NIEUWE Ni. 456. Donderdag 10 Februari 1881. 6e Jaargang Inconsequentie, li UITEN LAND. Per 3 maanden voor HaarlemJ 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS L AU RET. berinnen! ona*nëename en smartelijke .cWd'enlT1, °idd"f' J"4' h"ld«> België. Engeland. Een telegram uit Madeira meldde aan de Daily Neivs dat de Koning van Ashanti de Engelscben aan de kust met oorlog be dreigt, omdat zij hem een vluchteling niet willen uitleveren. Er zijn 250 soldaten van Sierra Leone naar Cape Coast Castle ge zonden. Duitschland. Frankrijk. Wederom is een directeur van een Bank- inrichting gevangen genomen, ditmaal van de Banque Frangaiserue de Provence; hij wordt verdacht van oplichterij. De heer Albert Réville, hoogleeraar aan het Collége de France, houdt zich ijverig bezig met de zaken van de Transvaal. Hij wil een adres van wege het Fransche volk doen uitgaan ten behoeve der opgestane Boeren. Rusland. Er wordt gemeld, dat te Wladikawka een groot bankschandaal plaats had. Twaalf aanzienlijke heeren stonden aan het hoofd van een bank en deden daarop in vijf jaren tijds 1,171,397 roebels schipbreuk lijden, die daarop in hun eigen zakken werden ge borgen, deze twaalf bankridders beerschten absoluut en maakten alles ook absoluut op. De zaak werd onderzocht en bij deu Seuaat gebracht eu begraven. De twaalf heeren werden sedert meest bij verschil lende ofliciëele bank-instellingen geplaatst. De heer Loris Melikoff heeft nog veel, als hervormer, in Rusland te doen. Spanje. In den Ministerraad is besloten, dat er onverwijld bij de Cortes een wetsontwerp zal worden ingediend, waarbij de termijn voor de delging der amortisabele schuld verlengd wordt. Koloniën- HAARLMflHÏ Cl UI A IT. ABONNEMENTSFB ijs AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN De moderne heidenen onzer dagen't is genoeg verkondigd gereleveerd en bekend, geven om den godsdienst niets meer. We- reldsche wetenschap, halfgeleerdheid ii hun ideaalZi) zijn immers te verstandige lie den om geloof te hechten aan de H. Schrift. De uren aan het godsdienstig onderwijs hunner kinderen besteed, achten zij ver loren. Deze aarde is voor de modernen alles. Het leven op dit benedenrond is voor hen doel, geen middel. En de aarde is, volgens hen, volstrekt niet de plaats van ▼oorbereiding tot een beter en eeuwigdu rend leven. Met 's menschen dood is alles gedaan. De natuur ofiets anders is hun God, en in het loochenen van geopenbaarde waar heden zijn ze allen ontzaglijk homogeen. Bij hen gaat boven alles de menschelijke rede. Delooven op gezag?Foeiwie zou zich in onze eeuw van beschaving, ver lichting en humaniteit, aan zulk eene fri voliteit schuldig maken! Toch paart zich aan hun geest van ont kenning en loochening eene groote mate van inconsequentie, zoodra zij zich op het terrein der moderne wetenschap begeven. Op godsdienstig gebied hebben zij den on- zaligen moed alles wat hun eindig ver stand niet begrijpen kan, eenvoudig over boord te werpen. Maar zoodra de moderne wetenschap hare uitspraken doet, zijn ze geenszins ongeneigd alle mogelijke hypo thesen, hoe onzinnig soms, als dogma's aan te nemen. Om van ons beweren een bewijs te geven, laten w« hier eene Correspon dentie volgen, voorkomende in de jongste aflevering van het uitmuntend geredigeerde maandschrift de Katholiek. Het luidt als volgt Hoog Geachte Heer Redacteur, Ook aan de beste redactie kan wel eens •«n feit ontgaan, dat toch verdient bespro- en en naar waarde geschat te worden; op zulk een feit veroorloof ik mij met alle bescheidenheid U te wijzen. Ia onze eeuw van verlichting en bescha- n9 is, zoo als Gij weet, door >de Weten- sc>ap< uitgemaakt, dat de mensch van en Aap afstamt; en dus (dit zult Gij aan de wetenschap wel gaarne toegeven) moet t n sotnm'Se menschensoor- ten nog duidelpk te zien zijn aan den staart- FE Ü1LLETON DE SLUIPMOORD. {Vervolg.) tafe/ in' ®om^elü bekt eener lamp, die op de het oorr ,Vert.rek stond> sl°eg Volheim tizc left °P P?r lthoorn' waarop de noodlot- hem na H WmB ingesned-> d" voorzitter f ?P het Proces> door d« w». ter hand" °P VMZ°ek noodlottig? Zlch> bij' het zlen van dit Middleton nn°0??r' V°°r geest; want dat zich volW S.WM' hiervan 'beW Volheim de gedachte °verta'Sdzielsgrievend was kern te zien voeren°"°e ukk'ge naar de gerechtsplaats Gedurende epn vrienden wakende ermmen bleven de beide aan te breken, toén g°n de morgen»tond ringvielen, waaruit zij ecJht? ®e" onrustige sluime- dan nadat de J eI «ond, vele »e«ÜS""1 hooren. "«stemmen zich deden ckeidene lieden in de herberg verzameld om de sc?ert8tenil,g gaaü bijWTn' Men la'°hte en ertste, zonder eemg gevoel van deelneming in Ik schrijf: bij sommige menschensoor- ten«: want het zal U ook wel bekend zijn, dat naarmate de menschensoort in ver lichting en beschaving toeneemt, ook de kunst klimt om den staart te verbergen; waaruit dus logisch volgt, dat slechts bij sommige zeer onbeschaafde menschensoorten de staart nog duidelijk zichtbaar zijn zal. Vele pogingen zijn dan ook reeds door >de Wetenschap in het werk gesteld om deze menschensoort te ontdekken, en al hoewel die pogingen tot hiertoe nog niet ten volle met goeden uitslag zijn bekroond geworden, gaan we toch langzaam, maar zeker, een stap vooruit op den weg der ontdekking. Gij zult mij nu toestemmendat een ieder die daartoe iets bijdraagt, de hulde van het menschdom waardig is; want het geschiedt in het belang van de Wetenschap en tot Nut van het Algemeen De Wetenschappelijke Bladen hebben dan ook reeds in ons dierbaar vaderland hulde gebracht aan een persoon, die daartoe veel heeft bijgedragen; en het zou mij spij ten, als een Maandschrift gelijk De Katho liek daarin te kort schoot; want dit zou niet alleen van weinig dankbaarheid, van weinig zucht naar wetenschap, maar ook van weinig belangstelling in ons voorge slacht getuigen. Dus verzoek ik U, uwe hulde met de mijne te vereenigen en tot blijk daarvan den naam van Carl Boek aan de vergetelheid te ontrukken. Deze geleerde Carl Boek heeft op ver langen van het Nederlandsche gouverne ment eene reis ondernomen door Borneo, van Koetei naar Bandjermassing. »Naar het schijnt is er op deze reis op zoölo gisch terrein zeer weinig nieuws opge daan, daar zij door een nog al onvrucht baar district gemaakt is; doch de heer Boek heeft een prachtige gelegenheid ge had om ethnologische waarnemingen te doen, en van deze is zeer goed partij ge trokken. Vele pogingen zijn in het werk gesteld om de menschensoort te vindendie van een staart voorzien is; doch alhoewel met verscheidene Dajakkers gesproken is, die beweerden ze gezien te hebben, heeft men niet kunnen ontdekken waar zij zich ophou den. Gij zult mij toestemmen, Heer Redac teur, dat door deze ontdekking aan >de Wetenschap* eene belangrijke dienst be- het deerniswaardig lot van den ongelukkige aan den dag te leggen, hetgeen beide vrienden niet weinig .mart veroorzaakte, te meer daar zij met smaad en verachting van den man hoorden spre ken, dien zij als een broeder beminden. Om hun geest eenigszins op te wekken, namen Volheim en Preston ieder een glas rum en water, en zich eenige oogenblikden willende verwijderen, trad hun een man in den weg, door wien Preston als een bekende gegroet werd. Bergen en dalen ontmoeten elkander niet, maar wel menschenzeide deze, die naar men bespeuren kon, reeds meer gedronken had dan dienstig was, en hem op ruwe wijze om deu hals viel. Last die hartelijkheid maar blijven, Mesworth, sprak Preston, geheel verrast, dat de beschonkeue hem erkend had. Tk meende, dat gij u te Texas bevondt Ik heb er eenigen tijd doorgebracht, hernam Mesworth, daar ik echter geen minnaar ben, van mij lang op dezelfde plaats op te houden, ben ik weder naar hier gekomen,en wel hoofdzakelijk om een ouden bekende aan de galg te zien knoopen. Wien bedoelt gij met dien ouden bekende? vroeg Preston onwillekeurig. Wel, wien anders dan dokter Middleton, die mij reeds een paar malen van de koorts ge nas en mij daarvoor geen duit liet betalen. Dus daardoor zijt gij met hem bekend, w ezen is; wel is waar heeft Carl Boek zelf de menschensoort met een staart niet gevonden en niet gezien; maar hij heeft toch geheel onbeschaafde Dajakkers ge sproken, die zeggen ze gezien te hebben. Ik hoop, dat Carl Boek door 't Neder landsche gouvernement nogmaals in staat gesteld worde, zulk een wetenschappelijke reis te ondernemen; misschien vindt bij dan zijn soört, en aan veel geschrijf en ge wrijf over de afstamming van den mensch komt dan een einde; want den twijfelaars zoude men den mond kunnen stoppen met huil een staartmensch in levenden lijve te toonen. Niet twijfelende of Gij zult voor deze wetenschappelijke regelen wel een plaatsje beschikbaar willen stellen in uw veel ge lezen Maandschrift, betuig lk U daarvoor in naam van ncle Wetenschapen het menschdom mijn oprechten dank. B. November 1880. Uw bestendige lezer. Wij beleven vreemde dingen in onze da gen. 