NIEUWE
No. 493.
Zondag 19 Jnnl 1881.
6e Jaargang.
De agrarische beweging in
Ierland.
Per 3 maanden yoor Haarlem0,85
Buiten Haarlem franco per post1,
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
(Slot.)
Het in ons vorig artikel beschreven sla
venjuk bleef onveranderd tot het jaar 1778.
Eerst toen kwam er een kleine verbetering
in den toestand. Ierland verkreeg eenige
vrijheid ten opzichte van het eigendoms
recht. Deze vrijheid werd niet verleend uit
vrienschap, maar wel uit vrees. De
capitulatie der Engelschen bij Saratoga was
niet slechts een zegepraal voor de Ameri-
kaansche unie, maar ook voor Ierland. Vier
jaren later, toen Engeland in den strijd
met Frankrijk en Nederland zijne heer
schappij ter zee in gevaar zag, en men
Iersche matrozen noodig had, volgde eene
nieuwe vrijheidIerland verkreeg het recht,
Katholieke scholen op te richten. Een
derde vrijheid bracht het jaar 1792, toen
de vlammen der Fransche revolutie, lich
terlaaie van 't vasteland flikkerden en naar
Engeland en Ierland dreigden over te slaan.
Van nu af volgde in langere of kortere
tusscheuruimteu de afschaffing der overige
uitzouderings-wetten, doch telkens dan eerst
als het een of ander gevaar van buiten
dreigde, of als het belang van Engeland
er mede gemoeid was, of dan wanneer
Ierland eene dreigende houding begon aan
te nemen. Hoe weinig de langzamerhand
aan de Katholieken verleende vrijheden
uit ware welwillendheid voortkwamen, be
wijzen feitelijk de groote emancipatie-bewe
ging en de voortdurende strijd, die noodig
waren om eindelijk de Iersche staatskerk
tot haren val te brengen (1869). Ook ten
huiidigen dage is trouwens de politieke
gelijkheid van Ierland met Engeland niet
verwezenlijkt- Nu kwam nog bij deze
»genadegii"tende unionact van 1800, welke
de legislatieye onafhankelijkheid van Ier
land vernietigde en eene beweging in het
leven riep, die waarschijnlijk eerst mét de
herstelling van h.?t Iersche parlement zal
ophouden te bestaan-
Doch al is het zoo gehate Iersche straf
wetboek nagenoeg verdwenen, toch zucht
ook thans nog het ongelukkige eiland,
onder een drukkende economische voogdij
schap, die zijn opkomen en zijne verheffing
bijna onmogelijk maakt. Deze curateele
bestaat in de verhouding tusschen de Iersche
grondbezitters en pachters; zij werd inge
voerd in het begin der Britsche heer
schappij en heeft tot heden voortgeduurd.
FEUILLETON.
De das.
Volgens geloofwaardige schrijvers werd de das
het kleedingstuk in 1636 voor het eerst in
Frankrijk ingevoerd door officieren, die tijdens
den dertigjarigen oorlog uit het legei in Duitseli-
land terugkeerden en dit sieraad van de Kroaten
hadden overgenomen, naar wie zij het cravatte
noemden. De uitvinder is niet bekend.
Het heeft ecliter lang geduurd eer de das zich
het burgerrecht had veroverd. In een oud regle
ment van het Calvinistisch college te Lan-
guedoc o. a. wordt zij den leerlingen verboden,
als een „tegen de eerbaarheid strijdende mode-
dwaasheid.'' Maar onder Lodewijk XIV kwam
zij algemeen in zwang, en ook de dames droegen
dassen, los om den hals geslagen, a la Steenlcerque,
in navolging van de prinsen die, bij Steenkerken
door Willem III" overrompeld, geen tijd hadden
om behoorlijk hun das om te doen.
Later kwamen de nadeelige breede dassen in
den smaak, die de groote halsaderen inpersten;
men ging zelfs eenigen tijd zoover, van den hals
in te snoeren, om het bloed naar de wangen
en lippen te drijven ten einde die rooder te
kleuren.
