NIEUWE No. 474. Donderdag 14 April 1881. 6e Jaargang. 't Fransche conflict met Tunis. BUITENLAND. P'l'jSïT gende: Vi Engeland. Frankrijk. Duitschland. ABONNEMENTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem J 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUBEAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Het bezit van koloniën heeft, als alle ^ken, eene licht- en eene schaduwzijde. eze uitspraak kau worden geconstateerd Nederland, Engeland, Spanje en alle overige landen die er koloniën op na hou- ®d. Ock Frankrijk moest in den laatsten Dd de treurige ondervinding opdoen dat op et gebied van de koloniale politiek niet altijd rozen groeien. Het prestige der Fran- Sche Republiek dat reeds zooveel offers aan geld en mensehen heeft; verslonden en waar- aat' mea in Parijs zooveel waarde hecht, ^°)dt in deze dageu van twee zijden bc- rt igd. Frankrijk heeft reeds lang het plan gevormd een spoorweg door de Sahara,- w°estijn aan te leggen. Overste Flatters weul gezonden om het land op te nemen 6n eeue geschikte plaats voor de lijn te zoeken. Hij nani) niettegenstaande deze nmatregel door zaakkundigen werd afge- euid, een aantal gewapende begeleiders e. Dat verwekte achterdocht hij de wilde stammen- i overvielen de expeditie eu richten °a"ev9er 160 man in de pan. Bo uü Hustapha vermelden het vol- diti 1Gr IU^9°H'ugen, die zich bij de expe- ^ei)3 ^",El 1 fitters hadden aangesloten zijn Ua Maart, hongerig en afgemat, te biilr a 036 ^Ü('iog aaiigekomen, dat an» de gansche missie vernietigd is; ®ei1 had haar vier dagreizen van Haires, en zuiden van Assimm overvallen eu overste Flatters, benevens 30 andere deel nemers werden vermoord. Het gelukte lui tenant Dianous met 63 man te vluchten. Op hunnen terugtocht ontmoetten zij een anderen volksstam die plechtig verzekerde geen deel aan het bloedbad te hebben geno men; zij toonden medelijden, gaven blijken van vriendschap en boden dadels aan. Deze vruchten waren echter vergiftigd, eu Dia nous benevens 28 onderhebbenden stierven door 't vergift. De onderofficier Pobeguin zette den tocht met 30 man voort, werd echter vier dagreizen van Messegan door wilde stammen omsingeld en zond nu de inboorlingen om hulp naar Uargla. De Ka lief van Uargla rukte onmiddellijk met 400 Meharis uit om het restant der expeditie le redden, doch te vergeefs; de overgeble venen zijn allen omgekomen; zij bezweken v°or de overmacht. Frankrijk zal niet spoedig voldoening eHangen van deze moorden, want een strijd Het wilde volksstammen (men deuke aan Atjeh) heeft zijne eigenaardige moeilijk heden. Een Tunesische stam, de Kroemirs, hebben rooftochten gemaakt op Fransch gebied. Dit feit geeft Frankrijk de lang ge- F E UIL L E T O N. kookkunst en keuken. Hij de meest,e mannen, maar ook zelfs bij zeer Vfcle vrouwen, bestaat een hooghartig vooroordeel gen het schijnbaar onaanzienlijke werk in de e_ en. Dames, die gaarne den g< heelen dag dijden aan bet lezen vau romannetjes of aan de zorgen voer haar toilet, komen gewoonlijk zoo weinig mogelijk in keuken. Vrouwen, die zeiven vee in de keuken werkzaam zijn en daar alles es leren, worden veelal „prozaïsch" genoemd. 1 ten onrechte. Wie zóó spreekt, heeft geen feJip van 1e poëzie, die ook in de keuken is te nil jD' UeC's Ue dichters er, minnezangers en riddertijd bezongen vaak het genot wat en heerlijke maaltijd kan verschaffen. En ook onze dagen is het immers nog altijd een der U wenschen, die men voor iemands geiuk uitspreken, wanneer men hem het bezit toe- vemcht van een eigen „haard." en zou zich in zeer diepzinnige bespiegelin- wenschte gelegenheid om het patronaat, d. w. z. de suzereiuiteit over Tunis tegen over den Bey en tegenover Italië machtig te worden. Ja het conflict met Tunis komt Frankrijk zoo van pas, dat booze tongen zelfs durven verzekeren dat het vooraf be raamd of besteld werd. Frankrijk wil in de woestijn van Sahara vergoeding zoeken O O voor het verlies van Elsas Lotharingen. Zoo luidde zelfs de uitspraak van. een En- gelsch blad bij 't bespreken van Frankrijks houding tegenover Tunis. Het blad sprak spottend doch het vertolkte wellicht toch eene zeer ernstige waarheid. Zeker is het dat zelfs de Afrikaansche wilden door ce practische ervaring geleerd hebben, dat achter den civilisatie-ijver de materi- ëele belangen staan. Zelfs Fransche dag bladen geven dit niet onduidelijk te kennen. Zeer duidelijk o. a. spreekt te dien aan zien le petit Journal. Afrika, zegt dit blad, is de reserve der toekomst; de toekomst