NIEUWE No. 485. Zondag: 22 Mei 1881. 1 6e Jaargang. Zwitserland de barometer der revolutie. BUITENLAND, De toets der praktijk. Duitschland. Uit het leven van Napoleon I. Engeland. Italië. Frankrijk. Rusland. IAA1L1I8CH ABONNEMENTSFBIJS Per 3 maanden voor Haarlem j 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B UB. EAU: St. Jansstraat Haarlem MNTIENIlit AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÊN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Het oudere onder ons levende geslacht herinnert zich nog duidelijk welke betee- kenis voor de verspreiding van revolutio naire daden en denkbeelden Zwitserland had in het jaar 1847. Van dit land ging het sein uit, dat de vreeselijke politieke stormen van hunne boeien ontdeed, die aan Europa zijne nieuwe en ten buidigen dage nog geenszins definitieve gedaante hebhen gegeven. Even als nu vier en veertig jaren gele den, is het thans op nieuw Zwitserland, dat zich gereed maakt het fatale sein te geven, 't Zal dus goed zijn dat wij kennis nemen met de waarschuwende teekenen des tijds. Binds twee maanden hebben er in Zwit serland gebeurtenissen plaats, die getuigenis geven welk een buitengewoon groote invloed de propaganda der vrijmetselarij in elke richting heeft op de Zwitsersche Republiek. Plakaten, brochures, boekeu, couranten en tijdschriften leveren tevens het bewijs dat er te Genève een comité van Russische Nihilisten aan 't werk is, dat van zijn relatie tot de actieve leden dezer secte in Rusland, geen geheim maakt. Vele kenteekenen dui den daghelder aan, hoe groot de toegevend heid is der kantonnale en bondsoverheden voor deze ellendelingen. De bondsraad in Bern gaf hun een vrij en ongestoord ver blijf, maar te Genève bereikte de toege vendheid haar culminatie-punt. De bevol king dier stad was niet weinig verwonderd, korten tijd na de terechtstelling der kei- zermoordenaars te St. Petersburg op zekeren morgen op de gewone aanplakplaatsen groote biljetten te zien, welker inhoud de grootste sympathie verkondigde met de daden dezer ellendige moordenaars. De verbazing klom, toen men zag, dat de politie niet de minste moeite deed om het aan plakken dezer biljetten tegen te gaan.De ver wondering bereikte echter haar toppunt toen men gewaar werd dat de naam van een Staatsraad genoemd werd, die met den inhoud dezer publicatiën sympathiseerde. Deze Staatsraad verschanste zich achter de uitvlucht, dat het humaniteits-gevoel, waar- Van de protesten gewaagden, op geenerlei wijze eene rechtvaardiging van den kei- zermoord beoogde. Niettegenstaande deze laffe verontschul- FEU1LLETON. De oorsprong van het woord »Chic«. Algemeen zegt men, dat dit woord, in andere landen bijna evenzeer als in Frankrijk gebezigd °m iets, dat men aardig vindt, dat het oog streelt, te beschrijven, van Horace Vernet afkomstig is. Vernet had een knap jong leerling, die zoo goed schilderde, dat zijn meester hem aai: al dc andere leerlingen ten voorbeeld stelde. Als er een lets niet naar zijn zin had gedaan, zeide hij: „Zie naar Chic," zoo heette zijn gunsteling— „zie fi°e hij werkt; doe zooals hij," enz. Chic stierf jong. Vernet was er zeer bedroefd °ver; en aio hij naar zijn atelier ging en het werk van andere leerlingen beschouwde, vouwde hij zijne handen en zeide bij zich zeiven: „Ce n'est pas Chic." Er is echter ook nog eene andere lezing van den oorsprong van dit woord, volgens welke het ln zijne tegenwoordige beteekenis afkomstig is uit Antwerpen, uit het atelier van Rubens. Eens toen eene van de schilderijen van Rubens bijna af was, kreeg een zijner leerlingen, Schick genaamd, op een oogenblik, dat hij er alleen voor stond, den ondeugenden inval om midden op de schilderij een vlieg te schilderen. Een poos later kwam Rubens de kamer binnen, en wilde de (liging hebbeu deze plakkaten, die door vele letterkundige en politieke vereenigingeu waren ouderteekend, zulk een slechten in druk te weeg gebracht, dat de bondsraad het geraden achtte, een onderzoek in te stellen en dit op te dragen aan den pro cureur-generaal te Genève. De Staatsraad weigerde echter zijne goedkeuring aan dit besluit te geven. Maar ook nog andere dingen worden er O O voorbereid en wel eene centralistische be weging voor de staatsmacht en tegen den godsdienst; men wil de katholieke kantons en hunne Staats-inrichtingen ten offer bren gen aan de oogmerken der geheime genoot schappen. Men schijnt in Zwitserland aan den voor- avond van een oorlog te zijn als die in 1845, zoo ijverig is de