BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
band stond met een aanslag der Fenians.
De Fransche Kamer heeft het wetsont
werp op het verplicht onderwijs aangeno
men, met verwerping der door den Senaat
aangebrachte wijzigingen.
Aan Havas wordt in een brief uit Tripoli
gemeld, dat de houding der plaatselijke
overheden tot dus ver niet overeenkomt
met de zeer vredelievende verzekeringen,
die te Konstantinopel gegeven zijn. Er
worden met veel vertoon troepen en oor-
logsmaterieel ontscheept, als om het fana
tisme der Muzelmannen aan te vuren. In
den brief worden vele gevallen van kwel
ling opgesomd, waaraan de Turksche auto
riteiten zich schuldig gemaakt hebben jegens
Franschen of beschermelingen van Frank
rijk. De briefschrijver gelooft dat die feiten
te Konstantinopel niet bekend zijn en hoopt
dat de Porte er spoedig een einde aan
zal maken.
De heer Barthelemy Saint Hilaire heeft
in den Senaat, in antwoord op eene vraug
van De Broglie, de noodzakelijkheid van het
Fransch protectoraat over Tunis aange
toond, onder opmerking: »maar wij ver
langen geen verovering, geen annexatie;
dat wij verschillende punten bezetten, ge
schiedt alleen ter handhaving der orde.
Voorts sprak hij de berichten tegen, aan
gaande plannen van Frankrijk ten opzichte
van Tripoli, en voegde er bij, dat Enge
land daaromtrent door de verklaringen
van Frankrijk was gerustgesteld. De heer
De Broglie gaf zijne bevrediging er over
te kennen dat hij deze opheldering had
kunnen uitlokken. Na de discussie zijnde
begrootingen voor Buitenlandsche zaken,
Financiën, Eeredienst en Justitie aange
nomen.
Er is bericht uit Weenen ontvangen,
dat de keizer van Rusland zich weldra te
Moscou zal laten kronen.
Leiden, 26 Juli. Gisteren-middag is uit de
Haarlemmer trekvaart bij de spoorwegbrug het
lijk opgehaald van een 16 jarig doofstom jongeling,
die bij het baden schijnt te zijn verdronken. Naar
men verneemt, behoorde hij tot de kweekelingen
van het te Groningen gevestigde doofstommen-
instituut en bevond hij zich met verlof bij zijne
alhier wonende ouders.
Sneek, 26 Juli. Voor eenige dagen is een
loodgietersknecht uit deze gemeente die werk
zaam was te Oppenhuizen, van een daklijst naar
beneden gevallen, en inwendig zoodanig gekneusd,
dat hij na een vreeselijk lijden eergisteren is be
zweken.
Botterdam, 26 Juli. Heden ochtend omstreeks
half zes uur is uit het water in het park nabij
de zwemschool opgehaald het lijk van een man,
die sedert gisteren werd vermist.
Tilburg, 26 Juli. Alhier is een vervolging
ingesteld tegen den uitgever van de „Nieuwe
Tilburgsche Courant," wegens het verspreiden
van strooibiljetten bij Je plaats gehad hebbende
verkiezing van leden van den gemeenteraad, welke
niet van den naam van den drukker waren voor
zien, en 2". tegen den uitgever der „Tilburgsche
Courant" wegens het opnemen van een beleedigend
stuk voor een werkman alhier woonachtig.
Van 13 tot en met 21 Juli zijn per stoom
tram TilburgBesoijen 4057 personen vervoerd.
Deze onderneming ondervindt groot succes.
Venloo, 26 Juli. Alhier zijn drie personen
gearresteerd, die in het bezit bevonden werden
van allerlei vormen en voorwerpen, benoodigd
tot het munten van valsch geld. Naar de spraak
te oordeelen, zijn het Duitschers.
Deventer, 26 Juli. Bij de wapenoefening der
schutterij alhier, die eergisteren op last van den
kapitein Triebart werd gehóuden, ontbraken niet
minder dan 121 manschappen. Dit groot aantal
onwilligen staat in verband met de quaestie, waar
van wij melding maakten-, wie bij afwezigheid van
den majoor het bevel moet voeren, de oudste
kapitein, of de kapitein die daartoe door flen
majoor-kommandant wordt aangewezen.
