NIEUWE No. 529. Zondag 23 October 1881. 6e Jaargang. Het recht van den Staat op de school. BUITENLAND. HAARLEMSCBE C011RAIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem t 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. miSDBAf AGHTE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVERTENTLËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. De wereld is vol phrasen-makers en een phrase is een eigenaardig ding. Men kan haar 't best vergelijken bij eene zeepbel. Beide zijn hol, hehben weinig gewicht en hun inhoud is niets dan wind. Het onder scheid is slechts dat de zeepbel een stuk speelgoed voor kinderen is, terwijl de phrase een stuk speelgoed, een werktuig, een stuk gereedschap is in de handen der volwas senen. Terwjjl het kind reeds na varloop van eenige jaren over zijn speelgoed har telijk lacht, neemt de phrasen-maker het met zjjn zeepbel ernstig op; ten minste hij houdt zich zoo. Maar ook het publiek en dat is erger zweert bij de phrase. Geen redenaar heeft dankbaarder toehoor ders dan de phrasen-held. Een gewoon toe hoorder zal in de redevoeringen van zoo'n phrasen-maker nauwelijks eene enkele ver standige gedachte kunnen vinden en van bewijzen voor beweringen is nimmer sprake. Toch zal zulk eene voordracht storm- achtigen bijval vinden, terwijl een rede naar, die een thema streng logisch ont wikkelt, meestentijds voor leege banken, zeker echter steeds voor een koud audito rium predikt. Op geenerlei gebied heeft de phrase zulk eene heerschappij verkregen dan op het gebied der school. Destelling: »de Staat alleen is heer en meester der schoolt kan men dagelijks hooren en lezen. Bewijzen worden echter nimmer gegeven. Voor ieder modern staatsman en volbloed liberaal is dit eene stelling, die men even min bewijst, als dat 2 X 2 4 is. Voor ons is die bewering der modernen van nul en geener waarde. Wij leggen ons maar niet zoo spoedig neer bij holklinkende phrasen. Wat men beweert, zien we ook gaarne bewezen. Laten we dit gewaande recht van den Staat eenigszins nader beschouwen. Een recht is of aangeboren, door God verleend of door erfenis verkregen. Het kind heeft b. v. als erfgenaam een recht op het vermogen, op de bezittingen zijner Ouders. Slechts een socialist pur sang zal hem dit recht ontzeggen. Voorts kan men een recht verkrijgen door koop, schenking enz. Hoe staat het nu met het recht van den Staat op de school geschapen Heeft hij dit recht door erfenis verkregen? Laat hij dit dan door geldige documenten be wijzen. Dat kan hij echter niet. Lang voor FE U1LLETON. De zweetende wondersteen. (Een Javaansche vertelling.) Er wbs een groot schip uit Australië aange komen op de reede van een der Javaansche kust plaatsen en een zonderlinge roep ging over de lading daarvan uit. De Javaantjes fluisterden van vreemde koude vruchten, hard en schier geurloos, die ingepakt waren tusschen blokken doorschijnenden steen, welke bij de minste aanraking hen deed ineen krimpen, als hadden zij zich aan een gloeienden jjzeren bout gebrand. „Panas sekali,,,riepen zij uit en merkten eerst later dat wat zij warm noemden, eigenlijk koud was, maar ze hadden nog nimmer iets kouds gevoeld en wisten niet, welke gewaarwor ding hun die vreemde steeD deed ondervinden. De Orang blanda2) lieten de geurigste man- gistans, ananassen, pisangs, pompelmoezen en zelfs manga's staan voor de bleekroode boea appelen in een oogwenk was de lading vruchten niet alleen in hun magen verdwenen, maar ook de i) Hoe warm! 2) Hollanders. 3) Appelvruchten. dat er eeu Staat was gevormd, bestoud het huisgezin eu dit is de grondslag van de menschelijke maatschappij. Uit de familie, uit het huisgezin kwam de volksstam voort, en uit dezen de Staat. De eerste autori teit is dus ook die der ouders. Van daar dat God op Sinaï ook niet gezegd heeft gij zult den Staat eeren,« maar wel: «gij zult vader en moeder eeren.« De meeste aanspraak, het eerste recht op de kinde ren bezitten dientengevolge de ouders. Uit dit recht komt, natuurlijker wijze, het recht van opvoeding voort. Even als zij hun kind lichamelijk verzorgen moeten, hebben zij het ook geestelijk op te kweeken. Nu is het een feit dat niet alle ouders üunne opvoedingsplicht naar behooren kunnen vervullen. Velen missen de vereischte kun digheden, bij de meesten ontbreekt het aan den noodigen tijd. De arbeiders- en mid delstand heeft den ganschen dag genoeg op het land, in de fabriek of op de werk plaats te doen, zoodat hij zich met de op voeding der kinderen weinig kan bemoeien. Wie moet nu in deze gevallen de plaats der ouders vervullen? Want 't zou een groote leemte zijn in de menschelijke