Hadden de Engelsche veroveraars in
Ierland eene lijfeigene bevolking gevonden,
zooals de adellijke Noormannen die in
Engeland aantroffen, de Iersche boeren
zouden zonder eenige verandering in hunne
positie in het bezit hunner nieuwe heeren
overgegaan zijn. Doch de Iersche bevolking
bestond uit vrije mannen, die voor 't grootste
gedeelte grondeigenaars waren. De Ieren
bleven derhalve na 't verlies van hunne
eigendommen vrij, maar zij waren tevens
broodeloos en zonder dak. Andere bronnen
van inkomsten dan den akkerbouw bezaten
de Ieren niet. Er bleef hun dus, wilden
zij den hongerdood ontgaan, niets anders
over dan het land te verlaten of op genade
en ongenade, onder elke voorwaarde, zich
aan de nieuwe grondbezitters als pachters
of daglooners te onderwerpen. Wie echter
de gloeiende liefde kent van den Ier voor
zijn vaderland, het groene Erin, die zal
gemakkelijk begrijpen, dat de meesten niet
dan door den bittersten nood gedrongen,
uit het land trokken en derhalve verreweg
de groote meerderheid pachters werden. De
willekeur der grondeigenaren was nagenoeg
de eenige wet die de positie der pachters
regelde. Zij zijn nog heden tenants at will,
dat wil zeggenhet pacht- of huurcontract
kan hun eiken dag worden opgezegd en
dan zijn zij genoodzaakt binnen een jaar,
meestal echter binnen zes maanden, de
pachthoeve (farm) te verlaten. Nog in 1870
telde men volgens officiëele bescheiden onder
662020 verpachtingen 526628 tenancies at
will. Alzoo hangen ruim 79 percent der
pachtgoederen met eene bevolking van
minstens twee en een half millioen zielen
aan de genade en willekeur der grondbe
zitters af. Dat bij dit systeem een bloeiende
toestand van den boerenstand onmogelijk
was, ligt op de vlakke hand. En ook nog
in onze dagen zijn er, zooals onlangs de
Aartsbisschop van Dublin verklaarde, be
halve eenige gunstige uitzonderingen, vele
grondbezitters, die, onder voorwending van
hun goed recht, zich alle macht toeëigenen
welke de strenge wetten ter hunner be
schikking stellen. Ook uit de reisberichten
van Russell, Tuke en anderen blijkt zon
neklaar dat ook in deze dagen niet alleen
de verhouding tusschen grondeigenaars in
vele gevallen geenszins bevredigend is, maar
dat de landlords, die nimmer door de pu
blieke opinie worden gecontroleerd, hunne
pachters niet zelden naar Vandalen-aard
behandelen.
Onder Lodewijk XV en XVI kwamen de wijde
dassen in de mode; men kon toen de leden der
nationale vergadering aan hunne dassen onder
scheiden. De mannen van den derden stand droe
gen witte dassen, die, op hun zwarten rok, hun
een eerwaardig voorkomen gaven; de saletjonkers
pronkten met dassen die in dichte plooien om
hun hals geslagen waren. In het jaar IX der
republiek droeg men de dassen om „vadermoor
ders", en het groote model bleef tot na het
Consulaat in zwang.
Bij zijn kroning bracht Napoleon I de konink
lijke, met kant bezette das weer in de mode. Hij
verscheen alle dagen in de Tuillerieën met een
zwarte, witgerande das.
De das moet zeer los gedragen worden, opdat
zij den bloedsomloop niet belemmert. Vooral
personen die een korten hals en breede schou
ders hebben, zich veel bewegen of lang in lage
en warme vertrekken vertoeven moeten, mogen
dit wel in acht nemen. De ouderwetsche mili
taire stropdassen waren bepaald zeer ongezond;
zij veroorzaakten niet alleen door haar wrijving
ontsteking van de halsklieren, maar gaven ook
aanleiding tot gevaarlijke opstijgingen van het bloed.
Tijdens de Krim-expeditie kwam het dikwijls
voor, dat Engelsche soldaten door eene beroerte
getroffen werden, tengevolge van de strakgebon-
den dassen die zij dragen moesten.