niet-katho- lieke meerderheid in nieuwe daden van ge weld en tirannie tegen de katholieke kan tons. Er is eene motie ingediend, die veel kans heeft te zullen worden aangenomen eu die strekken moet om het onderwijs, van eiken graad, te brengen onder de centrale leiding van de bonds-overheden. De con gregatiën die door geestelijken werden bestuurd zijn reeds verdwenen. Thans is er ook nog een wetsontwerp iti behandeling teu doel hebbende alle vrouwelijke kloos terlingen het geven van onderwijs te ver bieden. Zoo ver gaat in dat revolutionaire land de godsdiensthaat. Een ander, nog duidelijker teeken van haat en kwaadwilligheid tegen de katholieke kantons was de wet betreffende de indeeling der kiesdistricten voor den nationalen Raad. Om de tien jaren heeft er een nieuwe census plaats en daarnaar worden de kies districten op nieuw geregeld. In dit jaar waren de veranderingen van belangrijken aard. Iu plaats van ze in alle kantons te doen plaats nemen, vond de radicale meer derheid de gelegenheid gunstig in de katho lieke kantons Freiburg en Tessin eene totale verandering te bewerkstelligen, waar door de radicale minderheid dezer kantons in staat werd gesteld, afgevaardigden hunner partij te benoemen. Ware deze maatregel algemeen geweest, dan zou men zich deze vertegenwoordiging van de meerderheid hebben laten welgevallen. Doch de radicale meerderheid heeft zich wel gewacht, dezelfde gunsten aan de katholieke minderheid van Jura, Genève of Aargau te verleenen, evenmin aan de protestantsch-conservatie re minderheid van Neufchatel. 't Is begrijpelijk, dat deze schandelijke vlieg, die hij voor een echte hield, met de hand vangen. Maar toen hij zag welke streek er was uitgevoerd, kan men zich voorstellen hoe boos hij was. Hij riep al zijne leerlingen bijeen en vroeg wie de schuldige was. De makkers van den schuldige zeiden eenparig, dat het Schick was, om de eenvoudige en vol doende reden, dat niemand anders het zoo goed gedaan kon hebben. Naderhand, als iets onver beterlijk gedaan was, zeide men altijd, dat het Schick was. Het schijnt dus, dat wat eenmaal een spreek woord onder de leerlingen van Rubens was ge worden, toen vergeten is en eerst later uit de ateliers van Parijsche kunstenaars weer in ge bruik is gekomen. De Eransche schilder Millet was van oordeel, dat schilderijen voor iedereen gemaakt moesten worden en dat het groote publiek even goed over zulke dingen oordeelen kon als een kring van uitgezochte kunstkenners. Eens weidde hij te Barbizon in een gesprek met een vriend over zijn geliefde stelling uit., toen een jonge kloeke boer het atelier binnen kwam. Op den ezel stond 's kunstenaars schil derij „Ruth en Boas." Zoodra de boer dit stuk ongerechtigheid eene kolossale opgewonden heid in de verschillende katholieke kantons heeft te weeg gebracht, en dat zulke daden van ongehoorde tirannie, donkere dagen in de naaste toekomst van het katholieke Zwitserland voorspellen. Zoo luidt het bericht van den politieken weerwijzer. Doch als de orkaan opnieuw van zijne boeien losbreekt, welke vreeselijke ontstel tenis zal er dan in Europa plaats vinden? Sinds Groot-Britannië in Ierland door de agrarische revolutie, in Engeland doorliet zich uitbreidende radicalisme bedreigd wordt; sinds er in Prankrijk eene partij heerscht, die boosaardig alle godsdienstige, zedelijke eu rechtvaardige grondslagen der natie verwoest en eiken dag door de commune iu het slijk, waaruit zij is ontstaan kan verstikken; sinds in Italië en Spanje de geheime genootschappen door hunne afge zanten regeeren, sinds in Pruisen en in nog zoo veel andere landen de godsdienst aan boeien en banden wordt gelegd, de gezalfden des Heereu worden vervolgd en als misda digers in kerkers worden gesleurd of als muitelingen het land worden uitgejaagd en sinds in Rusland het Nihilistische schrik bewind elke daad van den nieuwen heerscker verlamt, blijft er van alle Staten in Europa geen enkele over, op wien wij ons vertrou wen met zekerheid kunnen baseeren. Op Zwitserland, het broeinest der revolutie het Eldorado van samenzweerders, Nihilisten, moordenaars, kerkscheurders, bandieten en revolutionairen zeker 't allerminst. Het voorstel van den Rijkskanselier om druiven met een invoerrecht te belasten en het invoerrecht op meel te verhoogen, is in den Bondsraad aangenomen. Naar aanleiding van een adres uit Reichenbach, houdende verzoek om wette lijke bepalingen ter bescherming der zang vogels, heeft de minister Bötticher in den Rijksdag medegedeeld, dat