NIEUWE No. 528. Douderdag 20 October 1881. 6e Jaargang. De veldtocht naar Tunis. IIU T L A N D. Eene reis met de diligence. HAAMMSCHE C9VKAIT. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 li— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUEEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem. AQITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB. ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Lichtzinniger, luchtiger en doller is zeker nooit een krijgstocht ondernomen dan de jongste Fransche veldtocht tegen Tunis. Als er hier of daar in Frankrijk zich stem men tegen verhieven, dan geschiedde zulks niet omdat men vreesde in Afrika neder lagen te ondervinden, doch slechts uit be zorgdheid voor mogelijke buitenlandsche verwikkelingen. De Regeering echter deelde deze bezorgdheid niet, want Duitsclilaud, het eeuige rijk waarmede de Franschen nog rekening houden, had niets tegen dit uitstapje naar Afrika. Von Bismarck zag wel in dat deze oorlog den onrustigen Franschen eeuige afleiding zou bezorgen en hunne revanche-illusiën aanmerkelijk zou doen bekoelen, en de bevolking was te vreden, toen het verdrag met den Bey van Tunis, bijna zonder degenstoot tot stand kwam. De verwachte uitslag werd bereikt, het nut was groot, het verlies klein en slechts het oproer in Algiers, voortkomende uit de Tuuiseesche onderneming, vergalde eeuigszins het genot van de behaalde ver overing. Nochtans land en volk waren in 't algemeen tevreden, omdat men in de meening verkeerde dat de twist nu was beslecht en Frankrijk heer en meester was geworden van bijna geheel Noord-Afrika. Hoe geheel anders echter waren de ge volgen! De Franschen hadden wel is waar het grootste gedeelte van het Tuniseesche Regentschap bezet, doch evenmin als in Algiers waren zij in staat de bevolking te overtuigen, dat onder de bescherming der Fransche vlag, voor hen een nieuw en ge lukkiger tijdperk zou aanbreken. Misschien gaven zij zich de moeite niet om de Ara bieren zulke heerlijke idealen in te prenten, trouwens voor dit doel waren zij ook niet gekomen, doch slechts om hunne macht uit te breiden. Hunne houding verwekte meer en meer haat bjj de Arabieren en bij hunne groote strengheid kwam ten over vloede nog hunne stelselloosheid, die dik wijls meer nadeel doet dan al het andere. De eerste bliksemstralen waren de onlusten in Sfax en het begin van het thans nog heerscheude oproer, was de gruwzame ver overing dezer stad, die door de soldenieren van de grande nation op de meest barbaar- sche wijze werd uitgeplunderd De radikalen in Parijs verwijten thans de Regeering, niet ten onrechte, dat de gansche veldtocht naar Tunis slechts een ellendige financiëele speculatie van Gain- betta is geweest; den Minister van Oorlog, Farre, en den gouverneur van Algiers, Al- bert Grévy, (die zijn ambt weer zal gaan aanvaarden) beschuldigt men van onbe kwaamheid en de linkerzijde der nationale FE U1LLET O .V. Vervolg en slot.) Welnu! Wat zou dat? zeide de onderofficier lachende. Ik heet nu eens zoo. Is het mogelijk? viel Gontran hierop in. Gij zijt dus De bedoelde werkman. Ja, mijne heeren. Het is niet noodig zoo iets te zeggen; maar het is ook niet noodig het te verbergen. Acht dagen na dat geval heb ik dienst genomen, en toen ben ik met mijn regiment naar Algiers gegaan. Zoo hebben de lieder. uit de calèche en ik elkander uit het oog verloren; maar te Lyon denk ik hen wel weer te zien. Ik zal u bij hen brengen, zeide Darvon snel en reikte hem de hand; want wij moeten vrienden worden, mijnheer Louis. Wij zeide de onderofficier, en zag Gontran bedenkeljjk aan. vergadering in Parijs heeft de volgende vragen tot de Regeering gericht: »Is het waar dat het fanatisme door verschillende misgrepen is opgewekt? Is het waar dat de beroemde moskee van Sfax gebombar deerd werd, dat onze soldaten in de moskee zijn gedrongen, de kleeren der Ulema's (Mohammedaansche priesters) hebben aan getrokken en daden gepleegd hebben die de fanatieken tot vertwijfeling hebben ge bracht De Regeering moet, wil zij op recht zijn, al deze vragen met »ja« beant woorden. De moskee heeft men vernield, omdat men daardoor het fanatisme wilde bestraffen, men heeft haar ook geplunderd en het geplunderde heeft zelfs zijn weg naar Parijs gevonden. Dat alles is waar en 't is niet te loochenen dat door deze feiten de thans heerschende opstand zijne uitgebreidheid te danken heeft. De Ara bieren die zich zoo bedreigd zagen, grepen overal naar de wapens, en noodzaakten Frankrijk nieuwe legers te zenden, nieuwe offers aan geld en bloed te brengen. Het