NIEUWE No. 501. Zondag 17 Juli 1881. 6e Jaargang. Onderwijs en opvoeding. BUITENLAND, 0,06 feuilleton. De klokvogel. De Lesseps als jager en ruiter. IAA1LEIMI1 C0URA1T. ABONNEMENTSPRIJS Her 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1- Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. IIÏNDKjIÏ^., lib®f* AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Vervolg en slot.) Ja er heerscht in onze dagen een atheïsme zoo als het zich nog nimmer heeft ge openbaard. De verheerlijking van den vor stenmoord en van de revolutie, die men schier overal waarneemt, bewijst den Staat, dat het niet genoeg is op een leger en op politie te steunen, der maatschappij dat, waar geest en hart ziek zijn, men op de zielen werken moet- Op de ziel echter kan men slechts door het bovennatuurlijke werken. Het was Danton die het durfde wagen te decretecrenhet kind behoort aan den Staat gelijk het aan 'de ouders toebehoort. Het was Danton, die de overoude wet van het natuurrecht en van de natuurphilosophie over boord wierp. Het was Danton die den christelijken ouders het recht betwistte hun invloed op de school te doen gelden. God zjj dank zijn die Dantonsche ideeën nog niet overal doorgedrongen. Kerk en huisgezin moeten aan 't hoofd van het onderwijs staan. L'imtituteur doit être l'auxiliaire du prêtre, zegt Le Play, car le véritable enseignement nest pas dans les connaissances immédiatesque 1'enfant en obtientmais dans la culturequ 'en regoit son esprit.Deze uitspraak gold als waar en juist in Europa van den tijd van Constantijn den Groote af, tot aan de Fransche revolutie. Zelfs protestantsche vorsten oefenden toezicht en invloed uit op het onderwijs. Het geloof is geen theoriegeen abstracte wetenschap. Het omvat hart en geest, ver stand en wil. Het geloof moet de basis zijn van de opvoeding, zal deze zegen ver spreiden in uitgebreideu kring. Geen sociale hervorming zal der wer kende klassen meer zegen en voorspoed brengen dan de eenvoudige, oude verma ning: bid en werk. Hij die den mensch het geloof ontneemt, is een misdadiger in de maatschappij. Met het Godsbegrip en het aannemen der onsterfelijkheid is ook reeds het boven natuurlijke doel van den mensch aangeno men en daarmee logisch de Kerkelijke school, het toezicht der Kerk over de school over de vorming, die immers het verstand niet alleen maar ook hart en geest, den ganschen menseh omvat, ja, omvatten moet, In de dichte bosschen van Guyana en Pa raguay klinkt het zonderling gezang van een vogel, dien men daar de „Missie-schreeuwer" noemt. Als hij er zich bij bepaalde de menachelijke stem na te bootsen, zou hij niets anders dan een gewone papegaai zijn; maar hij gaat verder: hij roept om hulp als iemand, die vermoord wordt, als een ongelukkige die sterft. Het geluid, dat hij voortbrengt, is een kreet van smart, van wan hoop, van ontzetting, het gekerm van een ge folterde, het gerochel van een stervende. De natuuronderzoeker Aleido d'Orbigny werd ar zoo door bedrogen, dat hij, meenende mid den in den nacht in de nabijheid van zijne tent een noodkreet te hooren, opstond, zijne wapens greep, en een inboorling, die naast hem sliep, Wakker maakte. Luister," zeide hij tot den Indiaan, „daar Wordt iemand vermoord; haasten wij ons hem ter hulp te snellen." De inboorling begon hartelijk te lachen en Vertelde den dapperen natuuronderzoeker, dat die wanhoopskreten het gewone gezang waren van een geitenmelker, die bedaard een luchtje ging Scheppen. In diezelfde streken is het geen zeldzaamheid De school was en is eene hulpinrichting der Kerk, en daarom is de scboolquaestie een religieus vraagstuk Om nu godsdien stige quaestiën op te lossen, bestaan er slechts twee middelenonderdrukking of vrijheid. Wie nu heeft het meeste recht goede Christenen, uitstekende leden van het huis gezin te vormen, als juist de Kerk? Voor allen immers, voor den Staat als voor het individu geldt het strenge gebod objectieve gerechtigheid. En deze is slechts mogelijk door toepassing van eeuwige, goddelijke, gesanctioneerde wetten. Deze echter kunnen niet geleerd worden als' rekenkunst of aardrijkskunde. Zij moeten ingeboezemd worden en in het hart door den godsdienst ontwikkeld worden binnen de lijst van een positieven eeredienst met eene Geestelijkheid die daarvoor waakt en zorgt. Waar de staatsschool met den godsdienst in strijd komt, is hare macht niet meer gerechtvaardigd, dan treedt het recht van het geweten in hare. plaats. Wij hebben in onze beschouwingen de getuigenissen van liberale mannen, van andersdenkende geleerden vermeld, wij heb ben de uitspraken uit