Een kunsthandelaar te Keulen ontving
dezer dagen van een kastelein in Andernach het
verzoek om toezending der photographiën van
Makarts vijf zinnen, jacht van Diana en andere
prenten van hetzelfde genre, ten einde er de
danszaal mede te sieren. De Keulsche kunst
handelaar antwoordde het volgende „Ik vermoed
dat ge die platen niet kent; want een kastelein
die zulke onzedelijke prenten in zijne lokalen zou
ophangen, zou ik, ware mij de macht er toe
gegeven, 24 stokslagen laten toedienen. Ge zult
dit wel met mij eens zijn." Origineel en ver
blijdend was het antwoord van den kastelein
„In antwoord op uwe geëerde letteren, betuig
ik u mijn hartelijken dank voor uwe opheldering,
al kan ik het noodzakelijke niet inzien of beamen
van hetgeen u aangaande die 24 stokslagen gelieft
op te merken, te minder aangezien ik niet met
de wederinvoering der wettelijk opgeheven lijf
straffen dweep. Vermits het voor den mensch
van groote waarde is nu en dan eene onpartijdige
kritiek over zich zeiven en over zijne daden te
vernemen, zal ik uwen brief nog heden aan den
heer Makart ter kennisgeving zenden. Met
achting, enz."
Een rijk heer in Berlijn vroeg in de
courant een koetsier en den volgenden morgen
meldde er zich dan ook een aan. De heer vroeg
natuurlijk of de koetsier goede getuigen had„Ja,"
antwoordde deze „maar laat mij eerst eens uwe
boeken zien." „Zijt ge dwaas", vroeg de heer.
„Neen nog niet," was het antwoord, „want in
een half jaar heb ik drie diensten gehad. In den
eersten ging het heerschap naar Amerika, in den
tweeden werd er beslag op het rijtuig gelegd en
in den derden moest de eigenaar zijn paarden
verkoopen om zijn kinderen eten te geven. En
nu neem ik geen dienst meer aan of ik moet
mij overtuigd hebben dat mijn patroon het wel
kan stellen, daar dat gedurig verhuizen mij niet be
valt."
De letter G. speelt een geduchte rol
in de tegenwoordige politiek van de geheele we
reld. In Rusland heeft men Gortschakoff, in
Griekenland George, in Engeland Gladstone, in
Frankrijk Grèvy, Gambetta en Galiffet, in Al
giers Grévy, in Italië Garibaldi, en niet te ver
geten, in Amerika Garfield en zijn moordenaar
Guiteau.
Uit Corte (Corsica) word t gem el d, d a t
aldaar een troep Zigeuners, mannen, vrouwen en
kinderen, in 't geheel een 40 personen, was aan
gekomen en er op korten afstand van de stad
een tent had opgeslagen om er het ketellappers
bedrijf uit te oefenen. Daar hoorde men plotse
ling pistoolschoten. Eenige inwoners der stad
wilden namelijk met geweld de tent binnen
dringen om er een kijkje te nemen van het Zi
geunershuishouden. De Zigeuners stelden zich te
weer en losten eenige schoten. De Corsicanen
trokken af om weldra met een hoop ingezetenen,
goed gewapend, terug te keeren en wraak te
nemen. Er ontstond nu een hevig gevecht dat
twee uren duurde. De Corsicanen bedienden zich
van s'eenen, dolken en andere wapenen, de Zi
geuners van hunne pistolen. Het gevolg er van
was, dat er vier dooden vielen, van welke één
Zigeuner, en vijftien gewond werden, alle Zigeu
ners. De openbare macht kwam wel tusschen
beiden, maar laat, nadat het bloed reeds rijke
lijk had gevloeid. Zes inwoners zijn in verzeker
de bewaring genomen en de Zigeuners-tent werd
bewaakt door de gendarmerie. De vreemde gas
ten beweren, dat zij in den beginne, toen de Cor
sicanen hunne tent wilden binnendringen, hunne
pistolen slechts in de lucht afgeschoten hadden.
Twee wijnhandelaars te Parijs, spre
ken over de circulaire van den Prefect betref
fende het waterverbruik, tijdens de groote droogte
en ondragelijke hitte der laatste dagen. „Zij willen
het rantsoen water verminderenzeide de eene.
„Laten ze dan maar meteen alle wijnhuizen slui
ten" was de ontboezeming van den tweede.
