BUITENLAND.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
Het dagelijks verschijnende socialistische
blad le Citoyen de Paris is door de recht
bank van koophandel failliet verklaard.
Tengevolge der uitzetting van prins
Kapotkine uit Zwitserland hebben eenige
Russische revolutionnairen zich aldaar niet
meer veilig geacht en de wijk genomen
naar elders, deels naar Engeland, deels naar
Frankrijk. Een dezer, Mme. Foursky, is
thans te Parijs aangekomen.
Aan de Daily News wordt uit Was
hington gemeld dat tegenover de geheime
bedreigingen om op Guiteau de lynchwet
toe te passen, ingeval Garfield sterft, de
overheid maatregelen neemt. Generaal Sher
man houdt duizend man troepen met zwaar
geschut gereed, om desnoods de gevangenis
te beschermen tegen het gepeupel.
Yolgens berichten uit Berlijn, is er
in des Keizers gezondheidstoestand eenige
verbetering.
Een telegram uit Konstantinopel
meldt dat Vrijdag op Chios de aardbeving
zich herhaalde, heviger nog dan in April.
De schade is ontzettend, de bewoners geven
zich aan wanhoop over.
Bath, 30 Aug. Twee manuen, werkzaam aan
de dukdalven op den oever der Schelde, hadden
Vrijdagavond het geluk op de slikken een maho
niehouten kistje te vinden, gevuld met 22 gouden
en 168 zilveren muntstukken. Het kistje schijnt
reeds lang in het water te hebben gelegen, want
het viel bij 't opnemen uit elkander, terwijl de
munten weinig kenbaar schijnen te zijn.
Leiden, 30 Aug. Op de lijn van den tram-
dienst LeidenKatwijk had eergisteren een onge
luk plaats. Tengevolge van oponthoud van den
trein, die te 11 uur 15 min. van Leiden moest
vertrekken, ging een losse machine van Rhijnsburg
den komenden trein tegemoet, met het gevolg
dat de beide machines op een hoek van den
Leidschen straatweg tegen elkander liepen. Onder
de passagiers werden eene juffrouw uit Leiden de
beide beenen gebroken, terwijl een heer aan het
aangezicht werd gekwetst. Het materieel is zwaar
beschadigd.
Utrecht, 30 Aug. Zaterdag zou aan de gar
nizoensbakkerij alhier ten derden male de aanbe
steding van graan plaats hebben; doch andermaal
kon zij geen voortgang hebben bij gebrek aan
leveranciers.
Venloo, 30 Aug. Een arbeider uit Steenwijk,
aan het staatsspoor alhier werkzaam, had gisteren
het ongeluk bij het station alhier tusschen de
buffers te geraken om zoodoende zijn dood te
vinden. Hij was gehuwd en vader van een kind.
Aalburg, 30 Aug. Van een met rijshout beladen
schip, naar Heusden bestemd, is op de hoogte
waar vroeger de slagboom heeft gestaan, de knecht
L.S.uit den mast in het kanaal gevallen
en verdronken.
Groessen, 30 Aug. Alhier is een kind onder
een kar geraakt en aan de daardoor bekomen
wonden overleden.
Wemeldinge, 30 Aug. In den tuin van den
heer A. C. de Blinde alhier, is een radijs gegroeid,
die 12 ons woog.
Een Engelsche kam enier zond onlangs
aan de Times een advertentie, in het Fransch ge
steld, zóó koddig, dat een Franschman het bij de
lezing uitgegierd moet hebben. Het was een Engel
sche aankondiging, die de zich N. B.l voor eene
Francaise uitgevende juffrouw woord voor woord in
de taal van Racine had vertolkt. O. a. gaf ze
daarin te kennen, dat ze très-anxieuse very an
xious) was, eene betrekking te krijgen, hetzij als
kamenier, hetzij als gouvernante pour apprendre
le franqais. Het goede mensch bedoelde natuur
lijk enseigner le franqais, maar dat apprendre
was vooral aardig, omdat ze het zelf zoo hard
noodig had Aan het slot finis coronat opus!
stond, dat men zich pour particulieres (for par
ticulars) te wenden had tot
In de vorige week hoorde de echtge-
noote van den landbouwer H. Heidema te Hoog r-
Smilde des nachts in de schuur een verdacht
gedruisch. Ofschoon haar echtgenoot afwezig was,
was ze moedig genoeg om terstond een onderzoek in
te stellen. In de schuur vond zij niets, maar (Te
op een kier staande kelderdeur openende, zag zij
daar een vreemdeling. Zij sloot nu de deur en
ijlde heen om de hulp harer buren in te roepen.
