NIEUWE No, 476. Donderdag 21 April 1881. 6e Jaargang. Teleurstelling en misleiding. BUITENLAND. Lord Cardigan. Iets over parapluies. Duitscliland. Frankrijk. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden yoor Haarlem J 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Ji-ir AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Waarheen we onze blikken wenden, in welk land ook, nergens werd de opstan dingsmorgen uit het graf der politieke en Sociale rampen door de paaschklokkeu in geluid 't is alsof de zware steen van el lende, van twist en tweedracht, van haat en verdrukking niet van het graf kan wor den geweuteld, waarin de meuschheid ge zonken is. Frankrijk maakt zich gereed voor een bloedigen krijg in een Barbarij- schen Staat; in St. Petersburg eindigen vijf vorstenmoordenaars hun levenop Chios heeft een verschrikkelijke aardbeving ongeveer 40000 menschen in diepe ellende gestort en overal vinden wij ontevredene Volkereu, wankelende tronen, sociale wan verhoudingen, partij-verdeeling en grenzen- looze verwarring. Alleen voor de Pruisische Katholieken scheen het dat de paaschmorgen vreugde voller dau zij in de laatste jaren gewend ^varen, zouter kimme dagen. In twee on beheerde diocesen hadden reeds de bisdom beheerders (vicaris-capitulaar) hun werk kring aanvaard, in het derde diocees wachtte 'aen ieder oogenblik de erkenning door den Staat van den gekozene. Doch de passie week bracht slechts teleurstelling. De Pruisische Regeering heeft aan het Domkapittel in Trier de verklaring afge legd, dat zij de verkiezing van den vroe- geren vicaris-capitulaar, den hoog eerw. beer de Lorenzi, niet kon sanctioueeren. Door dien maatregel is dus het werk van den vrede verijdeld. De door het Kapittel gekozen bisdomsbeheerder wordt door den Staat in het uitoefenen van zijn heilig ambt gecontrarieerd, het »Sperrgesetz« blijft dus voor het diocees Trier van kracht. De ver zoenende politiek der Regeering is plotse ling gekeerd. Waarom? De Regeering laat door hare bladen verkondigen dat de hoog eerw. heer de Lorenzi door zijne handelingen en ver houding geen zekerheid geeft voor eene Vreedzame en verzoenende uitvoering van zfjn ambt. Deze bewering is geheel en al onbegrijpelijk, vermits zij allen grond mist. De hoofT eerw. Heer de Lorenzi is de- O zelfde man als de vicarissen-generaal Drobe en Höting, wier benoeming door de Regee- ring is goedgekeurd. Hij staat op hetzelfde standpunt tegenover de Meiwetteu en is 01 et denzelfden wensch, met hetzelfde smach tend verlangen naar het einde van den ooltuurstrijd bezield. Hij is als een verzoen- FEUILLETON, De graaf van Cardigan, dezelfde dappere edel- ®an, die het bevel voerde bij de dolle maar 8edenkwaardige charge van Balaclava, reed eens ln al de pracht van zijne uniform als kolonel van bet 10e regiment huzaren, door de straten van Brighton, waar zijn regiment destijds inkwartier ®g. Toen hij den hoek van cer.e straat omsloeg, riep hij den voerman van eer. grooten wagen toe een weinig op zijde te gaan omdat de straat smal was. Be voerman, een stevige kerel, antwoordde ttet een grijnzend gelach, nam een handvol modder °P> en wierp den ruiter daarmede, zoodat al het schitterend goud van zijne uniform beslijkt was. Oogenblikkelijk sterg Lord Cardigan af, gal Zrjn teugel, benevens zijn sabel, die hij had sfgegespt, aan een der omstanders, en gebruikte e nationale wapens van ieder Engdscliman om «en forschen voerman een pak slaag toe te dienen zo«als hij nog nooit in zijn leven had gehad, waarna hij hem, met oogen, mond en neus in «en alleror.gunstigsten toestand om zijne photo graphic te laten maken, liet staan, te midden van lijk en vreedzaam man in het gansche bis dom bekend en heeft zich nimmer op eene in 'toog loopende wijze met politieke quaes- tiën bemoeit. De leden van het Kapit tel, die hem hunne stem gaven, konden onmogelijk aannemen dat hem van den kant der Regeering moeilijkheden zouden worden in den weg gelegd. De meesteu kenden den hoog eerw. heer de Lorenzi reeds sinds langen tijd, eenigen zelfs van zijne studiejaren af, de anderen werkten reeds gedurende acht jaren met hem in den geestelijken raad en waren dikwijls in de gelegenheid zich van zijne practische be kwaamheid, van zijn gezond oordeel, van zijne degelijke beginselen en van zijne ver draagzaamheid tegenover de staatsoverheid, te overtuigen. Bovendien was het hun be kend, met welke vreugde hij iederen licht straal tot beëindiging van het treurig con flict tusschen Kerk en Staat begroette. Zij geloofden in den hoog eerw. heer de Lorenzi deu rechten man voor het opperbestuur van het diocees te vinden, te meer nog daar hij vroeger