NIEUWE
No. 471.
3 April 1881.
6e Jaargang.
Wetgevend onvermogen.
BUITENLAND.
if
PL
ACHTE MA HON AGITATE.
Engeland.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Be debatten in de Tweede Kamer over
d0 reutewet leveren zeer gewichtige mo
menten op.
Men zal van ons wel niet wachten, dat
voor al de belangrijke bizonderheden
de belangstelling onzer lezers zullen in
kepen.
Er is echtereen hoofdpunt van beschouwing,
dat alle andere overwegingen beheerscht.
Afgescheiden toch zelfs van het verder
felijk beginsel, 't welk aan de rentewet ten
grondslag ligt, en waartegen te pro
testeeren plicht en roeping van elk vader
landslievend en onafhankelijk volksverte
genwoordiger moet worden geacht, vormt
de behandeling dezer zaak in de Kamer
e0n zóó bedenkelijk verschijnsel in verband
tot het wetgevend vermogen van de Af
gevaardigden des lands, dat daarop niet
genoeg de aandacht der Natie kan worden
t>0paald.
In de eerste plaats was de indiening der
rentewet reeds een miskenning van den
wezenlijken aard der wetgeving. Deze be-
oort toch te we/.en, zal zij werkelijk aan
e eisc en, haar te stellen, beant woorden,
e a spiegeling van den nationalen geest.
n nu kon het voor Regeering noch
U vertegenwoordiging een geheim zijn,
het C'C llaB°lla,le overtuiging zich niet met
ve d eer,er rentebelasting
Niet altijd, wij geven het toe moet
de Regeering de openbare meening volgen,
0t kunnen gevallen voorkomen, waarin het
Wenschelijk, noodig moet worden genoemd,
dat het Gouvernement tegen de publieke
opinie in, de wetgevende maatregelen be-
rarne en uitvoere. De veiligheid, de zeker
heid, de zedelijkheid, het recht, kunnen
zulk een optreden tegen den nationalen zin
dringend vorderen.
Maar als er betaald moet worden, om
in de immer stijgende staatsbehoeften te
kunnen voorzien, dan mag de Natie, elke
Natie, dunkt ons, eischen, dat zij dat zóó
doe, dat haar rechtsgevoel, haar zedelijk
heidsbesef niet worden gekwetst.
Mogelijk voegt iemand ons toe: »Hoe
kunt ge meenen, dat de Nederlandsche
Natie van geen rentewet wil weten, daar
artikel één dier wet met groote meerder
heid werd aangenomen.
Hierop antwoorden wij tweederlei.
FEUILLETON.
ZELFOPOFFERING UIT OUDERLIEFDE.
Vervolg.)
Re muren der kleine woning waren haar te eng
geworden, zij had nu eene vlucht genomen.
Zoo verfraait de liefelijke betoovering der hoop
Met alleen de toekomst, maar zij maakt zich ook
Weester van het tegenwoordige, en doet alles door
haar veelvermogend prisma van gedaante veran
deren.
Ral armoedig, nederig, grauwe huisje was nog
altijd even somber als voor twintig jaren. Maar
een enkele gedachte in het hart eener vrouw ge
slopen, heeft er een paleis van gemaaktO
droomerijen der hoopAch, mogtet gij
to°h altijd voorbijtrekken, evenals de goud
kleurige wolken aan den hemel voorbijdrijven.
Bedriegelijke schijn, houd ons niet op in dit
levenMaar wat is de mensch zonder hoop,
z°nder geloof, zonder liefde?... O, wie deze deug
den niet gekend heeft, is duizendwerf ongeluk
kiger dan hij, die er zich, menschelijkerwijze ge
sproken, in te leur gesteld heeft gezien!...
Weken verliepen er en Ursula waande zich ge
lukkig.
Op zekeren dag trad August de kleine woning
binnen en zeide tot zijne verloofde:
Vriendin, bespoedigen wij ons huwelijk,
Teu eerste is het volstrekt geen geheim,
dat de tegenwoordige Tweede Kamer niet
te zien geeft de getrouwe uitdrukking van
de Natie, in haar onderscheiden zienswijzen
en aspiratiëu. De meerderheid der Kamer
is niet homogeen met de gevoelens van de
O O
meerderheid in het Land. Wie zou bv.
durven volhouden, dat de Limburgsche be
volking bij hoofdelijke stemming haar zegel
hechten zou aan het rentewet-votum der
Limburgsche Kamerleden?
Ten andere is het mede allerminst een
verborgenheid, dat de stemming over de
rentewet niet is een oordeel vellen over het
principe, dat die wet beheerscht, maar
het gevolg van berekeningen, geheel vreemd
aan de quaestie der heffing van een reu-
tebelasting.
Vele liberalen verleenden hun goedkeu
ring aan de wet, omdat zij den Minister
Vissering in 't gezag wilden behouden, en
dat al weder niet uit sympathie voor den
persoon of 't werk van dien Bewindsman,
doch eenvoudig wijl zij in 't. tegenwoordig
Kabinet geen bres willen schieten, uit vrees,
dat auders zij zouden kunnen worden ge
roepen om de teugels van 't Bestuur van
den heer vau Lijnden te moeten overne
men. De liberale heeren achten 't huidig
Bewind altijd goed genoeg om de minis-
teriëele zetels bezet te houden tot dat de
libertijnen weder een middeltje zullen ge
vonden hebben, om, minstens tijdelijk, tot
eenheid te geraken, en dan onmiddellijk
zich weder te nestelen aan de groene tafel.
Alles wel overwogen, houden wij dus
ten ernstigste vol, dat de indiening van en
het volharden bij de rentewet was en is
een uittarten der nationale overtuiging.
En door dat te doen wordt de wetgevende
macht geweld aangedaan.
Maar er is bijna nog erger.
Als men de verslagen leest der Kamer
zittingen, als men ze daarna later her
leest in de Handelingendan moet men
zich ergeren over de wijze, waarop het
prestige der wetgeviug wordt te grabbelen
gegooid en met de finauciëele belangen der
bevolking gespeeld.
Van het oorspronkelijk ontwerp dreigt
niet veel meer over te zullen blijven
dan eenige door de heeren Kamerleden
afgekloven beentjes, en als dan dat ramp
zalig overschot in het Staatsblad zal zijn
gevonden, dan zal professor Vissering nog wel
zegepralend uitroepen: »dat is nu mijn wet!«
mijn regiment verandert van garnizoen! wij moe
ten trouwen, opdat gij mij volgen kunt.
Gaan wij ver van hier, August?
Zoudt gij dan bang wezen, mijn goede Ursula,
een andere landstreek te gaan bezichtigen, een
anderen hoek der wereld? Er zijn schooner plaat
sen dan dit oord.
Och, August, het is niet voor mij, maar voor
vader en moeder; zij zijn al zoo oud, en zouden
bezwaarlijk een langdurige reis kunnen uithouden.
August bleef onbewegelijk voor Ursula staan.
Ofschoon de dichte sluier, dien het geluk over
's menschen oogen spreidt, August alle nage
dachten had kur.nen beletten, zag hij echter in,
dat Ursula, om in zijn lot te deelen en hem te
volgen, hare ouders zou moeten verlaten. Hierop
had hij niet gerekend; maar vertrouwende op de
liefde, die het meisje hem toedroeg, meende hij
deze zwarigheid gemakkelijk te zullen overwin
nen. Hij moest beginnen, Ursula bekend
te maken met zijn tegenwoordigen toestand en
zijn vooruitzichten. Innig aangedaan door het
verdriet, hetwelk hij haar ging veroorzaken, nam
August hare hand, verzocht haar plaats te nemen,
en zeide haar zou heusch mogelijk
Geliefde vriendin 1 het is onmogelijk, dat
uw vader en uwe moeder ons in ons zwervend
leven van het eene garnizoen naar het andere
kuuneu volgen 1Tot heden foe, Ursula, hebben
wij elkander bemind, met elkander geweend; wij
Op zicb-zelf genomen zouden wij bet
zoo erg of bedenkelijk niet vinden, dat
een werkstuk van den hooggeleerden Minis
ter vau Financiën uiteen werd genomen,
gerepareerd of zelfs gebeel gewijzigd, tot
onkenbaar wordens toe; docb wij kunnen
er thans niet zoo kalm ouder blijven, nu,
bij de vernedering, den Minister zoo
welverdiend aangedaan, ook de beurs der
Natie betrokken is.
