NIEUWE
buitenland!
No. 510.
Zondag 18 September 1881.
6e Jaargang.
't Onderwijs.
HÜRLEMi
IIR4ÏT.
ABONNEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
1-
0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentie'n worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPER8 I-AUREY.
Wij lazen dezer dagen in een der bla
den, dat de invoering der nieuwe school
wet aan één landgemeente (Schoterland)
ongeveer een ton gouds zou kosten.
Die raededeeling was zeker niet van be
lang ontbloot. Zij deed een helder licht
stralen over de gezegendewerking van
de schepping-Kappeyne, te kwader uur door
het tegenwoordig Kabinet in toepassing
gebracht.
Wanneer men toch slechts een enkel
oosenblik nadenkt over dit Schoterlandsc'ne
O
cijfer, dan zal men tot het resultaat komen,
dat de nieuwe schoolwet een financiëele
ramp is voor de algemeenernationale beurs
in 't algemeen, voor die van elke Gemeente
in 't bizonder.
De gemeentelasten zullen ten slotte niet
weinig moeten worden verhoogd, terwijl de
lasten, op te brengen voor het Rijk, als
een gevolg van de 30 tegemoetkoming,
welke de Staat aan de GemeeuteD verleent,
ook aanmerkelijk zullen toenemen.
Een alles behalve rooskleurig vergezicht
doet zich dus aan ons voor.
De financiëele uitputting van Rijk en
Gemeenten staat voor de deur, tenzij altijd
meer, altijd door maar meer, voor een en
ander worde opgebracht.
Hierbij moet men wel degelijk het oog
gevestigd houden op het feit, dat het mee-
reudeel (over geheel het land genomen)
der burgers, 't welk zoo zwaar wordt ge
drukt door de uitgaven voor het staatson
derwijs, ruimschoots bijdraagt aan de bizon-
dere scholen.
Dat nu noemen wij (wij kunnen er niet
genoeg nadruk op leggen) een gruwel;
dat strijdt met elk begrip van recht en
billijkheid.
Wij erkennen gaarne, dat de Staat, als
vertegenwoordiger van alles, verplicht is,
om daar, waar elke gelegenheid, ook voor
den onvermogende ontbreekt, onderwijs te
ontvangen, in de beboette van onderwijs
te voorzien.
De onwetendheid mag zeker niet stelsel
matig door de Regeering worden aange
moedigd of bevorderd.
Maar wij kunnen niet inzien, waarom
de Staat ook daar tusschenbeiden treedt,
waar buiten hem en zijn zorgen, voldoende
gelegenheid tot het ontvangen van onder
wijs bestaat.
Als wij letten op de toestanden zooals
F EU1LLETO N.
HET PUNT VAN EER.
(Verhaal van een EDgelschman.)
Vervolg
Daarop keerde hij zich naar de verschrikt toe
luisterende matrozen en zeide: Gij weet wel, man
nen, dat ik u nooit en om geenerlei reden zou
misleiden. Hoor mij dus oplettend aan! Dat
dronken zwijn daar, de knecht van luitenant
Arguellas, heeft met zijn licht den brandewijn
aangestoken, dien hij wilde stelen, en het ruim
is zoo vol vuur, dat het dwaasheid zou zijn, als
wij maar één kostbaar oogenblik wilden verspil
len om het te blusschen.
De bemanning slaakte een eenparigen kreet
van ontzetting en woede, en allen sprongen in
stinctmatig naar de booten, maar de gebiedende
stem des kapiteins weerhield hen dadelijk.Wilt
ge mij wel laten uitspreken? riep hij. Overhaasting en
verwarring zullen ons allen doen omkomen, maar
met moed en bedaardheid kan nog ieder men-
schenleven aan boord gered worden eer de vlam
het kruit bereikt. Denkt er dus om, vervolgde
hij met verheffing van stem en spande den haan
der beide pistolen, die Hawkins hem overhan
digd had dat ik ieder van u die mijne be-
zich die reeds nu in ons vaderland aan
ons oog voordoen, dan durven wij, zonder
vrees van door de uitkomst gelogenstraft
te zullen worden, de stelling uiten, dat
in bijna alle Gemeenten van ons Rijk, zoo
de nood zulks eischt, de behoefte aan volks
onderwijs, zonder staats-tusschenkomst be
vredigend zou worden vervuld.