't Moderne heidendom dat van God, van geopenbaarde waarheden of van ge- looveu op gezag niets wil weten, toont zich blijkbaar bereid demoedig het hoofd te buigen voor de twijfelachtige verklaringen van een barbaarschen Dajakker 't Zou om te lacheu ziju, als het niet zoo diep betreurenswaardig ware. In de bladen wordt de 23ste Mei a. s. als de dag opgegeven, waarop het huwelijk van prinses Stéfanie met den Oostenrijk- schen kroonprins vermoedelijk gesloten zal worden. Den 21 sten Mei zal de prinses den leeftijd van 17 jaar bereikt hebben. In de diplomatieke kringen wordt groot gewicht gehecht aan de conferentie, welke Hatzfeld en Goschen met von Bismarck zeide Preston, en ging mei verachting voort: Gij schijnt alle lieden, makkers en oude beken den te noemen, die u nu en dan een weldaad betoonden, niet echter uit toegenegenheid of eenig ander goed beginsel. Deze woorden sprak Preston met zekeren na druk, om zijn vriend Volheim te kennen te geven, dat hij met den woesten mensch in geene andere betrekking stond, dan een edelmoedig gever met een onbeschaamden en indringenden bedelaar. Deze woorden werden duidelijk door den beschon- kene begrepen, die nu zeidehij is een door en door goede kerel, die dokter Middleton; het is jammer van zijn bekwaamheden; maar waarom schiet bij ook de menschen dood, die zot! Preston verwaardigde zich niet den dronkaard verder een enkel woord toe te spreken, maar gat zijn vriend een wenk om te vertrekken. Mesworth trad hem andermaal in den weg, hield een grappige redevoering wegens den brandenden dorst, die hem kwelde, en dacht, dat Preston, die hem meermalen een drinkpenning gaf, na zulk een lange afwezigheid wel een paar glazen brande wijn voor hem zoude betalen. Om van hem ontslagen te worden voldeed Preston aan zijn verlangen, en Mesworth verge zelde de beide vrienden tot aan den deur, waar de paarden reeds gereed stonden. Bij het opstijgen werd de kruithoorn van onder den mantel zichtbaar; Mesworth greep hadden. Het is op Bismarcks verlangen' dat Goschen naar Berlijn kwam. Hatzfeld zal half Februari naar Konstantinopel ver trekken. Uit Rembang wordt aan het Bat. Hand. geschrevenIu den avond van den lsten dezer ten ongeveer 73/4 uur is hier ter hoofdplaatse een moord gepleegd op den Chinees Loa Djing. De geen gevaar ver moedende Loa Djing was eene wandeling gaan doen tot aan de opiumkit om opium te koopen. Thuis komende ging onze babah dan ook onverwijld op zijn baleh-baleb liggen om met schuiven te beginnen, toen twee schoten tegelijk vielen, die hem van het leven beroofden, daar zij zijn rechter borst doorboorden. Aanleiding tot die gru weldaad is nog onbekend. De politie begaf zich, hoewel wat laat, daarheen om maat regelen te nemen, ten einde den moorde naar aan de gerechtigheid te kunnen over leveren. er naar met den uitroep; hel en duivel! hoe komt gij aan mijn kruithoorn? Bij deze vraag ontstelden de beide vrienden niet weinig: en zagen elkander vol verbaasdheid aan. Mesworth, die te beschonken was, om het ge barenspel der vrienden gewaar te worden, ging voort; dat is mijn kruithoorn, en al zeide de geheele wereld neen dan zeg ikja Van Texas teruggekeerd, leende ik hem aan zekeren Cor- neales, en daar de schoft mij dien nimmer te ruggaf, moest ik, daar ik er behoefte aan had, er zelf een maken. Gij vergist u, wellicht, zeide Preston, op •en toon, die inwendige blijdschap te kennen gaf; zijt gij dan zoo zeker overtuigd, dat de hoorn van u is,en dat gij hem aan Coineales ter leen gaaft? Wel nu nog mooier! nu nog fraaier! Zeer zeker weet ik dat, ik zelf heb er de letters in gesneden. Wat beduiden eigenlijk die letters vraagde Preston. Bij alle duivels, hernam Mesworth; de P. beduidt Philip, de M. Mesworth, de tweede M. is de eerste letter van mijn geboorteplaats Milfort en de laatste D. heet, Dellaware; Philip Mesworth uit Milfort te Dellaware las de beschonkene en zag Volheim, die van innerlijke aandoening beefde, zegepralend in het gezicht, terwijl hij vroeg, af hij nu zijn recht op den hoorn genoegzaam bewezen had. {Wordt vsrvslgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1