Om de slechte uitwerking, die het systeem
der tenancies at will reeds heeft voortge
bracht, te verzwakken, heeft men er op
gewezen, dat de willekeurige, gerechtelijke
uitzettingen in deze dagen, naar verhouding
zeer zeldzaam zijn. Doch hierop heeft reeds
de parlements-commissie van 1845 een ant
woord gegeven. »Het is niet noodig,zoo
lezen wij in het verslag dier commissie,
»dat er veel dergelijke gevallen voorkomen;
een enkel geval in één district is voldoende,
om den arbeid en de inspanning der pach
ters totaal te verlammen. Men kan immers
van niemand vergen of verwachten, dat hij
verbeteringen aanbrengt, als de mogelijk
heid bestaat dat hij binnen een jaar uit
zijne bezitting verdreven wordt.
Niet genoeg dat het systeem op zich
zelveu reeds voor den bloei van den land
bouw verderfelijk was, er kwamen in Ier
land daarenboven ook nog eenige bezwa
rende omstandigheden bij, die het uiterst
noodlottig maakten. Nog in dezen tijd zijn
er pachters, die hun pachtheer, ja zelfs
diens agent, opzichter of chargé d'affaires,
nimmer hebben gezien. Ongeveer de helft
der grondeigenaars, verteren hunne renten
in Londen of op het vasteland. Zoo vloeit
Ierlands rijkdom steeds naar 't buitenland.
Nooit is er een eijnsplichtig volk geweest
dat op den duur zulke sommen aan het
buitenland heeft moeten betalen. In plaats
van de grondeigenaars heerschen nu hunne
agenten of opzichters als Pacha's op de
uitgestrekte goederen. Nog lager dan de
agenten, handelen de zoogenaamde mid
delmannen (middlemen). De eigenaar ver
pacht zijn goed aan den meestbiedende.
Deze verhuurt het, geheel of gedeeltelijk,
voor nog hoogere rente, aan onderpaeh-
ters, zoodat de eigenlijke bearbeider der
farm niet zelden een exorbitanten pacht
prijs moet betalen en daardoor dikwijls in
schulden geraakt of in de onmogelijkheid
om aan zijne verplichtingen te voldoen.
Zoowel uit de berichten der parlements
commissie, als uit de talrijke verklaringen
van landbouwers blijkt duidelijk, dat eene
farm beneden vijftien acres niet in staat
is eene familie op den duur te onderhou
den, aangezien de pachter geen neven
verdiensten heeft. Het geringste misgewas
maakt het den boer ondoenlijk de betaling
der pachtsom op den vastgestelden tijd te
effectueeren; hij moet dus leenen en vervalt
in schuld en nood. Nu zijn er tallooze
pachtgoederen, die den genoemden omvang
De bek van een vlieg.
Het verwonderlijkste deel van het samenstel
eener vlieg is haar bek. Zie maar eens eene ge
wone vlieg, die zich op een klontje suiker heeft
neergezet. Onder den kop uit komt iets langs te
voorschijn, dat veel overeenkomst heeft met nog
een poot; en daarmede schraapt de vlieg de sui
ker, likt de melk, en bederft de eetwaren.
Om te begrijpen wat het bedoelde orgaan is,
moeten wij kortelijk het samenstel van den bek
van het insect beschouwen. Eerst is er eene bo
venlip, dan een paar groote kaken, dan een paar
kleinere die bij vlinders een buis of tong vor
men er. eindelijk eene onderlip. Bij een kever
zijn de voornaamste organen van den bek de
grootere en kleinere kaken, terwijl bij eene bij
of wesp de kaken ook goed ontwikkeld zijn voor
het werk in den korf, maar de onderlip eene
„tong" vormt, waarmee de bij den honing uit de
bloemen zuigt. Bij de vlieg nu zijn de deelen
van den bek van een gewijzigden aard. Over
't algemeen gesproken, worden de „kaken" voor
gesteld door smalle borstelachtige organen, en de
bovenlip is ontwikkeld; maar 't is de onderlip,
die in de ontwikkeling van den bek der vlieg
vooruitsteekt. Hier vormt zij, evenals bij de
bijen, het voornaamste orgaan der voeding, 'tls
de onderlip, die wij onder den kop zien uitko-
niet bereiken; er zijn er zelfs van vijf
acres en minder. In het jaar 1878 telde
Connaught 70774 pachtgoederen onder de
15 acres, terwijl er slechts 33470 waren
die dit aantal te boven gingen.