republikeinsche staten en van revolutionnaire staatslieden verno men; allen waren het eens in hun oordeel over de godsdienstlooze school en hare waarde voor het volk. En toch helaas! wordt deze voortdurend gesteund, bevoor deeld en vereerd door de leiders der re geeringen, door de liberale mannen van het gezag. Gelooft men dan werkelijk dat eene monarchie door godsdienstlooze scho len in de harten harer onderdanen wordt bevestigd Gelooft men dan niet dat het gebrek aan geloof aan God, het gebrek aan achting voor Zijne geboden ook de achting benadeelt voor den persoon van den vorst, de gehoorzaamheid aan de door Gods genade regeerende dynastie. Zijn dan de vorstenmoorden onzer dagen feiten zonder beteekenis? Alle aera's der wereldgeschiedenis, v zegt Goethe, waarin het geloof heeft ge- heerscht waren heerlijk en vruchtbaar, ze genrijk voor tijdgenoot en nazaat; alle aera's echter waarin het ongeloof de over winning behaalde, verdwijnen voor de nakomelingschap.De religieuse opvoeding bestaat niet slechts in het onderwijs in den godsdienst, het is de verzorging van eensklaps een geluid van bellen te hooren, ge paard met het geklepper van een molen. Is dat een draaiend molenrad, een muilezeldrijver, die voorbijgaat? Neen, 't is een zingende vogel. Van al de zonderlinge zangers, die men daar vindt, is de klokvogel, dien de Span jaarden Campanero noemen, zeker de merk waardigste. Deze klokkeluider bewoont de bosschen van Guyana. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat zijn zang bestaat in klokslagen, die elkaar bij tusschenpoozen van twee of drie minuten op volgen, zoo helder en zuiver, dat men meenen zou in de nabijheid van eene kapel of een kloos ter te zijn. De kapel is het bosch, de klokketoren een palmboom; de klokkeluider een vogel. De Campanero zingt, of liever, luidt maar driemaal daags: 's morgens, 'smiddags en 's avonds. Nu eens is het eene doodsklok, die door het bosch galmt, dan weer een vroolijk klokkespel, dat in het gebladerte klinkt. Hij heeft niets van zijn confrater Quasimodo-, want zijne schoonheid evenaart zijn talent. De klokvogel is zoo groot al een meerkol en sneeuw wit, vlug, sierlijk en bevallig. Zijn sieraad is eene fluweelachtige zwarte kuif, die hij opsteekt terwijl hij zijn kopje op zijde houdt alsof hij naar het geluid van zijn klok luistert. Die kuif is eene kegelvormige buis, van vier duim lang, in verbinding met het verhemelte van "net religieuse leven, de innerlijke harmonie van het gansche zieleleven met het even beeld van God. Hoe zal deze borgtocht in de opvoeding verkregen worden als onze kinderen onderricht moeten ontvangen van onderwijzers die met de ideeën van Mul- tatulli dweepen, die opgaan in de leerlingen van een Volney of Voltaire, die er trotsch op gaan aanhangers, vereerders van het Darwinisme te zijn, die openlijk decreteeren dat het Evangelie tot het gebied der Sagen behoort, dat misdaad en deugd producten zijn als suiker en vitriool, dat het geloof aan God en Zijne Kerk, het geloof aan geopenbaarde waarheden tot de verouderde ideeën behoort, dat het geloof aan een leven hiernamaals slechts een hersenschim is in het brein van enkele fanatieke lui, en van hen die niet met hun tijd méégaan. Wij willen het gevraagd hebben, zal zulk een onderwijs geschikt zijn voor eene christelijke opvoeding. Zullen dergelijke theoriën van moderne schoolmannen, in geprent in de harten van de kostbare pan den ons door God geschonken voor welke wij eenmaal verantwoording zullen moeten doen, in staat zijn onze kinderen op te leiden tot degelijke burgers van den Staat tot Gode welgevallige leden der maatschappij? Geenszins. De school is derhalve geen politieke-, geen machtsquaestie, zij is eene quaestie des gewetens. Die er anders over denkt beleedigt zijn geweten. Wij zouden ophouden trouwe zonen van ons vaderland, trouwe zonen der H. Kerk te zijn, wanneer wij direct of indirect het godsdienstloos onderwijs hielpen steunen. Immers 't is in de school dat het noodlot van millioenen beslist wordt, niet slechts voor deze, maar ook voor de andere wereld. Met het al of niet aannemen van het geloof aan de onsterfelijkheid staat of valt de menschheid en ook het zoogenaamde liberale begrip der school. Geve God dat geen enkele Katholiek medeplichtig wordt aan de bevordering van godsdienstloos onderwijs, een onder wijs dat in millioenen onsterfelijke zielen den kiem van hun ondergang legt, waaruit de twijfel ontstaat, het graf der intelli gentie, waarin zij naakt en van de waar heid verlaten, afdalen. De van het geloof beroofde individuen zijn niet alleen voor