NIEUWE
I
Ne. 465.
Zondag 13 Maart 1881.
6e Jaargang.
Protestantisme en
Cultuurstrijd.
BUITENLAND.
0,06
ZELFOPOFFERING uit ouderliefde.
Frankrijk.
Engeland-
Duitschland.
Portugal.
De Kamer van afgevaardigden heeft met
76 stemmen tegen 30 een motie verwor-
141RLEHSCUE mum
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden Toor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
f 0,85
1.—
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. JansstraatHaarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
AGITE MA NON AGITATE.
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
i.
Het Protestantisme had zijn oorsprong in
uitschland eu verbreidde zich hoofdzake
lijk in de Germaanscfce landen. Waarom
verbreidde het zich niet evenzeer in Ro-
naansche landen zooals b. v. Italië, Spanje
Frankrijk?
Men zou gevoeglijk hierop kunnen ant
woorden, dat dit niet in de bedoeling derGod-
elijke Voorzienigheid lag. Laat ons trach-
er ook natuurlijke gronden voor te
Vlüden.
In de Romaansche landen had het ver
ouderen of verwisselen van godsdienst niet
de aantrekkelijkheid eener historische nou
veauté. Italië had reeds met het Arianisme
e kampen gehad eu in de middeleeuwen
ladden voornamelijk in Noord-Italië
®n Aüd-Frankrijk verschillende sekten, Ka-
arers, Albigenzen en Waldenzen geves-
Jg( i in Piemont zijn thans nog Walden-
zen ten getale van ruim 22000, zij be-
zi en in Turijn eene kerk. Eu Spanje was
in de middeleeuwen de westelijke zetel van
den Islam Eerst in 1492 verdween het
laatste overblijfsel derMoorsche heerschap
pij m Granada. Daarmede eehter verdween
en <le Mohammedaan-
16e6 enst- *n Spanje vond men in de
van den^l l** D°® ^a'ier aanhaugers
In de Slavische en Oost-Romaansche lan-
,eU 1,1 verwisseling van godsdienst
00r ^et Protestantisme, nog minder dan
in de vermelde landen de aantrekkelijkheid
van eene historische nouveauté. De Slavi
sche en Oost-Romaansche volkeren waren
toenmaals, even als thans, schismatieke
(vau het Opperhoofd der Katholieke Kerk
gescheiden) Christenen (die in de dogma
tische leeringen met de Roomsch-Katho-
lieken geenszins overeenstemden). Veel
minder dan de Katholieke Christenen in
de niet-Germaansche landen, waren de schis
matieke Christenen voor het Protestantisme
toegankelijk. Alle pogingen bij de schisma-
e Christenen om voor de hervorming
ProPaganda te maken, hieven vruchte
loos.
In de niet-Duitsche en niet-Germaansche
anden vond het Protestantisme in Polen
611 rankrijk naar verhouding de grootste
!6X lading. In deze landen echter had het
FEUILLETON.
Vervolg
die^k' .WXn'ers sneeuw op de trappen van
eine straat bevroren was, kon men geen
verzetten zonder gevaar te loopen van te
endaarom was het ook eene verlatene steeg,
or welke misschien ik alleen eens op den dag
Q WeS nam. Ik herinner mij niet, er ooit ie-
®and te hebben ontmoet, of er een vogel een
0ogenblik te hebben zien rusten op de uitstekende
punten der muren. Ik hoop, zeide ik bij mij zelve,
sch ®lechts bewoond worde door men-
l'° I,611' ^Xe ^Un einde nabij zijn, en wier afgeleefd
'e aam speedig het laatste rust-nord zal bereikt
e eu. Ret zou wezen, jong zijn-
ei hier zijn leven te moeten slijten
Iet was altijd stil in de kleine woning, niet
minste gerucht liet zich hooren, niet de
nunste beweging kon men er in bespeuren. Het
*vas daar alles eenzaam als in het graf, en iederen
ag vroeg ik mij zelve-, wie toch kan zoo le
ven?