De indringer achtte het verkieslijker hunne komst
niet af te wachtenhij beukte de deur met zooveel
geweld, dat de sluiting bezweek, en koos het
hazepad.
Te Emmerik zijn dezer dagen eenige
dames, die een dag in Arnhem doorbrachten, op het
douane-bureau beboet, omdat zij te zamen ongeveer
een heel pond gebak en suikergoed voor hare kinderen
bij zich hadden dat zij niet hadden aangegeven.
In hooger ressort werd haar de boete kwijtge
scholden, maar het inkomend recht van één
mark moesten zij voldoen. Bij zulk eene toepas
sing van de tariefwet, moet de welvaart van
Duitschland wel ontzaglijk toenemen.
Uit Oud-Zevenaar meldt mer. ons;
Het grootste gedeelte der bevolking alhier heeft
het niet op kat-uilen begrepen, niet omdat die
beestjes kwaad doen maar als een uil bij of op
Ihet dak van een bewoond huis of hutje gaat
zitten, dan kan men (volgens het bijgeloof hier)
verzekerd zijn dat er een doode in de familie
der bewoners komt. Slimmer nog is het geval,
wanneer de uil tegen het venster aanvliegt en
dan krijschtdan verstaan de bewoners daaruit,
dat de uil roept „het liekhet liek!" en dan
komt er stellig een doode in dat huis.
Een oud Duitsch reis-handboekje uit
het jaar 1780 noemt op waar iemand, als hij op
reis gaat, zoo al van voorzien moet zijn om aan
niets wat hij noodig heeft gebrek te hebben. Na
lange voorschriften hoe men zich te gedragen
heeft enz.wordt aangeraden meê te nemen:
Aan kleederen en toebehooren: Twee pak kleêren,
het eene koffiekleurig, het andere lichtblauw, be
staande uit jas, broek en vest; een horstlap; eene
lederen broek; eene nachtbroek; drie paar kou
sen; twee paar handschoenen; twee pruiken; een
haarzak; twee petten; twee hoeden; twee paar
schoenen; een paar pantoffels. Aan linnengoed:
Zes hemden; vier overhemden; zes halsdoeken;
zes boorden; zes zakdoeken; vier paar hemdsmou
wen; drie paar manchetten; twee paar sokken.
Aan boeken en diverse: Een bijbel; een Arndts,
Christendom en Paradijstuintje; een reisboek; twee
albums; een dagboekje; een boek wit papier; inkt
en pennen; een almanak; een spiegel; een zilve
ren horloge; een zilveren snuifdoos; een zilveren
zaklepel; een paar zilveren schoengespen; een zil
veren kraaghaak; drie paar zilveren hemdsknoop
jes; een gouden zegelring; een paar messen en
en vorken met zilveren hecht; een naaidoos met
schaartjes en schrijfgereedschappen er in; een
verrekijker; een kompas; een waskaars in een
doos met vuurslag; een zilveren tandenstoker be
nevens een tandenschuiertje en een oorlepeltje;
een degen; een spaanschrieten stok met zilve
ren knop; een nachtschroef om op reis te deuren
te sluiten; een kleerschuier en eene reisapo
theek
De bibliotheek van Bologna is oplaat
der Regeering gesloten, daar men ontdekt heeft
dat er door beambten verscheidene verduiste
ringen van kostbaren boeken en platen gepleegd
zijn. Een der bibliothecarissen is gevlucht, en tot
nog toe heeft de politie hem niet kunnen vinden. De
man was reeds 30 jaren lang in dienst van de
bibliotheek.
In een verhandeling over „Hervor
ming in den Civielen Dienst", onlangs door Mr.
G. W Curtis in een Amerikaansch genootschap
gehouden, zegt hij: „Onder het presidentschap
van Lincoln, was er in Washington een voornaam
ambtenaar, die er altijd onvermoeid op uit was
om zijne vrienden aan een baantje te heipen;
eiken post, dien zij zochten, trachtte hij hun te
bezorgen. Wij zullen hem Daniel Jones noemen.
