NIEUWE No. 475. Zondag 17 April 1881. 6e Jaargang. Rentewet en Minister. BUITENLAND. Engeland. t HAARLEM ABONNEMENTSFR IJS Per 3 maanden voor HaarlemJ 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ERAIT PRIJS DER ADVERTENTIÈN BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NOKT AGITATE. Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Wij hebben nog altijd een woord in de naar aanleiding der verdaging van de discussie over de rentewet. Benige dagen voor dat de Minister Vis aing den Voorzitter der Tweede Kamer Weefd verzocht, de beraadslaging over dat Wetsontwerp van de orde van den dag af I® nemennatuurlijk omdat het dien dag reeds met het wetsvoorstel niet meer ln orde was schreven wij een beschouwing, Waarboven wij het opschrift steldenwet gevend onvermogen. In dat betoog deden wij uitkomenhoe de Kamer, in haar tegenwoordige samen- o c? helling, niet meer in staat kan worden gerekend tot een deugdelijken wetgevenden arbeid. De vrees bekroop ons, dat ondanks die Parlementaire uitgeputheid, of liever ten 8Ppt van het gemis van alle wezenlijke 'evenskracht, de Kamermeerderheid toch bijna ondenkbare zou durven onder staan en aan de natie een last opleggen, d'e evenzeer onnoodig als onbillijk en ha- ^e'ijk moet worden gebrandmerkt. Bet toeval wij spreken van een men selijk standpunt is voor ons volk ech- S voorloopig gunstig geweest, er hebben Zlch, door den loop der omstandigheden, c°mbiuatiën kunnen vormen, welke tot den aanvankelijken val der wet mochten 'eiden. De heeren kooplieden van Amsterdam en Rotterdam zijn wel zeer liberaal als het °P het nemen aankomt (dan hebben zij Heber alles), doch zoodra het op het geven toegaat, worden zij ontzettend behoudend. Toen dus het amendement-Blussé was aangenomen, waarbij ook de kooplieden voor hun kapitaal aan de heffing der be kisting werden onderworpen, begreep de Minister, dat alleen reeds die omstandig- eic' kij het eindvotum eeuige stemmen aan t ontwerp zoude onttrekken, die hij voor ae aanneming er van niet zou kunnen bissen. Tot overmaat van ramp kreeg ook de aeer Bergsma zijn zin in een wijziging, welke hij in 't ontwerp wilde gebracht Zlen, en tegenover welk amendement de •"Duister, gelijk men onder 't volk zou Zeggen »op zijn achterste beenen ging staan. Dat was te veel voor den heer Visse- rlng. men drong hem beginselen op, waar- hij getuigde dat ze in deze wet niet FEUILLETON. Réclame in engeland. an8s werd in Het nieuws meegedeeld, dat in nëelan<j eene maatschappij tot ad verteeren was ^gericht, die réclames of advertenties van dezen genen handelaar en fabrikant op porseleinen talil6Zen CnZ' P'aat9en> natuurlijk tegen be- ng> met het doel deze in bruikleen af te n aan de hotelhouders, onder verplichting .Wel dat de schotels, borden enz. dier ver- Slng Je,, gagf;en 0f bezoekers zouden worden gezet, om zoo doende hunne aandacht op de wertenties te vestigen, ech °VensDande wijze van adverteeren schijnt er n°g niet zoo practisch en doeltreffend, als welke men tegenwoordig op groote ®a te Londen, Manchester, Liverpool, Leeds, enz. heeft ingevoerd, namelijk het adver- ren op doosjes waslucifers patent London b0xes with vestas) Al k 'lls men daarvan een groote partij hij elkan- maken, wordt de advertentie op de doosjes or^ de fabrikanten gratis geplaatst, en kan elk °osje waslucifers keurig netjes afgewerkt, voor- ,en. Tan een zeer duidelijke en leesbare adver se van 90 letters, in iederen sigarenwin thuis behoorden, en als dan het wetsvoor stel geheel onkenbaar was gemaakt, dan zou net ten slotte nog worden verworpen. Die verwerping zat den Minister dwars voor de maag. Een verknoeide wet ware niets geweest, een liberaal man ziet niet op zulk een wetgevende kleinigheid; maar de afstemming van een ontwerp, dat men laat uiteenrukken alleen om 't er maar door te halen, dat was een te groote politieke pil voor de reusachtige keelruimte van een vrijzinnig Minister. En zoo gebeurde het, dat de rentewet, op vereerend verlangen, uit de handeu van de Kamerleden werd genomenvoor dezen haar zouden hebben doodgesold, wilde de Minister zich met zijn lieveling nog eens in de woestijn der stille overpeinzing be geven. Zullen wij nog hebben te verzekeren dat wij met levendig genoegen die tijding vernamen Maar welk goed vaderlander zou zich niet verheugen nu het vooruitzicht geboren werd, dat onze natie zal bevrijd blijven van een belasting, die alleen door de eer lijke lui zou worden