verbranden der dorpen, het schandelijk omhouwen der palmboomen en de plun dering der moskee is bitter gewroken. Dat de Fransche armee door de Tuniseesche expeditie feitelijk uit haar verband is ge rukt en dat door deze onderneming een aantal gebreken van het Fransche krijgs wezen aan het daglicht zijn gekomen, wil len we hier slechts ter loops vermelden. De vertraging der verwachte zegepralen schreef men op rekening van de heerschende tropische hitte en als deze het werkelijke beletsel was, dan toch was het gebrek aan organisatie, in de verpleging der manschap pen en het gebrek aan goede veldoversten de voornaamste factoren. Helaas! ruim 7000 mannen, in de kracht huns levens, zijn reeds gevallen als slachtoffers van de Afri- kaansche koortsen. De ramp, die de nadeeligste gevolgen veroorzaakte, had plaats te Testur op den 26en September 11. Op dien dag leed Ali Bey, de bevelhebber der Tuniseesche troepen in den strijd tegen de oproerlingen eene totale nederlaag. Na verschillende pogin gen gelukte het aan de insurgenten, het leger van den Bey te omsingelen en voor zooverre de soldaten niet tot de oproerlin gen overliepen totaal in de pan te hakken. Het spoorweg-station te Wed- Zargua werd in brand gestoken, de rails en telegraafdraden vernietigd, het personeel neergesabeld en van de telegraafpalen werd een brandstapel gemaakt in welks vlam men de stations-chef van Wed-Zargua levend geworpen werd en alzoo een vree- selijken dood onderging. Toen weergalmde in de lucht van Frankrijk de roep naar wraak en allerwege O, vergeet wat er is voorgevallen, hernam deze. Ik wil, als dat noodig is, wel bekennen dat ik ongelijk had. Neen, neen, parbleu, viel Duroc er op in. Ik ben het die een driftkop was, en dat spijt mij, op mijn woord van eer. Het is een zot regi- ments-aanwendsel, weet geOmdat men niet bar.g is, wil men dat overal en iedereen toonen, en zoo wordt men een sabreur-, maar eigenlijk is men toch zoo kwaad niet. Dus, sans rancune, mijnheer. Hij drukte Gontran hartelijk de hand; Lepré gaf hem insgelijks de zijne. Verrukt van kennis met u gemaakt te hebben, mijnheer Louis Duroc, zeide hij. Maar a propos, ziet ge nu wel, hoe gelukkig het is, dat ik u gedwongen heb mij uwen naam te zeg gen, dien ge mij eerst niet zeggen wildet. Zonder mij zou men niet geweten hebben wie gij eigenlijk zijt. Juist, liet Grugel hierop volgen terwijl hij Darvon aanzag. Als mijnheer minder spraalc- verhieven zich stemmen tegeu den ongeluk- O O kigen veldtocht. Op strategisch gebied heeft Frankrijk nog niets geoogst; op politiek terrein even min. In 't buitenland zijn de vriendschap pelijke betrekkingen, die met Italië waren aangeknoopt, vernietigd; in 't binnenland heerscht wantrouwen en verrijzen er be schuldigingen die men maar al te gaarne gelooft. Een aantal afgevaardigden hebben zelfs de Regeering gevraagd of het gerucht waarheid bevat dat de Tuuiseesche expeditie ter wille van financiëele operatiëu is on dernomen. 't Moet, dunkt ons, al ver ge komen zijn, als een aantal afgevaardigden zulk eene vraag tot de Regeering richten en zelfs gematigde patriotten deze vraag zeer ad rem vinden. »Licht, meer licht roepen thans in alle mogelijke toonaarden de Fransche politici in hunne speechen en geschriften en in beide verraden zij klaarblij kelijk een onmiskenbaar wantrouwen. De bakens zijn verzet. Eerst sprak men van de roemrijke onderneming, dan van de eervollelater van de nuttige. Thans echter hoort men slechts van het Tuniseesche avontuur en dagbladen, die vroeger deze uitdrukking voor onvaderlandslievend ver klaarden, bezigen deze woorden nu om den haverklap. Dat men in zulk een wespen nest had getast, had niemand kunnen deuken en kon men den tijd terugroepen toen Moha- med-es-Sadok als Vasal der Porte iti kalmte en rust een vreedzaam volk regeerde, men zou het stellig doen. 't Is in Frankrijk ter zake van Tunis evenzoo gesteld als in Nederland met Atjeh. Aan beide mogendheden kan men de vragen stollen wanneer zult gij van de gean nexeerde landen werkelijk voordeel genieten? Eu wanneer zal er een einde komen aan de te brengen offers? Twee vragen wel der moeite waard, met meer dan gewonen ernst te worden over dacht. De lijdende volkeren verbeiden met smart hare spoedige beantwoording. Volgens het Parijsche Memorial di plomatique zou de Engelsche Regeering aan de boeren een ultimatum hebben doen toe komen tot aauneming van de bekende conventie, op straffe van onverwijlde her vatting van de vijandelijkheden. Gambetta is niet meer gevestigd in het paleis Bourbon, dat hij bewoond heeft als voorzitter