de Rijksregeering zich sinds eeuigen tijd ijverig met de zaak heeft bezig gehouden en dat de Bondsraad heeft besloten een nieuwe wet op de be scherming van vogels in te dienen; alsook dat het in de bedoeling ligt dat Duitschland zich zal aansluiten bij de de conventie tusschen Oostenrijk en Italië omtrent be scherming van nuttige vogels. zag Ruth met de korenaren onder haar arm en Boas aan haar zijde begon hij hartelijk te lachen. „Waarom lacht gij?" vroeg Millet. „Om uwe schilderij, mijnheer Millet." „Mijn schilderij? Hoe dat?" „Ach, het is zoo grappig! Gij hebt het zoo goed getroffen „Wat?" „Wel, gij hebt zoo goed dien veldwachter voor gesteld, die dat meisje gevangen neemt omdat zij een bos knoflook gestolen heeft." Dit oordeel bracht Millet wel eenigszins tot andere gedachten. Als men het leven van Napoleon I opmerk zaam nagaat, vindt men zonderlinge tegenstrijdig heden in zijn karakter. Zoo trotsch, zoo wreed en despotisch als hij jegens hooggeplaatste per sonen, en zelfs jegens den adel en vorsten was, zoo vriendelijk en toegevend was hij jegens zijne ondergeschikten. Altijd sprak hij zijne dienaren toe als Monsieur, en nooit nam hij zelfs het ge ringste dienstbewijs aan zonder „merci." Buiten zijne uitdrukkelijke toestemming kon nie mand, die eenmaal in zijn dienst was, ontslagen worden. In het Hoogerhuis zeide Granville, dat de Regeeriug geene voorstellen omtrent het assylrecht ontvangen had, maar Rusland noodigde Engeland, onder Duitschlands bijval, tot eene conferentie over de meest practische methode om de misdadige po gingen van zekere vereenigingen tegen te gaan. Engeland had voor die uitnoodiging bedankt, niet omdat het geen sympathie had voor Ruslands oogmerk, maar omdat het geen practisch resultaat er van ver wachtte en omdat het aannemen der uit noodiging het Parlement noch het volk aangenaam zou zijn geweest. De (StancfanZ-correspoudent te New castle heeft een samenkomst gehad met de aanvoerders der Boeren. Dezen schrijven den kritieken staat van zaken toe aan de bepaling van het verdrag, waarbij voor zes maanden het Britsch bestuur over de Transvaal gehandhaafd wordt. Diensvolgens zijn de aanvoerders der Boereu machteloos, omdat het Gouvernement iu Britsche handen berust. Het staat vast dat de Boeren te Potchefstroom de geweren veilden. -In Ierland zijn inhechtenisnemingen krachtens de dwangwet aan de orde van den dag. Het aantal achter slot gezette laiid-leaguers bedraagt reeds meer dan hon derd. Maar het schijnt niets te helpen. Men hoort gedurig weer van nieuwe agra rische moorden. Den 17 dezer had te San Remo eene auti-Fransche demonstratie plaats. Het volk hoopte zich op voor de bureaux van een dagblad en riepLeve MaccioLeven de Kroumirs Weg met FrankrijkDe politie kwam tusschenbeide eu maakte een einde aan het tumult. In de Kamer heeft de regeering het tractaat met Tunis voorgelezen. De rech terzijde interrompeerde hierbij den minister Ferry, die akte nam van de houding der oppositie. De discussie over het tractaat is urgent verklaard. De muutconferentie is tot 30 Juni verdaagd. Te Kroonstadt moeten twee zeeofficieren in hechtenis genomen zijn als medeplich tigen van den onlangs gevatten nihilist O O luit. Suchauow. Eens drong maarschalk Duroc, opper-inten- dant van het Keizerlijke huis, op het ontslag van een kamerdienaar aan, omdat deze zooveel schulden had dat zijne schuldeischers hem tot in het Keizerlijk paleis vervolgden. Met de hem eigene stroeve bedaardheid gaf Napoleon ten ant woord, dat men eerst moest onderzoeken hoe de man zoo in schuld geraakt was, en het bleek dat hij een talrijk gezin had, waarvoor zijn in komen niet toereikend was. Daarop betaalde Bo naparte de schulden van den kamerdienaar, en gaf hem een hooger salaris, maar ver maande hem streng orde op zijne zaken te stellen, daar hij hem anders zou moeten ont slaan. En diezelfde Vorst, die zoo toegevend voor den geringsten zijner ondergeschikten was, kon op een anderen tijd zoo verregaand trotsch zijn. Bij het huwelijksfeest van de Prinses Amalia met Eugène de Beauharnais te Muncken, bij voor beeld, liet hij aan het diner drie uren op zich wachten, eu had voor zich alleen op eene ver hevenheid van eenige treden eene tafel laten plaatsen. Eindelijk trad hij met gedekt hoofd binnen, en ging onder den troonhemel staan. De opperkamerheer schonk hem een glas wijn in, daarop riep een heraut: „Zijne Majesteit heeft gedronken, men zette zich aan tafel."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1