1874. 42,001,579, 400,282.
1875. 42,516,369. 386,746.
1876. 43,073,087. 366,912.
1877. 43,657,387. 347,810.
Met andere woorden: op 1000 zielen der
Duitsche bevolking kwamen in 1872: 10,3;
1873: 10,0; 1874: 9,5; 1875: 9,1; 1876:
8,5; 1877: 8,0. Bij deie cijfers zijn, dunkt
ons, commentaren overbodig. Wanneer ook
het enorme cijfer dat het jaar 1872 aan-
wjjst als het gevolg kan worden beschouwd
van den Fransch-Duitschen oorlog, omdat
vele huwelijken in 1870 en 1871 moesten
worden uitgesteld en deze eerst in het jaar
na het sluiten van den vrede konden wor
den voltrokken, zoo duiden toch de cijfers
van 1873 eene kolossale vermindering aan;
Vervolg.)
Dat zal de tijd leeren, hernam de consta-
bel met koude onverschilligheid, en riep een
der door hem medegebrachte mannen, die de
getuigenis aflegde, dat hij gisteren morgen aan
den ouden Smithfield de waarde van drie honderd
dollars, in goede Ohio-Indiana-b&uknotcn, had
ter hand gesteld.
Nu werd door den constabel, ook de kruithoorn
aan den vrederechter vertoond en de noodlottige
letters voor hem ontraadseld.
Mansfield, een eerwaardig en achtbaar grijsaard,
verbleekte, toen hij de verschrikkelijke aanklacht
tegen Middleton hooren moest, daar hij hem
van fijne kindsheid af kende, en ofschoon hij
zich ten volle o/ertuigd hield, dat alles op een
Verschrikkelijk misverstand moest berusten, zoo
gebood hem toch zijn plicht als rechter, den
dokter te doen gevangen nemen hij stelde dus
den constabel, een bevel tot inhechtenisneming
ter hand, met verzoek, hem zoo verschoonend
mogelijk te behandelen.
Preston en Volheim verklaarden nu, dat zij
met den aangeklaagde bevriend waren en dus
verzochten, verschoond te blijven, van mede naar
zijn huis gaan. De vrederechter verzocht hun
van 't laatst genoemde jaar tot 1877 een
minus van 68,239! Of per 1000 inwoners
eene vermindering van 10 tot 8.
Maar ook op de geboorten hebben de
jaren van gebrek en ellende grooten in
vloed. In goede jaren is de levensvatbaar
heid der geborenen grooter en het getal
der doodgeborenen kleiner. Dr. M. Neefe
geeft in zjjne statistiek (in 1874 te Jena
verschenen) daaromtrent merkwaardige
cijfers.
Dezelfde oorzaak werkt op dezelfde wijze
op het gedijen of wegkwijnen der levend
geborenen. Bi) elke troepen-lichting kan
men waarnemen, of het jaar, waarin de
dienstplichtigen geboren zijn, een goed, een
middelmatig of een slecht jaar was. De
lotelingen uit de jaren van gebrek blijven,
niet alleen wat hun aantal betreft, bene
den het gemiddelde cijfer, maar zij zjju
ook minder krachtig en kleiner van gestalte,
zoodat een onevenredig aantal onder de
normale lengte blijft. En op deze wijze
kan ook zeer gemakkelijk en zeer natuur
lijk de lichamelijke verbastering, de ont
aarding van gebeele menschenrasseu ver
klaard worden in zulke gewesten, die voort
durend aan armoede, houger en ellende
zijn prijsgegeven.
Nog sterker echter openbaart zich de
uitwerking der jaren van gebrek in het
sterfte-cijfer. Wij zullen slechts eenige ge
tallen noemen. De stad Turin telde in de
vijf goedkoope jaren (1828,1830, 1834—36)
4638 sterfgevallen, maar in de dure en
slechte jaren (1829,1831—33, 1837) 5231,
dus eeue vermeerdering van 563. Iu Rusland
toonde de officiëele aanteekeningen der
geboorten en sterfgevallen in de ja
ren 184650 een gemiddeld overschot
der geboorten van 435,836; daaren
tegen iu het slechte jaar 1848 een
overschot der sterfgevallen van 295,943,
met andere woorden, een verschil ten
gunste van den dood, van meer dan
730,000 tegen het normale cijfer. Men
heeft berekend dat in Zweden het aantal
sterfgevallen door de aldaar heerschende
duurte der levensmiddelen grooter werd:
1762, V.; 1763, Vvi 1772, V*5 1773, Va'.
1799, V7! 1809, i/#.