Binnen kort zullen 300 000 geweren
uitgedeeld worden aan de openbare scholen in
Frankrijk, ten einde bij de wapenoefeningen van
de leerlingen te dienen.
Te Lyon heeft een brand gewoed op
een plaats waar dit wel zelden zal zijn voorge
komen. Op het kerkhof ontstond het vuur door
een onbekende oorzaak, aan een der hekken
waarachter de kinderen begraven liggen. Bin
nen enkel oogenblikken was al het droge hout
in brand en vóór men het vuur had kunnen
blusschen, waren alle monumenten en kruisen
verwoest.
De directeur van het theatre Dejazet
te Parijs had onlangs met groote letters aangekondigd,
dat Prins Mustapha-pacha de voorstelling zou bijwo
nen. De Prins kwam niet en de tooneel-verslag-
gever van le Triboulet consteerde dit in zijn ver
slag, er bijvoegende, dat Mustapha dien avond
liever naar het circus gegaan was dan naar het
théatie Dejazet. Dit nam de directeur van dezen
schouwburg zoo kwalijk, dat hij niet alleen der.
verslaggever, maar bovendien den directeur en
den gerant van le Triboulet voor de Rechtbank
daagde en 10 000 fr. schadevergoeding eischte.
De Rechtbank vond de eisch te dwaas en sprak
het blad vrij.
Hoe treurig het met de Russische
geestelijkheid gesteld is, blijkt uit den wensch,
door een Russisch blad uitgesproken, bij het op
treden van den nieuwen bisschop van Peusa, die
in het begin dezer maand zijn ambt aanvaardde.
Het blad zegt namelijk te hopen, dat de nieu
we kerkvorst de onder hem staande geestelijken,
„die zich meer aan het houden van kroegen, het
leenen op pand, woekerhandel enz., dan aan hun
ambtsplichten wijden, een weinig korter zal houden
dan zijn voorganger, een oud en ziekelijk man,
in staat was te doen.
Toen Walter Scott zijn loopbaan als
romanschrijver begon, waren er twintig andere
romanschrijvers, die eenigen naam hadden ge
maakt. In 1814, het jaar dat Waverley in't licht
verscheen, werd er om de veertien dagen een
roman uitgegeven. Ten tijde van Scott's dood,
in 1832, kwamen er elke week twee romans uit.
In het tijdsverloop van vijf-en-veertig jaar, dat
tusschen de uitgave van Waverley en Adam
Bede van George Eliot ligt, hebben ruim
drie duizend romans in Groot Brittannië alleen
het licht gezien. Sedert Adam Bede in 1852
werd uitgegeven, is de productie daar te lande
zoo toegenomen dat er verleden jaar, in Groot
Brittannië alleen, vijf honderd tachtig romans,
dus meer dan één per dag, in het licht zijn ver
schenen.
Onder de regeering van Koning
Frederik I van Pruisen werd er eene belasting
op de pruiken ingevoerd, doch 't bleek weldra,
dat deze maatregel in de uitvoering op groote
bezwaren stuitte. De ondernemer, die de inkom
sten voor eene belangrijke som van den Staat
had gepacht en den titel van pruiken-inspecteur
voerde, zocht zijn monopolie zoo winstgevend
mogelijk te maken, en voerde een zeer scherp
toezicht in, waarbij hij zich van een aantal lagere
ambtenaren bediende. Deze lieden hadden het
recht om ieder, die zich op straat met een pruik
vertoonde, aan te houden en na te zien of het
hoofddeksel wel van den voorgeschreven belas
tingstempel voorzien was. Als deze maatregel het
gebruik, dat thans nog van valsch haar gemaakt
wordt, in den grond uitroeien kon, zou men
zijne toepassing ook in deze dagen terug mogen
wenschen.
Te Rotterdam heeft zich verleden
week een geval van slaapziekte voorgedaan, bij
de dienstbode van den heer S., suikerbakker
aldaar. De meid was Zondagavond op den ge
wonen tijd ter ruste gegaan, doch kon 's Maan
dags-morgens niet wakker gemaakt worden. Eerst
Dinsdags gelukte dit; toen gebruikte ze - echter
nog altijd te bed een kop thee, waarna zij
neerzonk en insliep. Woensdag heelt men haar
met kracht gewekt en beproefd haar te doen
opstaan, wat dan ook ten laatste gelukte. Zij was
echter zoo wezenloos en versuft dat zij tot niets
in staat was zoodat men besloot haar naar hare
ouders te Culemborg te vervoeren.
