NIEUWE
No, 492.
Donderdag 16 Juni 1881.
6e Jaargang.
De agrarische beweging in
Ierland..
BUITENLAND.
Iets over het bier in oude tijden.
RLmCHE
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BTTEE AU: St. Jansstraat Haarlem.
M MM
AGHTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS k LAUEEY.
De lang verwachte landbill, die in 't begin
van April door den Engelschen premier,
Minister Gladstone, aan het parlement werd
aangeboden, had de bestemming, aan de
eeuwenoude ellende van het Engelsche stief
kind, Ierland, een einde te maken. Tot heden
echter is er van beterschap geen sprake;
integendeel de verbanningen der pachters,
dikwijls vergezeld van doodslag en oproer,
zijn in aantal toegenomen. Ten opzichte
van deze omstandigheid zou men er al licht
toe komen een onjuist oordeel over Ierland
en zijne bewoners te vellen. Aan de hand
der geschiedenis alleen vermag men te be
grijpen, hoe de tegenwoordige gisting op
het ongelukkige eiland ontstaan is en aan
de hand der geschiedenis alleen kan men
de rechtsquaestie tusschen Ierland en Enge
land met juistheid beoordeelen. De geschie
denis van Ierland sinds de dagen dat de
Brit zjjn ijzeren voet op het eiland zette,
is met bloed en tranen geschreven. Reeds
de eerste regeerings-acte van de Engelsche
heerschers in Ierland was een gruwelijke
roof, gepleegd aan het Iersche volk. Eenige
weken na zijne aankomst in Ierland (1172)
verdeelde Hendrik II het geheele eiland
onder tien Engelschen, ofschoon het derde
gedeelte nog niet veroverd was. Van toen
af volgden verbeurdverklaringen, rooverijen,
doodslagen en daden van het ruwst geweld.
Eigendom en leven der Ieren waren aan
de willekeur der Engelsche veroveraars prijs
gegeven. Elke klacht voor 't gerecht werd
afgewezen, zoodra het bewezen werd dat de
klager een Ier en niet van 'tvrije bloed
was, een voorrang, waarop slechts weinige
familiën aanspraak konden maken.
De dagen van het bitterste lijden voor
Erin* begonnen sinds Engeland afviel van
het Katholieke geloof, en nationale haat
en godsdienstig fanatisme elkaar de hand
reikten om het aan de Kerk trouw gebleven
Ierland te onderdrukken. De moorden, die
onder Elisabeth, Jakob I, Karei I en vooral
onder Cromwell, Ierland met het bloed
zijner kinderen drenkten, vinden huns gelij
ken niet in de annalen der christelijke
volkeren. Om zijn ondergang te verhaasten,
werden de oproeren van het tot wanhoop
gedreven volk niet alleen gaarne gezien,
maar zelfs kunstmatig onderhouden en aan-
*Erinoude benaming van Ierland.
FE U ILL ET ON.
Zonderlinge antipathiën.
Er zijn menschen, die van een of ander bi-
ïonder voorwerp een onwillekeurigen afkeer heb
ben, dien zij zeiven niet verklaren kunnen en
onoverwinnelijk noemen, maar die toch zeker bij
een ernstigen wil in de meeste gevallen wel te
boven gekomen kon worden. Var. zulke antipa
thiën worden een aantal voorbeelden verhaald, die
soms bijna ongelooflijk klinken.
Zoo kon de Hertog van Schomberg, een dap
per soldaat, niet in dezelfde kamer zitten met
een kat, en zelfs niet onder een uithangbord
doorloopen waarop een kat geschilderd was.
Hendrik III van Erankrijk had dezelfde antipa
thie. Peter de Groote, die later een vloot bouw
de, had van zijn zesde tot zijn veertiende jaar
Bulk een afkeer van water, dat hij het gezicht
er van niet verdragen kon en niet in den tuin
*an het paleis wilde wandelen, omdat de Mos-
kowa daar langs stroomde, terwijl hij niet over
een brug durfde gaan. La Mottu de Vayer kon
geen muziek-instrumenten verdragen, hoewel hij
gaarne den donder hoorde. Grétry, de compo
st, en Anna van Oostenrijk hadden beiden een
afkeer
van rozengeur,
He geleerde Dr. Beattie verhaalt van gezonde,
gehitst. Ook de hongersnood werd als bond
genoot in den vernietigiugsstrijd opgenomen.
