NIEUWE
No. 506.
Donderdag 4 Augustus 1881.
6e Jaargang.
Eene zwakke Regeering,
BUITENLAND.
f 0,85
Tamme zwaluwen.
IlilRLE
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
MNTlZNDIUf
l il U T.
AGITE MA NOW AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
De gewelddadige aanranding van het lijk
van Paus Pius IX z. g. te Rome, heeft de
boosaardigheid der Italiaansche Regeering
daghelder bewezen. Zelfs radicale bladen
hebben moeten erkennen dat Italië door
dergelijke verachtelijke gebeurtenissen alle
achting en vertrouwen verliest. De erger
lijke handelingen waaraan het liberale plebs
in kiel en glacé-handschoenen, zich heeft
schuldig gemaakt, bewijzen de ruwheid,
den godsdiensthaat en de bedorven natuur
van het radicale Italiaansche gepeupel. Al
tracht het liberalisme hier en daar zijne
ware gedaante met holklinkende phrasen
te vernissen, in zijn hart koestert het een
onverzoenlijken haat tegen de Kerk, tegen
het Christendom en het Pausdom. Te Rome
heeft het liberale janhagel op de intelli
gentie en beschavingder 19e eeuw een
schandvlek en een brandmerk gedrukt, die
onuitwischbaar zijn. Met verontwaardiging
en aischuw wendt zich de Christelijke we
reld van deze schanddaden af; het lijk van
den grooten Paus, wiens hart de liefde
voor het Italiaansche volk tot aan het graf
heeft bewaard en van wieus bewonderens
waardige offervaardigheid voor het welzijn
der Romeinen, elke straat der eeuwige stad
getuigt, werd op de smadelijkste wijze be
spot en verguisd en het scheelde weinig of
het goddelooze, revolutionuaire gespuis had
zich aan een handtastelijke schennis van
het stoffelijk overblijfsel schuldig gemaakt.
Als eene revolutionnaire partij, zooals
de Nihilisten in Rusland, moordplannen
smeedt tegen het hoofd van den Staat en
moordaanslagen bedrijft; als misdadigers
uit politieke gronden of door hoovaardij
geprikkeld, hunne hand tegen keizers en
koningen verheffen, dan gaat er een kreet
van verontwaardiging en woede door de
geheele beschaafde wereld; doch wat zal
men er van zeggen, als de hand van het
plebs zich tegen een dooden Paus-koning
verheft en dezen in de lijkkist nog bespot
en beschimpt? Een politieke moord vindt
zjjne verklaring, al kan hij geen veront
schuldiging vinden; maar een aanslag op
de majesteit van den dood gaat over het
denkbaar mogelijke. Als het lijk van een
wereldlijken souverein op zulk eene wijze
in een vreemd land ware behandeld ge
worden, dan zou de natie, die door zulk
een schennis beleedigd werd, recht hebben
FEUILLETON.
Zwaluwen die, hoewel ze soms in de stallen
en schuren der boeren hun nest maken, toch
vrij schuw voor de menschen zijn, en wier
grootste bewijs van vertrouwelijkheid daarin be
staat, dat zij doen alsof de menschen er niet
waren, kunnen zoo tam gemaakt worden, dat zij
uit eigen beweging naar het open venster komen
vliegen en soms zelfs iets uit de hand aannemen.
In een Duitsch blad wordt daarvan een aardig
voorbeeld meegedeeld.
„Ik zat," zoo verhaalt de schrijver, „onlangs
een vriend op te wachten in zijn kamer, op de
bovenste verdieping van een huis, dat in een
buurt staat waar veel hooge, oude gebouwen
zijn, toen op eens twee zwaluwen op een ijzeren
stang voor het venster kwamen zitten en nieuws
gierig naar binnen keken, terwijl zij op een bi-
zondere manier tjilpten. Het binnenkomen van
mijn vriend verjoeg hen volstrekt niet; zij bleven
rustig zitten wachten, tot hij hen in het oog
kreeg. „Zoo, zijn de kleine bedelaars daar weer?"