reeds als vicaris-capitu laar was werkzaam geweest en zich steeds als een uitmuntend en hoogst bekwaam zaakgelastigde had ouderscheiden. En toch werd de hoog eerw. heer de Lo renzi door de Regeeriug geweigerdOns dunkt als de Regeering aanmerking maakt op een geestelijk caudidaat, dau moet zij, op grond van hare eigen wetten, met fei ten voor den dag komen. Te vergeefs zag men naar feiten uit. Slechts een officieus blad waagde het te beweren dat de hoog eerw. heer de Lorenzi deelnam aan de Schreckliche Kaplanspresse Waarlijk een gruwelijk feit in het land der Bildung und Intelligenz! Het blad maakte zich echter schuldig *7) aan een leugen; trouwens, gesteld dat zijne bewering waarheid bevatte, dan nog zou de gekozene bisdomsbeheerder zich toch niet aan een staatsgevaarlijk feit hebben schul dig gemaakt. Wil de Pruisische Regeering op zulke gronden hare goedkeuring ont houden, dan is, onzes erachtens, hare »ver- zoening« geen knip voor deu neus waard. Korten tijd na de verkiezing van den vicaris-capitulaar verscheen in de ultra liberale Kölnische Zeitung een karakterschets van den hoog eerw. heer de Lorenzi, waarin hem het schoonste getuigenis werd gegeven en waarin men de stellige ver- wachting uitsprak dat de Regeeriug hem dispeusatie van den eed (ingevolge de Juliwet) zou verleenen. Eenige dagen latei- het luid gelach en de toejuichingen der menigte. Daarop besteeg zijne Lordschap zijn paard weder en reed heen. De parapluie is een trouwe vriendin voor groot en klein, al zijn wij ook nooit bizonder op haar gezelschap gesteld, om de onaangename omstan digheden waaronder wij haar noodig hebben. Als zij haar beschermende vleugelen over ons uit breidt toch, waden wij, rillend onder regen of sneeuw, door modderzeeën er. plassen en hebben dikwijls daarbij nog te worstelen met haar grootsten vijand, den wind, die haar op allerlei verrader lijke manieren tracht beet te krijgen. Maar dat alles is niet aan haar te wijten. Zij houdt ons geheel of gedeeltelijk droog, en wij zouden het niet gaarne zonder haar doen, zooals onze vade ren voor 150 jaren. Want eerst omstreeks 1730 begon de parapluie hier te lande, in Engeland, Duitschland en elders algemeen in gebruik te komen. Zij had echter toen, als nieuwigheid, vóór zij het burgerrecht verkreeg, vele vooroordeelen te overwinnen. In 1756 nog werd een heer, die er mee in Londen's straten wandelde, door de straatjongens bespot en nageschreeuwd. Maar de man was zoo wijs er zong dit blad uit een gansch anderen toon en beschimpte den gekozene, natuurlijk zonder bewijs, zonder grond. Deze plot selinge verandering van opinie wordt toe geschreven aan de werking en aan den invloed der leden eener vereeniging ge naamd Deutscher VereimDeze aanhitsers in de Rijnprovinciën dulden niet, dat Trier in het bezit komt van een bisdomsbeheerder en zij hebben hun wil volbracht, hun plan volvoerd. Wat in Osuabrück en Paderborn uitstekend slaagde, leed schipbreuk in Trier, ofschoon de omstandigheden en ver houdingen dezelfde ziin. o Wij betreuren het feit. Maar als we de zaak eens nauwkeurig nagaan, dau heeft ook deze teleurstelling hare goede zijde. De werkelijke waarde der Pruisische ver- zoeuings-politiek is er helder en duidelijk door aan den dag gekomen. God zij dank, meu gebruikt geweld, heeft Bisschop Clemens August gezegd. Die woor den kunnen thans herhaald worden, want publiek geweld is niet zoo gevaarlijk als diplomatieke listen en kunstgrepen. Toen de Regeering zich in Paderborn en Osua brück zoo outzettend meegaande toonde, heeft zeker menig Katholiek gedacht: »nu de Juli-wetten zijn toch zoo kwaad niet en de bedoelingen der Regeeriug zijn toch nog al vriendschappelijk.Maar thans zijn we verlost van die zinsbegoocheling en de culturkampferische zweep van von Bis marck staat ons weer duidelijk voor den geest, en we bespeuren dat de heer von Puttkammer in de voetstappen treedt van den gehaten Falk. De Regeeringsgezinde Post heeft de goed heid, de bedoelingen der Regeering duide lijk te verklaren. Twee diocesen, zegt dit blad, zijn door de Regeering van beheerders voorzien om den II. Stoel en de andere Bisdommen begeerig te maken naar zulk gunstbetoon en tevens daardoor een zekere pressie uit te oefenen, opdat zij door mee gaandheid verdere gunstbewijzen verwerven. Om deze pressie echter duidelijker in 't dag licht te doen komen heeft de Regeering echter ook een voorbeeld moeten geven om aan de Kerk te toonen dat zonder con- cessiën men van den Staat niets kan ge daan krijgen. De Post zegt onbewimpeld wat de Juli-wetten met de diseretiouuaire volmachten bedoelen, 't Was niet te doen om eene verzoening, maar alleen om eene herziening der Mei-wetten. De Kerk moest zachtjes en langzamerhand onder het juk der onveranderde Mei-wetten gebracht worden. zich niet aan te storen; hij bleef zijn parapluie trouw en beleefde nog den tijd waarin hij haar algemeen gewaardeerd zag. In die dagen werd de parapluie als een nieu wigheid beschouwd; maar zij was toen, als vele andere nieuwigheden, eigenlijk zeer oud, zoo oud zelfs dat men het jaar harer uitvinding niet kan opsporen, evenmin als men den naam weet van den man, die de men scheid met dit nuttig in strument aar. zich verplichtte. Bij allerlei volken, in de oudste tijden, heeft men sporen van het gebruik van de parapluie of liever van haar zuster de parasol gevonden. Op een ouden gebeeldhouwden steen, uit de puinhoo- pen van Niniveh opgegraven,is een koning afgebeeld, boven wiens hootd een sierlijk zonnescherm ge houden wordt. Ook de volken der klassieke oud heid hadden groote en kleine zonneschermen; de Grieken gebruikten er zelfs die open en dichtge daan konden worden. Te Rome gebruikten, bij den zonuigen helderen hemel, ook de mannen parasols. In China zijn de zonneschermen sedert onheu gelijke tijden in gebruik. De Keizer laat ze overal voor zich uitdragen en heeft er zelfs op de jacht vier en twintig noodig. Ook in Siam, waar de koning voor zijn troon een zevendubbele parasol heeft, in Birmah, waar de vorst vroeger //Heer Daar zat 'm de kneep De Pruisische Katholieken kunnen thans hunne oogen opnieuw goed den kost geven. Zij moeten zich sterk toonen tegen de verleiding en zich niet laten ontmoedigen door 't geweld. Al moge de zegepraal van het goede ook langzaam komen en steeds vergezeld gaan van moeilijkheden, zij mo gen niet wanhopen, nimmer moedeloos worden, want boven deze wereld en het doen en laten harer bewoners staat Hij die glorievol uit het graf verrees, die veel toelaat wat 's menschen geest niet kan bevatten, doch Die alles ten goede bestuurt en Wien zij dus in 't volle vertrouwen op een schoone toekomst het heerlijk Alleluja kunnen toezingen. Volgens een particulier telegram van Zaterdag aan de National-Zeitung heeft de politie te St. Petersburg een der voornaamste leden van het nihilistische uitvoerend comité, Aron Tschukoch geheeten in hechtenis ge nomen. De kanoneerboot Hyène is, terwijl zij de kust van Tubarka onderzocht, op veer tig geweerschoten van eene schans op het eiland Tubarka onthaald. Niemand der be manning werd getroffen. Men weet niet of de schans bezet is door Kroumirs of door Tunesische troepen. In berichten uit Tripoli wordt het bevestigd, dat kolonel Flatters met een deel zijner zending door de Touaregs ge dood is omstreeks 20 Februari. Een telegram uit Tunis bericht daaren tegen het volgende: Men meent te kunnen verzekeren, dat de Kroumirs aan den Bey geschreven hebben om hem hunne onder werping aan te bieden. (De Kroumirs namelijk bestaan uit niet aan den Bey onderworpen stammen.) De gemachtigden van Tunis hebben hierop verklaard, dat de Frauschen op het grondgebied der Kroumirs konden verschijnen zonder eenigen tegenstand van hen te zullen ondervinden. Er zal aan het Ministerie van oorlog eene bizondere afdeeling worden opgericht om de dagbladen te voorzien van berichten uit Tunis. Deze voorzorg wordt genomen om het verspreiden van onrustwekkende en ongegronde tijdingen, die allicht eene paniek zouden kunnen veroorzaken, tegen te gaan. van de 24 witte zonneschermen" heette en bij de Kaffers en verscheidene andere voiken, zijn die nuttige instrumenten van oudsher hoog in eere. Vroeger mochten zij in Turkije alleen door den Sultan en zijn grootvader gedragen worden. Maar thans, nu te Konstantinopel de YVestersche bescha ving is doorgedrongen, staat het ieder vrij zich tegen zon of regen te beschutten, maar hij moet zijn parasol of parapluie neerdoen als hij het pa leis van den Sultan of de Porte voorbijgaat. Zijn in het Oosten de zonneschermen het meest in gebruik, in onze Westersche landen, vooral in ons „land van mest en mist, van vuilen kou den regeu", is het regenscherm het meest in eer. 't Is of de parapluie thans haar schade wil inhalen voor den langen tijd dat zij daar niet gebruikt werd. Mannen en vrouwen, rijken en armen wapenen, zich er mee. Men vindt haar in allerlei grootten stof en kleur, van de groen katoenen //besteed ster" af tot het dunne zijden dames-parapluietje toe. Maar hoe ook verschillend in stof en in gedaante, in hoofdzaak zijn zij bij allen dezelfde; en hoe ook gewijzigd in de verschillende landen en tijden, ze zijn in den grond niet anders dan het scherm boven het vorstelijk hoofd op den steen van Niniveh.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1