de eeuwigheid verlo den vogel. Als die buis vol lucht is, gelijkt zij een horen, kromt zich en beweegt zich bevallig op en neder. Zoodra de Campanero zijn klok laat luiden, komen de apen, die dat gelui veel te sentimen teel vinden, er met eene helsche ketelmuziek te gen op, en stellen zich in de boomen als vleesche- lijke duivels aan. In den broedtijd is het geen plechtig gelui, slag voor slag, dat uit de palmboomen klinkt, maar een vroolijk klokkespel, alsof de Campa nero reeds vooraf het doopfeest van zijne jong geborenen viert. Bezoekers van den zoölogischen tuin, waarop Amsterdam roem mag dragen, kunnen daar met dezen merkwaardiger, vogel kennis maken. In de gevangenschap evenwel zal hij wel niet een zoo veelzijdig talent ontwikkelen; althans wij hoor den van hem nooit anders dan den gewoner, klokslag. De Lesseps, de onvermoeide „jeugdige grijs aard," zooals de Parijzenaars hem noemen, werd geboren en opgevoed te Tunis, waar zijn vader consul van Frankrijk was. Reeds op 20jarigen leeftijd onderscheidde hij zich als ruiter en schutter. Tegenwoordig nog pleegt hij zich in zijn weinige vrije uren te oefe nen in het schieten, waarbij een geweerloop hem ren, zij zijn ook op deze wereld ramp zalig voor zich zeiven en een vloek voor hunne omgeving. Wij willen niemand onrecht doen, wij respecteeren ieders recht, maar wij ver langen dan ook het recht voor ons, voor de christelijke ouders, voor de hulpbehoe vende teedere panden der toekomst, der toekomst ook van den vrede en van de welvaart van eiken staat. De Standard verneemt uit New-York, dat er tusschen de groote spoorwegmaat schappijen een algemeene wedstrijd woedt tot vermindering der vrachten voor het personenvervoer. Naar gemeld wordt, kan van den Fran- schen Minister Cochery een wetsontwerp te gemoet worden gezien tot invoering van een uniform briefport van een stuiver (tien centimes). De minister zou het willen in voeren met 1 Januari a. s., alzoo wel geen nieuwjaars verrassing, maar toch een nieuw jaars geschenk. De verliezen, door de Franschen in Zuid- Algerië geleden, zijn veel grooter dan oor spronkelijk geloofd werd. Twee compagniën van het Vreemden-legioen, die, 250 man sterk, die te Saida uitgerukt waren, verloren aan dooden, gewonden en zieken 150 man. Zij behoorden tot de kolonne van den overste Innocenti, waaraan Bon Amema een ge- voeligen slag toegebracht had. De Provincial Correspondenz zegt om trent de aangevangen feitelijke overgave van de aan Griekenland toegezegde ge deelten van het Turksche gebied: »Een verdere vriendschappelijke regeling van de grensscheiding is met zekerheid te wachten. De algemeene behoefte aan vrede vond langzamerhand in en met het verdrag van Berlijn haar voldoening, zoodat de hoop gerechtvaardigd schijnt, dat het bedoeld tractaat ook verder, zoo betrekkelijk nog open gebleven quaestiën als in zijn alge meene beteekenis, zich een band van we- derzijdsch vertrouwen tusschen de Euro- peesche mogendheden zal betoonen.« Niettegenstaande al de maatregelen der Saksische Regeering is Bebel eergisteren toch te Leipzig Land-bezirktot lid van den Landdag gekozen. In de vergadering van katholieke hand tot mikpunt dient. In Tunis schoot hij op zeke ren dag 55 wilde zwijnen en thans, na 50 jaren, weet men daar nog ran dat heldenfeit te spreken. In 1832 kwam hij in Egypte, en zijn paard was eerste overwinnaar in den eersten wedren dien Alexandrië aauschouwde, en waaraan de beste harddravers van Arabië deelnamen. Het kleine Barbarijsche ros van de Lesseps deed wonderen bij een achtdaagsche gazellenjacht in de woestijn van Suez, waar de volbloed van een Engelschen Lord reeds den eersten dag be zweek en zijn eigenaar 25,000 fr. deed verliezen. Het was ook een ruiterskunstje, naar men ver haalt, waardoor hij de concessie voor het Suez- kanaal verwierf. De onderkoning van Egypte, Mahomed-Said, reisde toen door de Lybische woestijn met een gevolg van 11,000 man en had zijn kamp opgeslagen op een heuvel, dien hij met een hoogen muur had laten omringen. Den 30sten November 1854 hoorde de Les seps van zijn vriend Zulfillar Pacha, dat de Khedive door gunstige berichten bizonder goed geluimd was. Daarvan wilde de ondernemende Franschman gebruik maken. Hij besteeg zijn paard, rende in vollen draf den steilen heuvel op, spror.g met zijn ros over den muur in het kamp en reed zoo naar Mahomed-Said. Dit kloeke bestaan wekte natuurlijk algemeene be wondering op, en de Khedive teekende de con cessie voor het Suez-kanaal, dat van zoo groot gewicht voor de wereld zou worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1