NIEUWE
IV». 499.
Zondag 10 Juli 1881.
6c Jaargang.
Een stem uit Home.
«aIP55»
Heet eten en drinken.
Luilekkerland en El Dorado.
HÜRLEME (01II11T.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
1,—
0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUSEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem.
N'TIEN PR AT ■»-
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DEB ADVERTENTIÈN
Van I6 regels.30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Uitgevers KUPPERS LAUREY.
Morgen onweder.
Ons dunkt, die woorden uit de Heilige
Bladen zullen onwillekeurig velen voor den
geest zijn gekomen, toen zij kennis kregen
van de vreeselijke misdaad door een
boosaardig mensck iu Noord-Amerika be
dreven.
De moor 'aanslag op den President Gar
field gepleegd, verduistert nog maar te meer
den gezichteinder, toch al reeds in menig
opzicht, zoo zorgwekkend met de donkerste
wolken bezet.
Volgens de tot hiertoe ontvangen be
richten moet de ellendige sluipmoordenaar
(dat zijn toeleg, door Gods voorzienig be
stuur, naar alle weidenkenden hopen, zal
blijken mislukt te zijn, doet hem niet
minder feitelijk een moordenaar wezen)
niet zijn bewogen door politieke beweeg
redenen.
Wij nemen dat gaarne aan, wij verheu
gen ons er zelfs over, want zoo hebben
wij voor de gruweldaad geen der politieke
partijen iu de Vereeuigde Staten aanspra
kelijk te stellen.
Toch wijst de moordaanslag op beden
kelijke toestanden in onze maatschappij.
Het verhaal wil, dat Guiteau, die de mis
daad beging, een teleurgesteld sollicitant
was.
Men voegt er bij, dat de man krank
zinnig zou wezen. Die bizonderheid haast
men zich trouwens tegenwoordig altijd te
melden als er zware misdaden worden ge
pleegd, waaruit blijkt, dat onze tijd zich
schaamt over het toenemend zedebederf.
Nu zou men kunnen vragen, als men
onze eeuw wil schoouwassclien van de smet,
dat de zedelijke ontaarding der menschheid
toeneemt, hoe het dan komt, dat de her
senen zooveel vatbaarder worden voor krank
heid dan vroeger?
Met het geven van een degelijk, bevre
digend antwoord zou men zeker nog al
verlegen staan. Bij discussie over dit punt
zou het toch blijken, dat de krankzinnig
heid toeneemt, omdat het meuschdom, ver
vreemd van God en godsdienst, op zeer
treurige wijze verwildert.
Guiteau is in ieder geval een verdwaald
FE U1LLET O N.
Warm eten is goed, en vooral in de gure win
terdagen niet te versmaden. Maar te warme spij
zen en dranken zijn bepaald nadeelig.
In een gene;-kundig blad toont een Duitsch
geleerde, Dr. Glaser, dat aan, en komt op tegen
de slechte gewoonte, die in vele huishoudens
heerschf, om de spijzen gloeiend heet op te dra
gen en te gebruiken. „Dikwijls," z-gt hij, „eet
men b. v. soep, die, als men een thermometer
er in hield, ee.n hitte van 70° Celsius, dat is
32o meer dan hloedwarmte, zon blijken te heb
ben. Niemand zou op do gedachte lcom. n een
bad van 70oC. te nemen; «lat zou i mand het
leven kuunen kosten. Eu toch ontziet men zich
niet een mengsel van die temperatuur in den
mond te nemen en door de keel te gieten. Als
men het bij dieren deed zou het mishandeling
genoemd wordenmaar de menschen zien er
niets in, en schikken zich naar de gewoonte van
keukenmeiden en huismoeders, die nu eenmaal
er niet van af te brengen zijn.