Het hangt in verband uit de wijze waarop
bet nu toegaat in de Kamer, letterlijk van
een toeval af, of deze of gene bezitter van
rentegevende papieren al dan niet zal wor
den belast, terwijl de stem van menig
Kamerlid over een amendement of wets
artikel wordt bepaald door alles behalve
den inhoud. Eu dat is nu de manier, o
volk van Nederland, waarop over uw gelde
lijke belangen wordt beslist. Trouwens bet
zou in die fraaie Tweede Kamer volstrekt
niet anders toegaan al ware de geldigste,
de hoogste belangen der Natie aan de orde.
Aan de tegenwoordige Tweede Kamer
ontbreekt alle waarheid en waardigheid.
Te vergeefs houdt de rechterzijde der
Kamer de Limburgsche rentewetvrienden
natuurlijk uitgezonderd zich dan ook
zoo cordaat mogelijk. Te vergeefs treedt
een breede reeks van vaderlandslievende
mannen op om aan de Regeering, aan de
Kamer, aan de Natie te zeggeu, waarop
het staat. Te vergeefs brandmerkte de heer
Heydenrijck manmoedig als steeds, de volg
zame houding der liberalen, die tegen de
rentewet zijn en vóór haar stemmen, als
een daad van onvergeeflijke zwakheid. Te
vergeefs riep de heer des Amorie van der
Hoeven het mededoogen in voor de kleine
renteniers. Te vergeefs, doch waar zouden
wij eindigen, wilden wij recht doen weder
varen aan de volharding en het talent,
waarmede zoo vele gemoedelijke leden der
Kamermiuderkeid tegen 't geweld op de
beurs der Natie, erger nog (door eene
eed of liefde-belasting) op haar geweten, be
proefd
Wij volstaan er dus mede te constateeren,
dat de goedgezinden in de Kamer doen wat
zij vermogen, en dat enkele liberalen al
thans ditmaal van onafhankelijkheid doen
blijken.
Tóch zien wij ook de eindstemming over
de rentewet met zorg tegemoet.
De uitslag zal niet worden beheerscht
door consideratiën met de zaak iti verband;
hebben van ons leven een droom gemaakt, zon
der nog ooit op de gedachte te zijn gekomen
van een vast bestaan. Ik moet u dan zeggen,
mijne dierbare Ursula, dat ik zonder fortuin ben,
ik bezit niets dan mijne epauletten. Mijne soldij
bedraagt slechts eenige honderd guldens, waarmede
wij ons beiden slechts sobertjes zullen moeten
behelpen. Ik heb gerekend op uwen moed,
op uwe standvastigheid. Maar gij alleen moogt
mij volgen. De tegenwoordigheid uwer ouders
iu onze huishouding is eene onmogelijkheid 1 Wij
zouden geen brood te eten hebben.
Ik vader en moeder verlaten 1 riep Ursula.
Laat hen hier blijven met het weinigje,
dat zij bezitten, in dit huisje; vertrouw hen aan
de zorg en oppassing eener bekende, en volg gij
uw bruidegom.
Vader en moeder verlatenherhaalde Ur
sula; maar weet gij dan niet, dat hetgeen zij
bezitten niet toereikend is voor hun levensonder
houd? Dat, om de huur dezer schamele woning
te betalen ik buiten hun weten den geheelen dag
werk? Dat zij sedert vele jaren door niemand
anders zijn verzorgd en verpleegd geworden dan
door mij?
Arme Ursula, hernam August, men moet
zich onderwerpen aan hetgeen onvermijdelijk is.
Gij hebt het verlies van hun gering vermogen
voor hen verborgen gehouden; maak er hen thans
mede bekend, omdat de noodzakelijkheid zulks
hij zal worden bepaald door motieven,
welke evenveel of even weinig gemeens
hebben met een renteheffing als de
vrijheid met het liberalisme.
Onze Tweede Kamer heeft haar crediet
bij de Natie verloren en het gebeurde bij
de overweging der rentewet, waardoor kaar
wetgevende zwakheid in zulk een treurig
licht trad, zal er zeker niet toe bijdragen,
om de Kamer in de achting der Natie te
doen rijzen.
Een Minister, die zich bijna alles laat
welgevallen, om te blijven zitten, en
een Kamer, die dergelijk een toeleg steunt
en mogelijk maakt, zij vormen een geheel,
dat de nadenkenden in den lande treurig
moet stemmen.
Zal nu de stembus van Juni wraak ne
men over de stemmingen van Maart en
April
't Ware te hopen, doch wij vreezen er
voor.
De census is zóó geregeld, de kiesdis
tricten zijn zóó geknipt, dat velen niet tot
de stembus mogen naderen, van wier votum
iets goeds was te wachten, terwijl het vo
tum van anderen, door de partijdige sa
menstelling der districten, geheel door dat
van de libertijusche kiezers wordt geneu
traliseerd.
Ondanks al die ouguustige omstandig
heden zouden recht en waarheid toch kun
nen triomfeerenals de goedgezinden overal
zich maar ijverig wilden toonen.
Moge de ernst der tijden velen daartoe
ernstig dringen.
Most de redacteur van Die Freiheit, is
gevat en zijne drukkerij is door de politie
gesloten. Eergisteren onderging hij een
eerste verhoor voor den politie-rechter in
de Bow-street. Iïij wordt aangeklaagd
wegens ojiruiïng van het volk van een
vreemden Staat en aansporing tot rebellie.
Naar de Daily News verneemt, zouden
er, ingevolge zekere bij de overheden in
gekomen inlichtingen, bij de jongste reis der
Koningin vaii Windsor naar Londen en
terug, buitengewone voorzorgsmaatregelen
genomen zijn voor de veiligheid van H. M.
Frankrijk.
Wegens beleediging van den President
der Republiek is de directeur van le Monde
vereischt. Bepaal hunne levenswijze naar datgene,
wat hen overblijft; want, helaasmijn geliefde,
wij kunnen hun niets geven.
Vertrekken Zou ik van hier vertrekken,
zonder mijn ouders mede te nemen! Hen aan
de zorg van vreemden overlaten?.... Neen, dat
is onmogelijk. Ik zeg u immers, dat ik voor hen
moet werken.
Ursula, dierbare Ursula! hernam August,
terwijl hij de handen van het weenende meisje
in de zijnen drukte, laat u niet vervoeren door
de opwellingen van uw edelmoedig hart; denk
na en zie de wezenlijke waarheid in het aan
gezicht. Wij weigeren hun geen onderstand,
maar wij kunnen niets geven. Wij kunnen slechts
het noodige onderhoud voor ons beiden vin
den, en dan nog wel alleen omdat gij en ik
den moed hebben, de gemakken des levens te
derven.
Achik kan, ik mag hen niet verlaten,
riep Ursula op kartversckeurenden toon uit, ter
wijl zij hare blikken op de beide ingesluimerde
oude lieden sloeg.
Bemint gij mij dan niet, Ursula? vroeg
kugust aan zijn bruid.
Het arme meisje antwoordde niet dan door een
tranenvloed.
August bleef nog lang bij haar, en gaf haar
de teederste verzekering van zijn toegenegenheid.
Wordt vervolgd.)