riep hij uit, en streelde de eene met den vinger
«et kopje; ondertusschen vloog de andere tjil
pend voor hem heen en weer, en weldra kwa
den er nog drie, vier zwaluwen, die hetzelfde
deden.
voldoening te eischeu voor den ondervon
den smaad, en zoo zij geen satisfactie kon
verkrijgen, zou het haar plicht zijn die
door een krachtig optreden zich zelve te
verschaffen. De Paus is, wel is waar, geen
souverein in den gewonen zin van het
woord; hem staan geen legers ten dienste
die hij uit kan doen rukken om voldoe
ning te verkrijgen, maar er zijn nog ka
tholieke volkeren en zij moeten in naam
der gerechtigheid, stappen doen bij hunne
regeeringen, ten einde voldoening te er
langen voor den smaad, waarvan de nacht
van den 12en op den 13en Juli kan ge
tuigen.
De treurige feiten in genoemden nacht
voorgevallen, liggen een ieder nog versch
in het geheugen. Het waren ergerlijke ge
beurtenissen die met recht de verontwaar
diging en den afschuw van iederen meusch
moeten opwekken, die nog in het bezit is
van eenig menschelijk en godsdienstig ge
voel. Niet alzoo de huurlingen, de solde-
nieren der revolutie; wat de woeste horde
in dien nacht heeft gedaan, wordt door
de revolutionuaire pers voortgezet; zij schenkt
haren bijval; zij bejammert het alleen, dat
het lijk van deu Paus niet in den Tiber
werd geworpen en zij uit op den ontslapen
heiligen Vader smaadredenen, te vuil, te
godslasterlijk om ze hier te herhalen.
En de Regeering van bet moderne Ko
ninkrijk?
De zwakke Italiaansche Regeering laat
zulke gruweldaden rustig gebeuren en heeft
bovendien nog den akeligen moed, de schuld
van zulke ruwe gewelddadigheden aan de
onschuldige deelnemers bij de processie ten
laste te leggen. Maar zij mist feitelijk den
wil en den moed, met kracht tegen het
drijven der revolutionnairen op te treden.
Hoe bedroevend zwak de Italiaansche
Regeering overigens is, hebben we kunnen
zien uit het verbod van een door den Paus
bepaalde jubilé-processie, welk verbod de
laffe Regeering ter wille van de revolu
tionnairen heeft geproclameerd.
Men heeft in den loop der eeuwen vele
Pausen vervolgd, verbannen en vermoord,
maar zelfs het heidensche volk was niet
zoo diep gezonken, dat het de achting
voor de dooden zou verloren hebben. Sinds
de negende eeuw, toen Rome in de diepste
barbaarschheid verzonken lag en men zich
aan den dooden Paus Formosus vergreep,
is het niet meer voorgevallen dat men het
„Op mijn vraag, wat de diertjes wilden en
hoe hij het aangelegd had om hen zoo tam te
maken ging hij naar een lade, nam er een hand
vol watten uit, en verzocht mij ook aan het ven
ster te komen. Toen nam hij een stukje watten,
zoo groot als een halve gulden in de hand en
hield het buiten. Een zwaluw maakte onder het
vliegen een zwenking naar de hand; hij liet los,
en terstond had de vogel het vlokje gepakt, waar
mee hij vroolijk wegvloog. Met de anderen ging
het evenzoo; er kwamen hoe langer hoe meer bij,
en weldra vloog de geheele zwaluwen-kolonie
van de buurt tjilpend voor het venster heen en
weer.
„Zoo als gij ziet," zei mijn vriend, „ben ik
hun beddenleverancier. Zij hebben nu reeds twee
vel watten er. al de wol van mijr. geschoren
hondje naar hun nesten gebracht; daardoor zijn
zij zoo vertrouwelijk. Maar er hoort toch iets
meer bij dan alleen de watten, om ze zoo te
krijgen. Men moet met een zekere methode te
werk gaan en op hun schranderheid specu-
leeren.
„Als men in Mei en Juni, of dagen dat er
weinig wind is, een vlokje wol uit een boven
verdieping werpt, zal het doorgaans niet op den
grond terechtkomen, maar meestal door een
zwaluw meegenomen worden. Dat is dan echter
voor de dieren slechts een welkome buit, die zij
pakken, zonder zich er om te bekommeren van-
lijk van eeu Paus beschimpte of bespotte.