De oogst werd in vele districten jaar in jaar
uit vernietigd, tot eindelijk het schoonste
gedeelte van het eiland door honger en
ellende was ontvolkt. »'t Was een alle-
daagsch schouwspel,zoo schrijft de En
gelsche protestantschegeschiedschrijverMor-
risson,« dat men in de straten der steden
honderden ongelukkigen dood zag liggen,
de mond nog groen geverfd door de brand
netels en ander onkruid dat zij met de
vermagerde handen uit den grond rukten.
Van de provincie Munster geeft Spreucer
aan 't einde der 16e eeuw de volgende be
schrijving: »Ofschoon deze provincie, een
jaar geleden nog een zeer vruchtbare en
bloeiende landstreek was, rijk aan graan
en vee, zoo zijn hare bewoners tot zulk
eeue ellende gekomen, dat zelfs een hart
van steen zich over hen moet ontfermen.
Uit bosschen en bergen komen de inwoners
kruipende op handen en voeten, want hunne
beenen kunnen hen niet meer dragen, 't zijn
slechts skeletten, hunne stemmen klinken
als spoken uit het graf. Zij voeden zich
met dierenlijken en zijn gelukkig als zij
dezen vinden; ja, zij zullen elkander nog
verslinden, want zij sleuren menschenlijken
uit de graven; waterkers en klaver verslin
den zij als lekkernijen. Er is niets meer
voorhanden en in dit volkrijke en vrucht
bare landschap zijn plotseling menschen
en dieren verdwenen.
Met deze gruwelen gingen plundering,
rooverijen en verbeurdverklaringen, in
't groot en klein, hand aan hand. Duizen
den morgens land werden aan de rechtma
tige eigenaars ontnomen en aan Engelsche
hovelingen of krijgsoversten geschonken, tot
eindelijk de laatste groote confiscatie onder
Willem III, die ruim een millioen acres*
bedroeg, Ierland letterlijk tot eene Engelsche
bezitting maakte.
Maar trots honger en ellende, trots maat
regelen van geweld, moorden en doodslagen
wilde het Iersche volk zich niet laten ver
nietigen. Het bleef getrouw aan godsdienst
en vaderland. Ja, naarmate vervolging en
onderdrukking vermeerderden scheen ook
zijne liefde voor geloof en geboortegrond
te wassen.
Om tot het doel te komeu, dat men met
brutaal geweld niet kon bereiken, moest
men een anderen weg inslaan. Men bracht
Een acre een lialve hectare.
sterke mannen, die altijd een onaangenaam ge
voel kregen bij het aanraken van fluweel of bij
het zien hanteeren van een kurk; Zimmerman,
de naturalist, van een dame, die geen zijde of
satijn kon aanraken. Een Graaf van Barrymore
vond een vergeet-mij-nietje iets verfoeielijks, en
Prinses Lamballe had een afschuw van viooltjes.
Scaliger, de philoloog, werd bleek bij het zien
van waterkers en kon geen melk drinken. Men
verhaalt van een dapper soldaat, die zich niet
schaamde de vlucht te nemen voor een takje
wijnruit.