De leute kwam. In de straat werd het
1JS in shjk veranderdvervolgens maakte deze plaats
voor een droogeren grond, daarna ontsproot er
16r en daar langs de muren een grashalmpje.
verwisselen van godsdienst, als historische
nouveauté eene grootere aantrekkelijkheid
dan in de overige niet-Duitsche en niet-
Germaansche landen. In Polen bad het
schisma zich slechts hier en daar genesteld,
hoofdzakelijk slechts in de aan Rusland
ontnomen gewesten en Frankrijk had, of
schoon het door verscheiden sekten der mid
deleeuwen was bezocht geworden, niet als
Italië en Spanje door het Arianisme en
door den Islam geleden.
In de Duitsche en Germaansche landen
had echter de verwisseling van godsdienst
door het Protestantisme de grootste aan
trekkelijkheid.
Hus (1373 tot 1415) die dikwijls als een
voorganger van Luther en der andere zoo
genaamde hervormers wordt beschouwd,
verbreidde zijne leer in Boheme, een oor
spronkelijk Slavisch (Czechisch) land, dat
toenmaals minder Duitsche elementen bezat
dan thans.
Verreweg de meeste leerstelsels van Hus
waren reeds door Joh. Wicliff (1324 tot
1384) in Engeland verkondigd, ze hadden
echter onder het volk geen goede ontvangst
genoten. Iu het algemeen kan men zeggeu
dat het Protestantisme voor de Duitsche
eu Germaansche lauden de eerste verwis
seling van godsdienst was, sinds de dagen
der bekeering van het heidendom tot het
Katholieke Christendom. Oostenrijk heeft
het behoud van het Katholieke geloof hoofd
zakelijk te danken aan het regeerende Habs-
burgsche Huis.
In Duitschland waar het Protestantisme
zijn oorsprong nam, bleek bet Protestant-
scbe Christendom de meeste levens-vatbaar
heid te bezitten. Waarom? Wij zullen trach
ten dit op te helderen.
Volgens de Protestantsche leer is bet op
perhoofd van den Staat tegelijkertijd op
perhoofd van de Kerk. Dit grondbeginsel,
welks dogmatische onjuistheid wij duidelijk
en helder inzien en begrijpen, lijdt tot het
gevaar, dat men »het opgaan der Kerk iu
den Staat» zou kunnen noemen, omdat Kerk
en Staat op verschillende punten (opvoe
ding en onderwijs) met elkander in aanra
king komen en de Staat de physieke macht
in handen heeft. Vereeniging der opper
heerschappij van Kerk en Staat in een per
soon is ook zonder zakelijke vermenging
der kerkelijke en statelijk machtsfeer mo
gelijk. De vereeniging van heide waardig
heden in een persoon wordt bij de Pro-
Het hoekje lucht, hetwelk men nauwelijks zien
kon, werd helderder. Eindelijk liet de weldadige
lente zelfs in dit donkere steegje een schaduw
van leven zien. Maar het kleine huisje was en
bleef nog altijd stil en men zag er geene bewe
ging-
Toen ik mij eens in de maand Juni op mijne
gewoue dagelijksche wandeling begaf, zag ik
(men vergeve mij deze uitdrukking) zag ik met
diepe droefheid een tuiltje viooltjes in een glas
voor een der vensters var. het huisje staan.
Achzeide ik, er woont hier iemand, die
lijdende is.
Om de bloemen lief te hebben, moet men, in
dien men al niet jong meer is, ten minste eenige
herinneringen uit de jeugd in zijn hart bewaard
hebben; men moet niet geheel en al zich in het
stoffelijk leven bewegenmen moet de gelukkige
gave bezitten van niets te doen zonder te deu
ken, dat wil zeggen, men moet steeds peinzen en
hopen. In het genot van den aangenamen
geur eener bloem ligt iets verhevens
opgesloten. Het is iets denkbeeldigs, een
weinig poëzie, die zich onder het proza
van dit leven vermengt. Wanneer ik in een
armoedigen en werkzamen kring menschen zie,
die de bloemen liefhebben en verzorgen, dan ge
voel ik, dat er bij hen een strijd bestaat tusschen
de behoeften des levens en de gewaar
wordingen der ziel. Mij dunkt, ik zou zeer ge-
testanten daardoor zoo moeilijk, omdat
Staats- en Kerkgebied plaatselijk samen
vallen.
Daar is geen christelijke godsdienst die
dat opgaan in den Staat op den duur kan
verdragen. Hij zal of mettertijd de staats-
boeieu afwerpen of hij zal met den Staat
te groude gaan. Wij Katholieken echter,
wij zijn overtuigd dat de Katholieke Kerk
niet kan te gronde gaan, omdat zij de be
lofte heeft van d6n Verlosser, dat zij tot
aan het eind der dagen zal blijven bestaan;
maar wij willen gaarne de mogelijkheid
aannemen dat sommige gewesten weder
tot het heidendom kunnen vervallen. Dit
is trouwens reeds geschied in eenige landen
van Azië en Afrika. De Christelijke reli
giesekten, ofschoon geen door God gewilde
ordening, bezitten echter nog veel (geloof,
aan de heilige Drievuldigheid, Verlossing
enz.) wat God heeft gewild en geopenbaard
en zijn dus altijd nog te goed om in den
Staat op te gaan. Het is eehter ook on
mogelijk dat zij bij het voortdurend opgaan
in den Staat, zich als Christelijke Religie
sekten kunnen staande houden. Hunne aan
hangers zullen tot het heidendom, tot het
moderne ongeloof vervallen of tot de Ka
tholieke Kerk terugkeeren. Deze tweevou
dige richting neemt men bij het Protes
tantisme in Engeland waar. Ongeloof, vrij
geesterij en verachting der Kerk vindt men
in Rusland, waar de schismatieke kerk ge
heel en al gedaald is tot eene staatsinstel
ling en ook Frankrijk is (tengevolge van
het Gallicauisme) rijk aan godsdienstlooze,
ongeloovige en revolutionaire elementen.
(Slot volgt)
Volgens een telegram uit Weenen aan
den Temps stelt Duitschland aan Turkije
voor, het eiland Candia aan Griekenland
af te staan, in plaats van Epirus. Dit voor
stel is thans bij de mogendheden in beraad.
Als de onderhandelingen tot het gewenschte
doel leiden, dan zullen de mogendheden bij
eene internationale akte de besluiten der
Berlijnsche conferentie intrekken.
In het Lagerhuis zeide Dilke, dat het
beweren onnauwkeurig was, alsof Rusland
door het geheim verdrag van 31 Mei 18/8
meenzaam en vertrouwelijk kunnen spreken met
een ieder, die bloemen bij zijne hut aan
kweekt. Maar op dien dag bedroefde mij die
ruiker viooltjes in de hoogste mate; hij scheen
mij toe te fluisterener is hier iemand, die de
vrije lucht, de zon, het geluk moet derven,
iemand die besett al wat hem ontbreekt, iemand
zoo arm aan levensgenot, dat ik nietig tuiltje de
vreugde zijner dagen ben!
Ik beschouwde die bloempjes met een weemoe
dig oog, ik vroeg mij of de donkerheid en de
koude der naauwe steeg ze niet spoedig zouden
doen verwelken, of zij niet zouden stikken als de
wind er zijn adem niet over liet gaaD. Ik zou
ze langen tijd hebben willen bewaren voor den
persoon, die ze verzorgde.
Den volgenden morgen kwam ik terug. De
bloemen hadden in dien dag van haar voort
bestaan veel geleden. Zij waren verouderd, en de
verkleurde blaadjes hingen kwijuend naar bene
den. Zij schenen nochtans eenigen geur te hebben
behouden, want er was versch water in het glas
gedaan, een bewijs, dat men er zorg voordroeg.
Toen ik naderbij trad, zag ik, dat het venster
half open stond. Een straal, ik zal niet zeggen
van het daglicht, drong in het huis door, en
verlichtte gedeeltelijk den vloer der kamer; maar
links en rechts was het des te donkerder, en mijn
oogen konden niets onderscheiden.
Den volgenden dag ging ik er weder voorbij.
plechtig verbonden was zijne grenzen in
Klein- Azie niet uit te breiden.
Gladstone zeide dat de Regeering toe
stemming gaf tot het verlengen van den
wapenstilstand in de Transvaal. Hij kan
den uitslag der onderhandelingen, die nu
gevoerd worden, niet voorspellen, maar hij
houdt de belangewelke beschermd moeten
worden, in het oog. Onder anderen is in
gediend een voorstel der Hoofden van de
Boeren om eene commissie te benoemen
welke de verschillende quaesties zou onder
zoeken.
Een door den heer Barodet aanhangig
gemaakt voorstel tot Grondwetherziening
is reeds door een dertigtal Kamerleden,
bijna allen van de uiterste liuderzijde,
onderteekend. De voorstellers willen
bjj behoud vau den Senaat, de wijze
zijner samenstelling en zijn bevoegdheden
meer in overeenstemming brengen met de
democratische beginselen. Voorts willen zij
de bepalingen omtrent de kiesbevoegdheid
in d« Grondwet zelve opgenomen zien. De
voorstellers begrijpen wel, dat hun denk
beelden bij den Senaat geen ingang zullen
vinden, maar het is hun voor het oogen-
blik slechts te doen om een politieke leus
bij de aanstaande algemeene verkiezingen.
De Rijksdag heeft met 127 tegen 111
stemmen besloten, het ontwerp ter iuvoe-
eener vierjarige zittingperiode van den
Rijksdag en tweejaarlijksche vaststelling
der rijksbegrooting aan eene Commissie te
verzenden.
Belgie-
In de Kamer van Afgevaardigden verzocht
de Voorzitter den Heer Woeste eene uit
drukking terugtenemen, welke de tucht bij
het leger benadeelen zou. Woeste trok die
woorden in en de Voorzitter achtte dit vol
doende, maar de Minister van buiteuland-
sche zaken verlangde, onder de toejuichin
gen der meerderheid, dat Woeste tot de
orde zou worden geroepen. De Voorzitter
weigerde dit voorstel in stemming te bren
gen en nam zijn ontslag. Men zegt, dat de
heer de Guillery zijn verzoek om ontslag
niet zal terugnemen.
Het was een bijna zomersche dag... alle vogels
zongen... alle boomen stonden iu knoppen.... dui
zenden insecten bromden, snorden en ruischten.
Alles verkwikte en koesterde zich in de zon.
Overal vreugde en opgewektheid.
Een der vensters van het kleine huisje stond
wijd open.
Ik trad naderbij en zag eene vrouw, die bij
het raam zat te arbeiden. De eerste blik, dien
ik op haar sloeg, vermeerderde nog de droef
heid welke hare sombere woning mij van den
beginne had ingeboezemd. Het zou mij onmogelijk
zijn geweest, den ouderdom dier vrouw teraden.
Zij was niet zeer jong meer, zij was niet schoon,
of liever gezegd, zij was niet meer bevallig; het
Irissche waas der jeugd had plaats gemaakt voor
iets, wat ik niet beschrijven kan. Zij was bleek,
ziek of droefgeestigik kon het niet zeggen.
Maar zeker was het, dat haar gelaat een uit
drukking had van een evangelische zachtmoedig
heid, en dat hare bleekheid even zoo goed kon
voortspruiten uit een heimelijk lijden als uit het
getal barer in deze spelonk doorleefde jaren;
die in het oogloopende bleekheid stak met zekere
bevalligheid af bij hare zwarte wenkbrauwen en
zwart, maar glanzeloos haar. Zij zat op haar
werk neergebogenzij was slank en mager.
Hare handen waren sneeuwwit, meer beenachtig
dan vleezig.
Wordt vervolgd