der Kamer, die ophoudt te be staan, zoodra de nieuwe Kamer bijeenkomt. Al wat zijn bizonder eigendom is, heeft hij reeds uit het paleis laten wegnemen. Het blijkt uit berichten uit Tunis, dat reeds verscheidene Arabieren in ver- zaam was geweest, zou deze opheldering niet hebben plaats gehad en mijn neef het karakter van mijnheer Duroc geheel verkeerd beoordeeld hebben. Gij ziet, voegde hij er zachter bij, dat het toeval er op uit schijnt te zijn om mijne bewering tot waarheid te maken. Nauwelijks had hij dit gezegd, of de diligence hield op; men was te Lyon. Toen de reizigers afstapten vonden zij het cour des messageries vol betrekkingen en vrienden, die naar hen uitzagen. Het ongeluk van den vorigen dag was bekend geworden en had iedereen angst aangejaagd. Zoodra Darvon afstapte, hoorde hij zich bij zijn naam roepen. Hij keek om, het was zijne zuster, wier ongerustheid haar hun ongenoegen had doen vergeten, en die met een vreugdekreet naar hem toe snelde. Zij hielden elkander lang omhelsd, zonder iets te zeggen, maar met de oogen vol tranen; en toen zij elkander aanzagen, gaven zij elkander glim lachend de hand. Zij waren verzoend. zekerde bewaring genomen zjjn, als ver dacht van medeplichtigheid van den moord van het spoorweg-station te Wed-Zargua. Ali Bey zal thans aanvallenderwijs te werk gaan en naar Teboursouk oprukken. Hij moet de onderwerping verkregen heb ben van vier stammen; misschien een gevolg van de hulp, die hij van de Franschen bekomen heeft. Telegrammen melden dat de agitatie in Ierland toeneemt, en dat de gevangen neming van de aanvoerders der Liga nog geenszins gestrekt heeft om de aanhangers van dit lichaam het hoofd in den schoot te doen leggen. Sexton lag ziek te bed, toen hij gearres teerd werd. Quinn werd mede uit zijn bed gelicht. O'Connor schijnt met een kolen- schip ontsnapt te zijn. O'Kelly zit gevangen. Healy wordt opgespoord. Paruell, door een verslaggever van het Freeman s Journal in het verhoor genomen, gaf als zijne meening te kennen dat zijn arrestatie den arbeid der Liga volstrekt niet belemmeren zou. Hij geloofde niet dat de Regeeriug zou overgaan tot opheffing der Liga. In zijne gevangenis verdrijft hij zich den tijd met timmerwerk. Ingevolge eene resolutie van de Liga, sloten verscheidene winkeliers te Dublin hunne winkels, ten teeken van rouw over Parnell's arrestatie. De agitatie in Ierland neemt toe. In bijeenkomsten der Liga te Dublin, Limerick en elders werd tegen de arrestatie van Parnell uitgevaren. Men verklaarde dat men geen pacht zou betalen, zoolang Parnell gevangen zit. Volgens bericht uit New-Vork nam de Herald de verdediging van Guiteau op, waarvan de voorlezing door het Hof te Washington verboden werd. Daarin wordt volgehouden dat Guiteau krankzinnig is en dat Garfield verkeerd behandeld werd. Gui teau betuigt God zijn dank, dat Garfield in New-Jersey is gestorven, want daardoor kan nu de competentie van het Hof van Washington betwist worden. Ook spreekt Guiteau zijne tevredenheid uit over het Godsbestuur in deze zaak. Hij acht Garfield's dood niet-met-al en zegt, dat alle menschen moeten sterven. Zijn verdediger vraagt ver goeding der kosten voor de getuigen. Het Hof heeft de beslissing daarover zich voor behouden. De quaestie der jurisdictie wordt vóór net einde van de maand behandeld. De Minister-resident van het Koninkrjjk der Nederlanden te Konstantinopel, mr. L. A. H. baron van Ittersum, is aan eene beroerte overleden. De benoeming van den vicaris-gene raal Kopp tot Bisschop van Fulda heeft eeuige vertraging ondergaan, en de liberale Bij het heengaan, ontmoetten zij hunne reis- genooten. Baruau en Lepré groetten hen vrien delijk; Louis Duroc beloofde nogmaals hen te komen bezoeken; mademoiselle Athenaïs alleen zag her. niet aan en dacht slechts om hare ba gage. Dat is de eenige uitzondering op mijn regel, zeide Grugel, naar de oude vrijster wijzende. Al onze andere reisgenooten hebben zich meer of minder in onze oogen gerehabiliteerd: de lekker bek door ons een maaltijd te verschaffen, de babbelaar door ons een geheim van belang te ontdekken, de moeitemaker door ons een bewijs van edelmoedige onverschrokkenheid te geven; maar waartoe dient het koude egoïsme van ma demoiselle de Locherais? Om mij te doen gevoelen wat liefde en hartelijkheid waard zijn, antwoordde Gontran den arm zijner zuster drukkende. Ik ga tot uw systeem over, neef. Van heden af zal ik gelooven dat alles een goeden kant heeft, en dat men de greintjes goud maar moet weten te zoeken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1