Zulk een acte van brutaliteit en ruw
geweld was voorbehouden aan de negen
tiende eeuw, de eeuw der beschaving, ver
lichting en humaniteit bij uitnemendheid!
Het lijk van een vijand brengt gewoon
lijk eene verzoenende uitwerking te weeg;
het zien van de stoffelijke overblijfselen
van hem die ons in 't leven minder aan
genaam was, stemt tot kalmte, overdenking
en vergeving; slechts ruw gespuis en ellen
dige lafaards wagen het 't sterfelijk omhulsel
van een mensch te beschimpen en te bespot
ten. Maar de gevoellooze troep, die door de
revolutionnaire beweging wordt gefanati-
seerd en zelfs bij de Regeering steun vindt,
kent de aandoeningen der menschheid even
weinig als de grondstellingen van den gods
dienst en de zedelijkheid. Met een onge
hoord cynisme stoort zij eene ernstige, re-
ligieuse plechtigheid en beschimpt en bespot
het aandenken en het lijk vau een Paus,
aan wien Rome oneindigen dank verschul
digd is.
Deze betreurenswaardige feiten hebben
niet alleen het masker aan het liberalisme
ontnomen, maar zij hebben ook duidelijk
aan het daglicht gesteld welke waarde
men aan de waarborgen-wet kan hechten.
Italië heeft zulk eene wet die met groote
woordenpraal de persoon des Pausen als
heilig en onschendbaar verklaart en over
tredingen belooft te wreken, als aanslagen
op den persoon des Koniugs. De droevige
gebeurtenissen zullen intusschen iedereen
overtuigen, dat al die schoonklinkende
beloften, slechts ijdele klanken zijn. Noch
het goddelooze, door geheime genootschap
pen opgezweepte volk, noch de in hare
onmacht waarlijke laffe en zwakke Re-
geeriug zullen zich ooit aan de wet houden.
Als de Italiaansche Regeering niet in
staat is, brutale aanrandingen te voorko
men tegen het lijk van een gestorven Paus,
waar zal zij dan den moed vinden als het
er op aankomt de door de revolutionnairen
gesmeede aanvallen tegen den regeerenden
Paus onmogelijk te maken? Wat al zou
er niet te vreezeu zijn als de Paus het
Vaticaan wilde verlaten?
Dat de Paus zijne waardigheid en vrij
heid ontbeert, zulks heeft de nacht van
den 12en op den 13en Juli bewezen. Die
nacht was noodlottig voor de Regeering
van het nieuwe Italië. Als een lijk en
lijkdragers ongestrafd openlijk beleedigd
waar hij komt. Eerst als men het vlokjes wer
pen telkens herhaalt, worden zij op de bron op
merkzaam en blijven in de nabijheid daarvan,
maar vooreerst nog als dieven, die snel op het
vlokje losschieten en dan, zoo gauw zij kunnen,
weer wegvliegen. Zij happen daarbij dikwijls mis,
zoodat een ander er mee heengaat, en het wordt
een algemeene wedstrijd, wie het vlokje hebben
zal.
„In hun ijver krijgen zij moed om zich dich
ter bij den gever te wagen, en dan is het oogen-
blik gekomen, om de zwaluwenpedagogiek in toe
passing te brengen. Men moet hun nl. doen zien,
dat zij voordeel hebben bij het vertrouwelijk na
der komen. Men moet hen in het oog houden,
als zij van ver komen aanvliegen, en op het
juiste oogenhlik de vlok loslaten, zoodat die hun
tegemoet vliegt, en zij haar zeker te pakken krij
gen. De vlugsten onder hen komen spoedig achter
dit systeem en richten zich er naar; er zijn
zes of acht, die zeer aardig met mij samen
werken.
„Moet ge altijd loslaten, of nemen zij ook wel
uit de hand aan?" vroeg ik.