Eens vroeg iemand den president hoe hij zijn dag
verdeeld had. Lincoln begon met den vroegen
ochtend en ging voort tot het uur van ter ruste
gaan. „Dan begeef ik mij naar mijne kamer,"
zeide hij; „ik denk aan de brave jongens in het
veld en op zee, aan de treurende harten en bid
dende lippen, die zij thuis hebben achtergelaten,
en ik kniel voor mijn bed en bid ook. Dan kijk
ik ten slotte onder het bed, om te zien of Da
niel daar ook is, en als hij er niet is, dank ik
den Hemel en spring er in."
Uit Madras meldt men dat een olifant,
die aan den Maharajah van Bengalen toebehoorde,
plotseling krankzinnig werd en zijn oppasser
doodde. Een tallooze menigte verdrong zich daarop,
om te zien wat er verder gebeuren zou, en om
hen te verdrijven dompelde het dier zijn snuit
herhaaldelijk in den vijver en spoot ze allen nat,
terwijl hij verder de planten en al wat in zijn
nabijheid was vernielde. De zoon van den Ma
harajah liet zich een geweer geven en schoot op
hem, doch miste driemaal. Eindelijk gelukte het
een aantal mannen om hem met dikke touwen
te binden en onschadelijk te maken, zoodat men
gelegenheid heeft om hem na te gaan en te zien
of er nog genezing voor hem te vinden is. De
voor hem bestemde kogels zijn toch in zijn li
chaam gekomen, doch niet op de wijze zooals de
vaardige schutter bedoelde: de olifant raapte ze
namelijk met zijn snuit op en slikte ze door
alsof het bonbons waren!
Nadat de moderne wetenschap heeft
willen bewijzen dat wij van apen afstammen, be
schuldigt zij ons thans ook nog dat wij giftmen-
geis zijn, althans een Fransch geleerde heeft een
overeenkomst ontdekt tusschen den mensch en de
slang. In het speeksel van de menschen heeft hij
namelijk een vergiftigend bestanddeel gevonden,
dat vooral op vogels verdoovend werkt en ook
bij kookhitte van water werkzaam blijft.
Een Engelsche en een Duitsche dok
ter wijzen er op, dat het gebruik van melk in
koffie zeer nadeelig is en vooral voor personen
die in het bezit zijn van een zwakke maag. Het
looistofzuur dat, vooral wanneer de koffie sterk
getrokken is in groote hoeveelheid daarin voor
komt, geeft met de kaasstof van de melk een
zwaar, te verteren verbinding, die zelfs voor de
sterkste maag niet is op te lossen.
In der. Jarain d'a cc li matationteParijs
bevindt zich thans een gezelschap menschen-eters van
het Hermiten-eiland, behoorende tot een der groe
pen van Vuurland, een land ontbloot van alle
mogelijke hulpbronnen. Het zijn zeer gepronon
ceerd dierlijke typen; kleine hoofden, platte neu
zen en enorme monden. Het gezelschap bestaat
uit elf leden, vier mannen, vier vrouwen en drie
kinderen. Bij hun maaltijd, als men ten minste
zoo die voeding heeten kan, scheuren zij het
vleesch vanéén, met behulp van handen en voe
ten, na het even boven een klein vuurtje te heb
ben gehouden. Dan maakt hun gewone traagheid
plaats voor een groote energie, en mannen, vrou
wen en kinderen verslinden het rauwe vleesch
met gulzigheid. In hun land bestaat het gewone
voedsel uit visschen en uit lijken van drenkelin
gen die de zee op hun kusten werpt. In het
koudste jaargetijde ontbreken de levensmiddelen
bijna geheel. Dan verslinden zij elkander. Het
vaartuig dat hen naar Europa heeft gebracht,
bevond zich juist in dat seizoen in die gewesten;
de wilden die men in het Bois de Boulogne kan
zien, wilden het vaartuig niet meer verlaten,
omdat ze er zoo geregeld vleesch ontvingen.
Thans, nu zij aan niets gebrek hebben, toonen
zij geen wildheid meer.
fn een fabriek van vleesch in blikjes te
Londen vonden de inspecteurs onlangs een stoom
machine in werking, en daarnevens een voorraad
van omstreeks 1300 pond vleesch van zieke paar
den, schapen enz, in verschillende graden van
bewerking; van het rauwe vleesch af tot
aan het „geconserveerd vleesch, worst enz. Zij
vonden er 200 pond afgewerkte worst, ge
kleurd met roode oker, om ze een versch uiter
lijk te geven. Verder een groot aantal blikjes om
er de smakelijke bereidingen in op te nemen,
eu een vat roode oker, dat de kleur moet ge
ven.