behoort aan die volkeren welke zich mees ter weten te maken van de Noordkust van Afrika. Frankrijk is beter dan eene andere natie in staat handelend op te treden. Eene schoone gelegenheid wordt ons thans in Tunis aangeboden, in een land waar wij wellicht tot heden te toegevend voor de wilden waren. Tot dusver schijnt ons ge duld slechts een paar honderd menschen- leveus gekost te hebbeD,maar als we de militaire toebereidselen nagaan, kunnen de heereu wilden op eene afmaking en masse rekenen. Ofschoon Frankrijk, volgens geruchten, plechtig beloofd heeft niet tot annexatie van Tunis over te gaan, zoo vindt de on derneming in Italië en Engeland natuur lijk veel tegenwerking, want een uitbreidi g van Frankrijks grondgebied in landen ge legen aan de Middellandsche zee past niet in den kraam van Engeland, noch in dien van Italië. Frankrijk, zegt het Dagblad zeer terecht, Frankrijk moet wel weten wat het doet. Het denke ernstig na over de gevolgen, zoo er althans in Gallië nog luisterende ooreu zijn voor de inspiratiën van het gezond verstand. Er schijnt inderdaad een volks waan in Frankrijk te heerschen, die we der den droom van wapenroem en volk plantingen, als in de dagen na 30 doet droomen. Teleurstelling zal ook weder niet uitblijven. De Franschen toch verkeeren allerminst in dit tijdvak van hun volksbe staan in een phase, waarin zij als eene christelijke heschavingsmacht naar huiten kunnen optreden. In dat opzicht hebben zij nog ontzettend veel naar binnen te doen. Zelfs zou men kunnen betoogen dat een Staat, die 't asylrecht voor moordenaars gen daarover kunnen verdiepen, doch ieder zal moeten erkennen, dat de drie grondregels, die de werkzaamheid in de keuken moeten leiden, ook de grondslagen zijn voor alle maatschappe lijke welvaart. Deze drie zijn degelijkheid, goede smaak en zuinigheid. De mindere zorg van zeer vele dames voor het werk dat in de keuken moet worden verricht, heeft reeds vele nadeelen teweeggebracht. Voor eerst wordt daardoor de vervalsching van levens middelen zeer in de hand gewerkt, omdat de meeste leveranciers weten, dat hunne koopwaar toch niet komt onder de oogen van de vrouw des huizes. Ten anderen bevordert het de uit huizigheid der mannen, die in koffiehuizen of sociëteiten gaan zoeken, wat de eenvoudige familiedisch bun niet meer kan opleveren. De huiselijke gezelligheid wordt daardoor alzoo ernstig benadeeld. En wat de zuinigheid betreft, zou het belang rijk zijn indien men eenigszins bij benadering kon berekenen hoeveel schatten geld er jaarlijks in een geheel land nutteloos worden verspild door zoo onbegrensd wil handhaven als nu wordt geëischt in de hoofdorganen der pers te genover de resolutie van Dr. Windthorst iii den Duitschen Rijksdag, in de moderne maatschappij wel eenigszins op een Bar- barijschen roofstaat begint te gelijken; in elk geval schijnt het onloochenbaar, dat zulk een land de zedelijke kracht mist, zoo het al zijn bevoegdheid kon legitimeeren, om banierdrager der beschaving te zijn in een ander werelddeel. En nu zwegeu wij van de moeilijkheden, waarin Frankrijk zich dompelt tegenover Turkije, als ook tegenover de mogendheden die Turkije's positie nog zooveel mogelijk willen handhaven. Turkije is, met goed vinden ook van Frankrijk, in 1871, ook al zag de Sultan toen af van zijn recht om schatting van Tunis te heffen, de Suzerein van Tunis gebleven, en alzoo onmiddellijk, ja zelfs alleen nog, bijzijn internationale verwikkelingen betrokken. Vatten wij dat alles te zamen, dan komt het ons niet onmogelijk voor, dat de Tune sische grens-quaestie wel eens een gevaar lijker karakter dan het Grieksche grens vraagstuk kon erlangen. De plannen voor een revanche-oorlog tegen Dnitschlaud zijn nog niet tot volle rijpheid gekomen en de Tunesische expedi tie zal die plannen op de achterhoede stel len. De politieke hoofden in Frankrijk wil len blijkbaar echter den oorlog en het ar me volk is altijd goed genoeg om de dwaas heden zijner leiders te betalen. De Afri kaansche bezittingen hebben Frankrijk reeds veel bloed en geld gekost, de jongste ge beurtenissen in Tunis dreigen op nieuw groote offers noodzakelijk te maken. 