Het is kluchtig, de gezichten op te merken,
die ieder aan tafel trekt bij den eersten lepel
soep of de eerste aardappelen, en het zou wel
sardig zijn op zulk een oogenblik eens een pho-
tographie te nemen van het gezelschap. Ieder
spitst zijn mond boven den gloeienden lepel; het
18 aan alle kanten een gesuis, een geblaas en
geslurp, alsof iedereen zich beijverde het eten zoo
man, die, een kind van zijn tijd in den volleu
zin vau 't woord, onder den invloed van
de meest heillooze hartstochten is geraakt.
'tls dan ook geen wonder, dat de po
ging om deu President van een Republiek
van het leven te berooven, niet minder
sensatie maakte in de wereld, dan die om
van gekroonde hoofden met geweld 't leven
te ontnemen.
Steeds meer wordt het duidelijk, dat velen
niemand boven zich willen dulden, tenzij
hun zin wil doen.
De Vorsten- en Presidenten-moord zal
dan bij toeneming aan de orde van den
dag komen.
't Leven der machthebbers is in voort
durend gevaar, omdat de macht, die alleen
waarlijk tot gehoorzaamheid aan de gestelde
machten kan bewegen en dwingen, die van
den godsdienst namelijkjammerlijk wordt
miskend,
En toch bevorderen- de Hoofden van
't gezag maar al te dikwerf het drijven der
godsdienstloozen.
Ergerlijke verblinding.
Merkwaardig is, iu dit verband, het sa
menvallen vau den moordaanslag met de
verschijning der jongste Pauselijke En
cycliek.
Te Washington werd het verschijnsel
gezien van de kwaal, waartegen Paus Leo
XIII te velde trekt.
De ziekte van onze eeuw (verzekert het
Hoofd der Kerk) ligt hierin, dat het gezag
wordt beschouwd als een menschelijke in
stelling.
En dat is zoo niet, zegt de Paus. Het
gezag wortelt, volgens den Hoogen Kerk
vorst, niet in den mensck, maar in God.
Behartigenswaardige woorden, welke ze
ker ook instemming en bijval zullen vin
den bij vele weldenkende Protestanten, voor
wie de uitspraak van Schrift en Kerk haar
beteekenis nog niet verloren hebben.
De Paus heeft iu zijn Encycliek de te
genstelling van onzen tijd zoo duidelijk en
helder mogelijk ontwikkeld.
Wel beschouwd komt zij eigenlijk hierop
neer: Van Boven öf van beneden.
De mensch, in zijn eigenwaan, verblin
ding en domheid, wil alles uit de aarde
verklaren.
heet mogelijk naar binnen te krijgen en telkens
de proef wilde herhalen, welken graad van hitte zijn
tong, verhemelte en tanden wel kunnen verdragen.
Een der voornaamste nadeelige gevolgen van
dat vuureten is tand- en kiespijn. Want de
gloeiend heete spijzen en dranken vernielen het
glazuur der tanden, doen er kloven en scheuren
in ontstaan, en banen daardoor den weg voor die
lastige en hardnekkige pijnen, met al hare el
lendige gevolgen.
De tandmeesters zijn dan ook de eenigen, die
welvaren bij de kwade en nadeelige gewoonte.
Er zouden er zeker heel wat minder noodig zijn
als men nooit eten of drinken gebruikte voordat
het eenigszins bekoeld was.
Veel menschen, die stokoud geworden zijn,
hebb ui verklaard nooit in hun leven te heet eten
of drinken gebruikt te hebben. Met dit opwek
kend voorbeeld eindigt Dr. Glaser zijn beharti
genswaardig betoog en geeft ten slotte allen huis
vaders den raad, zich voor hun vrouwen of keu
kenmeiden een koffie- of soep-thermometer aan
te schaffen, in de hoop dat dit haar eindelijk
zal leeren het eten, vóór het op te dragen tot
een matigen warmtegraad te laten bekoelen.
Wij vreezen echter, dat in vele gevallen die
thermometer een onnutte uitgaaf zal wezen, want
tegen het keuken-conservatisme vermag de we
tenschap niets. Het best zal dus wel wezen, dat
ieder voor zich besluite de hem voorgezette
spijzen eerst behoorlijk te laten afkoelen.