Voor een straatjongen is het een ge
not een emmer met water van een schrobbende
diestmeid omver te kunnen smijten en dat genot
smaakte dan ook Vrijdag-morgen een jongen op de
Groenmarktte's-Hage. De dienstmeid werd daarover
echter zoo kwaad, dat zij een ander met water
gevulden emmer opgreep en dien den jongen
achterna wierp met het ongelukkig gevolg dat
de geheele inhoud op de kleeding van eene dame
terecht kwam. Druipende en weinig gesticht over
het stortbad, werd de dame in een der nabijzijnde
winkels binnengebracht.
Ook een jubilé. Friedrich Hicker vierde
gisteren het jubilé zijner 25 jarige werkzaamheid
als lantaarnopsteker te Bonn. 23 jaren was hij
werkzaam aan de gasfabriek van den heer Oster.
De twee laatste jaren oefende hij zijn licht ver
spreidend vak uit in dienst der stedelijke gasfabriek.
Twee zakkenrolsters te Parijs, die met
groote onbeschaamdheid haar werk uitoefenden
en de noodige voorzichtigheid vergaten, werden
dezer dagen door een dame betrapt, juist toen
zij deze de portemounaie ontfutselden. Het edel
tweetal werd naar het politiebureau gebracht,
waar het bleek dat zij op dien dag niet minder
dan twee en vijftig beurzen hadden gerold, waar
onder verscheidene die een niet onaanzienlijk
sommetje bevatten.
Dezer dagen stier f op he t eiland Kret a
in een dorpje nabij Rettimo een grondbezitter die
den hoogen leeftijd van honderd achttien jaren
had bereikt. Op zijn achttiende jaar was hij
gehuwd en had sedert dien tijd niet minder dan
vijf vrouwen, elf kinderen en al zijne broeders
helpen begraven. Tot 't einde van zijn leven was
hij nog in 't bezit van al zijn geestvermogens
en had gedurende zijn geheele leven weinig over
ziekte te klagen gehad. Twee zonen van hem,
die eveneens grijsaards waren, brachten hem naar
zijn laatste rustplaats.
Als een bewijs dat de waarde van den
grond te Parijs een verbazende hoogte heeft be
reikt, kan dienen, dat de stad dezer dagen eeni
gen grond heeft verkocht in de nabijheid van
het postkantoor en wel tegen den fabelachtigen
prijs van 2471 fr. of pl. m. 1200 gulden per
vierkanten meter. Zelfs op de eerste boulevards
en in de meest gezochte straten heeft het terrein
nooit zooveel opgebracht.
Te Troppau is aan het station van
den Noorderspoorweg met andere bestelgoederen
dezer dagen aangevoerd een zonderling artikel
„tegen rembours" aan een bekend inwoner der
stad af te leveren. De geadresseerde heeft de
vereischte kennisgeving ontvangen, dat aan hem
zal worden afgeleverd tegen betaling van onge
veer 800 flor. een jonge leeuw. De geadresseerde
weigert het bestelgoed," in ontvangst te nemen,
want de jeugdige vorstelijke spruit krijgt tanden,
en voor leeuwen die een uitmuntend gebit hebben,
schijnt dat tijdperk dan .ook zeer gevaarlijk te
zijn. Naar 't schijnt zijn de beide paitijen tot de
volgende overeenkomst geraakt. De geadresseerde,
een handelaar in wild gedierte, verzorgt den jongen
leeuw met de meest mogelijke zorg; komen de
tanden door zonder noodlottig gevolg, dan betaalt
de koopman de als „rembours" gevorderde som
met inbegrip van de noodige schadeloosstelling
voor den „opslag" der waar. Sterft de kleine
aan de tandjes, dan is de geadresseerde van de
zaak af.