't Is bij al die bedrijven te hopen dat kolonisatie-woede van Frankrijk niet epi demisch worde bij de andere mogendheden van Europa en vooral niet aanstekelijk werke op Duit^chland. Zij zou hoogst na- deelig kunueu influenceereu op den inwen- digeu vrede van ons werelddeel in 't alge meen en op de zoo zeer gewenschte rust in ons dierbaar vaderland in 't bizonder. Blijkens berichten uit Tunis, te Londen ontvangen heeft er aan de grenzen een ernstig gevecht plaats gehad. De Kroe mirs hebben de Fransche grens overschre den en een aanval op het blokhuis gedaan. Daaruit ontstond een hevige strijd, waarbij de Franschen, in weerwil van ontvangen versterking, 60 man verloren. Daarna is de vijand over de grens teruggetrokken. een onvoldoend toezicht op hetgeen de dienstbo den in de keuken verrichten. Wie zich moeite geeft om dergelijk dwaze uitgaven tegen te gaan, wordt spoedig door de dienstboden voor gierig of inhalig aangezien, alleen omdat deze veelal aan dagelijksche controle zijn ontwend. „Een goede kok mag nooit verkwistend zijn, heeft de beroemde Vatel gezegd, en die kon het weten. Graaf Rumfort overdreef niet, toen hij de kookkunst tot het onderwerp maakte van een staathuishoudkundig betoog, in deze woor den „De verhouding der welvaart eener natie tot de aanwezige hoeveelheid voedingsmiddelen hangt evenzeer af van hare vorderingen in de kookkunst en landbouw. Kookkunst en landbouw, beide komen slechts bij beschaafde volken tot ontwik keling. Bij wilde natuurvolken vindt men ze niet." NOOIT VEBLEGEN. Graaf Jaubert was altijd met een spoedig antwoord klaar, en of zijne kwinkslagen vriend Ook heeft er eene vijandige demonstratie plaats gehad voor de woning van den Franschen consul te Tunis. De dimes maakt den inhoud openhaar van een vertrouwelijke depêche, door lord Salisbury, den vorigen Minister van Bui- tenlandsche Zakeu, onder dagteekeuiug van 7 Augustus 1878 aan lord Lyons, den Britschen ambassadeur destijds te Pariis, gerichte depêche over het Tunesisch vraag stuk. De Minister verklaai'de in die depêche, dat Engeland in Tunis geen speciale be langen heeft te verdedigen, welke het eenige aanleiding zouden geven den wettigen en toenemenden invloed van Frankrijk in die streken met wantrouwen te bejegenen. Zelfs de val van de Regeering van den Bey zou in Engelands houding geenerlei verande ring brengen. The Daily Telegraph verneemt, dat En geland en Italië hun bemiddeling zullen aanbieden tusschen Frankrijk en Tunis. Het ontwerp tot reorganisatie der pre fectuur van politie te Parijs is bij de Kamer ingekomen. Nog steeds worden te Marseille en Toulon schepen in gereedheid gebracht om ammunitie naar Algerië over te brengeu. Van Marseille zijn de Caldera, Saint-Au- gustinVille de Madrid en Fournel op het punt van vertrekken; van Toulon de Ar mor igue, Idore en Annamite. Het Fransche expeditie-corps tegen Tunis zou van 15,000 op 30,000 man gebracht worden. Nadat aan den hofprediker Stöcker, gelijk gemeld werd, te Carlsruhe van li berale zijde alle lokalen geweigerd waren, om een voordracht te houden, werd ein delijk toch een zaal voor hem beschikbaar gesteld. De vrijheid des woords,," waarop hij had gerekend, werd hem ook toen nog feitelijk betwist, want men trachtte door het verspreiden van geruchten nopens te verwachten rustverstoringen en het or- ganiseereu van een concert, ten behoeve der armen, op den eigen avond dat hij spreken zou, hem te bemoeielijken. Toch waren 1200 belangstellenden in de zaal bijeen, terwijl nog zeer velen moesten wor den afgewezen. Vele officieren, de Staats minister dr. Jolly en andere aanzienlijke per sonen woonden de samenkomst bij. De heer Stöcker bleef in zijn rede binnen de grenzen der gematigdheid, gelijk in de liberale Ba- densche Landeszeitung wordt erkend, onder afkeuring der tegenwerking, welke hem ten deel was gevallen. of vijand troffen, was hem totaal onverschillig. Gebeurde het soms dat hij er inliep, dan had hij er bizonder goed den slag van om zich er oogenblikkelijk weer uit te redden. Bij zekere gelegenheid, dat hij niet zeer te vreden over Maarschalk Soult was, maakte hij een aantal puntdichten op hem. De maarschalk wien dit ter oore was gekomen, was daar niet gesticht over, en op eene der receptiën van Louis Philippe, juist toen de graaf naar hem toetrad om hem te begroeten, keerde hij dezen, in het bijzijn van wel dertig heerenden rug toe. „Mijnheer de maarschalk." zeide graaf Jaubert, met de grootste bedaardheid, „ik heb gehoord dat ge mij niet als een uwer vrienden beschouwt. Tot mijn genoegen zie ik dat er geen grond voor dat gerucht is." „Hoe zoo, mijnheer?" „Omdat het uwe gewoonte niet is,„ antwoord de de graaf, „den vijand uw rug toe te keeren." 't Is misschien onnoodig te zeggen dat de maarschalk terstond graaf Jaubert de hand toe stak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1