Men moet natuurlijk wel bedenken, dat
de gezamenlijke bevolking niet gelijkmatig
bijdraagt tot dien toenemenden oogst des
doods. De rijken toch bezuinigen slechts
hunne uitgaven van weelde, zij lijden geen
echter zulks te willen doen, hun andermaal ver
zekerende, dat hij zich volmaakt van zijne on
schuld overtuigd hield, en dat hij hoopte, dat
God den werkelijken moordenaar aan het licht
mocht brengen.
Daar de zaak van te groot gewicht wa», hield
men zich nu niet langer op; men bedankte den
vrederechter voor zijne vriendelijke ontvangst en
begaf zich op weg.
Drie uren later traden Preston en Volheim,vergezeld
van de gerechtsdienaren, de woning ran den dokter
binnen. De dienstmaagd, eene roodwangige Iersche
deern, begroette de mannentoen zij echter de
verlegenheid en de bleeke aangezichten ran Vol
heim en Preston gewaar werd, die hier altijd
welkome gasten waren, nam haar vriendelijk
gelaat eene meer ernstige plooi aan, en toen zij
den constabel herkende, werd hare onrust en
verlegenheid nog grooter, zoodat zij met zekere
ontroering aan de huisvrienden vroeg, wat dit
alles beteekende.
De verklaring der vrienden werd door den
constabel voorkomen, door de vraagof dokter
Middleton te huis was.
Ja, mijnheer, antwooidde de dienstmaagd,
hij bevindt zich boven op zijne kamer. Zal ik
hem roepen en van het bezoek kennis geven?
Dat is niet noodig, hernam de constabel,
te gelijk den trap opstijgende, die r.aar het vertrek
van den dokter geleidde. De anderen volgden ben.
honger; hunne klasse toont dus geen door
honger en gebrek verhoogd sterftecijfer aan.
Veel grooter echter is het aantal van hen
die bezwijken bij de minder gefortuneerden
en bij de armenklasse. Slechts den Almach
tige is het bekend welke som van men-
scbelijke ellende achter de aangehaalde cij
fers verscholen is, die wij zoo koud van 't
papier aflezen.
Ook thans heerscht nood, ellende en ge
brek niet alleen in het buitenland maar
ook in 't eigen vaderland. Duizenden fa
brieksarbeiders dwalen rond in onze groote
steden en zien met smachtend verlangen
uit naar betere tijden.
Er heerscht algemeen gebrek aan werk.
Groote fabrieken en uitgebreide industrïëele
ondernemingen hebben, door den drang der
omstandigheden daartoe genoodzaakt, tot
het afdauken van een verbazend aantal
werklieden moeten besluiten.
De gespaunen toestand waarin gansch
Europa op politiek terrein verkeert, werkt
ook hoogst nadeelig op het sociale leven.
Men is huiverig groote werkeu of onder
nemingen op touw te zetten; immers de
gemotiveerde of ongemotiveerde oorlogsver
klaring van den een of anderen Euro-
peeschen souverein is iu staat onherstel
bare verliezen, plotseling te veroorzaken.
Bij al die ellende en rampen werd ons
dierbaar vaderland op nieuw geteisterd door
den watersnood. Duizenden menschen zijn
wederom van have en goed beroofd en af
hankelijk geworden van de Christelijke
liefdadigheid. Weduwen en weezen wier
verzorgers slachtoffers werden van nauw
gezette plichtsbetrachting of zelfs van hunne
menschlievsndheid, strekken onder 't stor
ten van heete tranen, de hand uit, de hand
wellicht, die vroeger milde liefdegaven ver
spreidde.
O, laten wij die bij 't snerpen van den
kouden Noordewiud in onza wel verwarm
de vertrekken de gaven des hemels genie
ten, onze noodlijdende natuurgenooten ge-
deuken; openen wij ónze harten en onze
beurzen en geven we, ieder naar zijn
kracht en macht, arbeid aan de sterken en
aalmoezen aau de zwakken, opdat wij steeds
het genotrijke en edele zelfbewustzijn in ons
dragen, medegewerkt te hebben tot verzach
ting der ellende eD tot lepiging der ram
pen wier treurige gevolgen zich reeds nu
eu ongetwijfeld ook later iu het sociale
leven zullen openbaren.
Toen de maunen bij den dokter binnen traden,
die hoegenaamd geen vermoeden van het voor
gevallene kon hebben, was hij bezig de bankno
ten na te tellen, die hem de oude Smithfield den
vorigen dag had ter hand gesteld, om die, zoodra
hij uitging, aan den koopman, die slechts eenige
minuten van hem verwijderd woonde, ter hand
te stellen.