opgebracht, terwijl de oneerlijken, in strijd met de Grondwet, welke geen privilege in zake van belas tingen wil, feitelijk een groot voorrecht zouden erlangen. Ook het feit, dat de rentewet de stich tingen der godsdienstige vroomheid en der liefdadigheid zouden treffen, maakt haar tot de oneer van een land, hetwelk tot heden er nog zijn roem in mocht stellen, dat de wet althans de barmhartigheid eer biedigde als een der edelste gezindheden welke in 't gemoed kunnen zetelen. Het liberalisme wilde ook die kroon ons nog ontnemen. Er wordt evenwel nog veel geredekaveld over de vraag of de Minister Vissering de wet werkelijk zal omwerken en haar dan gekramd en gelijmdwederom op het bureau van den Voorzitter zal deponeeren. Alles is mogelijk, dus ook, dat een gewe zen hoogleeraar in de staathuishoudkunde zich, in politieken zin, zoo diep zou ver lagen dat hij een wetsontwerp hetwelk de Kamer reeds onkenbaar maakte (verge leken bij 't oorspronkelijke opstel) geheel tegen zijn zienswijze in, vervormt, om het maar door de heeren te doen slikken. Voor ons heeft de vraag, wat zal de Minister met het ontwerp doen, weinig be- teekenis. Wij willen in geen enkelen vorm van een rentewet iets weten. kei bij de kleinste boeveelheden, d. w. z. bij één enkel doosje, verkocht worden. Macaulay heeft gezegd, dat adverteeren voor den koopman is, wat stoom voor de industrie is, namelijk de groote drijfkracht. Maar wij Neder landers kunnen op dat gebied nog enorm veel van de Engelsche naburen en van de Amerika nen leeren. Beide natiën toch verstaan de kunst van ad verteeren bij uitnemendheid, en zeer vele zijn de practische manieren, waarop men b. v. in Enge land met uitmuntend gevolg zeer aanschouwe lijk ziet adverteeren of reclameeren. Te Leeds (Yorkshire) passeerde schrijver dezes onlangs in eene der hoofdstraten een grooten schoenmakerswinkel met legio kijkers er voor. Achter twee kolossale spiegelruiten stonden een zestal schoenmakers hun vak te oefenen d. w. z. ze waren druk bezig, om voor den gaanden en komenden man kapotte schoenen en laarzen te re- pareeren. De arbeid was zoo verdeeld, dat de een ze op de leest zette, de kapotte zool of hak of wel beide verwijderde, de andere het leder pasklaar sneed, de derde de schoenen ot laarzen verzool de, de vierde de hakken repareerde en zoo voorts. Die mannen hadden het druk. Ze keken niet De omstandigheden des tijds leggen wer kelijk al last genoeg op de effecten; geen onzekerder bezit thans dan papieren waaronder er vele zijn, welke straks wel licht niet veel meer dan scheurpapier waard zullen wezen. De couponknippers worden zoo benijd, maar zij verdienen in zeker opzicht veeleer te worden beklaagd. Welk land kan men tegenwoordig zoo solide rekenen, dat men voortdurend geregelde betaling van de rente zijner schulden verzekerd zou durven noe men? Uit dit laatste gezichtspunt zou men kunnen zeggen, dat de wet der historie, welke de Rijken, na opkomst en bloei, doet vallen, de rente reeds zoo drukt, dat de heer Vissering zijn rentewet wel bij zich kou houden. Mocht hij, zooals sommigen schijueu te meenen, toch de vermetelheid hebben in 's Lands Raadzaal te komen met een om gewerkt ontwerp, dan hebben wij toch nog wel zóó veel vertrouwen op het waar- digheidsgevoel van de meerderheid der Tweede Kamer, dat zij er zich niet toe zal laten gebruiken om dien grooten sprong met den Minister door deze vreemdsoortige wetston te wagen. Behoefte aan een nieuwe heffing bestaat er op dit oogenblik niet. De toestand van de schatkist is betrekkelijk zeer gunstig te noemen. Als men maar zuinig leeft (noodige uitgaven mogen niet worden terug gehou den) dan gelooven wij, vooral wanneer tot het leenen voor buitengewone werken wordt besloten, dat men zonder rentewet of eenig andere heffing, de toekomst gerust kan te gemoet treden. Hiermede willen wij niet zeggen, dat wij tegen versterking van de Rijksinkomsten in 't algemeen gestemd zijn; verre van dien. Als het echter daartoe komen zal, dat moet men maar niet enkel een nieuwe heffing verzinnen, doch dan behoort men het geheel van ons belastingstelsel eens kalm te over zien en nategaan, wat er aan verbeterd, wat er uit genomen, wat er bij gevoegd kan worden. Het is gemakkelijk genoeg een wet of wetje te fabriceeren, waarbij aan de Natie een nieuwen last wordt opgelegd, doch men mag tot zulk een daad niet lichtvaardig besluiten. Ongetwijfeld zou het daarom het best wezen, als de Minister Vissering