Wat Luilekkerland is, weet ieder kind te ver-
Zijn oog staart zoo onafgebroken naar
het lage, dat hij verleert naar 't hooge,
bovenal naar den Allerhoogste, op te zien.
De gevolgen van die zedelijke verlaging
van den mensch blijven niet uit.
Allerlei verderfelijke richtingen deden
haar neillooze werking op elk gebied des
levens gevoelen.
De hoofdgrond van al die afdwalingen
des verstands en des gemoeds ligt in den
geest van ontkenning van God en 't God
delijke, welke zich meester maakt van de
harten der kindereu van deze eeuw.
Dat heeft de Paus iu kernachtige taal
aangewezen. Van de hoogte van het Va-
ticaan heeft hij aan de quasi-staatsliedeu
van onzen tijd een beschamende les gegeven.
Terwijl toch in de scholen der wereldsche
wijzen wordt getwist over de oorzaak van
de vele krankheden, waaraan de maat
schappij in onze dagen lijdt, wordt daar
de stem gehoord van eeu, die niet beweert,
dat hij de vertegenwoordiger is van de
wetenschap, integendeel de verkondiger eener
waarheid welke door de wijzen van deze we
reld steeds als dwaasheid werd gescholden.
Doch die dwaasheid des Kruizes wordt
meer en meer als de Goddelijke Wijsheid,
de Goddelijke Waarheid openbaar.
Al de stellingen eener wijsbegeerte, die
niet begeert wijs te zijn naar de Schrift,
zijn weersproken en weerlegd; het een
wijsgeerig stelsel na het ander wordt af
gebroken en als onhoudbaar in 't licht
gesteld; alleen de leer van den Godmensch,
Die in dienstknechtgestalte rondwandelde
hier op deze aarde, heeft zich als Godde
lijk waar gehandhaafd en staat nog onge
deerd te midden vau al het puin der zich
onderling bestrijdende, louter menschelijke
wijsheid en wetenschap.
Eere daarvoor aan den Kerkvorst die
vorsten en volken wees op de heilswaar
heid, welke de onvergankelijke grondslag
vormt, waarop alleen ook het gebouw van
deu Staat veilig rusten kau.
Als toeh een monarch iunig gelooft, dat
hij zijn macht van God ontving, zal hij
het allereerst zijn plicht rekenen, de
Kerk, door God gesticht, die voor zijn
dienst opleidt en wijdt, te eerbiedigen in
haar rechten en roeping.
tellen; maar wie de eigenlijke ontdekker van dat
heerlijk oord was, is niet zoo algemeen bekend.
Dat was niemand anders dan de dichterlijke
schoenmaker Hans Sachs van Neurenberg (geb.
1494, gest. 1576). In een zijner talrijke gedich
ten geeft hij een beschrijving van al de heerlijk
heden die daar gevonden worden, onder anderen
de tot een spreekwoord geworden „gebraden dui
ven die iemand in den mond vliegen."
Ongeveer hetzelfde als Luilekkerland beteekent
El Dorado, waaronder een fabelachtig goudland
verstaan wordt, «vaar ieder in een toestand van
onvermengd geluk leeft. Vroeger gaf men dien
naam aan een land in Zuid-Amerika, dat zeer
rijk aan goud en edelgesteenten moest zijn en
«vaarvan in de sagen der Peruanen en Indianen
melding gemaakt werd.
De verhalen omtrent dat wonderland werden
later door verscheidene reizigers verder uitge
werkt, en wekten, vooral in de 16e eeuw, een
aantal ondernemende mannen op, om naar El
Dorado te zoeken. Men hield toen het bestaan
van dit land voor een uitgemaakte zaak, en een
Engelschman gaf zelfs een nauwkeurige beschrij
ving er van, met een kaart. Maar eindelijk
moest men wel tot het besluit komen dat dit
oord nergens te vinden was dan op het gebied
der sagen en in de verdichting. Intusschen waren
er in het begin der vorige eeuw nog velen, die
aan het bestaan van El Dorado geloofden. Een
Spanjaard, Antonio Santos, toog in 1780 op weg
om het wonderland te ontdekken.