or dening, als de Schepper in dit geval niet had voorzien en niet voor een groot op voedingsgesticht had zorggedragen. Dit is echter feitelijk geschied. Te midden van de menschelijke maatschappij staat eene door God ingestelde opvoedings-en school- autoriteit, wier diploma ouder is dan elke ministeriëele aanschrijving, verhevener dan elk Kamer-besluit, zoo onschendbaar als de persoon des Konings en heiliger dan de «majesteit* der wet, door welke mensche lijke autoriteit ook uitgevaardigd. Deze bevoegde macht is de Kerk, die door God zelf als leermeesteres aller volkeren is in gesteld. Zij moest immers overal gaan om te leeren, niet alleen de volwassenen, maar ook de kinderen. Zeker wordt met dit on derricht geven op de eerste plaats bedoeld de verkondiging van het Evangelie, doch de Christelijke godsdienst is niet alleen het hoogste en gewichtigste onderwerp in het onderwijs, maar ook het centrale punt om hetwelk het gezamenlijk onderwijs zich na tuurlijker wijze beweegt. De Kerk is dus de door God aangewezen bevoegde macht en haar recht heeft zij reeds bijna twee dui zend jaren in alle landen uitgeoefendzij heeft overal scholen en universiteiten ge sticht en dezen met haar geld onderhouden en geleid. betooverde steenen waarvoor de inlanders ze weldra aanzagen werden door hen met gulzige graagte opgelost in water of zoo maar eenvoudig in den mond genomen. De Javanen, welke ze ook eens wilden proeven, trippelden van pijn en haastten zich, dat won derlijk goed uit te spuwen. De mare van dit wonderlijk voortbrengsel drong ook in de binnenlanden door, aan het hof van den regent Radhen Pak Djoerio Adipali; bij t hooren van al die verhaaltjes over de Aër batoe, (watersteen) schudde hij ongeloovig het doorluchtig hoofd. Zijn zetel was drie dagreizen van de kust verwijderd; in persoon kon hij zich dus niet gaan overtuigen van de waarheid dier sprookjes, maar zijn nieuwsgierigheid was gaarde gemaakt en hij gaf twee zijner koelies bevel naar de kustplaats te gaan en hem een stuk van 50 KG. mede te brengen. De koelies vertrokken; toevallig was er bij hun aankomst juist een tweede schip met appelen en ijs aangekomen. Zij kochten de bestelde hoeveelheid, ontdeden het blok van zijn zaagsel, waschten het schoon, niet zonder telkens bij de aanraking van schrik en pijn ineen te krimpen, bonden een touw stevig om de gladde oppervlakte, bevestigden dit met een flinke lus aan een stok, dien zij vroolijk en welgemoed over den goeden uitslag hunner zen- Beschouwen we nu eens het recht van den Staat op het onderwijs, d. w. z. op de school. Heeft hij een aangeboren, natuur lijk of een door God verleend recht op de kinderen? Geen staatsman, hoe geleerd ook, zal zulk eene bewering durven ver kondigen. Want lang voor er een Staat bestond, waren er reeds ouders, en voor men aan thans regeerende vorstenhuizen dacht, heeft de Heiland reeds tot de Apostelen en hunne opvolgers gesproken: «gaat en leert alle volkeren.* Heeft de Staat het recht wellicht van de ouders of van de Kerk geërfd? We zouden dan gaarne wel eens inzage willen nemen van het testament, waarin die nalatenschap omschreven is. Is de Staat mogelijk door aankoop eigenaar van het recht geworden? Ook hiervan is niets bekend, wel weten wij, dat de Kerk en de Christelijke ouders dag aan dag hunne rechten op de school terugeischen, waar deze hun gewelddadig zijn ontnomen. Op deze wijs wordt de phrase van het vermeende recht des Staats op de school tot niets gereduceerd. Zij spat uiteen als eene zeepbel, nadat zij korten tijd als een gliusterenden bol in de lucht heeft gezweefd. Doch neen! Nog een motief wordt door zekere phrasen-helden voor het recht van den Staat aangevoerd, als zij namelijk te zeer in 't nauw gebracht worden. Dit motief is evenwel niets meer dan eene holklin kende, nietsbeduidende phrase. Het doel van den Staat is, zoo proclameert men; de bevordering der tijdelijke welvaart der vol keren. Deze wordt verkregen door intel- lectueele beschaving en ontwikkeling; de Staat heeft dus groot belang bij het be staan van goede scholen, dientengevolge heeft hij er ook recht op. Welk eene phrase De Staat heeft belang bij de school, dus heeft hij ook het recht om den schooimee ter- generaal te spelen. De Staat heeft er ook belang bij dat de industrie in bloeienden staat verkeert, bijgevolg moet hij, naar bovenvermelde logika, ook de eenige fa brikant zijnlandbouw eu handel liggen den Staat na aan 't hart, dientengevolge moet hjj de eenige boer en koopman zijn Bespottelijker theoriën kan men, dunkt ons, niet verkondigen Maar, zoo vraagt wellicht deze of gene, heeft dan de Staat geen enkel recht op de school Zeker Op dit onderwerp komen we wellicht later terug. ding op de schouders namen en zoo met het stuk steen tusschen ben in, sloegen zij vol moed den terugweg in. 