aftrad. Hij is, hoe ook beschouwd, een zwak man. Ontzettend zwak toonde hij zich immers op. De bezoekers, die met kapotte schoenen en laarzen den winkel binnenstrompelden, gingen er in minder dan geen tijd met behoorlijk gerepareerd schoeisel als heeren weer uit. In een vertrek aan de werkplaats verbonden, zoo werd mij verzekerd, bestond gelegenheid, om couranten te lezen, als 't werk wat langer duren mocht. De schoenmakersbaas maakte goede zaken, en de klanten verlieten tevreden zijn werkplaats, om aan al degenen, die het maar hooren wilden, te ver kondigen Gaat daarheen waar wij vandaan komen om spoedig en goed geholpen te worden. Voorbij een grooten ijzerwinkel gaande, zag steller daar buiten de deur, behalve zagen, bei tels en hamers, verscheidene muizen en ratten vallen hangen, en om te toonen hoe probaat ze warenzaten er in eenige een stuk of wat muizen en ratten tusschen het plankje en de veer geklemd. De voorbijgangers zijn bij het vangen natuur lijk niet tegenwoordig geweest, maar dat komt er dan ook minder op aan, probeeren is het naast. Try to catch a rat! mijnheer de kijker! Laat onze handelaars en winkeliers het ook zoo eens probeeren 1 K. J. v. H. niet enkel tegenover de Kamer, maar ook tegenover zijn ambtgenooteu. De Minister Vissering namelijk had ons kunnen beveiligen tegen de invoering der schoolwetKappeyne. Hij had bezwaar moeten maken tegen de dubbeltjes; in zijn ongunstige opvatting van de fiuanciëele positie des lands, pastte volstrekt niet een nieuwe uitgave van eenige millioenen 's jaars. En als de Minister ruiterlijk voor zijn weigering, op grond van den toestand der geldmiddelen ware uitgekomen, dan zou de liberale Kamer-meerderheid hem, omdat hij tot de vrijzinnigen behoort, hebben ge loofd. In geen geval zou men tegenover een uitstel van wetsuitvoering, gemotiveerd door geldgebrek, een Kamer-votum hebben durven stellen, waarbij tot de invoering zedelijk werd genoopt. De Minister Visse ring gaf echter toe en had zelfs in de da gen der behandeling van de invoeringswet een veel lichter mutsje op omtrent onze financiëele hulpmiddelen dan vroeger en later. Dubbel en dwars heeft dus deze Be windsman zijn val verdiend. Zijn opvolger zou dan eens kunnen overwegen, of het denkbeeld wel zoo belachelijk is, om te doen, waartoe b. v. prins von Bismarck in Duitschland overging, namelijk de invoe ring van nieuwe indirecte heffingen. Alleen reeds onze tariefrechten zouden veel pro ductiever kunnen worden gemaakt voor de schatkist en denijverheid. Van dezen Minister is zoo iets niet te verwachten; hij late dus zijne portefeuille ten algemeenen nutte onteigenen. Dat zou een uitkomst zijn voor de Tweede Kamer-meerderheid, 't Kon toch gebeuren, dat zij, mocht de rentewet weder aan de orde worden gesteld, hare waardigheid ver getende, met den Minister meêwormde en het ontwerp er door hielp. Haar zwakheid (door den heer Heijdenrijk in 't debat zoo treffend en kernachtig gekenschetst) zou dan schier onteerend voor haar in 't licht treden. Voor alles zou het dus beter zijn, als de Minister met zijn troetelkind, de rentewet, verdween. Een gerucht is te Londen in omloop dat Duitschland beloofd heeft zich onziidic te *- o houden in de Tunesische quaestie, indien Frankrijk belooft niet te intervenieeren bij DE VRIJHEIDSMUTS. Als bij de Romeinen een slaaf werd vrijge maakt, werd hem een rood lakensche muts, pi- leus genaamd, op het hoofd gezet. Zoodra dit geschied was, werd hij tot een vrijman liber- tinus verklaard, en zijn naam als zoodanig ingeschreven. Toen in het jaar 263 de hoofdstad werd ingenomen, heesch de overweldiger eene muts op, om aan te duiden dat alle slaven, die tot hem overkwamen, vrij zouden zijn. Marius maakte van hetzelfde zinnebeeld gebruik toen hij de slaven aanspoorde om de wapens op te vatten tegen Syllaen toen Cesar vermoord was liepen de samenzweerders met eene muts op een speer als een teeken van vrijheid. In Frankrijk droegen de Jacobijnen een roode muts, maar in Engeland is eene blauwe muts met een witten rand het zinnebeeld der vrijheid, en Brittannië wordt somtijds voorgesteld met zulk een muts op de punt van een speer. De Amerikaansche vrij heidsmuts is ook blauw met een witten rand, waar dertien sterren op staan, in navolging van de Britsche. Zij heeft den vorm van eene ouder- wetsche slaapmuts. Wij deftige Nederlanders, gebruiken een vrij heids hoed.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1