BUITENLAND. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. Het dagelijks verschijnende socialistische blad le Citoyen de Paris is door de recht bank van koophandel failliet verklaard. Tengevolge der uitzetting van prins Kapotkine uit Zwitserland hebben eenige Russische revolutionnairen zich aldaar niet meer veilig geacht en de wijk genomen naar elders, deels naar Engeland, deels naar Frankrijk. Een dezer, Mme. Foursky, is thans te Parijs aangekomen. Aan de Daily News wordt uit Was hington gemeld dat tegenover de geheime bedreigingen om op Guiteau de lynchwet toe te passen, ingeval Garfield sterft, de overheid maatregelen neemt. Generaal Sher man houdt duizend man troepen met zwaar geschut gereed, om desnoods de gevangenis te beschermen tegen het gepeupel. Yolgens berichten uit Berlijn, is er in des Keizers gezondheidstoestand eenige verbetering. Een telegram uit Konstantinopel meldt dat Vrijdag op Chios de aardbeving zich herhaalde, heviger nog dan in April. De schade is ontzettend, de bewoners geven zich aan wanhoop over. Bath, 30 Aug. Twee manuen, werkzaam aan de dukdalven op den oever der Schelde, hadden Vrijdagavond het geluk op de slikken een maho niehouten kistje te vinden, gevuld met 22 gouden en 168 zilveren muntstukken. Het kistje schijnt reeds lang in het water te hebben gelegen, want het viel bij 't opnemen uit elkander, terwijl de munten weinig kenbaar schijnen te zijn. Leiden, 30 Aug. Op de lijn van den tram- dienst LeidenKatwijk had eergisteren een onge luk plaats. Tengevolge van oponthoud van den trein, die te 11 uur 15 min. van Leiden moest vertrekken, ging een losse machine van Rhijnsburg den komenden trein tegemoet, met het gevolg dat de beide machines op een hoek van den Leidschen straatweg tegen elkander liepen. Onder de passagiers werden eene juffrouw uit Leiden de beide beenen gebroken, terwijl een heer aan het aangezicht werd gekwetst. Het materieel is zwaar beschadigd. Utrecht, 30 Aug. Zaterdag zou aan de gar nizoensbakkerij alhier ten derden male de aanbe steding van graan plaats hebben; doch andermaal kon zij geen voortgang hebben bij gebrek aan leveranciers. Venloo, 30 Aug. Een arbeider uit Steenwijk, aan het staatsspoor alhier werkzaam, had gisteren het ongeluk bij het station alhier tusschen de buffers te geraken om zoodoende zijn dood te vinden. Hij was gehuwd en vader van een kind. Aalburg, 30 Aug. Van een met rijshout beladen schip, naar Heusden bestemd, is op de hoogte waar vroeger de slagboom heeft gestaan, de knecht L.S.uit den mast in het kanaal gevallen en verdronken. Groessen, 30 Aug. Alhier is een kind onder een kar geraakt en aan de daardoor bekomen wonden overleden. Wemeldinge, 30 Aug. In den tuin van den heer A. C. de Blinde alhier, is een radijs gegroeid, die 12 ons woog. Een Engelsche kam enier zond onlangs aan de Times een advertentie, in het Fransch ge steld, zóó koddig, dat een Franschman het bij de lezing uitgegierd moet hebben. Het was een Engel sche aankondiging, die de zich N. B.l voor eene Francaise uitgevende juffrouw woord voor woord in de taal van Racine had vertolkt. O. a. gaf ze daarin te kennen, dat ze très-anxieuse very an xious) was, eene betrekking te krijgen, hetzij als kamenier, hetzij als gouvernante pour apprendre le franqais. Het goede mensch bedoelde natuur lijk enseigner le franqais, maar dat apprendre was vooral aardig, omdat ze het zelf zoo hard noodig had Aan het slot finis coronat opus! stond, dat men zich pour particulieres (for par ticulars) te wenden had tot In de vorige week hoorde de echtge- noote van den landbouwer H. Heidema te Hoog r- Smilde des nachts in de schuur een verdacht gedruisch. Ofschoon haar echtgenoot afwezig was, was ze moedig genoeg om terstond een onderzoek in te stellen. In de schuur vond zij niets, maar (Te op een kier staande kelderdeur openende, zag zij daar een vreemdeling. Zij sloot nu de deur en ijlde heen om de hulp harer buren in te roepen. De indringer achtte het verkieslijker hunne komst niet af te wachtenhij beukte de deur met zooveel geweld, dat de sluiting bezweek, en koos het hazepad. Te Emmerik zijn dezer dagen eenige dames, die een dag in Arnhem doorbrachten, op het douane-bureau beboet, omdat zij te zamen ongeveer een heel pond gebak en suikergoed voor hare kinderen bij zich hadden dat zij niet hadden aangegeven. In hooger ressort werd haar de boete kwijtge scholden, maar het inkomend recht van één mark moesten zij voldoen. Bij zulk eene toepas sing van de tariefwet, moet de welvaart van Duitschland wel ontzaglijk toenemen. Uit Oud-Zevenaar meldt mer. ons; Het grootste gedeelte der bevolking alhier heeft het niet op kat-uilen begrepen, niet omdat die beestjes kwaad doen maar als een uil bij of op Ihet dak van een bewoond huis of hutje gaat zitten, dan kan men (volgens het bijgeloof hier) verzekerd zijn dat er een doode in de familie der bewoners komt. Slimmer nog is het geval, wanneer de uil tegen het venster aanvliegt en dan krijschtdan verstaan de bewoners daaruit, dat de uil roept „het liekhet liek!" en dan komt er stellig een doode in dat huis. Een oud Duitsch reis-handboekje uit het jaar 1780 noemt op waar iemand, als hij op reis gaat, zoo al van voorzien moet zijn om aan niets wat hij noodig heeft gebrek te hebben. Na lange voorschriften hoe men zich te gedragen heeft enz.wordt aangeraden meê te nemen: Aan kleederen en toebehooren: Twee pak kleêren, het eene koffiekleurig, het andere lichtblauw, be staande uit jas, broek en vest; een horstlap; eene lederen broek; eene nachtbroek; drie paar kou sen; twee paar handschoenen; twee pruiken; een haarzak; twee petten; twee hoeden; twee paar schoenen; een paar pantoffels. Aan linnengoed: Zes hemden; vier overhemden; zes halsdoeken; zes boorden; zes zakdoeken; vier paar hemdsmou wen; drie paar manchetten; twee paar sokken. Aan boeken en diverse: Een bijbel; een Arndts, Christendom en Paradijstuintje; een reisboek; twee albums; een dagboekje; een boek wit papier; inkt en pennen; een almanak; een spiegel; een zilve ren horloge; een zilveren snuifdoos; een zilveren zaklepel; een paar zilveren schoengespen; een zil veren kraaghaak; drie paar zilveren hemdsknoop jes; een gouden zegelring; een paar messen en en vorken met zilveren hecht; een naaidoos met schaartjes en schrijfgereedschappen er in; een verrekijker; een kompas; een waskaars in een doos met vuurslag; een zilveren tandenstoker be nevens een tandenschuiertje en een oorlepeltje; een degen; een spaanschrieten stok met zilve ren knop; een nachtschroef om op reis te deuren te sluiten; een kleerschuier en eene reisapo theek De bibliotheek van Bologna is oplaat der Regeering gesloten, daar men ontdekt heeft dat er door beambten verscheidene verduiste ringen van kostbaren boeken en platen gepleegd zijn. Een der bibliothecarissen is gevlucht, en tot nog toe heeft de politie hem niet kunnen vinden. De man was reeds 30 jaren lang in dienst van de bibliotheek. In een verhandeling over „Hervor ming in den Civielen Dienst", onlangs door Mr. G. W Curtis in een Amerikaansch genootschap gehouden, zegt hij: „Onder het presidentschap van Lincoln, was er in Washington een voornaam ambtenaar, die er altijd onvermoeid op uit was om zijne vrienden aan een baantje te heipen; eiken post, dien zij zochten, trachtte hij hun te bezorgen. Wij zullen hem Daniel Jones noemen. Eens vroeg iemand den president hoe hij zijn dag verdeeld had. Lincoln begon met den vroegen ochtend en ging voort tot het uur van ter ruste gaan. „Dan begeef ik mij naar mijne kamer," zeide hij; „ik denk aan de brave jongens in het veld en op zee, aan de treurende harten en bid dende lippen, die zij thuis hebben achtergelaten, en ik kniel voor mijn bed en bid ook. Dan kijk ik ten slotte onder het bed, om te zien of Da niel daar ook is, en als hij er niet is, dank ik den Hemel en spring er in." Uit Madras meldt men dat een olifant, die aan den Maharajah van Bengalen toebehoorde, plotseling krankzinnig werd en zijn oppasser doodde. Een tallooze menigte verdrong zich daarop, om te zien wat er verder gebeuren zou, en om hen te verdrijven dompelde het dier zijn snuit herhaaldelijk in den vijver en spoot ze allen nat, terwijl hij verder de planten en al wat in zijn nabijheid was vernielde. De zoon van den Ma harajah liet zich een geweer geven en schoot op hem, doch miste driemaal. Eindelijk gelukte het een aantal mannen om hem met dikke touwen te binden en onschadelijk te maken, zoodat men gelegenheid heeft om hem na te gaan en te zien of er nog genezing voor hem te vinden is. De voor hem bestemde kogels zijn toch in zijn li chaam gekomen, doch niet op de wijze zooals de vaardige schutter bedoelde: de olifant raapte ze namelijk met zijn snuit op en slikte ze door alsof het bonbons waren! Nadat de moderne wetenschap heeft willen bewijzen dat wij van apen afstammen, be schuldigt zij ons thans ook nog dat wij giftmen- geis zijn, althans een Fransch geleerde heeft een overeenkomst ontdekt tusschen den mensch en de slang. In het speeksel van de menschen heeft hij namelijk een vergiftigend bestanddeel gevonden, dat vooral op vogels verdoovend werkt en ook bij kookhitte van water werkzaam blijft. Een Engelsche en een Duitsche dok ter wijzen er op, dat het gebruik van melk in koffie zeer nadeelig is en vooral voor personen die in het bezit zijn van een zwakke maag. Het looistofzuur dat, vooral wanneer de koffie sterk getrokken is in groote hoeveelheid daarin voor komt, geeft met de kaasstof van de melk een zwaar, te verteren verbinding, die zelfs voor de sterkste maag niet is op te lossen. In der. Jarain d'a cc li matationteParijs bevindt zich thans een gezelschap menschen-eters van het Hermiten-eiland, behoorende tot een der groe pen van Vuurland, een land ontbloot van alle mogelijke hulpbronnen. Het zijn zeer gepronon ceerd dierlijke typen; kleine hoofden, platte neu zen en enorme monden. Het gezelschap bestaat uit elf leden, vier mannen, vier vrouwen en drie kinderen. Bij hun maaltijd, als men ten minste zoo die voeding heeten kan, scheuren zij het vleesch vanéén, met behulp van handen en voe ten, na het even boven een klein vuurtje te heb ben gehouden. Dan maakt hun gewone traagheid plaats voor een groote energie, en mannen, vrou wen en kinderen verslinden het rauwe vleesch met gulzigheid. In hun land bestaat het gewone voedsel uit visschen en uit lijken van drenkelin gen die de zee op hun kusten werpt. In het koudste jaargetijde ontbreken de levensmiddelen bijna geheel. Dan verslinden zij elkander. Het vaartuig dat hen naar Europa heeft gebracht, bevond zich juist in dat seizoen in die gewesten; de wilden die men in het Bois de Boulogne kan zien, wilden het vaartuig niet meer verlaten, omdat ze er zoo geregeld vleesch ontvingen. Thans, nu zij aan niets gebrek hebben, toonen zij geen wildheid meer. fn een fabriek van vleesch in blikjes te Londen vonden de inspecteurs onlangs een stoom machine in werking, en daarnevens een voorraad van omstreeks 1300 pond vleesch van zieke paar den, schapen enz, in verschillende graden van bewerking; van het rauwe vleesch af tot aan het „geconserveerd vleesch, worst enz. Zij vonden er 200 pond afgewerkte worst, ge kleurd met roode oker, om ze een versch uiter lijk te geven. Verder een groot aantal blikjes om er de smakelijke bereidingen in op te nemen, eu een vat roode oker, dat de kleur moet ge ven. Een zonderlinge diefstal werd ver leden week te Rome ten huize van den afgevaardigde Spaventa gepleegd. Deze, die op reis is, had de zorg over het huis overgelaten aan een huishoud ster, die nooit uitging. Op dezen regel maakte zij echter Zaterdag een uitzondering en van haar afwezigheid maakten nu eenige dieven gebruik om in te breken. De dieven schenen met de gesteld heid van het huis bekend te zijn, want de sleu tel van de brandkast, die in een kistje gelegd was, dat weer in een groote kast gesloten was, werd door de inbrekers gevonden. Eenige dag bladen spraken reeds van duizenden lires, die ontvreemd zouden zijn; doch bij nader onderzoek is gebleken, dat de dieven niets anders uit de brandkast gestolen hebben danvijf ridder kruizen van den heer Spaventa. Daar ook wij vermeldden, dat een ze kere heer A. Pierson, die later bleek professor in de aesthetiek te Amsterdam te zijn, zijn lidmaat schap var. het Conscience-comité had opgezegd omdat Conscience honoris causa tot doctor werd benoemd door de Katholieke Universiteit te Leuven, zijn wij hem de mededeeling ver schuldigd, dat hij zich in het Hbl. tracht schoon te wasschen. Men vindt daarin een vloed van woorden over ultramontanen en nihilisten, karak ter, aesthetisch dilettantisme, Multatuli, Plato enz enz., maar niet het bewijs, dat de heer A. Pierson een verdedigbare en verstandige streek heeft begaan. De kassier van de Yendeesche Spoor wegmaatschappij, die eenige dagen geleden, met het bagatelletje van 20000 fr. uit de maatschap pelijke kas, zonder verlof, een uitstapje naar Al- gerië heeft ondernomen en zich daar beginnende te vervelen, aan de badplaatsen in Frankrijk door zijn verkwistende uitgaven in opspraak bracht, keerde eergisteren weer in zijn stad terug, waar hij onmiddellijk door de politie herkend en in verze kerde bewaring gebracht werd. Van de gestolen som was echter niets meer te vinden. Koning Kalakua is in de mode. De da mes te Berlijn dragen japonnen a la Kalakua. De stof is zeer fraai en heeft de lichtbruine kleur van den vorst naar wien zij genoemd is, met kleine goud- en zilverdraden doorweven. Uit Soerabaia sen rij ft men aan de Locomotief: Eenige groothandelaren bewijzen zich zelf een dienst door voortaan geen crediet meer aan Chineezen te verstrekken; reeds zijn sommige firma's er toe overgegaan om aan haar gestaa)te afnemers niet dan a contant te verkoopen; andere huizen willen en dan nog alleen tegen soliede borgstelling hoogstens voor drie maanden crediet verleenen. Opmerkelijk is, naar uit Amsterdam aan de Prov. Gron. Ct. geschreven wordt, het getal buitenlanders, dat in de laatste maanden eenige dagen in de hoofdstad doorbrengt. De hotels zijn overvol, en men ziet overal groepen met Baedekers. Tot die buitenlanders behoorde de rijke Amerikaan-Parijzenaar Mackay. Wat deze aarts-millionnair te Amsterdam 't eerste bezocht waren de arme buurten. Hij informeerde zich of een detective noodig was om er heen te gaan, maar daar dit niet behoefde, ging hij er zonder. Hij reist met zijn vriend De Castro, een agent de change te Parijs, en met zijn allerliefst vrouwtje, oogenschijnlijk 30 jaar jo iger dan hij, maar om te stelen. Bovendien natuurlijk een groot dienst personeel. Onder de vreemdelingen der laatste maanden was o. a. de weduwe Nathaniël de Rothschild, die drie weken in het Amstel hotel vertoefde en bijna iederen dag met een stoombootje door de stad voer. In de omstreken maakte ze schetsen van het landschap, haast had ik water schap geschreven. Ze had voor haar eigen per soontje twee vrouwelijke en drie mannelijke be dienden en werd uit Frankrijk gebracht en naar Frankrijk teruggevoerd in een saloi. wagen van de Noorderspoorweg-maatschappij. Een achtjarig jongentje te Parijs dat schreide en van de koude beefde, werd Vrij dag 11. door eenige voorbijgangers op straat ge vonden en naar het politie-bureau gebracht. Hier bekende hij door zijn moeder uit bedelen te zijn gezonden en niet naar huis te durven, omdat hij wegens het slechte weêr te weinig geld gekregen had. Tevens bekende hij dat zijn vader hem telken male met een gloeiend ijzer brandde als hij niet genoeg geld thuis bracht. Het knaapje toonde daarop zijn bloote armen, waarop diepe brandwonden zichtbaar waren. Een onderzoek is ingesteld. De bemanning eener Fransche Noord- pool-expeditie ij' te Parijs teruggekeerd. Zij heeft het geraamte van een walvisch ter lengte van 30 meter medegebracht. Het geraamte van den grootsten walvisch in den Jardin des Plantes is slechts veertien meter lang. Huiven. De Nederlandsche taal is tame lijk rijk aan uitdrukkingen voor den gewichtig- sten stap in het leven van den mensch. Bijna voor eiken stand bestaat er een bizondere bena ming voor. Zoo wil b. v. de speler een goede partij maken, de koetsier wil eene echtgenoote huiswaarts rijden, de goudsmid wil de ringen verwisselen, de zeeman wil in de haven van het huwelijk binnenloopende ijdele kriigt een huiskruisje, de boekbinder wil zich eeuwig bin den, de bouwmeester wil een eigen haard bou wen, de diplomaat wil een eeuwig verbond slui ten, kortom ieder wil iets anders en toch het zelfde: huwen. De golven der zee. De phantaisie van roman schrijvers, dichters en poetasters beschrijft hen „torenhoog," „zich tot den hemel verheffend," enz. Noch het een noch het ander is waar. Zoodra men eenigszir.s van de kust verwijderd is zal men zien dat hunne hoogte vrij gelijkmatig is. De hoogte van de golven in den Atlantischen Oceaan bedraagtnaar zorgvuldige berekening, 43 voet, de afstand tusschen twee golven 560 voet en de snelheid van beweging 32'/s zeemijl (vier zeemijlen zijn gelijk aan eene geographische mijl) per uur. De kracht der golven in de wereldzee is enorm. De grootste krachtsaanwending is ruim 3041 kilogram per quadraat-voet. Koning Alphonsus van Spanje en zijne gemalin bevonden zich dezer dagen aan boord van een oorlogschip in 't gezicht van Barcelona om de oefeningen met de vloot bij te wonen, toen plotseling een kanon vlak bij het Vorstelijk echtpaar sprong. Als door een wonder zijn de Koning en de Koningin ongedeerd gebleven, op korten afstand van hen vielen zeven personen neer; een er van was dood, de zes anderen zijn zwaar gewond. Het volgende verzoekschrift is dezer dageu door eene weduwe te H. (Gelderland) aan Z.M. den Koning gezonden: UH18 Juli81. lieer de Koning. „Ik hoop dat gij dezen brief in den besten welstand zult ontvangen. Met dezen wil ik U eens vragen of gij mijn zoon die bij hetregiment infanterie telegt voor een week of wat al is het 5 of 6 weken nou naar huis zou willen sturen. Daar is nou veul werk en hij kan nou zooveel verdienen dat we zuinigjes lang daarvan zullen eten. Den burge meester heeft het aan den ouwen meneister ge- vroogd en die heeft geschreven dat ik in Oc tober maar weer eens moet vrogen. Mijn goeie Koning in die tijd ga ik en mijn kinder dood van den honger, dus laat hem nou maar voor een korte tijd na huis komen. Hij is mijn eenigste broodwinner, mijn man is voor een paar jaar ge storven, ik heb nog wel 4 kinders t'huis maar die zijn onder de jaren en de polisie wol nie hebben dat ze werken, behalve het oudste meiske das 14 jaar maar die is blijnd van de pokken die ze gehad heeft. En mijn goeije Koning nou mot ik honger en gebrek lijden. Ik heb nog 5 centen in huis, die heb de kleine jonge van mer- gen gekregen om een perd vast te houden en zak nou bij dezen brief doen, voor een postzegeltje dat weet U wel, dat is U portret, als ik het ge kocht heb, zal ik het aan mijn borst drukken, want mijn goeie Koning ik kan niet bedelen en ik durf het U wel te zeggen ik heb al honger gelejen. Mijn zoonheeft me geschreven dat ie al afgeeikserseerd is en nou zult gij mijn brare Koning wel zoo goed zijn en sturen hem, en als hij van de week t'huis komt, zal ik drie dagen de oranjevlag uit mijn hutje steken, de groete aan Uwe lieve Koningin en de kleine prin ses, ik schij uit de pen maar niet met mijn hart. U dienaresse." Namens Z.M. is deze brief aan de bij de zaak betrokken autoriteit gezonden om advies. Het hydro-motorschip, van welke ver vaardiging wij indertijd bericht gaven, is uit Kiel te Kopenhagen aangekomen en heeft daar onder de mannen van het vak groot opzien te weeg gebracht. Men verklaarde zich verrast door de geniale uitvinding. Enkel door behandeling der hefboomen werd het schip juist op het punt gebracht waar het zou aanleggen, d. i. zonder verder stuurcommando. De vice-admiraal Werner die de reis mede heeft gemaakt, heeft verklaard, „dat de uitvinding heeft beantwoord aan de ver wachting, dat het beginsel goed is en juist, en dat de toestel reeds dadelijk verricht wat slechts gewenscht kan worden." Intusschen is het proef- vaartuig niet voor open zee gebouwd en zal de voorgenomene reis naar Engeland wel niet door gaan. Vermoedelijk zullen de proeven nu met een grooter vaartuig voortgezet worden. In het Casino te St. Malo leest men de volgende aankondiging op de muren: „Men wordt verzocht na afloop van het stuk de ka r- sen uit te blazen- De directie rekent op de be scheidenheid der artisten om de eindjes kaars niet mede te kapen." De kunst mag er hoog staan, de kunstenaar in St. Malo zeker nog niet, als men hem verzoeken moet zich niet te ver grijpen aan een half afgebrande kaars. De inwoners van Olivet werden dezer dagen ten hoogste verontrust door een krank zinnige, wiens inhechtenisneming vrij wat voeten in de aarde had. De ongelukkige heeft in een vlaag van razernij zijn moeder met een steen willen dooden, waarbij deze ernstige kwetsuren aan het hoofd en den arm bekwam. Terwijl de militaire wacht gewaarschuwd werd, trachtten de buren den waanzinnige meester te worden, maar hij beet allen van zich af, ijlde naar een 15 meter diepen put en liet zich naar beneden glijden. De commandant van de wacht liet zich zonder schroom in den put neerzakken, maar de krankzinnige viel met zulk een woede op hem aan, dat hij zich weder onmiddellijk naar boven moest laten trekken. Een neef van den patient bood toen aan een poging te wagen zich door zijn oom te doen herkennen, en hem met een zoet lijntje naar boven te brengen. Hij plaatste zich tot dat einde met een van de soldaten, die hem in tijd van nood moest bijstaan, op een ladder, welke voorzichtig naar beneden gelaten werd. Nauwelijks echter hadden beiden den bo dem van den put bereikt, of de waanzinnige viel met onbeschrijfelijke woede op hen aan. De gen darme trachtte hem door een paar pistoolschoten vrees aan te jagen; een daarvan trof bij ongeluk den neet, maar zonder ernstige kwetsuren te veroorzaken. Bij de schermutseling geraakte de woestaard ten slotte met een der beenen in de sporten van de ladder verward, welke toen snel naar boven werd getrokken, waarna hij stevig gekneveld en naar een gesticht overgebracht werd. Een electricus heeft op de tentoon stelling van electriciteit te Parijs de oorzaak ont vouwd, waarom er dikwerf tusschen honden en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 2