Er mogen er op rekening van Kampen
veel nu laten we zeggen: „zonderlingheden"
geschreven worden die er niet thuis behooren,
zeker is toch dat men er dikwijls eene liefheb
berij heeft voor aardigheden waarvan niemand
buiten Kampen de fijne aardigheid snapt. Zoo
kan men er geregeld bij elke verkiezing honder
den strooibiljetten vinden van verschillende soort
op rijm! ter aanbeveling van candidaten. De
biljetten worden inderdaad in allen ernst rondge
zonden, al zou men ook geneigd zijn aan een
spotvogel te denken. De poëzie is doorloopend
van het soort waarin de ulevel-deviezen naam
hebben gemaakt.
Een orgeldraaier te Arnhem kreeg,
terwijl hij zijn instrument bespeelde, ruzie met
zijne wederhelft. Vol woede ging hij naar de
kroeg, waar hij een aantal borrels naar binnen
sloeg. Voor lijk te huis en op zijn bed gebracht,
schijnt hij in half bewusteloozen toestand een
touw om den hals te hebben geslagen, en door
zijn spartelen schijnt dit touw te zijn toegekneld,
zoodat de man later levenloos in dien toestand
gevonden werd.
Even als te Bern hebben er Zaterdag
morgen omstreeks half 3 uur ook te Genève
aardschokken plaats gehad, en wel zes, waarvan
de beide laatste zoo krachtig waren, dat in vele
kamers alles stond te dreunen en de bewoners
de vlucht namen. Dit jaar was het reeds de
derde maal dat zich dit verschijnsel aldaar voor
deed. Ook te Lyon en Grenoble heeft het zich voor
gedaan. Te Lyon voelde men twee schokken, beide
zoo hevig dat verscheidene deuren opensprongen
en op de hoogten in de omstreken der stad ver
scheidene huizen beschadigd zijn. Te Grenoble
heeft men er drie waargenomen.
Vrijdag-nacht moet het op sommige
plaatsen nog al hebben gevroren Zou men niet
zeggen dat Hildebrand gelijk heeft, waar hij in
de Camera Obscura spreekt van de nachtvorsten,
die eerst op ultimo Juli eindigen om op primo
Augustus weder te beginnen
Te Kopenhagen heerscht algemeene
outsteltenis door het uitbreken van een kwaad
aardige epidemie van keelziekte, waaraan reeds
een aantal personen overleden. De ziekte werd
naar de stad overgebracht van de aan het strand
gelegen plaatsjes Skodsborg en Weddy waar zij
zich het eerst vertoonde. De vele bewoners der
hoofdstad die daar vertoefden namen, zoodra de
epidemie zich begon uit te breiden, de vlucht
naar Kopenhagen, en brachten de kiem der ziekte
mee. Het anders zoo drukke verkeer tusschen de
hoofdstad en de bad- en uitspanningsplaatsen Klam-
penborg, Skodsborg enz. staat nu geheel stil. De
stoombooten, die dagelijks honderden handels
mannen naar de stad brachten, hebben nu vol
strekt geen passagiers. De geneesheeren hebben
handen vol werk met het onderzoeken van het
drinkwater en de melk, die naar de huizen aan
het strand en in de stad gebracht wordt en van
het vee op de verschillende hoeven. Maar bij de
koeien werden nog geen kenteekenen der zieKte
bespeurd en in het bronwater geen spoor van be
derf gevonden.
In Denemarken bestaat nog een oud
volksgeloof. Als in de vroege lente de koekoek
zijn stem in de bosschen laat hooren, maakt elk
dorpsmeisje eene kushand en vraagt: „Koekoek,
koekoek, wanneer zal ik trouwen?" En de ouden
van dagen, krom en stram van den last der jaren
en van rheumatisme, vragen: „Koekoek, koe
koek, wanneer zal ik van de zorgen dezer wereld
verlost worden?" De koekoek antwoordt met
zij eentonig gezang zooveel malen als er jaren
verloopen voordat die verlangens vervuld zijn.
Maar aangezien sommige menschen een hoogen
ouderdom bereiken en vele meisjes als oude vrijs
ters sterven, heeft de arme vogel zooveel te doen
met die vragen te beantwoorden, dat hij geen
tijd heeft om een nest te maken maar zijne eieren
in het nest van andere vogels legt.