Doch hetgeen wij daar bepleitten (wij
weten het) past niet in het stelsel van
onze tegenwoordige Grondwet, welke wij
voor ons niet ter wille van de onderwijs-
quae3tie zouden willen hebben herzien.
Grondwetwijziging behoort ouder die za
ken, waarmede men in onzen tijd, waarin
een zekere partij alles liefst geheel te on
derste boven zou keeren, hoogst voorzichtig
moet zijn.
't Zij daarom nogmaals geconstateerd,
dat wij ons niet scharen bij hen, die enkel
in 't belang van 't onderwijsvraagstuk tot
herziening der Grondwet drijven.
Binnen de grenzen onzer tegenwoordige
con titutie kan echter nog veel worden
gedaan, om aan de grieven van de voor
standers van een vrij onderwijs te gemoet
te komen.
Eu dan wijzen wij allereerst op de bil
lijkheid om aau de voorstanders van 't bi
zonder onderwijs ook geldelijke tegemoet
koming uit Staats- of Gemeentekas te ver-
leeueu.
Moet de meerderheid der Natie opbren
gen voor een onderwijs, dat zij verfoeit;
wordt van haar dus geëischt, dat zij zal
steunen, hetgeen zij vernietigd zou wen-
scheu te zien, dan is het toch zeker niet
te veel gevergd, dat de meerderheid ook
eenig genot hebbe van de millioeneu, die
zij voor 't onderwijs in 't algemeen moet
opdokken.
Men moge het vigeerend stelsel liberaal
noemen; wij gelooven, dat men dat woord
schandelijk misbruikt, als men daarrneê
een gedragslijn wil goed maken, die in
't gewone leven onverdedigbaar zou wor
den genoemd.
Of is het niet de onvrijzinnigheid in eigen
persoon, om iemaud met het geld, dat hij
zelf helpt opbrengen, te benadeelen in bet
geen hij 't heiligst acht, en hem daarbij
tevens elk voordeel te outzeggen uit die
door allen bijeen te brengen gelden, dat
ten bate zou kunnen komen van hetgeen
hij doet, om 't kwaad, voor aller geld ge
sticht, minstens eenigermate te vergoeden?
Wij hebben nimmer kunnen begrijpen
velen niet volgt een kogel nazend, en gij weet
dat ik zelden mis. Nu aan het werk, standvas
tig, bedaard en met goeden wil 1
Het was opmerkelijk den invloed waar te
nemen, dien de onverschrokkene, bedaarde taal
van den aan bevelen gewonen kapitein op het
scheepsvolk had. De blinde schrik, die allen in
het begin had aangetast, scheen voor een vast-
beradenen ijver te zijn geweken, en in ongeloo-
felijk korten tijd waren de booten te water.
Recht zoo, brave jongens! riep Starkey. Ik
herhaal het, wij hebben nog tijd genoeg. Vier
van u en hij noemde hen blijven bij mij.
Drie anderen springen it: ieder van de groote
booten, twee in de kleine, en brengen ze aan de
landzij aan boord. Heftig dringen of nutteloos
haasten zou de booten doen zinken, en wij
moeten in staat zijn om de valreep vrij te
houden.