Volgens Jules Crévaux, die in 1876 en 1877
een reis deed door het binnenland van Guyana,
En de volkeren die zich buigen voor
den God der openbaring, zullen zich door
drongen betoonen van den plicht, welke
de openbaring op hen legt, om het Gezag
te eeren en te gehoorzamen, dat door
God werd ingesteld.
Zoo wordt door het Christendom en de
waarheden waarvan het uitgaat, een veel
beter band tusschen vorsten en volken ge
legd dan de beste constitutie vermag in
't leven te roepen.
Hebben wij dus wel te veel gezegd toen
wij beweerden, dat het feit veelbeteeke-
nend moest worden genoemd, dat de moord
aanslag te Washington schier op hetzelfde
tijdstip werd ondernomen als waarop de
stem van het Vaticaan zoo indrukwek
kend weerklonk?
De liberale pers heeft reeds haar aan
vallen op dat Pauselijk woord gericht en
het voorgesteld als niet tot de Gemeenten
maar tot de Yorsten en het conservatief
Europa gericht te zijn.
Hoe de domheid toch kan raaskallen!
Ieder beseft toeh dat de waarheden des
Christendoms, als zij worden ontwikkeld,
niet aan dezen of genen, maar aan allen
worden herinnerd.
Niet alleen dus aan de eenvoudige naar
de wereld, ook voor de Vorsten en Rijksgroo-
ten, voor de conservatieven zoowel als voorde
radicalen en ongeloovigen gelden de waar
heden van het Evangelie.
De Pauselijke vermaning bedoelt dus
zeer zeker ook de Vorsten en behoudend-
gezinden te treffen.
Van het eeuwenoude Rome is dus weer
de stem der eeuwig oude en eeuwig nieuwe
Evangeliewaarheid gehoord.
Dat is juist het Goddelijke in het Evan
gelie, dat het voor alle eeuwen en tijden
een afzonderlijk woord heeft.
Onze eeuw is die der gezagmiskenning
en gezagsverguizing, van den koningsmoord
en van den moord op zoo vele dragers van
het aardsch gezag gepleegd.
Welnu, aan die eeuw, met haar eigen
aardige, geestelijke ziekten en afdwalingen
komt de Kerk hare onveranderlijke waar
heden herinneren.
Als dat beginsel weder tot volle erken
ning zal zijn gekomen, als vorsten en
zouden de daar voorkomende grotten van een
glinsterende steensoort aanleiding tot de sage van
El Dorado gegeven hebben. Aan de rivier Kur-
napi b. v. vindt men zulk een grot, die in
den zonneschijn als bezaaid met gouden lovertjes
schittert.
De vertaling van El Dorado met „goudland"
is niet volkomen juist. Zooals men weet, bestaat
de uitdrukking uit twee Spaansche woorden
el (lidwoord), dorado (gouden of verguld) en
woordelijk vertaald beteekent het dus: de gouden
of vergulde.
De verhalen omtrent El Dorado werden voor
namelijk verspreid door Sir Walter Raleigh, den
bekenden gunsteling van koningin Elisabeth, van
Engeland. Het «vas dezen ondernemenden man
te doen om de aandacht der koningin op Guyana
te vestigen, waarheen hij in 1595 een reis ge
daan had. Volgens zijn plan moest Engeland dit
land veroveren, en hij versterkte door allerlei
overdreven berichten en verzinsels ae hooge ver
wachtingen die men daaromtrent koesterde.
Hij beschreef o. a. het morgentoilet van een
fabelachtigen Indianenvorst, den vergulden ko
ning, el rey dorado, verhaalde hoe die iederen
dag door zijn dienaren met welriekende oliën
gezalfd, en daarna over het geheele lichaam met
stofgoud bestrooid werd enz.
El Dorado is dus niet de naam van een land,
maar «vil eigenlijk zeggen el rey dorado, „de
vergulde koning."