NIEUWE
Ne, 467.
Zondag 20 Maart 1881.
6e Jaargang,
Het Kruis.
BUITENLAND.
0,06
Zij meenen een volk te kunnen redden
door een misdaadalsof de heilige God
ooit aan haar een zegen zou kunnen ver-
mden.Hiermede ontkennen we geenszins dat
e Almachtige uit het kwaad het goede
kan doen geboren worden, doch dan is dat
goede niet de vrucht van het kwaad, veeleer
net gevolg van het vernietigen van de na
tuurlijke gevolgen van de booze handeling.
Engeland.
Duitschland.
111
n11RinisiIEE lÜCItVI
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
i 0,85
1,—
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Het was te voorzien dat de gruwelijke
wioord op den Keizer aller Russen gepleegd,
111 aBe landen een diepen indruk zou teweeg
brengen.
Welk menschenhart heeft trouwens geen
afkeer van een daad, zoo verraderlijk, zoo
onmenschelijkzoo door en door goddeloos,
®ls jl. Zondag te St. Petersburg aan een
Monarch het leven kostte.
Die dwazen en verblinden
t Ligt niet in ons plan, om over den
ttoord zeiven hier iets naders te zeggen.
e bizonderheden van zulk een gruwel
trekken ons bovendien al zeer weinig aan.
e. 81^ ''"it velen zich zoo gaarne ver-
d^ails van zulke tooneelen
oe en tranen, bewijst op zich zelf reeds
gen onze eeuw; het doet zien hoe een
or van barbaarschheid zich meester
inaa van de hoofden en harten van de
Kmderen dezer eeuw.
over^ Wenschen enkele opmerkingen niet
maar naar aanleiding van den maar
e wel gelukten aanslag op 't leven van
ea Czaar aan 't oordeel onzer lezers te
onderwerpen.
En dan wijzen wij er al dadelijk op, hoe
de moord van Zondag den ernst onzer
dagen op ontzettende wijze doet uitkomen.
De ernstige zjjde van het leven der vol
ken wordt maar al te veel miskend.
Als wij om ons heeu zien dan ontdekken
wij duizenden bij duizenden, voor wie het
leven een spel schijnt, die snellen van 't eene
genot naar 't andere en die zich onverza
digbaar toonen in het drinken uit den
beker van dikwerf maar al te zondige
vreugde.
Aan God en zjjne geboden denkt men
nie t is betrekkelijk al tamelijk wel
wanneer men niet lastert datgene, waaraan
uren niet meer gelooft.
Zoo wordt de maatschappij, welker keclit-
ste grondslag onmiskenbaar de godsdienst
18, steeds meer en meer ondermijnd. De
FE UILLETON.
ZELFOPOFFERING UIT OUDERLIEFDE.
Vervolg.)
In een donkeren hoek der kamer ontwaarde
1 op twee stoelen, die gemakkelijker dan de
overige waren ingericht, twee personen, welke
1 wegens de duisternis, bij het binnenkomen
met had opgemerkt. Het waren een oud man en
vrouw bijna zoo oud als deze. De vrouw
ver van het venster te breien, zij zag niet
Oaar haar werk zij was blind. De grijsaard
e*d niets, hij blikoogde strak en verstandeloos
voor zich uit. Helaas hij had de gewone grenzen
es vens overschreden, zijn lichaam leefde nog wel,
maar het was onmogelijk dien armen grijsaard aan
te «ea, zonder terstond te bespeuren, dat hij kindsch
W8# geworden.
Men zou niet zelden zeggen, dat, wanneer de
mensch te lang heeft, de ziel, alsdan ontevreden
over hare al te langdurige gevangenschap, in hare
wanhopige pogingen de banden verbreekt, die de
^armonie tusschen haar en het lichaam in stand
melden. Zij verstoort hare woning. Zij is nog wel
niet verhuisd, maar zij is daar niet meer, waar
ïe ziJn moest. Dit waren alzoo de verborgenhe
den dier kleine, grauwe, stille en donkere wo-
mng. Eene blinde vrouw, een onnoozele man, en
**n arm, voor den tijd verwelkt meisje, omdat
aloude beginselen van recht en waarheid
zijn niet meer in eere: onze eeuw heeft in
haar goddeloozen hoogmoed er een nieuw
stel van principes op vervaardigd.
Te midden nu van die losbandigheid en
loszinnigheid wordt men telkens verontrust
door de bedeukelijkste teekenen. Duizenden
stemmen om ons henen roepen 't luide den
menschen toewaakt, want al het aardsche
wankelt, waar aan hethemelsche geen
beteekenis meer wordt toegekend.
Vorstenmoorden kwamen dan ook (wij
nemen hier den wil voor de daad, de po
ging voor 't volvoeren) in deze hoogge
roemde negentiende eeuw meer in zwang
dan vroeger. Hetgeen zelfs in tijden van
minder beschaving zeldzaam was, begon
een gewoon middel te worden, hetwelk men
aanwendde om zoogenaamd tot bevrijding
van een volk of volken te komen.
De Almachtige beschermde doorgaans
de monarchen tegen de aanvallen der
mooralustigen. Als door een wonder werden
zij vaak gered. Het feit van 13 Maart
staat dan op zichzelf in de geschiedenis
dezer eeuw (de Hertog van Berry was nog
geen gekroond hoofd) en doet daarom juist
het gemoed zoo sterk aan.
Dat dikwerf grijpen naar het moordwa
pen door de ontevredenheid, bewijst wel
hoe diep de volkeren zijn verbasterd. De
zoogenaamde beschaving heeft, wel verre
van de zeden te verzachten, ze evenzeer
verhard als, naar 't uitwendige, verfijnd.
Zulk een toestand moet tot ernst stem
men. Hij wekt op tot geloofsversterking en
tot verootmoediging voor God.
Alleen in 't geloof kan redding wor
den gezocht tegen de jammeren, welke
moeten voortvloeien uit den toenemenden
afval van God. En dat geloof moet drin
gen tot ootmoedig belijden van schuld, om
dan door de genademiddelen, welke de
Hoogste Liefde verordende, van haar te
worden verlost en te worden bekwaamd
tot dat goede, waarvan de wereld buiten
Christus een afschuw heeft.
De sombere stem uit St. Petersburg ge
hoord, gewaagt, ook van het rampzalige
van elk sociaal of politiek streven, 't welk
niet op den wettigen weg zich beweegt.
Aangenomen al eens dat de Nihilisten
te goeder trouw iets goeds voor hun land
beoogen, dan nog blijven zij treurige typen
van den mensch der zonde, die den weg
der gerechtigheid moedwillig verlaat.
hare jeugd geknakt, verdrukt, verpletterd was,
onder den gebrekkigen ouderdom, die haar om
ringde, en onder de oude, sombere muren, die
haar gevangen hielden
Zij zou misschien (gelukkiger geweest zijn,
indien de hemel aan Ursula een beperkt verstand
geschonken had; indien zij verder niets geweest
ware dan eeD vlijtige huishoudster, die in hare
kleinste bezigheden de verstrooiingen van den
dag vindt, die praat zonder iets te zeggen. Maar
Ursula had eene diep gevoelende ziel, baar geest
was opgetogen, zij was zwaarmoedig, want zij
raadde de genietingen des levens, zij wist het
geluk te schatten, dat zij moest dervenzoo had
zij zich allengskens zelfs uit hare treurige gewaar
wordingen een weelde geschapen. In hare ziel
waren al de snaren aanwezig om de zoetvloeiend-
ste toonen voort te brengen, maar zij waren veroor
deeld tot een eeuwig zwijgen.
Helaashet lot van Ursula was nog treuriger
dan ik vermoed had, toen ik, naar hare bleeke
wangen en haren neerslachtigen blik te oordeelen,
giste, dat zij door een of ander ongeluk leed.
Maar er was niets in haar leven gebeuri)
niets.
Zij had gezien, hoe de tijd dag aan dag hare
jeugd wegraapte, hare schoonheid, hare verwach
tingen, haar leven verslond, en verder niets.... dan
stilte en vergetelheid
Van dien tijd af ging ik Ursula dikwijls
Ze zijn daarom geen zegen, maar een
vloek voor hunne natie. Geen vrucht der
vrijheid kan worden ingezameld van den
akker, waarop zij zich bewegen; zij treden
alles plat. Het zijn der barbaren der 19e
eeuw; zij zijn den kerkschenners gelijk, die
eenmaal, ten tijde der groote volksverhui
zing, tegen het Rome der Christenheid op
trokken.
Deze Nihilisten sparen niets. Heilig is
hun geen instelling, geen macht.
Het Nihilisme is zeker een uiterst punt; doch
zou men durven ontkennen, dat ieder die
het geloof aan de Goddelijke Wet en het
gezag, door God op aarde gesteld, onder
mijnt, een Nihilist in kiem moet worden
genoemd?
Men heeft indertijd van liberale zijde
den Heiligen Yader aangetast toen deze
in Encycliek en Syllabus de dwalingen der
revolutie veroordeelde. Hij was, zulks doende
(zoo heette het) buiten zijn tijd; alsof de
eeuwige beginselen van recht en gerech
tigheid ooit konden verouderen
Maar nu willen wij het gevraagd hebben,
of de wereld er zoo slecht bij zou gevaren
hebben, als zij had geluisterd naar de
eerbiedwaardige stem van den grijzen
Kerkvorst
De groote Pius wees den eenigen weg aan,
waarop voor de Staten en volken uitkomst
mogelijk kon worden geacht. Dat gevoel
den de mannen der revolutie ook wel en
daarom moest het waarschuwend woord,
uit de stad der zeven heuvelen vernomeu,
toen nog niet in de macht der revolutie,
op allerlei wijze worden verdacht gemaakt.
Hetgeen te St. Petersburg voor eenige
dagen voorviel zou niet hebben kunnen
plaats grijpen, wanneer volken en vorsten
zich te zamen onderwierpen aan de gebo
den en instellingen Gods.
De stem uit de residentie des Czaren,
welke in het gruwelstuk tot ons komt,
dringt ten deze dan ook aan op het volgen
van zulk een staatkunde, welke de vrijheid
der burgers verzekert en tevens aan den
godsdienst de rechten toekent, welke hem
onmiskenbaar toekomen.
Een vrijheid zonder geloof is een gevaar;
een vrijheid met geloof is een weldaad voor
elk volk.
Staren wij, met die waarheid voor oogen,
op den toestand van Europa, van de wereld,
dan bestaat er meer reden voor bezorgdheid
dan voor tevredenheid.
bezoeken. Op zekeren dag, dat wij bij elkander
voor het venster zaten, verhaalde zij mij haren
geheelen lerensloop.
Ik ben in dit huis geboren, zeide zij, en heb
het nooit verlaten; maar mijne -ouders zijn niet
van dit landwij zijn hier vreemdelingen, zonder
bloedverwanten of vrienden. Mijne ouders waren
reeds op middelbaren leeftijd, toen zij huwden.
Ik heb hen nooit jong gekend.
Mijne moeder werd blind. Dit ongeluk bedroef
de haar zeer; het was dan ook in de ouder
lijke woning zeer somberik heb nooit gezongen
niemand is er gelukkig in geweest; mijne kindsche
jaren slopen in stilte voorbijmen heeft mij nooit
eenige luidruchtigheid veroorloofd. Slechts zeer
zelden heb ik van mijne ouders een vriendelijk
woord gehad; maar toch hebben zij mij lief of
schoon zij het mij nooit gezegd hebben. Ik heb
hunne harten beoordeeld naar het mijne, ik be
min hen, en daaruit besluit ik, dat zij mij
ook liefhebben. Mijn leven is echter niet altijd
zoo treurig geweest als thans; ik had een
zuster....
Hier schoten het arme meisje de tranen in de
oogen, maar die tranen vloeiden nietzij hadden de
gewoonte aangenomen van in het diepste haars
harten verscholen te blijven. Zij hernam
Ik had een oudere zuster, zij was een weinig
stil en afgetrokken, even als mijne moeder, maar
zij was medelijdend, zachtzinnig en welwillend
In alle rijken en landen wordt j'uist den
godsdienst geweld aangedaan; zijn dienaren
worden vervolgd, zijn aanhangers bij de
wereldvrienden achtergesteld.
Zoo worden de regenten dikwerf zeiven
de oorzaak van de jammeren, waaronder
de natiën, waarover zij het bestuur voe
ren, zuchten.
Wil men waarlijk verbetering daarin
brengen, wil men aan de hoogste en hei
ligste beginselen haar stille en gezegende
werking blijven waarborgen, dan moet de
weg der revolutie verlaten, die des rechts
en der waarheid weder bewandeld worden.
Het Nihilisme en het Socialisme kunnen
niet beter wezenlijk worden onschadelijk
gemaakt, dan door de menigte welke zij
voor de heillooze begrippen trachten te
winnen, te wijden en te bezielen met dien
Geest, Die alleen ook in alle waarheid
leidt.
Terug naar de Kerk, op de Rots der
Eeuwen gebouwd dat roept ook het
martelaarsbloed van Keizer Alexander TI
der wereld ontzettend duidelijk toe.
De Nihilisten kan men (en 't is recht, als
zij wandaden plegen) dooden, maar het Ni
hilisme zelf kan alleen worden vernietigd,
gelijk alle dwalingen der geesten, door het
eeuwig gezegend Kruis.
Woensdag-avond is een doos be vattende
40 pond kruit, met een brandende lont
neergelegd in een nis van het Mansion
Housede woning van den Lord Mayor.
De lont werd bijtijds door een politiebe
ambte uitgebluscht om de ontploffing
te voorkomen.
Een Keizerlijk besluit is uitgevaardigd,
waarbij een krachtige maatregel wordt
verordend tot bescherming der Duitsche
visschersvloot in de Noordzee tegen de
aanmatigingen der Engelsche visschers, die
zich aan allerlei geweldenarijen schuldig
maken. Twee oorlogsbodems zullen voort
durend blijven kruisen in de betrokken
wateren gedurende den tijd dat de visscherij
wordt voortgezet.
De Evang. Luth. Kirchen-Zeitung wil
weten, dat de Rijkskanselier er ernstig op
bedacht is, een einde te maken aan den
jegens mij. Wij hadden elkander zeer lief. Wij
deelden de verzorging en verpleging onzer ouders
te zamen. Nooit konden wij het genoegen sma
ken met elkander te gaan wandelen, daar in het
bosch op den heuvel. Een van ons beiden bleef
altijd te huis, om over onzen ouden vader te
wakenmaar die uitging bracht altijd eenige
takjes bloeiende witte haagdoorns mede, en sprak
dan met hare zuster over de zon, de boomen,
de lucht en de vogelen. Dan meende de andere, dat
zij ook naar buiten was geweest, en vervolgens
werkten wij des avonds te zamen bij de lamp.
Wij mochten dan niet spreken, want onze ouders
sluimerden aan onze zijde, maar ten minste, als
wij de oogen opsloegen, ontmoetten wij in elkan
ders blikken een liefelijken, zachten glimlach;
daarna gingen wij naar onze slaapkamer, maar
sliepen nooit in, voor te zamen tot God gebeden
en daarna elkander bij herhaling toegefluisterd
te hebben „Goeden nachtslaap wel,lieve zuster
God had ons bij elkander moeten laten, niet waar?
Nogtaus ik mor niet.... Martha is hier boven
gelukkig
Ik weet niet, of gebrek aan lucht, aan bewe
ging of soms ook aan geluk de eerste kiemen
der ziekte in Martha gelegd heeft, maar ik zag
dat zij verzwakte, kwijnde en leed. Helaas! ik
alleen was over haar bekommerd; mijne moeder
zag haar niet, en Martha klaagde nooit.
{Wordi vervolgd.)