William Matthews, de zoon van den gouver
neur van Barbados, had een grooten afkeer van
spinnen. De Hertog van Athole, die zijn afkeer
wel wat overdreven achtte, liet eens hem en zijn
vrienden een oogenblik alleen, en kwam terug
met een dichtgeknepen hand. Matthews, die
dacht dat hij daarin een spin verborgen hield,
werd zoo woedend, dat hij zijn degen trok en
men hem slechts met groote moeite beletten kon
daarvan tegen den hertog of zichzelven gebruik
te maken. De wijsgeer Boyle verhaalt van een
zijner bedienden, wiens tandvleesch begon te
bloeden als hij pakpapier hoorde scheuren of
messen hoorde slijpen. Chesne, de secretaris van
Koning Frans I, kreeg een neusbloeding bij het
zien van appelen. John Pechmann, een Ameri
kaan, kon den vloer niet hooren vegen zonder
het ongelukkige land in de tweede helft
der 17e eeuw onder een sociaal en religieus
knechtschap. »Het was,zeide eens Burke
van dit Iersche strafcodex in het Engelsche
parlement, »eene scherpzinnig gevonden,
kunstig uitgevoerde en voor de verdrukking,
verarming en vernedering van een volk zoo
goed berekende machine, als er ooit uit
de verkeerde genialiteit van een mensch
is voortgekomen.Ofschoon verreweg de
meerderheid van het volk den Katholieken
godsdienst beleed, moest Ierland, tot den
huidigen dag, eene vreemde, gehate hië
rarchie met de penningen der armen rijk
doteeren. De uitoefening eener Katho
lieke kerkelijke jurisdictie werd met depor
tatie gestrafd. Als een verbannen Bisschop
of Priester op zijne geboortegrond terug
keerde, dan werd hij opgehangen of gevie
rendeeld; op zijn hoofd waren vijf pond
sterling (60 gulden) gezet. Slechts heimelijk
in 't duister van den nacht konden de Ka
tholieke Geestelijken aan zieken en ster
venden den laatsten troost van den
godsdienst brengen. God alleen kent het
getal der offervaardige priesters die hun
leven voor hun heilig ambt veil hadden.
Om de Katholieken te noodzaken hunne
kinderen naar Protestantsche scholen te
zenden, werd eeue wet uitgevaardigd waarbij
op zware straf aan Katholieken verboden
werd onderwijs te geven; kinderen van
Katholieke ouders mochten niet naar het
buitenland gezonden worden om daar hunne
opvoeding te verkrijgen. Deze wet ver
klaarde eiken Katholiek onbekwaam voor
de betrekking van officier of rijksambtenaar.
Voor den Katholiek bestond geen kiesrecht;
't was hem verboden bestuurder of rent
meester van een riddergoed te zijn, de dienst
als jager bij een privaat- persoon werd
hem zelfs ontzegd. Het dragen van wapens
was hem ten strengste verboden.
Niet minder drukkend waren de wetten
waardoor men, in 't belang van Engeland,
Ierlands handel en industrie vernietigde,
en de wetten aangaande den eigendom
waren van dien aard, dat zij duidelijk ten
doel hadden de Katholieken voor altijd in
den stand van Heloten te houden. Geen
Katholiek mocht een stuk grond koopen of
erven, of langer dan 30 jaren pachten. Er
bestonden zelfs verordeningen die eiken
Protestant het recht gaven een Katholiek
uit zijn pachthoeve te verdrijven en gedu-
renden den tijd van het huurcontract
de vruchten te genieten van den arbeid
een benauwd gevoel te krijgen, alsof hij stikken
zou. Een ander, was op het punt van in zwijm
te vallen zoodra hij een kreelt zag. Er zijn voor
beelden van officieren die niet dan met hun sa
bel in de hand naar een muis durfden zien; een
ander officier werd angstig op het zien van een
dood konijn.
Burton, de reizigei, verhaalt van een zwaar-
moedigen edelman, die ziek werd als hij maar
naar een hond keek, en van een ander man,
wien in een dergelijk geval een huivering van
afschuw door de leden voer. Hippocrates maakt
melding van zekeren Nicanor, die overal pijn
kreeg als hij op de fluit hoorde spelen. De Her
tog van Epernon werd doodsbenauwd als hij een
jong haasje zag: een volwassen maakte geen in
druk op hem. Een dergelijke uitwerking had op
den sterrekundige Tycho Brahe het zien van een
vos en op Maarschalk d'Albert het zien van een
varken. Ambroise Paré, een beroemd Fransch
heelkundige, verhaalt van een man, die het ge
zicht van aal niet verdragen kon, en een zeker
Hannoveraansch edelman, een groot jager, liep
weg voor een gebraden varken, terwijl Boyle, de
reeds genoemde philosoof, schrijft, dat hij nooit
het onaangename gevoel heeft kunnen overwin
nen, waardoor hij overvallen werd als hij water
door een pijp hoorde loopen.