De passagiers waren intussehen half gekleed
op het dek gekomen, en allen waren van schrik
verbijsterd, daar allen wisten dat wij veel kruit
aan boord hadden. Op het oogenblik toen de
booten aan boord kwamen drongen de mannen,
zoowel blanken als zwarten, met dolle haast de
vrouwen en kinderen voorbij, blijkbaar onver
schillig of zij deze opofferden, als zij zeiven maar
in de booten konden komen om den dreigen-
hoe iemand die geeu geweld zou willen
plegen in 't gewone leven, zulk een partij-
geweld durft goedkeuren, alsof op staats
rechtelijk gebied een ander begrip van recht
en gerechtigheid zou moeteu heerscheu als
dat in do samenleving voor alleen geldend
wordt gehouden.
Wat ons betreft, wij gelooven, dat 't ver-
leenen van subsidie aan de bizondere school
niets meer is dan een eisch des rechts, dat
de onderdrukking vau de vrije school, door
een haar bijna doodende staatsconcurrentie
is en ongrondwettig, en onrechtvaardig, en
tevens, dat de aanhangers van het begin
sel van 't bizonder onderwijs niet mogen
en moeten rusten, voor hun door de wet
geving recht zal ziju gedaan.
Op de medewerking van steeds meerderen
kan, dunkt ons rekening worden gemaakt.
Het is volstrekt geen geheim, dat zeer vele
staatsonderwijzers van elk kerkelijk (positief)
geloof zijn vervreemd, met het natuurlijk
echt paedogogisch gevolg dat ook 't onder
wijs, 't welk zij geven, door en door gods
dienstloos, ja dikwerf beslist vijandig van
elk kerkgeloof zal wezen.
Ook voor 't middelbaar onderwijs worden
millioeneu schats besteed. Iuzonderheid lij
den onder die uitgaven de begrootingen dei-
meeste steden.
Eu nu moet men weten, dat 't middelbaar
onderwijs, waarvan in den regel jongelin
gen en jonge dochters genieten van lieden,
die gemakkelijk driemaal den gevordenden
prijs kunueu betalen, zoo is ingericht, dat
daarbij zooveel van de jongelieden wordt
geëischt, dat zelfs vele mannen der weten
schap niet aarzelen te erkennen, dat het
hersenleven van de leerlingen ontzettend
moet lijden onder de werking der volpom-
pings-inethode.
Een onzer vrienden vertelde ons, dat hij
onlangs van een kundig geneesheer, die
overigens de liberale beginselen zeer is toe
gedaan en speciaal al bitter weinig gelooft,
de uitspraak vernam: »dat de krankzinni
gengestichten steeds meer zulleu worden
bevolkt, naar mate er hoogere burgerscholen
voor jongens en meisjes worden bijgebouwd.
Die profetie zal, naar onze overtuiging,
worden vervuld. Reeds doen zich allerwege
de kenteekenen daarvan voor. Op vroegtij
dige overspanning valt overprikkeliug en
j dan ontijdig de uitputting.
De hersenen raken verward, het gemoed
verhard, de gewetens verstompt.
Dit alles zijn de vruchten van een mid
den vulkaan onder hunne voeten te ontvluchten.
Doch kapitein Starkey dreef allen, met behulp
der vier forsche zeelieden, die hij daartoe had
uitgekozen, terug.
Wachten, wachten! riep hij. Hier moet
orde worden gehouden. Eerst de vrouwen en
kinderen. Helpt senora Arguellas naar beneden;
dan de jonge dame daar, hare dochter; schielijk,
schielijk
Toen dona Antonia, meer dood dan levend, in
de boot zou worden afgelaten, sprong met eene
geweldige uitbarsting eensklaps het luik open en
sloeg weder een hooge vlam daaruit op. De
verschrikte passagiers hieven een woest gejam
mer aan en drongen, elkander bijna vertrap
pende, in blinden angst naar de valreep. Senor
Dupont brak met de kracht van een waanzin
nige door de wacht van matrozen heen en gaf
Antonia zulk een onverwachten duw naar voren,
dat zij, zonder de reusachtige kracht des kapiteins
die haar vasthield, in het water had moeten
storten.
Terug, ellendige lafbek! Terug, schavuit!
bulderde kapitein Starkey, woest opstuivende bij
het gevaar der jonge dame. Een oogenblik later
greep hij Dupont bij zijn kraag, wees met zijn
pistool in de andere hand naar de vinnen van
een haai, die op geringen afstand van het schip
delbaar onderwijs, 't welk overvolle hoofden
en doodarme harten vormt.
Niet beter is 't met het hooger onderwijs
gesteld. Daaruit is al sedert lang eiken
hoogeren grondslag verdwenen.
In naam eeuer zoogenaamde wetenschap
wordt aan het Christendom, zelfs aan God
en de onsterfelijkheids-idee den oorlog ver
klaard.
Desondanks klimmen met elk jaar ook
de uitgaven voor dat onderwijs.
Van de gelden, door de geloovigen dik
werf met zooveel moeite, eigen-onthouding
en opoffering, bijeengebracht, wordt op
weelderige wijze een hooger onderwijs be
kostigd, dat in de laagten der stofvergodiug
en godverzaking neêrtrekt.
Moet dat alles zoo blijven?
Ziedaar de vraag, welke de toekomst ook
van ons volk beheerscht.
Het zal zoo blijven, als zoovelen, moede
en afgemat van den strijd, werkeloos zich
gedragen en ook bij de stembus van ramp
zalige lauwheid blijk geven.
Het zal zoo niet blijven, als de geloo-
vige Christenen eindelijk oprecht de handen
ineen slaan, om 't gevaar te keeren dat
Kerk en Maatschappij steeds meer bedreigt.
Het mag zoo niet blijven, ter wille der
hoogste belangen, ter wille van 't heil van
zoo vele duizenden onsterfelijke zielen.
GodDie de harten vau de machtigen
en van de eenvoudigen leidt als water-
beekeu, Hij wekke 't leven uit den dood,
Hij scheppe licht uit de duisternis, ook op
't veelbeteekeuend onderwijsgebied.
Iu een hotel te Bromberg zijn twee per
sonen in hechteuis genomen, die uit Geuève
waren afgevaardigd om in de provincie
Posen socialistische en nihilistische woe
lingen te weeg te brengen. Beiden waren
ruim van geld voorzien en niet minder
van brieven en drukwerken, die natuurlijk
bij de arrestatie werden in beslag genomen.
De een, Mendelssohn genaamd, een gewezen
studeut in de geneeskunde, zoon van een
rijken bankier in Russisch-Polen, was vroe
ger reeds in Rusland en Oostenrijk in handen
der justitie geweest. Hij reisde thans onder
den naam van Kaiser en had in verschei
dene steden andere valsche namen aange
nomen, als: Windtholdt, Spock, Mue, enz.
De andere is een jonge dame, die zich uitgaf
voor ouderwijzeres iu de Fransche taal, en
zichtbaar waren, en zeide toen: Zie eens daar
heen, Senor! En gij, jongens, laat ieder die
voordringt eer het zijn beurt is, maar in het
water vallen.
Goed, kapitein! was het werktuigelijk ge
geven antwoord.
Dit geduchte dreigement herstelde terstond de
orde. De zwarte vrouwen en kinderen werden
vervolgens geholpen en toen scheen de boot vol
te zijn.
Zet af! riep de kapitein. De boot gaat juist
diep genoeg voor uwe veiligheid.
Men hoorde een roepen uit de boot, zoo zwak
als het schreien van een kind. De kapitein hoorde
en verstond het oogenblikkelijk.
Wacht nog een oogenblik! riep hij. Laat
Senor Arguellas naar beneden, en maakt dan dat
gij weg komt.
De volgende boot werd even snel geladen; de
negers op één na en de drie Amerikanen vulden
haar.
Gij zijt een edel mensch, zeide Desmond,
terwijl hij den kapitein bij de hand wilde vatten,
en ik was een dwaas, dat
Voort, voort! riep Starkey. Het is hier tijd
noch plaats voor complimenten.
Wordt vervolgd.)