Zooals men weet was bij de 1 aats te ten
toonstelling te Parijs in de eerste dagen na de opening
alles nog niet klaar, en de werklui waren er druk
in de weer. Een glazenmaker, die 's morgens vroeg
gekomen was en het een en ander te doen had,
hing, eer hij aan het werk ging, zijn halsdoek,
zijn jas en een ouden hoed, dien hij droeg, in
een leêge kast in de kamer, waar historische voor
werpen te zien waren. Toen hij 's middags zijn
goed wilde terughalen, vond hij voor de kast een
groep professoren, die deftig aan het disputeeren
waren of die kleedingstukken aan Marat of Robes
pierre hadden toebehoord. In de kast daarnaast
hingen namelijk dergelijke curiositeiten van Dan-
ton en Lafayette.
Te Roelofarendsveen zijn op heeter-
daad betrapt en gearresteerd een paar jeugdige
vagebonden uit Leimuiden (waarvan de oudste
slechts 10 jaar) die uit een toonbanklade 5 gulden
hadden weggekaapt, terwijl de winkelbediende
voor een oogenblik afwezig was. Volgens hunne
verklaring zouden zij in hun bedrijf door een
oudere zuster onderwezen, en de vader niet on
kundig zijn aan de handelingen zijner kinderen.
Het gebruik van het Hongaarsche als
ofïiciëele taal in Hongarije heeft onlangs tot een
zeer onaangenaam misverstand aanl iding gegeven,
waarover de Oostenrijksche bladen zich niet wei
nig vroolijk maken. Onlangs kwam aan het tele
graafkantoor te Triest een Hongaarsch telegram
uit Pest, van welks adres, inhoud en onderteeke-
ning geen der beambten iets begreep, daar de
eenige, die een weinig Hongaarsch verstond, juist
niet aanwezig was. Een neuswijze besteller echter,
die over den schouder van een der beambten de
depêche ingluurde, zag dat het eerste woord van
den tekst, na het adres, de naam Marcus S. was,
en riep uit: „Dien Hongaar ken ik wel. Hij kreeg
vandaag ook een telegraphischen postwissel en
logeert in een hotel Geef mij het tele
gram maar gauw. Hij vertrekt van daag weer."
Nu gebeurt het wel eens dat bij een telegram
een naam, die in het adres behoort, in den tekst
terecht komt. Men meende dat dit nu ook het
geval zou zijn, en de beambte gaf, blijde dat hij
er af was, het telegram aan den besteller, die
zoo gauw hij kon naar het hotel liep en het aan
den heer Marcus S. overhandigde met de vraag
of dit telegram, waarin zijn naam voorkwam, bij
hem terecht was. Marcus S. las verbaasd het
adres, opende haastig het teiegram, en borst in
een schaterend gelach uit. „Wel zeker is het bij
mij terecht," zei hij, gaf den besteller een ruime
fooi en vertrok onmiddellijk per sneltrein. Der.
volgenden dag kreeg de politie te Triëst een
telegram in het Duitsch van de overheid te Pest,
met de vraag of het, na het telegram van den
voiigen dag, waarin de aanhouding van Marcus
S. verzocht werd, gelukt was, dien gevaarlijken
gauwdief te vatten. De politie die van niets wist,
onderzocht de zaak, en nu kwam het uit, dat
men van het telegraafkantoor het verzoek tot
aanhouding aan den vervolgden dief zeiven ge
zonden had. De telegrafist en de besteller kregen
beiden hun ontslag, maar Marcus S. voer er wel
bij, en had nu ruimschoots tijd gehad om over de
Italiaansche grenzen te komen.
Frederik de Groote vond zooals
uit het volgende blijkt tusschen zijne oorlogen
door nog gelegenheid om zijn huishoudelijke za
ken na te gaan. Men verhaalt nl. dat op het
kasboek van een zijner koks, bij een uitgave voor
9 Nov. 1764, groot 25 thl. 10 gr.de volgende
kantteekening staat geschreven: „Op dit bedrag
is meer dan de helft gestolen, want er bevonden
zich op tafel hoogstens honderd oesters, maakt
4 thl.aan visch 2 thl.aan Russisch gebak
4 thl., één ganzenlever 1 thl.; reken hier Dog
bij 1 thl. voor haring en erwten, dat maakt nog
slechts 12 thl. in 't geheel. Wat een ongehoorde
dieverij! {get.) Frederik."
Eergisteren-ochtend is uit hetwater
van den Zijlsingel te Leiden opgehaald een onbe
kend manspersoon, in dienst bij een carouselhouder,