en de inspanning van zijn Katholieken
voorganger. Geen Katholiek mocht een
paard bezitten dat meer dan 5 waarde
had; ieder Protestant had het recht het
paard dat, volgens eigen taxatie, groo-
tere waarde bezat dan 5, voor die som te
annexeeren. Aan de Katholieken werd het
recht van erfmaking ontnomen. Volgens
eene wet uit het jaar 1703 moest het ei
gendom van een papistgelijkmatig on
der zijne kinderen verdeeld worden; als de
oudste zoon tot het Protestantisme over
ging werd hij op de eigen stonde van den
afval de onbegrensde eigenaar van het
gansche vaderlijk vermogen; voor den va
der bleef slechts het vruchtgebruik over.
Werd een kind afvallig van het ware ge
loof, dan ontrok het zich, al was het nog
zoo jong, aan de vaderlijke macht, doch
het had recht, zijn onderhoud van het va
derlijk vermogen te eischen. Door deze
wetten kwamen de Katholieke familiën,
al waren ze nog zoo achtbaar en welge
steld, reeds in het eerste, in elk geval in
het tweede en derde geslacht tot den be
delstaf.
Als men de lange lijdensgeschiedenis van
Ierland overziet, dan moet men tot de er
kenning komen dat dit ongelukkige land
zijn vreeselijk lijden met voorbeeldig ge
duld gedragen heeft. In eene berusting en
Christelijke standvastigheid is de wortel van
zijn wederstand te zoeken. En deze stand
vastigheid heeft het te danken aan zijne
gehoorzaamheid, aan de vermaningen en
leeringen der Katholieke Kerk, die bij het
verdrukte volk het ambt van den barm-
hartigen Samaritaan vervulde, lijden en
vervolging met de ongelukkige Ieren deelde
en door hare machtige genademiddelen
troost en hoop in de wonden der tot wan
hoop gedreven harten goot. (Slot volgt.)
De belasting op het papier in Frankrijk
zal afgeschaft worden en vervangen door
een patent in evenredigheid met de oplage
der dagbladen.
Te Liverpool was een complot gesmeed
tot bevrijding van de personen, die het
stadhuis poogden in de lucht te doen sprin
gen. Dat complot is verijdeld. Circa 300
mannen trokken Zaterdag in den vroegen
ochtend naar de gevangenis; maar de auto
riteiten waren tijdig gewaarschuwd, zoodat
gewapende wachten voor de gevangenis
Het gerstebier was reeds bij de Grieken be
kend, doch was weinig in aanzien wegens.de
dronkenmakende eigenschappen. Evenzoo be
reidden de Thraciërs, Egyptenaren, enz. een drank
uit gerst, terwijl sommige volken daartoe zekere
wortelsoorten bezigden. Xenophon geeft een
uitvoerige mededeeling over het bier in zijr.
/Anabasis". Bij zijn oponthoud met den Griek-
schen veldoverste bij de Armeniërs, dronken zij
bier of gerstewijn uit kruiken,- waarop de gerste
korrels nog dreven. Bij het drinken bedienden
zij zich van halmen, geheel op dezelfde wijs als
tegenwoordig de Parijzenaar op de boulevards
zijn sherry gobbler" opzuigt. De Grieken maalden
de gerst dus niet, terwijl Herodotus vermeldt,
dat de Egyptenaren dit steeds deden. Niet on
eigenaardig is de beschrijving, welke Tacitus
geeft, wanneer hij van het bier zegt, dal de Ger
manen een drank bereidden: „ex hordeo factus
et quandam similitudinem vini corruptusd. i.
„uil gerst vervaardigd en min of meer overeen
komst hebbende met bedorven wijn." Dit laatste
is, helaas, zooals iedereen weet, niet alleen toe
passelijk op het bier der ouden, doch kan ook
maar al te dikwijls van den „gerstedrank der
moderne beschaving" gezegd worden.