Een zonderlinge diefstal werd ver
leden week te Rome ten huize van den afgevaardigde
Spaventa gepleegd. Deze, die op reis is, had de
zorg over het huis overgelaten aan een huishoud
ster, die nooit uitging. Op dezen regel maakte
zij echter Zaterdag een uitzondering en van haar
afwezigheid maakten nu eenige dieven gebruik om
in te breken. De dieven schenen met de gesteld
heid van het huis bekend te zijn, want de sleu
tel van de brandkast, die in een kistje gelegd
was, dat weer in een groote kast gesloten was,
werd door de inbrekers gevonden. Eenige dag
bladen spraken reeds van duizenden lires, die
ontvreemd zouden zijn; doch bij nader onderzoek
is gebleken, dat de dieven niets anders uit de
brandkast gestolen hebben danvijf ridder
kruizen van den heer Spaventa.
Daar ook wij vermeldden, dat een ze
kere heer A. Pierson, die later bleek professor in
de aesthetiek te Amsterdam te zijn, zijn lidmaat
schap var. het Conscience-comité had opgezegd
omdat Conscience honoris causa tot doctor
werd benoemd door de Katholieke Universiteit
te Leuven, zijn wij hem de mededeeling ver
schuldigd, dat hij zich in het Hbl. tracht schoon
te wasschen. Men vindt daarin een vloed van
woorden over ultramontanen en nihilisten, karak
ter, aesthetisch dilettantisme, Multatuli, Plato enz
enz., maar niet het bewijs, dat de heer A.
Pierson een verdedigbare en verstandige streek
heeft begaan.
De kassier van de Yendeesche Spoor
wegmaatschappij, die eenige dagen geleden, met
het bagatelletje van 20000 fr. uit de maatschap
pelijke kas, zonder verlof, een uitstapje naar Al-
gerië heeft ondernomen en zich daar beginnende
te vervelen, aan de badplaatsen in Frankrijk door
zijn verkwistende uitgaven in opspraak bracht,
keerde eergisteren weer in zijn stad terug, waar hij
onmiddellijk door de politie herkend en in verze
kerde bewaring gebracht werd. Van de gestolen
som was echter niets meer te vinden.
Koning Kalakua is in de mode. De da
mes te Berlijn dragen japonnen a la Kalakua.
De stof is zeer fraai en heeft de lichtbruine kleur
van den vorst naar wien zij genoemd is, met
kleine goud- en zilverdraden doorweven.
Uit Soerabaia sen rij ft men aan de
Locomotief: Eenige groothandelaren bewijzen zich
zelf een dienst door voortaan geen crediet meer
aan Chineezen te verstrekken; reeds zijn sommige
firma's er toe overgegaan om aan haar gestaa)te
afnemers niet dan a contant te verkoopen; andere
huizen willen en dan nog alleen tegen soliede
borgstelling hoogstens voor drie maanden
crediet verleenen.
Opmerkelijk is, naar uit Amsterdam
aan de Prov. Gron. Ct. geschreven wordt, het
getal buitenlanders, dat in de laatste maanden
eenige dagen in de hoofdstad doorbrengt. De
hotels zijn overvol, en men ziet overal groepen
met Baedekers. Tot die buitenlanders behoorde
de rijke Amerikaan-Parijzenaar Mackay. Wat deze
aarts-millionnair te Amsterdam 't eerste bezocht
waren de arme buurten. Hij informeerde zich
of een detective noodig was om er heen te gaan,
maar daar dit niet behoefde, ging hij er zonder.
Hij reist met zijn vriend De Castro, een agent
de change te Parijs, en met zijn allerliefst vrouwtje,
oogenschijnlijk 30 jaar jo iger dan hij, maar om
te stelen. Bovendien natuurlijk een groot dienst
personeel. Onder de vreemdelingen der laatste
maanden was o. a. de weduwe Nathaniël de
Rothschild, die drie weken in het Amstel hotel
vertoefde en bijna iederen dag met een stoombootje
door de stad voer. In de omstreken maakte ze
schetsen van het landschap, haast had ik water
schap geschreven. Ze had voor haar eigen per
soontje twee vrouwelijke en drie mannelijke be
dienden en werd uit Frankrijk gebracht en naar
Frankrijk teruggevoerd in een saloi. wagen van
de Noorderspoorweg-maatschappij.
Een achtjarig jongentje te Parijs dat
schreide en van de koude beefde, werd Vrij
dag 11. door eenige voorbijgangers op straat ge
vonden en naar het politie-bureau gebracht. Hier
bekende hij door zijn moeder uit bedelen te zijn
gezonden en niet naar huis te durven, omdat hij
wegens het slechte weêr te weinig geld gekregen
had. Tevens bekende hij dat zijn vader hem
telken male met een gloeiend ijzer brandde als
hij niet genoeg geld thuis bracht. Het knaapje
toonde daarop zijn bloote armen, waarop diepe
brandwonden zichtbaar waren. Een onderzoek is
ingesteld.
De bemanning eener Fransche Noord-
pool-expeditie ij' te Parijs teruggekeerd. Zij heeft
het geraamte van een walvisch ter lengte van
30 meter medegebracht. Het geraamte van den
grootsten walvisch in den Jardin des Plantes is
slechts veertien meter lang.
Huiven. De Nederlandsche taal is tame
lijk rijk aan uitdrukkingen voor den gewichtig-
sten stap in het leven van den mensch. Bijna
voor eiken stand bestaat er een bizondere bena
ming voor. Zoo wil b. v. de speler een goede
partij maken, de koetsier wil eene echtgenoote
huiswaarts rijden, de goudsmid wil de ringen
verwisselen, de zeeman wil in de haven van het
huwelijk binnenloopende ijdele kriigt een
huiskruisje, de boekbinder wil zich eeuwig bin
den, de bouwmeester wil een eigen haard bou
wen, de diplomaat wil een eeuwig verbond slui
ten, kortom ieder wil iets anders en toch het
zelfde: huwen.
De golven der zee. De phantaisie van roman
schrijvers, dichters en poetasters beschrijft hen
„torenhoog," „zich tot den hemel verheffend,"
enz. Noch het een noch het ander is waar. Zoodra
men eenigszir.s van de kust verwijderd is zal
men zien dat hunne hoogte vrij gelijkmatig is.
De hoogte van de golven in den Atlantischen
Oceaan bedraagtnaar zorgvuldige berekening, 43
voet, de afstand tusschen twee golven 560 voet
en de snelheid van beweging 32'/s zeemijl (vier
zeemijlen zijn gelijk aan eene geographische mijl)
per uur. De kracht der golven in de wereldzee
is enorm. De grootste krachtsaanwending is ruim
3041 kilogram per quadraat-voet.
Koning Alphonsus van Spanje en zijne
gemalin bevonden zich dezer dagen aan boord
van een oorlogschip in 't gezicht van Barcelona
om de oefeningen met de vloot bij te wonen,
toen plotseling een kanon vlak bij het Vorstelijk
echtpaar sprong. Als door een wonder zijn de
Koning en de Koningin ongedeerd gebleven, op
korten afstand van hen vielen zeven personen
neer; een er van was dood, de zes anderen zijn
zwaar gewond.
Het volgende verzoekschrift is dezer
dageu door eene weduwe te H. (Gelderland) aan
Z.M. den Koning gezonden: UH18 Juli81.
lieer de Koning. „Ik hoop dat gij dezen brief
in den besten welstand zult ontvangen. Met dezen
wil ik U eens vragen of gij mijn zoon
die bij hetregiment infanterie telegt
voor een week of wat al is het 5 of 6 weken
nou naar huis zou willen sturen. Daar is nou veul
werk en hij kan nou zooveel verdienen dat we
zuinigjes lang daarvan zullen eten. Den burge
meester heeft het aan den ouwen meneister ge-
vroogd en die heeft geschreven dat ik in Oc
tober maar weer eens moet vrogen. Mijn goeie
Koning in die tijd ga ik en mijn kinder dood
van den honger, dus laat hem nou maar voor
een korte tijd na huis komen. Hij is mijn eenigste
broodwinner, mijn man is voor een paar jaar ge
storven, ik heb nog wel 4 kinders t'huis maar
die zijn onder de jaren en de polisie wol nie
hebben dat ze werken, behalve het oudste meiske
das 14 jaar maar die is blijnd van de pokken
die ze gehad heeft. En mijn goeije Koning nou
mot ik honger en gebrek lijden. Ik heb nog 5
centen in huis, die heb de kleine jonge van mer-
gen gekregen om een perd vast te houden en zak nou
bij dezen brief doen, voor een postzegeltje dat
weet U wel, dat is U portret, als ik het ge
kocht heb, zal ik het aan mijn borst drukken,
want mijn goeie Koning ik kan niet bedelen en
ik durf het U wel te zeggen ik heb al honger
gelejen. Mijn zoonheeft me geschreven
dat ie al afgeeikserseerd is en nou zult gij mijn
brare Koning wel zoo goed zijn en sturen hem,
en als hij van de week t'huis komt, zal ik drie
dagen de oranjevlag uit mijn hutje steken, de
groete aan Uwe lieve Koningin en de kleine prin
ses, ik schij uit de pen maar niet met mijn hart.
U dienaresse." Namens Z.M. is deze brief
aan de bij de zaak betrokken autoriteit gezonden om
advies.
Het hydro-motorschip, van welke ver
vaardiging wij indertijd bericht gaven, is uit
Kiel te Kopenhagen aangekomen en heeft daar
onder de mannen van het vak groot opzien te
weeg gebracht. Men verklaarde zich verrast door
de geniale uitvinding. Enkel door behandeling
der hefboomen werd het schip juist op het punt
gebracht waar het zou aanleggen, d. i. zonder
verder stuurcommando. De vice-admiraal Werner
die de reis mede heeft gemaakt, heeft verklaard,
„dat de uitvinding heeft beantwoord aan de ver
wachting, dat het beginsel goed is en juist, en
dat de toestel reeds dadelijk verricht wat slechts
gewenscht kan worden." Intusschen is het proef-
vaartuig niet voor open zee gebouwd en zal de
voorgenomene reis naar Engeland wel niet door
gaan. Vermoedelijk zullen de proeven nu met een
grooter vaartuig voortgezet worden.
In het Casino te St. Malo leest men
de volgende aankondiging op de muren: „Men
wordt verzocht na afloop van het stuk de ka r-
sen uit te blazen- De directie rekent op de be
scheidenheid der artisten om de eindjes kaars
niet mede te kapen." De kunst mag er hoog
staan, de kunstenaar in St. Malo zeker nog niet,
als men hem verzoeken moet zich niet te ver
grijpen aan een half afgebrande kaars.
De inwoners van Olivet werden dezer
dagen ten hoogste verontrust door een krank
zinnige, wiens inhechtenisneming vrij wat voeten
in de aarde had. De ongelukkige heeft in een
vlaag van razernij zijn moeder met een steen
willen dooden, waarbij deze ernstige kwetsuren
aan het hoofd en den arm bekwam. Terwijl de
militaire wacht gewaarschuwd werd, trachtten de
buren den waanzinnige meester te worden,
maar hij beet allen van zich af, ijlde naar een
15 meter diepen put en liet zich naar beneden
glijden. De commandant van de wacht liet zich
zonder schroom in den put neerzakken, maar de
krankzinnige viel met zulk een woede op hem
aan, dat hij zich weder onmiddellijk naar boven
moest laten trekken. Een neef van den patient
bood toen aan een poging te wagen zich door
zijn oom te doen herkennen, en hem met een
zoet lijntje naar boven te brengen. Hij plaatste
zich tot dat einde met een van de soldaten, die
hem in tijd van nood moest bijstaan, op een
ladder, welke voorzichtig naar beneden gelaten
werd. Nauwelijks echter hadden beiden den bo
dem van den put bereikt, of de waanzinnige viel
met onbeschrijfelijke woede op hen aan. De gen
darme trachtte hem door een paar pistoolschoten
vrees aan te jagen; een daarvan trof bij ongeluk
den neet, maar zonder ernstige kwetsuren te
veroorzaken. Bij de schermutseling geraakte de
woestaard ten slotte met een der beenen in de
sporten van de ladder verward, welke toen snel
naar boven werd getrokken, waarna hij stevig
gekneveld en naar een gesticht overgebracht
werd.
Een electricus heeft op de tentoon
stelling van electriciteit te Parijs de oorzaak ont
vouwd, waarom er dikwerf tusschen honden en