't Was nog vroeg in den morgen, maar de zon steeg langzamerhand, stak hare stralen vurig op de hloote schouders en borst der beide Javaan tjes en stootte af op hunne breede ronde tjapings (schotelvormige hoeden) maar zij brandde des te meer op het bloote blok ijs, dat ze in water druppels oploste en langzamerhand uit het bind werk van touwen bevrijdde. Zij namen voorzichtig het stuk weer op; be zagen het van alle kanten en verwonderden zich, dat het nog altijd zoo moeielijk aan te raken was, niettegenstaande de zon hun handen en rug deed gloeien van hitte; de touwen werden er weer secuur omgeknoopt en zij begonnen met frissche krachten opnieuw den tocht. Nu ging 't bergop; het ontsnapte hun aan dacht niet, dat het water druppelsgewijze van den steen afviel; maar dit bevreemde hen minder; •vas dat met hen ook niet het geval? Dat een steen zweette, hadden zij wel nooit eerder gezien, maar wat kon men niet van een batoe blanda (Hollandschen steen) verwachten? Uit deze overpeinzingen werden ze plotseling gestoord door een harden slag; daar lag het stuk weer tusschen hen ter aarde en nu bemerkten Bij de opening der Fransche Kamers op 28 dezer zal de militaire wacht ter bewa king van het Luxembourg en het paleis Bourbon aanzienlijk versterkt worden, daar manifestaties van de communards verwacht worden. Ook is er eene manifestatie voor het Elysée tegen aanstaanden Zondag op touw gezet. Men wil de gratie eischen van Berezowski, die te Parijs op Alexander II geschoten heeft, en van Nourrit, die bij den opstand van Juni 1848 generaal Bréa heeft vermoord. De socialisten zijn voor nemens zich in optocht langs de Boulevards naar het Elysée te begeven. Te Saumur zijn een veertig kweekelingen van de cavalerie-school, na een ruim drink gelag, waarbij de komst van nieuwe kwee kelingen gevierd werd, door de straten ge trokken onder het zingen van liederen, alles behalve vleiend voor den minister van oorlog en den President der Republiek. Er is een onderzoek bevolen. Het aantal Fransche troepen, op dit oogenblik in Tunis aanwezig, bedraagt om streeks 45,000 man. Aan de Times werd uit Pieterma- ritzburg gemeld, dat luidens berichten uit de Transvaal het antwoord van den Volks raad naar Londen gezonden is. Tot dusver is omtrent de strekking daarvan nog niets openbaar geworden; doch men houdt het er voor dat zij vredelievend is. Er worden nog meer troepen naar Ier land gezonden. Het Landgericht begint heden zijne zittingen te Dublin. Er zijn ree ls 340 aanvragen van pachters tot vast stelling der pacht ingekomen. Uit St. Petersburg komt de tijding, dat al de provinciale gouverneurs naar de hoofdstad zijn ontboden en reeds aldaar zijn aangekomen. Men brengt dit in verband met aanstaande belangrijke binnenlandsche hervormingen. De uitslag van het nihilisten-proces te St. Petersburg, welks zittingen met ge sloten deuren gehouden werden, is dat drie der beschuldigden, een vrouw en twee mannen, naar Tobolsk verbannen werden en de vierde tot vier maanden gevange nisstraf werd veroordeeld. De curatoren in de gefailleerde Na tionale Bank van Luxemburg hebben de aandeelhouders opgeroepen om de nog res- teerende vijf percent op de aandeelen te storten. zij duidelijk, dat het lang zoo groot niet meer was als 's morgens; toen ze 't weer opnamen, voelden ze merkbaar, dat het veel lichter ge worden was; bedrukt ging het verder. De zon was op middagshoogte en het arme stuk ijs zweette, zweette bij groote druppels of liever bij stroomen; het touw gleed er langs, zij zagen het krimpen en smelten, als leed het on dragelijke pijnen. Katjong kon 't met alle gemak alleen dragen, zelfs met beide handen omvatten. Hunne ver bazing kende geen grenzen meer; als het ding hardop geklaagd en gekermd had over de bran dende zonnestralen, 't had hun niet meer ver wonderd. Hun touw kon niet meer dienen; hun stok werd als onnut weggeworpen, zij droegen het beurtelings in hunne diepe tjapings en daar zwom het tusschen het water als een drijvend eiland; ze wierpen de vloeistof weg, 't baatte niet»; de avond wai nog in lang niet aan het vallen, toen niets meer van 't betooverde blok overbleef dan een stukje zoo groot als Djermol- lok's duim, dat op zijn beurt in eenige water droppel» verdween. En toen de arme kerels den Rhaden nun we dervaren verhaalden, kregen ze elk 25 rotting slagen, wegens het stelen van de aër batoe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1