Vriendelijk bood Middleton zijnen vrienden de
hand, groette den constabel, en vroeg, met de
grootste openhartigheid, aan welk toeral hij de
eer van het bezoek van zoo vele achtbare maunen
te danken had.
Neen, zoo ziet er geen misdadiger uit, sprak
het hart van Prestonhij vatte de hand van den
dokter, zag hem met ernst en weemoed in het
oog, en zeide: gij hebt gisteren-avond den ouden
Smithfield niet ontmoet
Middleton gaf een toestemmend antwoord,
wierp een' blik op de hem omringende personen,
en door den ernst, die zich op hun gelaat ver
toonde, verontrust, zeide hijspreektwat hebt
gij? wat is»er gebeurd? Ik lees de verkondiging
van het eene of andere ongeluk uit uwe donkere
bljkken.
JPreston, die den dokter nog altijd hij de hand
hield, drukte die nu met meer warmte en zeide
gisteren-avond werd de oude Smithfield vermoord,
en daarom bevinden wij ons hier,
-- Vermoord! Verschrikkelijk! riep de dokter
De 7irnes, over de Grieksche quaestie
sprekende, zegt dat zoolang er geen open
breuk tusschen Turkije eu Griekenland is
eu onderhandelingen nog mogelijk zijn,
Engeland zijne vriendschappelijke diensten
aan beide partijen niet onthouden zal,
uaar aan een oorlog zal het in geen geval
deelnemen.
Volgens een schrijven uit Kaapstad
aan de Timesvan 28 December, zouden
ook twee Nederlanders deel uitmaken van
het nieuw geproclameerde Transvaaliche
gouvernement: de heeren Jorissen en Bok,
de eerste als procureur-generaal, de andere
als secretaris van staat.
Volgens eene correspondentie in de
Allg. Mil. Zeit.bestaan er bij het En-
gelsche legerbestuur weer plannen tot her
vorming van het krijgswezen. De nieuwe
voorstellen, die de Minister van oorlog
reeds in de eerstvolgende parlementszitting
voornemens zou zijn in te dienen, zouden
hierin bestaan, dat de actieve diensttijd
voor den soldaat van 6 op 7 jaar zou ge
bracht worden, waarvan 6 jaar in Indië.
Tevens zou de miuimum-leeftijd der re-
cruten vau 18 op 19 jaar worden gesteld.
Uit Munchen wordt gemeld, dat het he
vel der Beiersche Regeeriug aan de open
bare autoriteiten tot het tegengaan der
anti-joodsche beweging in Beieren is uitge
vaardigd op nadrukkelijlcen last des Ro
llings.
Het Consistorie te Koningsbergen heeft
aan de predikanten alle deelneming aan
die beweging verboden.
De Bonapartistische Peuple Francais
meldt dat de ex-keizerin Eugénie, zoodra
zij haar nieuw verblijf te Farnborough Hill
gevestigd zal hebben, «en te Chislehurst
met eigen hand geschreven werk het licht
zal doen zien, getiteldHistoire de la vie
et de la mort du Prince impdrial, naar on-
uitgegevene bescheiden.
Spoedig er na zal dat werk gevolgd
worden door een boek onder den titel:
Les notes de Napoléon III. Het zal on
verwachte eu belangwekkende bizonder
en reroleekte. De arme, brave man, die nimmer
een kind beleedigde! Wie was in staat de hand
aan hem te slaan?
Een ellendeling, hernam de constabel, een
verachtelijken blik op den dokter werpende, en
zijdelings naar den overrok ziende, die aan de
borst nog eenige bloedvlekken toonde, en door
den dokter achteloos op een stoel was geworpen,
om hem bij gelegenheid te doen schoon maken.
Hebt gij den moordenaar? vroeg Middleton,
niet vermoedende, dat hij daarvoor gehouden
werd.
Ja, wij hebben hem! zeide nu een der
gerechtsdienaars, en met statigen ernst op de
banknoten wijzende, die op de tafel lagen, ging
hij voort: dat zijn de banknoten, die den ouden
Smithfield gisteren in handen gegeven zijnen
dat is de brieventasoh, waarin de vermoorde ze
gelegd heeft.
Nu trok de constabel een zwart staafje te voor
schijn, raakte daarmede den schouder van den
dokter aan, zeggende: dokter Middleton, ik neem
u in naam der wet gevangen.
Van schrik en verbazing deinsde Middleton
terug, en bij de gedachte, zich zoo onverdiend
beschuldigd te zien, slaakte hij een kreet, be
dekte zijn aangezicht, waggelde en viel zijn
vriend Volheim in de armen.
Wordt vervolgd.)