„Dat hangt af van den wind, waarnaar zij
hun vlucht moeten richten. Als er weinig wind
is, zooals nu, schieten zij pijlsnel door de lucht
en zorgen dan niet te dicht bij een vast voor
werp te komen. Zij zijn dan niet bang voor de
hand, als deel van een mensch, maar als hin-
kutmeu worden, als er met het stoffelijk
overblijfsel van het opperhoofd van ruim
200 millioen Katholieken eene scène kan
geschieden waarvoor heidenen en barbaren
zich zouden schamen, dan bewijzen derge
lijke ergerlijke feiten zonneklaar dat men
niet het minste vertrouwen kau schenken
aan de wetten en beloften van het moderne
koninkrijk, maar zij getuigen tevens van
de zwakheid en onmacht eener Regeering
die ze ongestraft laat geschieden, bovenal
echter bewijzen zij hoe groot de macht is
van de vrijmetselarij en andere geheime
genootschappen, die het plebs fanatiseeren
en door hun verderfelijken invloed land en
volk te gronde richten.
Arm, arm Italië
Het voorbeeld der firma Stumn te Neun-
kirchen vindt navolging. Ook de directie
der mijn bij Alsdorf heeft afgekondigd bij
welke ingezetenen hare werklieden niets
meer mogen koopen, op straffe van on
middellijk ontslag.
Aan prins von Bismarck is, onder 't post
merk van Hamburg, waar 't stuk den 25n
Juli werd op de post gedaan, een dreig
brief toegezonden. Daarin wordt gezegd,
dat geen politiemaatregelen, te Kissingen
genomen, hem iets zullen baten, en dat
hij spoedig met den doodgraver zal kennis
maken.
Als nouveauté op 't gebied der v. Bis
marck-bedreigingen wordt aan het slot van
den nieuwen brief gezegd, dat geheel het
geslacht der von Bismarcken moet worden
uitgeroeid. Na prins von Bismarck is het
de beurt van graaf Wilhelm.
Aan de Daily Telegraph werd uit
Pretoria gemeld dat de conventie geteekend
zou worden.
Aan de Times wordt uit Lahore gemeld,
dat Kandahar den 27sten Juli zonder te
genstand met een klein detachement onder
Hushun Khan uit haam van Avoub Khan
in bezit genomen is.
De grondbezitter Swanton is nabij
Ballydehot met een pistoolschoot doodelijk
gewond.
De Morningpost verneemt, dat de Porte
eerstdaags eene nota over den toestand
van Tripoli zal afzenden, waarin zij met
eene verwijzing naar de jongste gebeurte
nissen in Tunis, de gevaren zal in 't licht
derpaal. Alleen bij volkomen windstilte doen zij
anders en vliegen langzamer naderbij, om het
aangebodene bedaard met den snavel beet te
pakken. Dan zet ik een premie op het naderen,
en geef slechts aan hen, die vlak bij mij ko
men. Op die manier heb ik de kleine bedelaars>
die ge straks gezien hebt, zoo tam gekregen. Het
heeft mij twee weken lang een half uur per dag
gekost. Ik zal later, als zij niet meer zoo op de
watten gesteld zijn, ook eens beproeven hun vlie
gen te geven."
Nu was de voorraad uitgeputen mijn vriendklapte
in de handen. De zwaluwen vlogen heen, maar
keerden spoedig terug, en kwamen vragend om het
gastvrije venster vliegen, altijd met hetzelfde eigen
aardige getjilp, waarvan ik nu de beteekenis wist.
„Nu komt de belooning voor de aardigsten,"
zei mijn vriend. Wij gingen van het venster af,
en wachtten een paar minuten. Toen kwam er een
zwaluw op den stang voor het venster zitten,
daarna een tweede en eindelijk een derde. Numero
een en twee bleven zitten toen mijn vriend aan het
venster kwam, en kregen ieder een grooten dot wat
ten. De derde was nog te schuw en vloog heen, maar
kwam terug, en kreeg vliegend nog een vlokje. Het
zou niet lang duren, meende mijn vriend, of die
zou ook tam zijn."
Aan jonge en oude dierenvrienden, die in de gele
genheid zijn, zij de raad gegeven, ook eens een
proef met deze „zwaluwenpedagogiek" te nemen.