Gedeeltelijk was deze splitsing der
farms een gevolg van het kiesrecht, dat
men in 1793 verleende aan allen, ook aan
Katholiekendie veertig shillings belasting
betaalden. Sinds dien tijd was het in
't belang der grondbezitters, die hun po-
litieken invloed wilden vermeerderen, zee
veel pachters op hunne goederen te hebben,
ten einde over talrijke stemmen te kun
nen beschikken. Door de emancipatie van
1839 werd dit recht weder ingetrokken en
nu volgde gedurende eenigen tijd het om
gekeerde proces. De kleine pachters wer
den eenvoudig verjaagd en hunne farms
als weiland of als jachtgebied gebruikt.
Tot den buidigen dag is de splitsing
van dc.i grond nog vrij algemeen, tot
groote schade zoowel voor den pachter als
voor den verpachter.
Een andere onrechtvaardigheid bestond
daarin dat de pachters bij eene gerechte
lijke uitzetting geen schadevergoeding
mochten eischen voor de verbeteringen die
zij hadden aangebracht. Vele goederen zijn
door de aanhoudende zorgen der farmers
drie- en viervoud in waarde gestegen. Nu
zal men met recht veronderstellen dat al
de aangebrachte verbeteringen volgens na
tuurrecht het eigendom der farmers zijn,
waarvoor zij althans op schadevergoeding
aanspraak mogen maken. Doch de Engel
sche wet wilde van schadevergoeding niets
weten. Waren er verbeteringen geschied,
dan verscheen de agent en eischte ver
hooging van de pachtsom. Werd dit ge-
we'gerd dan volgde onmiddellijk de exmis-
sie. Aan de hand van dit systeem, volgde
langzamerhand eene legale, doch verrei
kende verbeurdverklaring van Iersche eigen
dommen, van zijde der Engelsche land
lords. In een land waar zulk een systeem
heerscht, is het waarlijk on noodig te vra
gen, waarom een groot gedeelte van den
grond nog op ontginning wacht en het
overige op vele plaatsen zich nog in een
toestand van totale verwaarloozing bevindt.
Niet zonder reden heeft de Aartsbisschop
van Dublin dit systeem de Magna Charta
der Iersche verdrukking genoemd.
Wij meenen in deze korte trekken de
geschiedkundige ontwikkeling van het on
gelukkige eiland duidelijk geschetst te heb-
men als de vlieg op de suiker aanvalt. En als
wij dit orgaan onder het microscoop leggen,
kunnen wij het geheim van de diensten, die het
doet, gemakkelijk ontdekken.
De „tong", zooals wij de onderlip mogen
noemen, bestaat uit een zeer beweegbaren en
sterken steel, breed uitloopende als eene soort
van waaier, die een orgaan vormt, dat zeer ge
schikt is om vloeibare stoffen op te zuigen en
vaster bestanddeelen af te schrapen. Dit waaier
achtig uiteinde wordt gesteund door een buis
vormig samenstel, dat als eene veer werkt om
den waaier open en dicht te doen, terwijl het
microscoop ons aantoont dat dit orgaan werke
lijk als eene vijl of eene rasp is. Wij kunnen
dus gemakkelijk begrijpen hoe de vlieg het ge
bruikt om zich voedsel te verschaffen. Als, na
een zomer de marokkijnen banden van onze
boeken en onze gladgepolijste meubelen be
schadigd zijn, weten wij wel wat er de
oorzaak van is. Met die vijl doet de vlieg
ons ook den oorlog aan. Want door mid
del daarvan plaagt zij ons in de zomerhitte,
als zij zich op onze hand of ons gezicht
zet, om de uitwaseming van onze huid op te
zuigen.
HAAMMSMI (IIIIII Wï.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN